Ga direct naar de content

Oost West? Thuis best!

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juli 8 1992

Oost West? Thuis best!
Kaem earmoed, as in tjuster skaed,
Al neijer oan us himel driuwen.
It wirk rekke op, nou wier de lijensmjitte fol;
farwol myn heitelän, län fan myn wanhoop nou, farwol!l
De problematiek van de migrant is hier verwoord in
enkele dichtregels. Werkloosheid en armoede drijven iemand tot wanhoop en doen hem besluiten
zijn land vaarwel te zeggen om zijn heil elders te
zoeken. In het Friesland van rond de eeuwwisseling
was barre armoede voor zeer velen een harde realiteit. Het gevolg was een grote stroom landverhuizers, die zich richtte op de meer welvarende delen
van Nederland alsook overzee.
In dezelfde periode deed dit fenomeen zich ook
voor in andere landen, soms zelfs in zeer sterke
mate. Een bekend voorbeeld is de Ierse migratie
naar het VK en de VS na de grote misoogsten. Minder bekend maar ook omvangrijk is de migratie van
Italianen, binnenslands naar Noord-Italië en over de
grens naar Frankrijk en de VS. Ook Oost-Europa
was een belangrijk emigratiegebied; in de jaren
voorafgaand aan de eerste wereldoorlog werkten er
alleen al in het Ruhrgebied een kwart miljoen Polen. In Gelsenkirchen was twee derde van de bevolking immigrant, een op de drie schoolkinderen
sprak er Pools2.
Na de tweede wereldoorlog heeft Europa opnieuw
een grote arbeidsmigratie wegens economische motieven gekend. Dit keer vooral vanuit de landen
rond de Middellandse Zee naar landen in Noord- en
Midden-Europa. In de landen uit de eerste groep,
die tot de EG zijn toegetreden, zijn de economische
situatie en vooruitzichten inmiddels zeer sterk verbeterd. Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken, dat een groot gedeelte van de migranten uit
deze landen inmiddels naar huis is teruggekeerd.
Dat zelfde kan niet gezegd worden van de landen
aan de zuidelijke en oostelijke flank van de Middellandse Zee; van daaruit blijft de migratiedruk op de
welvarende landen van de EG dan ook onverminderd groot.
Recentelijk is daar druk vanuit Oost-Europa bij gekomen. De economieën van die landen gaan door een
diep dal. VeelOosteuropeanen
voelen zich nu net
als de Friese landverhuizers van vroeger. Zij zijn de
armoede nabij en proberen, langs legale of illegale
weg, een verbetering van hun lot te bereiken door
naar West-Europa te migreren. Werkgevers geconfronteerd met verstarde arbeidsmarkten staan klaar
om ze op te vangen. Moet de EG haar grenzen dan
maar open stellen?
Micro-economisch gezien maakt de migrant als aanbieder van arbeid een rationele keuze; hij krijgt meer
vergoed voor zijn arbeid. Dat zelfde geldt voor de ondernemer die de migrant in dienst neemt; hij kan op
zijn thuismarkt combinaties van kapitaal en arbeid
kiezen, die zonder dit relatief goedkope aanbod van
arbeid niet mogelijk waren. Op grond daarvan zou
men arbeidsmigratie als een normaal aspect van de
mobiliteit van produktiefactoren kunnen zien.

Vanuit welvaartseconomisch
gezichtspunt is het
voordeel van migratie echter helemaal niet duidelijk. Empirische studies naar de effecten van internationale migratie naar en in Europa geven aan dat op
de langere termijn de effecten voor de immigratielanden wel enigszins positief zijn, maar dat zij voor
de emigratielanden per saldo toch eerder negatief
uitvallen3.
Politiek uitgaqgspunt van de EG is dat arbeidsmobiliteit een recht is en geen doelstelling. Structurele
aanpassingen dienen eerder tot stand te komen
door internationale mobiliteit van goederen en kapitaal in plaats van arbeid. Dat strookt dus met de welvaartseconomische
ervaringen. Ook het EG-beleid
strookt hiermee. De interne migratie wordt beperkt
door via de structuurfondsen grote bedragen te
pompen in regio’s die in economische ontwikkeling
achterblijven. Externe migratie wordt vooral beperkt
door nationale regulering.
De EG is zelf nog niet ver gevorderd met het beleid
ten aanzien van de migratie uit derde landen; ook
het verdrag van Maastricht zal hier geen grote verandering in brengen. Maar er is wel communis opinio;
namelijk om de deur zoveel mogelijk dicht te houden. Echter, zelfs de beste regulering zal in de praktijk de migratie niet kunnen tegenhouden, want
bloed kruipt waar het niet gaan kan. Daarom zal de
EG moeten proberen de oorzaken weg te nemen.
Dat betekent de bevolking van de landen van Centraal- en Oost-Europa een geloofwaardig perspectief
bieden op vermindering van het verschil in welvaart
tussen Oost en West.
In dit verband dient het bestaande EG-beleid ten
aanzien van Oost-Europa op twee punten te worden versterkt. Ten eerste verhoging van de Europese hulp bij het doorvoeren van hervormingen, het
aantrekken van investeringen en het verbeteren van
de produktieomgeving,
waaronder het verbeteren
van de werking van de arbeidsmarkt4. Ten tweede
concreet uitzicht bieden op het EG-lidmaatschap.
Een eerste stap in die richting is ver~emakkelijking
van de toegang tot westere markten .
Dan zal blijken dat ‘Oost West’ niet hoeft en het
thuis best is.
W.T.M. Molle

1. P.J. Troelstra,

De länforhûzer,

gedicht uit de bundel

Rispinge, Van der Velde, Ljouwert, 1945. blz. 203.
2. S. Pollard, Peaceful conquest, Oxford University Press,
Oxford, 1981, blz. 153.
3. W.T.M. Molle, Economics ofEuropean integration, Dartmouth, Aldershot, 1990, blz. 221.
4. W.T.M. Molle,]. de Koning en C. Zandvliet, Canforeign
aid reduce East- West migration in Europe?, ILO working
papers, MIG.WPG7, Genève, 1992.
5. Zie ook P.A.G. van Bergeijk, Economische hulp aan
Oost-Europa, ESB, 11/18 april 1990.

Auteur