Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 830

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 25 1931

25
VOïL’MBER 1931

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEIV.

Economi
*
scho-oStatistische

S

Ber
e
chten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIÈN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN
DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE
RIJN
VAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16E
JAAEGANO

WOENSDAG 25 NOVEMBER 1931

No. 830
JNSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris:
Prof.
Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
ECONOMISCH-STATISTISCIIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:

Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ha.sselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers;
Prof.
Mr. U. R. Ribbius; Jan Schilthuis;
Mr. Q. J. Terpstra;
Prof.
Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H. W. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

24
NOVEMBER 1931.

iii den toestand van de geidmarkt kwam geen ver-
au-dering. Het aanbod van geld bleef nog verder aan-
houden, zoodat, ondanks het reeds zeer lage peil, de
i-ente voor wissels opnieuw teru-gliep. Geopend op 1%
pOt. kon men aan het einde der week gemakkelijk
voor 1
3
/io
pOt, plaatsing vinden en of-schoon er giste-
ren, met het oog op •de inschrijving op schatkistpa-
pier, eenige aarzeling bestond bij geidgevers, kon
het aangeboden papier toch gemakkelijk onderge-
bracht worden De prolongatierente noteerde weder
regelmatig 1K pOt.; callgel-d 3 pOt.
Bij de inschrijving op sch•atkistpapier werd in totaal
ingeschreven voor f147.085.000. Toegewezen werden:

f
10.150.000 drie maands-promessen A
f
996.92 of
pim.
1/io
pOt.;
f
24.950.000 zes maands-promessen

f
990.45 of 1v/s pOt.;
f
13.064.000 één jaars-biljetten
is.
f
1.005.— of 3 pOt.;
f
5.507.000 drie jaars-biljetten
â
f
993.25 of pl.m. 4 pOt.;
f
2.025.000 vijf jaars-
biljetten 6,
f
971.50 of pim. 4, pOt.

• *
*

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank blij-
ken de binnenlandsche uitzettingen weder te zijn af-
genomen; de post binnenlandsche wissels daalde met

f
8,4 millioen en -de beleeningen geven een vermin-
dering van
f
1,5 millioen te zien. Ook de post papier
op -het buitenland vertoont een daling en wel, van
bijna
f
3,5 millioen. De diverse rekeningén onder de
activa der Bank namen daarentegen met
f
3,3 mii-
lioen toe, zoodat, naar het schijnt, weder een omzet-
ting van buitenlandsche wissels in saldi in. het bui-
tenland heeft plaats gehad.
De goudvoorraad steeg in de af-geloopen week met
-bijna
f
5,— millioen, terwijl de zilvervoorraad nage-noeg ongewijzigd bleef. Van den post munt en munt-
materiaal, die in totaal niet minder dan
f
905 mii-lioe.n bedraagt, blijkt thans
:f
150 millioen in het bui-
tenland te -zijn gedeponeerd, of
f
6,8 millioen minder
dan de vorige week.
De ‘hiljettencirculatie nam met
f
14,3 millioen af.
liet saldo in rekening-courant van het Rijk, hoewel
ruim
f
300.000 lager dan een week geleden, is met

f
28 millioen nog aanzienlijk. De saldi in rekening-
courant van anderen namen nog met
f
9,2 millioen
toe. Het beschikbaar metaaisaldo blijkt met
f
7,1 mii-

lioen e zijn gestegen; het dekkingsperceutag is op-
geloope:i tot ruim 72 pOt.

Op de wissefmarkt heerschte er voor Ponden een
flauwe stemming. Leek het aanvankelijk, of het Pond
zich op ongeveer 9.37Y zou handhaven, de laatste
dagen der week liep het onder voortdurend aanbod op
9.30 terug, om op den eersten dag van de nieuwe week
opnieuw scherp tot op 9.07Y2, te dalen; het slot was
iets beter: 9.13. Dollars bleven gezocht en kwamen
van 2.4920 op 2.4950. Dollars in Londen waren heel
gezocht – wat wel de reden van het flauwe Pond hier
zal geweest zijn – en kwamen van 3.764 op 3.65%.

