Ga direct naar de content

Niet bij financiële prikkels alleen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 20 2006

markten

Niet bij financiële prikkels alleen
Financiële prikkels kunnen helpen bij het oplossen van milieuvraagstukken. Zo is tariefdifferentiatie uitermate effectief.
Het blijkt echter dat gemeenten met een diftarsysteem voor
de introductie ook al minder afval produceerden en dat in
de literatuur gepresenteerde effecten te hoog zijn.

conomen hebben een groot geloof in
financiële prikkels. Volgens de econoom Erik Verhoef lenen files en congestie zich uitstekend voor beprijzing
(Verhoef, 2000). Ook kunnen financiële prikkels
een belangrijke rol spelen op de arbeidsmarkt
(Versantvoort, 2003) en in de zorg (Boonen en
Schut, 2006). In de literatuur heeft de nodige
discussie plaatsgevonden wat de effecten zijn van
de financiële prikkels die huishoudens aanzetten
tot milieubewust omgaan met afval (Allers et al.,
1999; Dijkgraaf en Gradus, 2002). De situatie
waarbij burgers een vast jaarlijks tarief betalen,
De effecten van een diftarsysteem
wordt dan vergeleken met systemen waarbij de
In de literatuur wordt aangetoond dat diftarsystebetaling afhankelijk is van de hoeveelheid aangemen een significant effect op de
boden afval.
hoeveelheid ingezameld afval hebDeze zogenaamde diftarsystemen
Met name voor
ben. Zo laten Allers et al. (1999)
komen in verschillende vormen voor.
zien dat voor de gemeente Oostzaan
Zo kan betaling afhankelijk zijn van
hergebruik van
het afrekenen per kilo huisvuil een
het gewicht van de aangeboden hoeafval blijkt dat de effectieve methode is om het afvalveelheid afval, het aantal zakken dat
men aanbiedt, de frequentie waarmee
milieuvoorkeuren aanbod te verminderen. Zij komen op
basis van microdata tot de conclusie
containers worden aangeboden en
van burgers van dat als gevolg van het aldaar ingehet volume van de afvalcontainer. De
conclusie van de literatuur is dat met
groter belang zijn voerde systeem het afvalaanbod met
dertig procent daalde. Ook Dijkgraaf
name systemen waarin per kilogram
dan financiële
en Gradus (2002) geven op basis
of per zak moet worden afgerekend
van paneldata voor Nederlandse
buitengewoon effectief zijn in het
prikkels.
gemeenten aan dat de invoering van
terugdringen van de aangeboden
een financiële prikkel een duidelijk
hoeveelheid afval. Toch is voor de
en zeer significant effect heeft op de aangeboden
effectiviteit meer van belang dan alleen de hoogte
hoeveelheid afval. Het gaat dan om twee soorten
van de heffing. Een recent artikel van Kinnaman
effecten. In de eerste plaats daalt de hoeveel(2006) plaatst dan ook vraagtekens bij de omvang
heid afval waarvoor betaald moet worden. Meestal
van in de literatuur geschatte effecten. Hij wijst
gaat het dan om restafval, soms ook om groente-,
erop dat omgevingsfactoren, zoals de mogelijkhefruit- en tuinafval (gft). In de tweede plaats stijgt
den voor hergebruik, van groot belang kunnen zijn
de hoeveelheid afval die, conform een wettelijke
voor gedragseffecten van huishoudens. Boeiend is
verplichting, nog steeds gratis ingezameld wordt.
dat wat de historicus Schama (2005) opmerkt in
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om glas, papier en
zijn magnus opum over de Nederlandse cultuur in
textiel. Diftar leidt dus niet alleen tot minder afval,
de Gouden Eeuw:
maar ook tot het beter sorteren van afval.
“Uit de belastingkohieren van het begin van de
Door de introductie van een systeem waarbij per
zeventiende eeuw blijkt dat de heffingen veel hoger
kilogram afval wordt afgerekend, daalt de aangewaren dan de beruchte tiende penning van de
boden hoeveelheid huisvuil volgens Dijkgraaf en
draconische gouverneur van Filips II, de hertog van
Gradus (2002) met 39 procent. Het gaat hierbij
Alva. Niettemin werden ze zonder protest aanvaard,

E

ELBERT DIJKGRAAF,
RAYMOND GRADUS
Dijkgraaf is adjunct-directeur van SEOR-ECRi
en Gradus is hoogleraar
aan de Vrije Universiteit
Amsterdam.

246

ESB

juist omdat er geen enkele achterdocht ten aanzien
van de inning of besteding bestondâ€.
Blijkbaar was de context waarbinnen een heffing
werd ingevoerd ook toen van belang voor de omvang van de effecten. Ook voor de effectiviteit van
het milieubeleid is de context mogelijk van groot
belang. Als bijvoorbeeld vooral milieuvriendelijke
gemeenten systemen van tariefdifferentiatie bij het
ophalen van huisvuil invoeren dan kunnen de effecten van deze financiële prikkel overschat worden.
In dit artikel zullen we laten zien dat de effecten
van tariefdifferentiatie alleen goed bepaald kunnen worden als hiervoor gecorrigeerd wordt. In de
volgende paragraaf zullen we eerst de effecten van
tariefdifferentiatie schetsen. In de daarop volgende
paragraaf geven we aan op welke wijze voor milieuactivisme is te corrigeren. De daarop volgende
paragraaf bevat de schattingsresultaten en we
besluiten met enkele conclusies.

20 april 2007

om het saldo van de twee genoemde effecten. Het
gebruik van een zak met een prijskaartje levert een
vermindering op van 24 procent. Systemen waarbij
de financiële prikkel gebaseerd is op het aantal
keren dat de container wordt aangeboden leveren
een besparing op van 21 procent. Systemen die
zijn gebaseerd op alleen het volume van de container zijn zoals te verwachten weinig effectief in het
beperken van de afvalstroom, omdat hier alleen een
prikkel van uitgaat als een huishouden het volume
van een container overschrijdt. Overigens zijn ook
studies beschikbaar voor andere landen. Het gaat
hierbij met name om de Verenigde Staten. Daar
wordt, in de vierduizend gemeenten die diftar hebben ingevoerd, gebruik gemaakt van een systeem
gebaseerd op zakken of volume. In alle gevallen
wordt een daling van de hoeveelheid ingezameld
afval geconstateerd, al is deze daling meestal gering bij het volume systeem (Kinnaman, 2006).

