Ga direct naar de content

Arbeidsparticipatie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 1 2000

Arbeidsparticipatie
Aute ur(s ):
Rooij, M.C.J., van (auteur)
Nahuis, N.J. (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door M.C.J. van Rooij en N.J. Nahuis van De Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 85e jaargang, nr. 4245, pagina 186, 3 maart 2000 (datum)
Rubrie k :
DNB indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuur

Een verdere toename van de arbeidsparticipatie is van belang voor voortzetting van de huidige economische groei.
De DNB-indicator, die inmiddels vooruitblikt tot en met juli dit jaar duidt op een voortgaande conjuncturele opgang (figuur 1). De bbpvolumegroei ligt reeds enige jaren op een hoog niveau en macro-economische korte-termijn voorspellingen geven een rooskleurig
beeld. Wel zijn zij omgeven met toenemende risico’s, bijvoorbeeld als gevolg van hoge aandelenkoersen in de VS en Europa en hoge
huizenprijzen in Nederland. Eén van de risico’s voor de groei van de Nederlandse economie, die wellicht nog onderbelicht is gebleven,
betreft een afzwakking van de sterke groei in het arbeidsaanbod.

Figuur 1. De DNB conjunctuur indicator
Sterke toename arbeidsparticipatie …
De economische groei van ruwweg 3½ procent in de afgelopen jaren is, bij een gematigde arbeidsproductiviteitsontwikkeling,
grotendeels gedragen door een sterke werkgelegenheidsaanwas (gemiddeld circa 2½ procent). In de periode 1997-1999 is het aantal
werkzame personen met 618.000 toegenomen, terwijl de groei van de beroepsgeschikte bevolking beperkt bleef tot 134.000 personen. Het
restant van de werkgelegenheidsgroei resulteerde in een daling van de werkloosheid met 202.000 personen en een gelijktijdige afname
van de niet-beroepsbevolking met 282.000 personen. Hierbij gaat het onder meer om mensen, met name vrouwen, die niet binnen de
werkloosheidsdefinitie vallen maar al dan niet vanuit een uitkeringssituatie zijn gaan werken. De overheidsfinanciën varen wel bij deze
ontwikkeling: het aantal uitkeringen neemt af en het draagvlak voor premies en belastingen neemt toe. In totaal is de netto
participatiegraad in deze periode met vijf procentpunten gestegen tot 64 procent in 1999. Nederland bevindt zich wat arbeidsparticipatie
betreft inmiddels in de Europese middenmoot, terwijl het in 1985 met 49 procent nog ver achterbleef bij het Europees gemiddelde.
… desondanks tekort aan personeel…
Ondanks de sterke toename van het arbeidsaanbod is het aantal onvervulde vacatures ongekend hoog en vormt de beschikbaarheid van
direct inzetbaar personeel een steeds groter knelpunt. Steeds vaker wordt de omzetgroei van bedrijven beperkt doordat opdrachten
worden geweigerd vanwege een tekort aan personeel. Het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt heeft op basis van de
demografische samenstelling van de Nederlandse bevolking becijferd dat de instroom van schoolverlaters achter zal blijven bij de
uitstroom van oudere werkenden. Dit betekent dat, migratiebewegingen daargelaten, alleen voor het op peil houden van het huidige
arbeidsaanbod al een verdere stijging van de arbeidsparticipatie noodzakelijk is. Afgezet tegen landen zoals Zwitserland en Noorwegen,
waar de arbeidsdeelname circa tien procentpunten boven die in Nederland ligt, moet een verdere toename mogelijk zijn. Het Ministerie
van Economische Zaken constateert in haar concurrentietoets dat met name het arbeidspotentiëel van ouderen, allochtonen, vrouwen en
lager opgeleiden onvoldoende wordt benut. Hierbij past de kanttekening dat ieder individu zelf de afweging tussen inkomen en vrije tijd
zal moeten maken en dat het streven naar een zo hoog mogelijke arbeidsparticipatie uit welzijnsoogpunt dan ook niet zaligmakend hoeft

te zijn.
… dat rem op groei k an vormen
Het huidige overheidsbeleid bevat een aantal elementen die arbeidsdeelname bevorderen, zoals de introductie van de heffingskorting,
uitbreiding van kinderopvang en bestrijding van de armoedeval. Daarnaast zijn ook sociaal-culturele ontwikkelingen van belang voor de
arbeidsparticipatie; zo wordt de werkende vrouw steeds meer de norm, ook als zij kleinere kinderen heeft. Ondanks de mogelijkheden
voor een verdere toename van de participatiegraad is het met het oog op de demografische ontwikkelingen niet ondenkbaar dat de groei
van het arbeidsaanbod afzwakt. Derhalve stijgt de kans dat personeelstekorten een rem zetten op de economische groei. Deze is de
afgelopen jaren immers voor een belangrijk deel mogelijk gemaakt door het inschakelen van extra mensen. Indien dit extra personeel niet
voorhanden is, is een voortgaande sterke economische groei alleen mogelijk via een hogere groei van de arbeidsproductiviteit. Hoewel
aanhangers van de ‘Nieuwe Economie’, wijzend op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit in de VS, zullen betogen dat dit slechts
een kwestie van tijd is, valt een dergelijke trend in Nederland nog niet waar te nemen.

Copyright © 2000 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur