Ga direct naar de content

Modern times

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 26 1995

Modern times
Dit is een zap-vriendelijke column. De lezer kan bij
iedere alinea beginnen, zonder problemen een alinea
overslaan en hoeft niet onder aan de pagina te eindigen. Deze leeswijzer sluit aan bij een werkelijkheid
waarin veel verbanden zich aan de waarneming onttrekken en waarin gevoelens belangrijker zijn dan argumenten.
‘Modern times’, de film uit 1936 waarin Charlie
Chaplin de draak stak met de massa-produktiemethoden, is ook in 1995 actueel. Het aantal werkenden in
de industrie daalt. De service- en informatiesector
zorgt voor de nieuwe banen. Wij nemen zodoende
geleidelijk afscheid van het industriele tijdperk en
ook nu weer staan wij met verbazing te kijken naar
hetgeen ons te wachten staat. Voor veel ondernemers
is het ‘modern times’, want de manier van leidinggeven past zich maar schoorvoetend aan. Velen zijn
nog op zoek naar de ‘mentamorphose’ (Wintzen) om
klaar te zijn voor de volgende eeuw. De Internet-surfers wijzen de weg: zij zoeken een nieuwe levensstijl.
Zij trouwen in cyberspace. Zij bevolken de ‘salon des
refuses’, niet het cafe in Parijs dat in 1863 ontstond
toen de kunstgemeenschap de impressionisten buiten sloot, maar ergens op het Net komen zij samen
als de nieuwe e-xpressionisten1.
Ook aan wie deze internet-‘hype’ voorbijgaat,
blijft de opkomst van de kennismaatschappij niet verborgen. De technologic stelt bedrijven in staat maatwerk te leveren. Just-in-time leveranties verminderen
de vermogensbehoefte en geavanceerde logistieke
systemen bieden toegang tot nieuwe afzetgebieden.
Hierdoor zijn bedrijven in staat ook in verre landen
niches in de markt te zoeken. De televisie volgt met
op kleine doelgroepen gerichte programmering om
deze niches van reclame te voorzien.
Voor welvarende landen als Nederland is het een
race tegen de tijd. De opkomst van lage-lonen-landen dicht bij huis vraagt om een vlucht naar voren: alleen een kennisintensieve samenleving kan hoge lonen opbrengen. Maar hoe boor je kermis aan van
mensen die in afgesloten universiteiten werken, in
verouderde instellingen, in onbekende bedrijven?
Hoe mobiliseer je de grote groep hoog opgeleiden
die langdurig werkloos is en zich tevreden moet stellen met een uitkering? Trouwens, is opleiding wel
een relevant criterium om in de informatiemaatschappij goed te kunnen functioneren? Moet het opleidingssysteem niet als een van de opmerkelijkste overblijfselen uit het industriele tijdperk worden beschouwd?
Onze beschaving verliest haar eenvormigheid.
Wie zich voelt aangetrokken tot een religieuze groepering, acht het steeds minder noodzakelijk om zijn
boodschappen te halen bij leden van dezelfde groep,
om zijn kinderen naar de eigen bijzondere school te
sturen of zich bij de eigen vakbond aan te sluiten. De
natiqnale vlag past bij de achter ons liggende periode
van massa-produktie en massa-consumptie. De moderne burger leeft 99 levens (Faith Popcorn). Het ge-

ESB 16-8-1995

zinsleven is minder eenduidig:
steeds meer mensen hebben meer
dan een stel kinderen, meer dan
een baan, meer dan een huis. Velen
hebben meer dan een ideaal: jong
blijven, rijk worden, vrienden maken en invloed krijgen. Zij stemmen
bij verschillende verkiezingen op
verschillende politieke partijen.
Mensen worden lid van single-issue
groups, een nachtmerrie voor politieke partijen.
Ons politieke systeem is wanhopig op zoek naar ‘de stem van de
meerderheid’. Maar in de gedemassificeerde samenleving bestaat er
niet of nauwelijks een meerderheid.
W.J. de Ridder
De politieke partijen verliezen legitimiteit nu de samenleving multi-cultureler, meer gediversificeerd en
opener wordt. Het is fascinerend te zien hoe kleine
groepen belanghebbenden in het parlement een
meerderheid organiseren en hun wensen zien ingewilligd.
Om de wereld nog complexer te maken: ook de
onderneming wordt virtueler. Sommige medewerkers
werken thuis, anderen delen hun baan. Zoveel
mogelijk taken worden uitbesteed. Niet alleen laagwaardige functies, maar ook onderzoek- en ontwikkelingswerk. Opvallend is dat het in de turbulente
computersector de joint-ventures zijn die nieuwe
markten openbreken en moedermaatschappijen
slank houden. Ondernemingen worden verzamelingen contracten om kapitaal en kennis te mobiliseren.
Maar wie heeft de zeggenschap over deze verzamelingen? De kapitaalverschaffers, de ‘high brow’
kenniswerkers, de totale populatie werknemers of de
directievoorzitter? Wie kan de informatiestroom beheersen en beoordelen, wie kan het beste sturen om
het beste resultaat te bereiken? Voor dit probleem is
er wel een term gevonden: corporate governance,
maar geen oplossing. Komt er een oplossing, dan zal
het zeker geen eenduidige zijn.
Intussen is de ‘nation state’ op zijn retour . Economische vrijhandelsgebieden, internationaal opererende bedrijven, geintegreerde kapitaalmarkten en mondiale informatienetwerken hebben de nationale
grenzen gesloopt. In de herordening van de economische structuren worden spontaan de natuurlijke grenzen van de regionale netwerken zichtbaar. Daarmee
ontstaat concurrentie tussen regie’s en worden de
contouren zichtbaar van ‘de ondernemende samenleving’, de nieuwe economische orde die zich nu reeds
aandient en na de eeuwwisseling in alle hevigheid
tot ontwikkeling zal komen.
1. N. Negroponte, Digitaal leven, Amsterdam, 1995
2. K. Ohmae, The end of the nation state, New York, 1995.
Zie ook A. Toffler, Creating a new civilization, Atlanta, 1995.

Auteur