Ga direct naar de content

Vergelijking van duale-inkomstenbelastingregimes

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 7 1997

Vergelijking van duale-inkomstenbelastingregimes
Aute ur(s ):
Cnossen, S.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4105, pagina 366, 7 mei 1997 (datum)
Rubrie k :
Tre fw oord(e n):

Noorwegen en Finland belasten kapitaalinkomen tegen een tarief van 28% . (Zie tabel 1). In Noorwegen wordt kapitaal- en
arbeidsinkomen samengevoegd in de eerste schijf en worden alle verwervings- en zakelijke kosten uitsluitend tegen het tarief van de
vennootschapsbelasting vergolden. Finland daarentegen scheidt de fiscale behandeling van beide inkomenscomponenten, zij het dat
negatief kapitaalinkomen via een tax credit kan worden verrekend met de belasting over positief arbeidsinkomen.

Tabel 1. Duale inkomsten- belasting in Noorwegen, Finland en Zweden, 1997
Noorwegen
Jaar van invoering
Tarieven inkomstenbelasting (%)
Voor invoering
Vpb-winst
ander kapitaalink
arbeidsinkomen
In 1997
Vpb-winst
ander kapitaalink
arbeidsinkomen

Finland
1993

1992

Zweden
1991

50,8
26,5-40,5
26,5-50

36
25-64
25-64

28
28
28-41,7

52
36-72
36-72

28
28
24-56

28
30
31-56

Vennootschapsbelastingstelsel
uitgedeelde winst
28% vpb
28% vpb
28% vpb + 30% ib
ingehouden winst
28% vpb + 28% ib 28% vpb + 28% ib 28% vpb + 30% ib
over verm.winst over 70% van de over verm.swinst
minus ingeh. winst
verm.winst
Bronheffingen (%) a
Dividend
portfolio
directe inv
Rente
Royalty’s
Vermogensbelasting
Winstsplitsing
Kapitaalinkomen
model
reikwijdte
forf rend

15
0; 10; 15
1,1-1,6%

bron
bron
zelfst en dga’s
zelfst en bv’s
rente 5-j.obl
15%
+6% punten

Arbeidsinkomen
deel loonsom dat
12%
belast is als kapitaalinkomen
Plafond arbinkomen dga’s

15
0; 10; 15
0; 10; 15 b
0 b
0,9%

ong. f. 380.000

10%

15
0; 10; 15
0
1,5%

sfeer
dga’s
rente 10-j.obl
+ 1%-punt

25%
arbeidsinkomen dga’s
in egalisatiefonds

Bron: International Bureau of Fiscal Documentation, European Taxation,
Amsterdam. a. Meest voorkomende tarieven op naar het buitenland overgemaakt
kapitaalinkomen. b. Voor niet-verdragslanden geldt een bronheffing van 28%.
vpb = vennootschapsbelasting; ib = inkomstenbelasting; dga =
directeur-grootaandeelhouder; bv = besloten vennootschap.

De Noorse variant biedt de mogelijkheid negatief kapitaalinkomen te compenseren met positief arbeidsinkomen en om belastingvrije
sommen integraal toe te passen. Onder de Finse benadering kunnen bronheffingen worden ingevoerd, zodanig dat kapitaalinkomen niet
meer op het niveau van de genieter hoeft te worden aangegeven. Een nadeel daarvan is echter dat de aangifte niet meer gebruikt kan
worden voor inkomenstoetsen, bijvoorbeeld in het kader van de sociale zekerheid.
In beide landen wordt dubbele heffing voorkomen door middel van een verrekeningsstelsel waaronder de vennootschapsbelasting op
uitgedeelde winst kan worden verrekend met de inkomstenbelasting op dividendinkomen. In Noorwegen wordt dubbele belasting van
ingehouden winst op vennootschapsniveau in samenhang met een vermogenswinstbelasting op aandeelhoudersniveau voorkomen
door aandeelhouders toe te staan de aankoopprijs van hun aandelen te verhogen met de ingehouden winst na vennootschapsbelasting
(RISK-methode). Finland elimineert deze dubbele heffing op minder gestructureerde wijze en Zweden helemaal niet.
Geen van de Scandinavische landen heeft een geïntegreerd stelsel van bronheffingen, met als gevolg dat aan het buitenland betaalde
rente en royalty’s niet of nauwelijks worden belast, kennelijk omdat men bang is dat de rente over inkomend vreemd vermogen niet belast
kan worden zonder buitenlandse investeringen af te schrikken. Dit ondergraaft de effectiviteit en de neutraliteit van de duale
inkomstenbelasting.
Onder het ‘bronmodel’ in Noorwegen en Finland wordt de winst jaarlijks uitputtend gesplitst in een arbeidsinkomens- en een
kapitaalinkomenscomponent die als zodanig progressief dan wel proportioneel worden belast. Onder het ‘sfeermodel’ (dat een
onderscheid maakt tussen een ondernemings- en een privé-sfeer) in Zweden wordt de winst pas gesplitst als zij tot uitkering komt 1. De
grootte van de kapitaalinkomenscomponent wordt bepaald door het totaal van de ondernemingsactiva te vermenigvuldigen met een
forfaitair rendement gelijk aan de rente op bijv. staatsobligaties verhoogd met een risicopremie.
Zie ook S. Cnossen, Proeve van een duale inkomstenbelasting, ESB, 7 mei 1997, blz 364-368

1 De Noorse en Finse aanpak van de instsplitsingsprobelmatiek is rechtvaardiger en neutraler. Zie S. Cnossen, Vermeend gewogen,
Weekblad fiscaal Recht, 3 oktober 1996, blz. 1401-1416.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur