Ga direct naar de content

W.F. Duisenberg: 1935-2005

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 12 2005

in memoriam

W.F. Duisenberg: 1935-2005
L.H. Hoogduin
De auteur is divisiedirecteur Wetenschappelijk Onderzoek van
de Nederlandsche Bank en hoogleraar Monetaire Economie en
Financiële Instellingen aan de Universiteit van Amsterdam.
Hij is bijna vier jaar de persoonlijk adviseur
van Wim Duisenberg geweest.
l.h.hoogduin@dnb.nl

Wim Duisenberg was een groot centraal bankier en een
innemend mens. De oprichting van de Europese Centrale Bank
(ECB) en de invoering van de euro boden hem de kans dat ook
buiten Nederland te laten zien en geschiedenis te maken.

oor zijn aantreden als eerste president van de ECB had
Duisenberg al een imposante carrière opgebouwd. Op
38-jarige leeftijd werd hij minister van Financiën. Bijna zestien
jaar lang was hij president van de Nederlandsche Bank (DNB).
Ik heb het voorrecht gehad bijna vier jaar
lang als persoonlijk adviseur voor hem te werken in Frankfurt (1997-2001). Bij DNB had ik
hem al leren kennen. Het contact dat ik daar
met hem had was echter veel minder intensief.
Mijn persoonlijke herinneringen stammen
daarom vooral uit de Frankfurtse periode.
Duisenbergs grootste verdiensten zijn dat
hij vanaf zijn aantreden de ECB in korte tijd
heeft gesmeed tot een effectieve instelling met
een Europees denkende bestuursraad, én succesvol leiding heeft gegeven aan de invoering
van de euro. Hij was daar trots op, zonder
ermee te koop te lopen. Het opzetten van de
ECB en de invoering van de euro vormden
meer dan een omvangrijke logistieke
en organisatorische operatie, waarvoor veel
kennis nodig was – waaronder van economie. Een nieuwe munt in omloop brengen voor driehonderd
miljoen mensen en twaalf centrale-bankpresidenten, en daarnaast vijf collega-directieleden – met al de culturele verschillen
binnen Europa – te laten functioneren als één team, vroegen om
meer dan een goede planning en verstand van zaken. Nodig was
het type leiderschap dat hij toonde.

V

Hoofd- en bijzaken
Duisenberg had een combinatie van eigenschappen die
zeldzaam is in de wereld waarin hij verkeerde. Hij richtte zich
op wat naar zijn idee de essentie was. Daaraan besteedde hij veel
tijd en energie. Zonder te ontkennen dat details ook belangrijk
kunnen zijn, liet hij die liever aan anderen over waarin hij
vertrouwen had. Toen ik hem eens verveelde met details over
een automatiseringsbeslissing, zei hij: “Mijn vrouw zegt altijd dat
ik niet goed ben in details. Als het om minder dan honderd miljoen
euro gaat, is het niets voor mij.†Einde discussie.
Hij hield niet van dikke dossiers en nota’s, en las ze alleen
wanneer hij vond dat het echt nodig was. Al met al waren het er
toch veel. Voor zaken waarin hij was geïnteresseerd had hij een
fenomenaal geheugen, maar hij kon ook zomaar allerlei getallen
door elkaar haspelen.
Door zich tot de hoofdlijn te beperken en zaken simpel te
houden, was hij ook buitengewoon goed in staat met een breed
publiek te communiceren. “Je kunt ook té veel wetenâ€, zei hij wel
346

ESB 12-08-2005

eens als wij hem wilden ‘volproppen’ met informatie voor een
optreden. Hij was op zijn best als hij ingewikkelde zaken in zijn
eigen woorden mocht uitleggen aan collega’s, journalisten of het
grote publiek en daarna spontaan kon antwoorden op vragen.

Communicatie
Wim Duisenberg moest echter vaak teksten
voorlezen. In de communicatie met de financiële markten doet ieder woord en iedere zinswending ertoe. Dat was wennen. Van nature
was hij geneigd heel direct te zijn, bondig te
zeggen waar het op stond. Wollig taalgebruik
was hem vreemd. In het begin sprak hij letterlijk niet de taal van de financiële markten.
Bekendste misser op dat terrein was een interview waarin hij inging op de onwaarschijnlijkheid van interventies in de valutamarkt. Hij
kreeg de volle laag van de pers en de financiële
markten en werd ‘Dim Wim’ genoemd.
Vreselijk vond hij dat. Door schade en schande wijs geworden, leerde hij dat hij in zijn
positie uitermate – soms absurd – voorzichtig
moest zijn en daarom ook vaak saai in zijn door anderen nauwgezet voorbereide speeches. Daarover klaagde hij regelmatig.
Wat was de essentie voor Duisenberg? Dat geld en vertrouwen onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Om vertrouwen
in de euro te scheppen, reisde hij de hele wereld rond. Zijn rijzige gestalte, zijn witte bos haar en zijn zware stem hielpen hem
dat vertrouwen uit te stralen en ‘Mr. Euro’ te personifiëren.
Maar dat vertrouwen kon ook alleen maar totstandkomen als de
ECB Bestuursraad als een team zou optreden en steeds zou
beslissen voor het Europese belang, ook als dat niet helemaal
samenviel met het nationale belang. De ECB beschikt maar over
één instrument, de korte rente, waarmee maar één doelstelling
voor het eurogebied als geheel kan worden nagestreefd. Dat doel
is prijsstabiliteit. Steeds had Duisenberg voor ogen wat de ECB
wel kan doen (prijsstabiliteit leveren), maar ook wat niet van de
ECB kan worden verwacht (de structurele problemen van
Europa oplossen of de wisselkoers stabiliseren). Bij het nastreven van prijsstabiliteit moet de ECB zijn wettelijke onafhankelijkheid tonen, ook in de praktijk. Kortetermijnbelangen gaan
anders vroeger of later het algemene belang overheersen. Het
begrotingsbeleid van de verschillende overheden moet consistent zijn met het handhaven van prijsstabiliteit. Daarom
heeft de ECB een rol te spelen in het (openbare) debat over het
begrotingsbeleid.

in memoriam

De econoom
Zijn economische visie was niet opmerkelijk. Die vormt een
kernachtige samenvatting van wat algemeen aanvaard is in de
moderne economische theorie. Het bijzondere van Duisenberg
lag dan ook niet in wat hij dacht, maar in hoe hij dingen deed.
Vooral als er actie vereist was, iets moest worden geregeld of
beslist, bloeide hij op en blonk hij uit. Opvallend was hoe snel
hij van de ECB Bestuursraad een team wist te maken. Dat deed
hij vooral door alle leden ruimte te geven en in hun waarde te
laten. Soms wenste je dat hij zijn collega’s wat korter hield. Dan
zei hij alleen maar: “Leven en laten levenâ€, en ging over tot de
orde van de dag.
Hij hield consequent vast aan de uitgangspunten van collegiaal
bestuur. Beslissingen worden gezamenlijk genomen en verdedigd.
Er wordt pas beslist nadat iedereen zijn of haar inbreng heeft
kunnen geven. In de ECB wordt formeel besloten op basis van
het ‘één persoon, één stem’-beginsel. Onder Duisenberg werd
echter nooit echt gestemd over de rente. Er werd besloten bij
consensus. Dat is iets anders dan unanimiteit. Duisenberg liet
twee directieleden van de ECB een inleiding houden: de een
over de situatie op de financiële markten, de ander over het
economische beeld, de te nemen rentebeslissing en de communicatie daarover. Dan volgde een uitgebreide ronde waarin ieder
lid van de ECB Bestuursraad commentaar kon geven. Daarna
formuleerde Duisenberg zijn conclusie over wat er met de rente
zou moeten gebeuren. Daarover werd niet meer gestemd.
Degenen die een andere beslissing hadden gewild, was het uit de
discussie duidelijk geworden dat de collega’s er anders over
dachten. Zij accepteerden de voorgestelde beslissing. Hierbij
hielp dat Duisenberg bij zijn collega’s groot gezag had en zichzelf bij aanvang van de vergadering niet profileerde met uitgesproken opvattingen. Hij vond het belangrijk niet over minderheden heen te walsen. Als iemand echt problemen had met een
bepaalde beslissing, vooral ook op niet-monetair terrein, nam
hij er liever wat meer tijd voor dan de zaak erdoor te drukken.
Het Nederlandse poldermodel, maar dan op zijn best. De
stroperigheid die aan dit model kan kleven, wist hij te vermijden.
Als er besloten moest worden, werd er besloten. Daar kon hij als
geen ander voor zorgen.

beeld nooit laten meeslepen door de verhalen over de Nieuwe
Economie waarin economische schommelingen verleden tijd
zouden zijn en de groei permanent hoger. Geen wetenschapper,
maar wel een heel consistente beleidseconoom.

