Ga direct naar de content

De winst van goudverkoop

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 7 1998

De winst van goudverkoop
Aute ur(s ):
Scholtens, L.J.R. (auteur)
Vakgroep algemene economie, Universiteit van Amsterdam
Ve rs che ne n in:
ESB, 83e jaargang, nr. 4173, pagina 803, 23 oktober 1998 (datum)
Rubrie k :
Uit de vakliteratuur
Tre fw oord(e n):
monetaire, beleid

De kluizen van de centrale banken van de traditionele industrielanden herbergen enorme voorraden goud. De pas opgerichte Europese
Centrale Bank houdt 15% van haar reserves in goud aan. Het publieke goud kan gebruikt worden als monetair instrument, als
oorlogskas en als strategische voorraad. Echter, in het huidige tijdsgewricht zijn al deze functies eigenlijk niet meer van betekenis.
De gouden standaard is voltooid verleden tijd en het goud heeft geen monetaire betekenis meer. Ook de andere functies zijn
achterhaald. Goud is niet meer onaantastbaar of veilig: de recente crisis in Azië heeft geen halt toegeroepen aan de jarenlange
geleidelijke daling van de goudprijzen en het rendement op goudbeleggingen is zeer gering 1. Goud wordt is tegenwoordig vooral van
nut in productieprocessen (bijv. electronica-industrie, chemie, tandheelkunde) en in sieraden, munten en medailles. Niet voor niets,
houden nu opkomende industrielanden als Brazilië, China, Mexico en Taiwan relatief veel minder goud in hun officiële reserves aan
dan bijvoorbeeld Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Staten.
Gegeven de teloorgang van de publieke functies kan de vraag gesteld worden wat de overheid het best met het goud kan doen. Een
kwartet economen van de Federal Reserve concludeert dat de centrale banken het goud maar beter kunnen afstoten 2. Zij berekenen de
welvaartseffecten van het afstoten van ‘publiek’ goud door te veronderstellen dat de overheid alle officiële goudvoorraden aan de
eigenaren van goudmijnen verkoopt. De overheid ontvangt daarvoor een bedrag dat gelijk is aan de winningskosten van het goud (zo’n
$ 200-300 per ounce), en een recht op nog te mijnen goud. De opbrengsten worden tegen de marktrente belegd in risicovrije
vermogenstitels. De auteurs vergelijken steeds twee mogelijke situaties:
» onmiddellijke goudverkoop tegenover het blijven aanhouden van goud door de centrale banken (I);
» goud eerst uitlenen en na twintig jaar verkopen tegenover het blijven aanhouden van goud door de centrale banken (II) en
» onmiddellijke goudverkoop in plaats het eerst uitlenen van goud en pas na twintig jaar verkopen (III).
tabel 1 toont de welvaartseffecten voor elk der marktpartijen in miljarden dollars. Steeds neemt de totale welvaart sterk toe. De grootste
voordelen vallen toe aan de overheid. Ook de gebruikers van goud hebben baat bij het afstoten van het goud door de overheid. De
mijneigenaren verliezen altijd.

Tabel 1. Welvaartseffecten in miljarden dollars, 1997
Scenario

verkopen (I)

totale welvaartseffect
368
overheidsopbrengsten
342
industrieel verbruik
49
verbruik voor diensten
149
eigenaren van goudvoorraden
-102
eigenaren van goudmijnen
-70

uitlenen (II)
238
214
41

III

130
128
8
155
-153
-19

-6
51
-51

Bron: zie noot 2, blz. 34.

Wat zit achter deze sterke maatschappelijke welvaartsstijging? Zolang de goudreserves niet aangewend worden, moet goud uit de mijnen
gedolven worden tegen circa $ 300 per ounce. Als de centrale banken hun goud voor productieve doeleinden beschikbaar stellen, dan
kunnen deze delvingskosten uitgespaard worden. Dat is uiteraard onaantrekkelijk voor de mijneigenaren en ook de goudbezitters zijn
door het grotere aanbod van goud slechter af. De goudverwerkende bedrijven kunnen juist op hun kosten besparen. Verder blijkt ook de
overheid veel baat te hebben bij het gebruiken van het goud van de centrale banken. Dat is niet zo gek, want het goud in de kluizen van
de centrale bank levert haar nauwelijks iets op 3.

Per saldo is het afstoten van goud in alle drie de scenario’s vanuit maatschappelijk perspectief aantrekkelijk. Wanneer de overheid in één
keer afstand doet van het beheer en het bezit van goud (scenario I), is de welvaartwinst het grootst. Maar ook het afstoten van alleen het
beheer (scenario II) levert reeds een zeer fors economisch surplus op. De kosten van het publieke goudbezit in termen van misgelopen
welvaartseffecten (scenario III) zijn daarmee vergeleken geringer. De centrale banken die inmiddels een deel van hun goudvoorraad
hebben afgestoten, zoals die van België en Nederland, hebben dit goed ingezien.

1 C. van Ewijk en L.J.R. Scholtens, The distribution of seigniorage in the Netherlands, De Economist, 1992, blz. 446-469; idem, Het goud
van de Nederlandsche Bank, Openbare Uitgaven, 1997, blz. 160-167.
2 D.W. Henderson, J.S. Irons, S.W. Salant en S. Thomas, Can government gold be put to better use?: Qualitative and quantitative effects
of alternative policies, International Finance Discussion Papers, nr. 582, Board of Governors of the Federal Reserve System,
Washington D.C., juni 1997.
3 Dit goud wordt soms geleased, zie: I. Cox, The gold borrowing market, World Gold Council Research Studies, nr. 4, Genève, maart
1994, zie ook noot 1.

Copyright © 1998 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur