Ga direct naar de content

Limburgse kaas

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 20 2006

Redactioneel

Albert Jolink
Hoofdredacteur ESB,
Associate Professor RSM Erasmus University
a.jolink@sdu.nl

Limburgse kaas

D

it jaar komt er weer een Nobelprijs naar
Nederland. Het is weliswaar een prijs
voor biologie en het is ook niet de echte
Nobelprijs maar de Ig Nobelprijs, maar
toch … De Ig Nobelprijs is een jaarlijks evenement
waarin onderzoek wordt beloond en bekroond dat
mensen aanzet tot lachen maar ook tot nadenken.
Sommigen zien in de Ig Nobelprijs de alternatieve
Nobelprijs. De prijs gaat dit jaar naar Bart Knols
en Ruurd de Jong van de Landbouw Universiteit
Wageningen voor hun werk op het gebied van malaria muggen, of, om precies te zijn, “for showing
that the female malaria mosquito Anopheles gambiae is attracted equally to the smell of limburger
cheese and to the smell of human feet.†Waar een
klein land groot in kan zijn.
Het onderzoek van Knols en de Jong stamt al uit
1992 toen ze zich bezighielden met de vraag welke
menselijke geurstoffen aantrekkelijk waren voor
malariamuggen. Het eindresultaat laat zich raden
en de stap naar Limburgse kaas als optimaal focal
point voor muggen, in tegenstelling tot andere
kazen, is snel gemaakt. Hoewel de toepassingsmogelijkheden eindeloos lijken, en mogelijk de
toekomst van velen zou kunnen redden, geeft de
erkenning van de Ig Nobelprijs aan dat met name
de lachers van dit type onderzoek zijn gediend.
Daar ga je dan als Nederland Kennisland.
Vorig jaar viel Guari Nanda van MIT nog in de
prijzen voor de Ig Nobelprijs economie, maar dat
was met een industrieel ontwerp van een klok, dus
nauwelijks economisch. Een serieuze Ig Nobelprijs
economie toekenning verder terug in de tijd was de
prijs van 2001, waarin de laureaten Joel Slemrod
van de University of Michigan en Wojzciech
Kopczuk van de University of British Columbia in
de bloemetjes werden gezet. De prijs in 2001 werd
toegekend voor hun onderzoek naar de vraag of het
moment van doodgaan een rationele beslissing is

(NBER working paper W8158); ten slotte zijn rationele beslissingen niet onbelangrijk in de economische verklaringsmodellen. Uit het onderzoek van
Slemrod en Kopczuk bleek dat uit onroerendgoedbelastinginkomsten zou kunnen worden afgeleid
dat mensen het sterven uitstellen als hieraan een
geldelijk gewin verbonden was, voor de erfgenamen
wel te verstaan. Rationeel dus. In 2001 was dit nog
een lachertje, maar met de vergrijzingsdiscussies in
het vizier zet dit aan tot nadenken.
De economische wetenschap viel dìt jaar helaas
niet in de Ig Nobelprijzen, mogelijk doordat er in
de economie niet veel te lachen viel. Een andere
verklaring kan liggen in wat Weinberg en Galenson
omschrijven als de ‘creativiteitslevenscycli’. Onder
alle onderzochte Nobelprijswinnaars in de economie blijken er twee hele verschillende creativiteits
levenscycli te bestaan: de concept vernieuwers,
die al vroeg in de carrière pieken, en de experimentele vernieuwers, die de kennis langzaam
moeten opbouwen en pas later bloeien. Onder de
door Weinberg en Galenson onderzochte groep
Nobelprijswinnaars zijn acht van de tien onder
te brengen in de groep concept vernieuwers, wat
waarschijnlijk illustratief is voor het gehele vakgebied economie. De Ig Nobelprijzen worden veelal
toegekend aan experimenteel onderzoek(-meteen-glimlach), waar economie zich klaarblijkelijk
minder voor leent. Een andere mogelijke verklaring
voor het feit dat de economische wetenschap niet
in de Ig Nobelprijzen viel kan zijn dat economen
zich lastig laten vangen voor een prijs. Bij de
‘gewone’ Nobelpijzen is bekend dat economen
boodschappen aan het doen zijn als het telefoontje
uit Stockholm komt (Reinhard Selten), men ervan
uitgaat dat het een grap is (William Sharpe) of
men eerst bewijs wil zien voordat men het gelooft
(James Mirrlees). Al met al een lastig volkje om te
bekronen.
Nederland viel dit jaar helaas ook niet in de ‘gewone’ Nobelprijzen economie, dus we moeten het
nog een jaartje doen met Tinbergen en Koopmans.
Daar staat tegenover dat we wel een prijs hebben
voor biologie … en Limburgse kaas.

Referenties
Kopczuk, W. en J. Slemrod, (2001) Dying to Save Taxes:
Evidence from Estate Tax Returns on the Death Elasticity,
NBER Working Papers 8158, National Bureau of Economic
Research, Inc.
Weinberg, B.A. en D.W. Galenson (2005), Creative Careers: The
life cycles of Nobel laureates in economics, NBER working paper
11799, National Bureau of Economic Research, Inc.

ESB

20 oktober 2006

515

Auteur