Standvastig en open
Als Duisenberg eenmaal ergens van overtuigd was, hield hij
eraan vast en handelde ernaar. In het eerste jaar van de ECB
stond hij onder druk van de Duitse minister van Financiën om
de rente verder te verlagen. Duisenberg gaf geen krimp. “Ik hoor
de politici wel, maar ik luister nietâ€, zei hij nuchter. Daarmee zette
hij in de praktijk de toon voor de onafhankelijkheid van de ECB.
Zijn standvastigheid bleek ook in mei 1998, toen het geharrewar over zijn benoeming op zijn hoogtepunt was. Hij was bereid
toe te geven dat hij mogelijk niet de volle acht jaren president
zou blijven, maar wilde zich niet vastleggen op een bepaalde
periode. De indruk dat hij hiermee zijn standpunt veranderde,
is onjuist: al eind oktober 1996 vertelde hij, toen hij mij vroeg
met hem mee te gaan naar Frankfurt, dat hij niet wist hoe lang
hij ECB-president wilde blijven, maar dat het zeker niet de volle
periode zou zijn.
Een ontwapenend droge humor was zijn handelsmerk,
typerend voor zijn relativeringsvermogen. Hij vroeg mij eens
namens hem te spreken op de prestigieuze centrale-bankconferentie in Jackson Hole. Maar ik had allerlei tegenslagen en
strandde in Denver. Verre van vrolijk belde ik Duisenberg in
Frankfurt. “Goed nieuwsâ€, hoorde ik opgewekt aan de andere kant
van de lijn. “Goed nieuws?â€, vroeg ik verbaasd. “Ja, ik ben blij dat
het jou treft en niet mij. Ik laat ze de speech wel op papier uitdelen.
Kom maar terug wanneer je wilt en neem vooral wat vakantie.â€
Indrukwekkend was dat Duisenberg nooit zijn verantwoordelijkheid ontliep, hoeveel hij ook delegeerde. Tijdens moeilijke
momenten en na het maken van fouten, schoof hij nooit zijn
problemen af op anderen. Hij stond er dan voor open zich door
ons vanaf de zijlijn te laten vertellen wat hij beter kon doen.
De jaren in Frankfurt zijn fysiek en mentaal erg zwaar voor
hem geweest. Het is droevig dat hij maar twee jaar van zijn
pensionering heeft kunnen genieten.
Wim Duisenberg heeft geschiedenis gemaakt. Europa en
Nederland zijn hem veel dank verschuldigd. â– 

Belang van onderzoek
De economische theorie was niet Duisenbergs passie. Hij zag
zichzelf, hoewel gepromoveerd aan de Rijksuniversiteit van
Groningen, niet als een echte wetenschapper, maar als een
bestuurder. Ik herinner mij nog zijn oprechte verbazing toen de
Universiteit van Amsterdam hem een eredoctoraat verleende.
Hij was echter volledig overtuigd van het belang van de wetenschap voor de centrale bank. Hij stond erop dat er een afzonderlijke en sterke onderzoeksafdeling bij de ECB zou komen en
peperde mij regelmatig in dat hij met succes de oprichting van
de onderzoeksafdeling bij DNB had bepleit in de korte periode
die hij daar aan het begin van zijn carrière als directie-adviseur
had doorgebracht. Duisenberg was veel meer gefascineerd door
de vraag hoe hij een verstandige beslissing kon bereiken dan
door een analyse van de actuele economische ontwikkeling.
Zo’n analyse liet hij vooral door anderen maken, al dacht hij er wel
over mee. Hij probeerde niet bij voorbaat anderen te overtuigen
van zijn gelijk, maar luisterde naar anderen, argumenteerde en
vormde zo zijn mening. In zulke discussies liet de econoom
Duisenberg zich geen onzin verkopen. Zo heeft hij zich bijvoor-

Lex Hoogduin

ESB 12-08-2005

347

Auteur