Ga direct naar de content

Reactie op: Azië, China en de wereldeconomie

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juli 13 2006

GertJan Driessen
en Ernst van
Koesveld
Beleidsmedewerker
en senior coördinator
Economie en Strategie
bij het Ministerie van
Financiën

Het artikel van Spoor en Voorend (S&V) bevat
één belangrijke kernboodschap die we van harte
ondersteunen: globalisering draagt bij aan een
meer gelijkmatige verdeling van de welvaart
over landen, in het bijzonder door de opkomst
van de Chinese Draak en de Indiase Olifant. Dit
biedt ook kansen voor landen als Nederland in
termen van nieuwe afzetmarkten, terwijl we ook
profiteren van de goedkope verscheidenheid
van nieuwe importen. Met de opkomst van de
Aziatische economieën veranderen de internationale productiepatronen en de financiële verhoudingen in de wereld. S&V overdrijven ietwat het
tempo waarin dit gebeurt. Zo is Azië inderdaad
een belangrijke motor van de mondiale groei,
maar zeker niet de enige. In 2006 droegen
de VS en de EU gezamenlijk bijna de helft bij
aan de groei van de wereldeconomie, terwijl
de bijdrage van India en China minder dan een
kwart bedroeg (IMF, 2007). Evenmin is India
het dienstencentrum van de wereld geworden:
het aandeel van India in de mondiale dienstenhandel bedraagt drie procent in 2003, fors lager
dan dat van Europa (35 procent) en de VS (25
procent). De inhaalslag van Azië leidt tot handel
in gelijksoortige producten. Dit vindt al decennia plaats tussen rijke landen en creëert enorme
welvaartswinsten. De opkomst van Azië hoeft
niet tot zorgen te leiden (Bhagwati, 2007).
Het tweede deel van het artikel over de drie
nieuwe en redelijk onverwachte onevenwichtigheden blijft helaas vooral beschrijvend van
aard, al is de toonzetting zorgelijk. De onderliggende oorzaken van de scheve verdeling van
overschotten en tekorten op de lopende rekening
van de betalingsbalans worden onvoldoende
blootgelegd. Uit onderzoek van onder meer het
IMF blijkt dat vooral binnenlandse oorzaken de
onevenwichtigheden verklaren: het spaartekort
in de VS en het gebrekkig sociale vangnet in
China dat leidt tot hoge voorzorgsbesparingen.
Dit in combinatie met een vaste wisselkoers
resulteert in een hoog spaaroverschot en veroorzaakt een groot overschot op de lopende

reactie

Reactie op: Azië, China en
de wereldeconomie
rekening en explosief stijgende buitenlandse
reserves in China. De Chinese autoriteiten onderschrijven dit probleem en nemen geleidelijk
maatregelen, de VS lijken vooral hun kop in het
zand te steken. Ondanks het grote en aanhoudende tekort op de lopende rekening is de
netto buitenlandse vermogenspositie van de VS
overigens gelijk gebleven uitgedrukt in het bbp.
Dit geeft een indicatie dat het tekort voorlopig
houdbaar lijkt te zijn. Globalisering gepaard
met snelle economische groei en integratie van
financiële markten vergemakkelijkt bovendien
de financiering van het tekort. Op de langere
termijn, wanneer het Amerikaanse aandeel in
de wereldeconomie substantieel daalt, zullen
beleggers en centrale banken een kleiner deel
van hun portfolio in Amerika willen stoppen.
Uiteindelijk is een correctie daarom onvermijdbaar en moeten de onevenwichtigheden
worden aangepakt. Op korte termijn leiden de
overschotten van China helaas tot protectionistische neigingen in het westen. De mondiale
onevenwichtigheden worden door S&V misbruikt
om de beperkte toegang van ontwikkelingslanden tot financiële stromen te verklaren. Echter:
kapitaal komt meestal daar terecht waar het
rendement het hoogst is. Verschillende – vooral
institutionele – factoren verklaren waarom, tegen
de intuïtie in, het risicogewogen rendement op
investeringen in arme landen vaak lager is dan in
rijkere landen (Alfaro et al., 2003). Verbetering
van de kwaliteit van instituties in arme landen is
objectief gezien de belangrijkste voorwaarde voor
een hogere instroom van kapitaal. Dan profiteren
ze meer van globalisering.

Literatuur
Alfaro, L., S. Kalemli-Ozcan en V. Volosovych (2003)
Why doesn’t capital f low from rich to poor countries? An empirical investigation. Ongepubliceerd manuscript, NBER.
Bhagwati, J. (2007) Why the critics of globalization are
mistaken. De Economist 155(1), 1–21.
IMF (2007) World economic outlook: spillovers and cycles in
the global economy. Washington: IMF.

ESB

juli 2007

71

Auteurs