figuur 1

Afval in kg
per inwoner

A1

Gemeente I
Milieuactivisme -effect

A2
Gecorrigeerd diftar effect
A3

Oorspronkelijk
geschat
diftar effect
Gemeente II

Introductie diftar in II

Tijd

percentage van een bepaalde politieke partij tijdens de gemeenteraadsverkiezing in 2002 op in de regressie om te zien of de per gemeente ingezamelde
Een deel van de in de literatuur geschatte effecten
hoeveelheid afval afhangt van politieke voorkeuren. Schattingen zijn gebaseerd
van diftar op de hoeveelheid ingezameld afval kan
op een dataset voor (nagenoeg) alle Nederlandse gemeenten voor de periode
echter in werkelijkheid het resultaat zijn van een
1998–2004. In totaal zijn 2.676 observaties beschikbaar. Naast genoemde
hoger niveau van milieuactivisme.
variabelen worden een aantal andere variabelen meegeschat
Figuur 1 illustreert dit punt.
(zoals gezinsgrootte, bevolkingsdichtheid en hoogte van inkoEen methode om
Veronderstel dat de burgers in
mens) die in dit artikel niet worden besproken.
gemeente II (waar in de tweede
het milieuactivisme- Op totaalniveau zijn de geschatte effecten niet groot. Het
periode een diftar-systeem wordt gegrootste effect is zichtbaar bij de PvdA. Bij tien procent meer
effect in te
introduceerd) meer bezorgd zijn over
stemmen voor de PvdA zal de afvalhoeveelheid met slechts
het afvalprobleem dan burgers in de
schatten is om het 1,3 procent toenemen, hetgeen in vergelijking met het diftar
gemeente I met een (jaarlijks) vast
effect marginaal genoemd kan worden. De statistische analyse
milieubewustzijn van toont dus aan dat geen van de Nederlandse politieke partijen
tarief. Als nu met econometrische
technieken op basis van paneldata
de burgers in kaart een duidelijk significante invloed op de toe- of afname van de
het effect van diftar wordt gemeten,
totale hoeveelheid afval heeft en daarom concluderen wij dat
te brengen.
dan wordt in de regel de hoeveelde politieke voorkeur een zwakke verklarende variabele voor
heid ingezameld afval in gemeente
milieuactivisme is.
I vergeleken met de hoeveelheid
Vervolgens proberen we de invloed van milieuactivisme nog op
na introductie van diftar in gemeente II (A3–A1).
een andere wijze te achterhalen. De hypothese daarbij is dat de gemeenten
Uit figuur 1 blijkt echter dat de financiële effecten
waarvan de burgers geïnteresseerd zijn in hergebruik en reductie van afval ook
voor milieuactivisme gecorrigeerd dienen te worden
de gemeenten zijn die voor een diftarsysteem kiezen. Als dat zo is zullen de
omdat ook al voor de introductie van diftar in II mingeschatte gevolgen van een diftarsysteem ook het effect van milieuactivisme
der afval werd ingezameld (A2–A1). Het werkelijke
reeds omvatten. Om dit te controleren, testen wij of de gemeenten die een
effect van diftar (A3–A2) is in dit geval kleiner dan
diftarsysteem in onze dataperiode (na 1998) hebben geïntroduceerd lagere afhet oorspronkelijk geschatte effect.
valhoeveelheden in de jaren vóór de introductie hebben. Wij doen dit door een
Een methode om het milieuactivisme-effect in te
dummyvariabele te introduceren die de waarde 1 heeft voor elke gemeente met
schatten is om het milieubewustzijn van de burgers
een diftarsysteem in één of meerdere jaren van onze steekproef en voeren de
in kaart te brengen. Op gemeentelijk niveau zijn
betreffende schatting opnieuw uit. Dit doen we overigens voor zowel de totale
dergelijk data echter niet voorhanden. Dit betekent
hoeveelheid afval als voor de verschillende afvalstromen (restafval, gft en de
dat we op een andere wijze het milieuactivisme
hoeveelheid glas, papier en textiel die kan worden hergebruikt).
in kaart moeten proberen te brengen. Allers et al.
Schattingsresultaten
(1999) suggereren bij de evaluatie van diftar in de
gemeente Oostzaan om met de politieke samenstel- Uit tabel 1 blijkt dat het milieuactivismeeffect duidelijk aanwezig is. In de
tabel is duidelijk aangegeven wanneer er grote verschillen zijn tussen de oorling van de gemeente rekening te houden, omdat
spronkelijk geschatte en de gecorrigeerde effecten. De grootste verschillen zijn
de grootste politieke partij in Oostzaan Groen Links
aanwezig bij hergebruik. Diftarsystemen die afrekenen aan de hand van het
is (38 procent van de gemeenteraadsverkiezing
aantal keren dat een container aangeboden wordt (frequentie) of aan de hand
in 1998). Volgens sommige studies is deze partij
van de grootte van de container (volume) hebben niet langer een stimulerend
de meest milieugeoriënteerde politieke partij in
effect op hergebruik. Blijkbaar wordt het effect van deze systemen verklaard
Nederland (MNP, 2006). Derhalve is het zinvol om
door het milieubewustzijn van de burgers in gemeenten die zo’n systeem invoevoor alle Nederlandse gemeenten na te gaan of een
ren. Voor de systemen die afrekenen op basis van gewicht of het aantal aangedergelijk effect aanwezig is. Daarom nemen we het

Milieuactivisme

ESB

20 april 2007

247

tabel 1

Schattingsresultaten effecten diftar (% mutatie van hoeveelheid afval
per inwoner)

Totaal

Gecorrigeerde effect
– Gewichtssysteem
– Zakkensysteem
– Frequentiesysteem
– Volumesysteem

Gft

Hergebruik

-43
-52
-27
-10

-59
-4
-45
NS

18
21
9
3

-3

-5

-3

8

-34
-20
-21
NS

Milieuactivisme-effect

Restafval

-35
-21
-23
-5

Oorspronkelijk effect
– Gewichtssysteem
– Zakkensysteem
– Frequentiesysteem
– Volumesysteem

