Ga direct naar de content

Statistiek

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 30 2008

statistiek
Financiële Markten

Sander Hoek (FDA)

Het VK ondergaat pijnlijke aanpassing
De Europese Centrale Bank lijkt tevreden te zijn met
de huidige renteverhoudingen en is vastbesloten
de crisis in de financiële markten door te komen
zonder overhaaste renteaanpassingen. Dit is in
duidelijk contrast met andere belangrijke centrale
banken, in het bijzonder de Bank of England en de
Amerikaanse Federal Reserve, die zich gedwongen
voelden de verslechterende economische en financi­
Officiële rentetarieven VK en VS
6
Bank rate VK

5
4
3

Federal funds
rate VS

2
1
0
2003

2004

2005

2006

2007

2008

ële omstandigheden te pareren met renteverlagingen. Vooral de Bank of England
(BoE) bevindt zich in een benarde positie. Het mandaat van het onafhankelijke
monetaire beleid van de BoE is primair gericht op prijsstabiliteit, net zoals dat
van de Europese Centrale Bank. In het VK wordt deze nog eens extra kracht
bijgezet door een expliciete inflatiedoelstelling. Als de inflatiedoelstelling met
meer dan 1 procentpunt wordt overschreden, wat op het punt staat te gebeuren,
dan dient de governor van de centrale bank zich in een open brief aan de mi­
nister van financiën te verantwoorden. Feitelijk wordt de BoE bijna verplicht de
rente te verhogen terwijl zij deze in de afgelopen maanden juist een aantal maal
heeft verlaagd. Net als in de VS is de economische groei in het VK jarenlang zeer
onevenwichtig geweest, gekenmerkt door overmatige binnenlandse bestedingen
en importen en te weinig besparingen en exporten. Het resultaat is een nationaal
besparingstekort, ofwel een groot tekort op de lopende rekening. In tegenstelling
tot de BoE heeft de Amerikaanse Federal Reserve een dubbel mandaat, zowel
gericht op inflatiebestrijding als groeistimulering. Daarmee heeft de Fed de mo­
gelijkheid de neergang van de economie te verzachten met een soepeler mone­
tair beleid. Onlangsheeft de BoE in bedekte termen aangegeven dat een verdere
renteverlaging er voorlopig niet meer in zit. De economie van het VK zal weer
in evenwicht moeten komen, en het monetaire beleid zal deze aanpassing niet
in de weg staan, aldus de BoE. Dit betekent dat een vertraging van de binnen­
landse vraag, die mogelijk uitermate scherp zal zijn, zal worden geaccepteerd.
Met andere woorden, het VK dreigt zijn jarenlange uitbundige leengedrag nu te
moeten betalen met pijnlijke aanpassingen. Maar daarmee zal het VK mogelijk
ook sneller dan de VS een evenwichtige situatie kunnen bereiken.

Bron: FDA

Monetaire Zaken

Guido Schotten (DNB)

Btw-hoog tarief (in procenten)

21
19
17
15
13
11
9
68

73

78

83

Nederland

88

93

98

03

08

Duitsland

Bron: Europese Commissie

Effect btw-verhoging op de inflatie
Het kabinet is van plan het algemene btw-tarief per
1 januari 2009 te verhogen van 19 naar 20 procent.
De vraag is hoe groot het effect op de inflatie zal
zijn. Bij een volledige doorberekening impliceert de
btw-verhoging van 1 procentpunt een stijging in de
consumentenprijs van de betreffende goederen met
0,84 procentpunt (1/119). Het effect op de totale
inflatie zal om verschillende redenen kleiner zijn.
Om te beginnen vallen niet alle producten onder het

algemene btw-tarief. Dit tarief geldt voornamelijk voor de meer luxe producten.
Voor minder luxe producten, zoals voedsel en water, geldt een lager tarief van
6% (dit blijft ongewijzigd). Daarnaast is er nog een kleine groep producten die
onder het nul-tarief valt, zoals onderwijs en zorgverzekering. De producten die
onder het algemene tarief vallen maken ongeveer 60% uit van het hicp-inflatie­
mandje, waardoor een volledige doorberekening van de btw-verhoging zal leiden
tot een stijging van 0,5 procentpunt in de hicp-inflatie.
De mate waarin producenten de btw-verhoging daadwerkelijk doorberekenen aan
consumenten hangt af van de marktstructuur. Indien de vraag sterk reageert op
de prijs, zal de prijsverhoging beperkter zijn. Daarnaast is de mate van concur­
rentie van belang, omdat de btw-verhoging door een monopolist in mindere mate
zal worden doorberekend dan bij volledige concurrentie. Bij de btw-verhoging van
2001 (van 17,5 naar 19%) werd het effect op de inflatie achteraf geschat op 0,5
procentpunt, wat een doorberekening van driekwart impliceert. Een soortgelijke
doorberekening in 2009 leidt tot een effect van 0,4 procentpunt.
Ook de timing van de prijsverhoging kan variëren. Naast een na-ijleffect is het te­
vens mogelijk dat producenten de prijzen al voor de ingangsdatum verhogen, als
reactie op een toegenomen vraag van consumenten vlak voor de btw-verhoging.
Er zijn aanwijzingen dat dit in Duitsland is gebeurd bij de btw-verhoging van
2007. Uit een IMF-studie blijkt dat ongeveer 62% van de Duitse btw-verhoging
is doorberekend aan de consument, waarvan een derde plaatsvond in 2006, en
twee derde in januari 2007. Dit is een iets lagere mate van doorberekening dan
de geschatte driekwart in Nederland in 2001. Bij een doorberekening van 62%
zal de btw-verhoging van 2009 de Nederlandse inflatie in totaal met 0,3 pro­
centpunt opstuwen.

ESB

93(4536) 30 mei 2008

349

Auteurs

Categorieën