Marken konden zich handhaven; de koers schommelde
rond de 59.10. Fransche Francs eerder flauwer: 9.76
—9.75. Belga’s 34.60-34.50-34.60. Zwitsersche
Francs 48.50-48.30—48.35. De officieele en off i-
cieuse valutarestricties in de Skandinavische landen
hebben den wisselhandel in Kronen zeer belemmerd
en in zekeren zin geheel stop gezet. Het is bijna niet
mogelijk een koers vast te stellen; de officieele notee-
ring te Rotterdam was gisteren 49 voor Kopenhagen
en Stockholm en 49.10 voor Oslo. Van de overige
koersen .valt weinig te vermelden.

Op de termijnmarkt is het Pond op één maand wat
gedaald, ni. tot 2 6′-2
c.
onder den kassa-koers; drie
maands Ponden bleven onveranderd 4-336 c.- -disagio

noteeren. Dollars op één- en drie maanden doen resp.
121/ en 22% punt déport. Deze week schijnt ook eén enkele transactie in termijn-Marken -te zijn afgeslo-
ten; als prijzen werden genoemd ca. 75 c. resp. ca
.

f
2 onder den contanten koers.

LONDEN, 23 NOVEMBER 1931.

Geld bleef gezocht en was op Woensdag niet zon-
der hulp van de Bank van Engeland te krijgen. Eene
verlichting zal wel niet
oor de eerste dagen van
December intreden. -•
Disconto trok eveneens aan en noteerde tenslotte
5

f10-/8
voor bankaccepten, terwijl schatkistpromes-sen in verband met de duurdere toewijzing op Vrijdag
is.
5% pOt, zich op SY2-
9
f16
stelden. Het Pond Sterling
was flauw en brokkelde voortdurend af. tot 3.66 voor
Dollars,
93il/16
voor Francs en 9:14 voor Guldens op
heden namiddag..
• Dezer dagen heeft de. Minister van Financiën heel
duidelijk doen uitkomen, dat er van stabilisatie van
het Pond voorloopig nog geen sprake kan zijn. Het
was dan ook niet aan te nemen, dat met al de afwik-
kelingen, die nog moeten plaats -hebben en de nieuwe
maatregelen het Pond alreeds een rustpunt zou heb-
ben gevonden, liet is niet onwaarschijnlijk, dat dit
rustpunt op den.duur op een -hooger niveau zal liggen
dan waarop de tegenwoordige, koers zich bevindt.
Intusschen zal de koers min of meer groote finctuaties
meemaken al naar gelang van den stand van, de han-
delsbalans, die natuurlijk onderhevig is aan seizoens-
invloeden en op het oogen-blik gedriikt zal- vor-den
door de recente groote invoeren. –

1020

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 November 1931

RIJNPOLITIEK EN ANT WERPEN-

RIJN VERBINDING.

In een reeks artikelen in dit weekblad heb ik in
het licht gesteld, hoe de na-oorlogsche Rijnpolitiek
staat in het teeken van een streven van Frankrijk om
de heerschappij over den Rijn in handen te krijgen.

Een streven dat, hoezeer ook gemaskeerd achter be-weerde moderne rechtsbeginselen en een lbeweerde
internationalisatie van den Rijn die te Versailles zou
hebben plaats gehad, slechts neetkomt op een poging,
om ten bate van Frankrijk de andere Rijnoeverstaten
te ontzetten uit welgevestigde rechten.
Voor een dergelijk streven is een onder Fransche
heerschappij staande Antwerpen-Rijnverbinding een
zaak van •groot gewicht. Het Rijnverkeer richt zich
in hoofdzaak naar de Nederlaridsche zeehavens, maar,

voor een niet onbelangrijk deel ook naar de Belgische.
Beheersching van den waterweg, waar dat laatste ver-
keer langs gaat, komt practisch neer op beheersching
van eei Rijnmond, en relatieve vergrooting van het
belang van dien Rijnmond komt erop neer, dat het
verzet van het weerbarst.ige Nederland tegen de Fran-
sche Rijnpolitiek minder last veroorzaakt.
Terwijl Frankrijk van den Rijnoeverstaat Nederland
voor zijn politieke aspiraties slechts tegenwerking
heeft te verwachten, staafl de zaken met betrekking
tot België geheel anders. Terwijl Nederland de Rijn-
monding tot zijn nationaal vermogen mag rekenen, waarvan het geen afstand wil doen en ook absoluut
geen afstand behoeft te doen, is het met België juist

