Ga direct naar de content

Van Zola naar efficiënte beloningen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 16 1999

Van Zola naar efficiënte beloningen
Aute ur(s ):
Soest, D.P. van (auteur)
Nooij, M. de (auteur)
Werkzzam aan de Katholieke Universiteit Brab ant.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4210, pagina 495, 25 juni 1999 (datum)
Rubrie k :
Uit de vaklliteratuur
Tre fw oord(e n):
uit, de, vakliteratuur, loonvorming

In de roman Germinal van Emile Zola breekt een mijnwerkersstaking uit als gevolg van een verandering in het beloningssysteem van
een kolenmijn. Voorheen ontvingen de mijnwerkers loon naar werken: hoe meer kolen ze naar boven haalden, hoe meer loon ze
kregen. Het delven van kolen was echter niet hun enige taak. Ze waren ook verantwoordelijk voor hun eigen veiligheid: ze moesten de
tunnels stutten met hout dat ze zelf moesten aanschaffen. Zoals te verwachten liep dit systeem uit op een catastrofale ramp:
mijnwerkers werkten zich het schompes om zoveel mogelijk kolen te delven en verwaarloosden de tunnels zodat een instorting niet
kon uitblijven. Naar aanleiding van de ramp besloot het management van de mijn het prestatiebudget te heralloceren: mijnwerkers
zouden gratis beschikking krijgen over het benodigde hout, maar het stukloon zou worden verlaagd. Uiteraard had deze wijziging
grote verdelingsgevolgen: de beste delvers zagen hun maandinkomen dalen, terwijl de slechte er mogelijk zelfs op vooruit gingen.
Vanuit economisch oogpunt waren de prikkels die van dit beloningssysteem uitgingen niet optimaal: hoewel de prikkel om aan de
veiligheid te werken wellicht werd versterkt, was de prikkel om hard te werken in de delving verminderd.
In een recent artikel gebruikt Bernard Sinclair-Desgagné dit verhaal om een nieuw prikkelsysteem te introduceren voor een wijdverbreid
probleem in de organisatie-economie 1. Hij stelt dat er veel situaties zijn waarin de agent verschillende taken moet verrichten, waarvan
sommige beter te meten en/of te beoordelen zijn door de principaal dan andere. Zo is de delvingsopbrengst eenvoudig vast te stellen,
maar kan de kwaliteit van de mijnschachten alleen worden vastgesteld door dure experts, die de situatie slechts steekproefsgewijs over
de tijd kunnen beoordelen.
De kern van het mijnwerkersprobleem is als volgt. De principaal heeft meerdere doelstellingen die allemaal in meer of mindere mate
gerealiseerd dienen te worden. De agent ziet een afruil tussen de verschillende activiteiten: een verhoogde inzet ter realisatie van de ene
doelstelling gaat ten koste van de tijd die beschikbaar is voor een andere. Sterkere beloning van de meetbare activiteit leidt ertoe dat de
moeilijker meetbare activiteit wordt verwaarloosd. Beloning van beide betekent dat de sterkte van de prikkel in tenminste één activiteit
wordt verzwakt: het gratis ter beschikking stellen van hout leidt tot een verlaging van het stukloon. Sinclair-Desgagné’s oplossing is
even simpel als doeltreffend. De concurrentie van beide activiteiten om de inspanning van de werknemer kan worden opgeheven door de
beloning voor beide activiteiten complementair te maken. Dit kan worden bewerkstelligd door de dure evaluatie van de moeilijk meetbare
activiteit afhankelijk te maken van de prestaties ten aanzien van de eenvoudig meetbare activiteit. Hoe beter de meetbare prestaties, hoe
groter de kans dat de moeilijk meetbare activiteit zal worden geëvalueerd. Indien de moeilijk meetbare activiteit goed wordt beoordeeld,
ontvangt de werknemer een hoge beloning, maar bij een slechte beoordeling is zijn loon lager dan wanneer de evaluatie niet zou hebben
plaatsgevonden. Het beloningssysteem moet zo zijn dat ex ante de verwachte waarde van de evaluatie positief is (zodat een niet al te
risico-averse werknemer graag zal worden beoordeeld), maar dat de beloning negatief uitvalt indien blijkt dat de werknemer de moeilijk
meetbare activiteit heeft verwaarloosd. In een dergelijk systeem zal de werknemer meer inspanningen verrichten voor het realiseren van
de meetbare activiteit om de kans op een evaluatie te verhogen. Maar omdat de werknemer bij een evaluatie alleen beter af is als ook de
moeilijk meetbare activiteit goed is uitgevoerd, zal hij zich ook voor die laatste activiteit meer inspannen. Hoewel de beide activiteiten nog
steeds concurrereren om de schaarse tijd van de agent, leidt de beloningsstructuur ertoe dat beide zullen worden uitgevoerd. Het conflict
tussen beide taken verdwijnt aldus.
Het moge duidelijk zijn dat dit beloningssysteem. vele toepassingsmogelijkheden kent. Zo kunnen in veel sectoren het onderhoud van
het machinepark en het hooghouden van de kwaliteit van het product ondergeschikt zijn aan maximalisatie van de productie, en lijkt in de
universitaire wereld onderwijs ondergeschikt aan publicatiescores. Maar misschien is het milieu wel het meest voor de hand liggende
toepassingsgebied. Veel bedrijven hebben tegenwoordig een expliciete milieudoelstelling, voor de werknemer is deze doelstelling echter
vaak ondergeschikt omdat hij vooral op andere aspecten wordt beoordeeld. De mate waarin een werknemer zich inspant om het milieu te
sparen is vaak lastig te meten. Het voorkomen van verspilling van grondstoffen is bijvoorbeeld moeilijker vast te stellen dan het aantal
eindproducten dat een werknemer aflevert. Een combinatie van prestatiemeting en prestatie-afhankelijke milieu-evaluatie zou in zo’n geval
prikkels kunnen geven om de milieudoelstelling te realiseren zonder het primaire doel van de organisatie al te zeer te schaden.

1 B. Sinclair-Desgagné, How to restore high-powered incentives in multitask agencies, Journal of Law, Economics and Organizations,
te verschijnen.

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten (

www.economie.nl )

Auteur