-41
-50
-24
-6

-58
NS
-43
NS

12
14
NS
NS

NS betekent niet significant op minimaal 90%

boden zakken daalt het effect fors. Terwijl het oorspronkelijk geschatte effect
een stijging in hergebruik meet van achttien procent, is dit slechts twaalf procent als rekening gehouden wordt met milieuactivisme. Voor de andere typen
afval zijn de grote verschillen beperkt tot het zakkensysteem (voor gft) en het
volumesysteem (voor restafval en gft).
Dat milieuactivisme een relatief grote rol speelt bij het schatten van de effecten van diftar op hergebruik, is niet verwonderlijk. Meer hergebruik betekent
dat mensen het afval beter moeten scheiden wat inspanning vergt. Bovendien
is in veel gemeenten sprake van een brengsysteem waardoor tijd en geld geïnvesteerd moet worden in transport. Hoe hoger de kosten zijn van een milieuvriendelijke optie, hoe groter het belang zal zijn van milieuactivisme.
Uit de schattingsresultaten volgt tevens dat diftarsystemen die meer geavanceerd zijn, in het meten van de aangeboden hoeveelheid afval, een extra
financiële prikkel genereren. Het volumesysteem, dat in 37 gemeenten wordt
toegepast, differentieert slechts naar het volume van de container waardoor
burgers slechts incidenteel invloed hebben op hun afvalrekening. De effecten
van dit systeem zijn dan ook het kleinst. Aan de andere kant heeft het systeem
waarbij elke kilo die extra aangeboden wordt resulteert in een hogere heffing, een systeem dat in 24 gemeenten wordt toegepast, de grootste effecten.
Tussen deze twee extremen bevinden zich het frequentiesysteem (toegepast in
61 gemeenten) en het zakkensysteem (21 gemeenten). Uit eerder onderzoek
blijkt overigens dat met het gewichtssysteem vergelijkbare effecten zijn te behalen indien het zakkensysteem niet alleen geldt voor restafval maar ook voor
gft (Dijkgraaf en Gradus, 2004). Dit is vooral van belang omdat de uitvoeringskosten van het zakkensysteem beduidend lager liggen. Daar staat tegenover
dat arbonormen zich steeds moeilijker met dit systeem verdragen.

LITERATUUR
Allers, M.A., P. Kooreman, V. Linderhof, D. Wiersma (1999)
Afval wegen werkt., ESB, (84) 4202, 332–333.
Boonen, L.H.H.M. en F.T. Schut (2006) Sturing op de zorgmarkt, ESB, (91) 4486, 226-228.

Conclusies
Uit deze studie blijkt dat milieuvriendelijke gemeenten die een diftarsysteem
invoeren reeds daarvoor anders met hun afval omgingen en dat de in de literatuur gepresenteerde effecten te hoog zijn. Voor het correct in kaart brengen van
de effecten van diftar is het dus van belang om te corrigeren voor milieuactivisme. Met name voor hergebruik van afval blijkt dat de milieuvoorkeuren van
burgers van groter belang zijn dan financiële prikkels. In toekomstig onderzoek
is het van belang om na te gaan, waardoor dit gedrag in deze milieuvriendelijke
gemeenten wordt bepaald. Zijn deze burgers intrinsiek gemotiveerd of dwingen
zij de gemeenten via politieke besluitvorming om de faciliteiten voor hergebruik
te verbeteren bijvoorbeeld via beter bereikbare brengpunten of ophaalfaciliteiten?
Als dit laatste het geval is, betekent dit dat vergelijkbare effecten behaald kunnen worden voor gemeenten met minder milieuactivisme. Dan is immers vooral
van belang welke faciliteiten de gemeente haar burgers biedt.

248

ESB

20 april 2007

Dijkgraaf, E. en R.H.J.M. Gradus (2002) Huisvuil: Financiële
prikkels werken! Openbaar Bestuur, 2002/8, blz. 16–18.
Dijkgraaf, E. en R.H.J.M. Gradus (2004) Cost savings of unitbased pricing of Household waste: the case of Netherlands.
Resource and Energy Economics, (26) 353–371.
Kinnaman, Th (2006). Examining the justification for residential recycling. Journal of Economic Perspectives, (20) 219–232.
MNP (2006) Analyse verkiezingsprogramma’s 2006. Milieu en
Natuur Planbureau.
Schama, S. (2005) Overvloed en onbehagen: de Nederlandse cultuur
in de Gouden Eeuw. Amsterdam: Olympus.
Verhoef, E.(2000). ‘Schaarste op de weg’ in H. van Dalen en F.
Kalshoven (red.). Meesters van de welvaart: topeconomen over de
welvaart, Amsterdam: Balans, blz. 27–39.
Versantvoort, M. (2003) Financiële prikkels in de fiscaliteit,
ESB-Dossiers, (88) 4405, D4–D5.

Auteurs