pmgekeerd. België ziet den Rijnmond in handen van
een ander land, heeft geenerlei aanspraak
01)
de voor-deelen, die dat bezit dien ander biedt, maar zou gaarne
niettemin die voordeelen verwerven. Nederland kan

daaraan niet medewerken. Ook al zal het met welwil-
lendheid tegenover een ander land staan, het ware
absurd te meenen, dat Nederland het actief van zijn
Rij nbezit geheel of grootendeels aan België zou af-staan, zooals toch het Belgische ideaal moet zijn. In
wiens handen de Rijn en de Antwerpen-Rijnverbin-

ding ook komt, het is voor België in ieder gea1 beter,
dan wanneer deze blijven in handen van den Neder-
landschen concurrent. België vindt in Frankrijk dus

een nuttigen steun, en Frankrijk in België een willig
bondgenoot. Het feit dat België
op
dit punt
wezen-
lijk belang heeft bij samengaan met Frankrijk is ook
overigens voor de Fransch-Belgische verhouding
geenszin.s zonder beteekenis.
Ziehier in het kort eenige redenén opgesomd, waar-
om het voor Frankrijk van veel belang moet zijn,
behalve den Rijn ook de Antwerpen-Rijnverbinding
te bebeerschen. En waarom het voor België van be-
lang is, dat met name de Antwerpen-Rijuverbinding
onder het gezag van anderen dan van Nederland komt.

Wordt dat streven met succes bekroond, dan wordt
de Rijn een Frausch-Belgische rivier. Zulks in ster-

ker mate, naar gelang de verbinding Antwerpen-
Dordrecht in verhouding tot de verbinding Rotter-
damDordrecht grooter ‘beteekenis heeft. iletgeen be-
reikt kan worden door bijzondere beschermingsmaat-
regelen, of wel door ingrijpende verbetering van den
varweg, in het uiterste geval door het graven van
een geheel nieuwen Rijnmond naar Antwerpen. Door

maatregelen dus, die economisch of feitelijk den Rijn-
mond naar België verleggen. Indien er sedert den
wereldoorlog een Fransch-Belgiseh streven bestaat

naar verlegging van den Rijnmond naar Antwerpen
en naar onttrekking van de Antwerpen-Rijnverhinding
aan het Nederlandsch gezag, dan is zulks een vol-
komen verklaarbaar verschijnsel, met het bestaan
en
voortbestaan
(e.q. herleven) waarvan Nederland bij
voortduring dient te rekenen. De drang naar den Rijn
behoort tot de constante factoren zoowel van de Fran-
sehe als van de Belgische politiek.
Een politiek, die ernaar streeft de Antwerpen-
Rijnverbinding aan Nederlands gezag te onttrekken

INHOUD.

BIz.
RIJNPOL1TIEK EN ANTWERPEN – RIJN VERBINDING
door
Mr. J. Zaaijer …………………………….. 1020
Kostprijsverlaging in den zeescheepsbouw door
Ir. J.
W. Bonebakker ……………………………1022
Onze hypotheekbanken door
Mr. H. R. van Af aasdijk 1024
De toekomst der gemeente-financiën door
E. J.
A.
brahams
met Naschrift door
Mr. Dr. A. van Doornivck ….1026
Invoerbelemmeringen ……………………….
1028
De Rijksmiddelen …………………………..
1028
BUITENLANDSOHE MEDEWEII KING:
Runciman’s wetje tegen abeormalen invoer door
Prof. P. Geyl…………………………..1029
ONTVANGEN BOEKEN ………………………..1030
AANDOIJFERS: Resultaat van de rondvraag van de Internationale
Vereeniging voor de Suikerstatistiek ………..
1031
Emissies in October
1931
…….
1031
Overzicht der Rijksmiddelen ………………..
1032
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN ….. ….. ..
1032-1038
Geldkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.

en aan vreemde invloeden te onderwerpen stuit op
een groote moeilijkheid.

Waar geen algemeene rechts’beginselen bestaan zijn
vraagstukken van ontwikkeling van volkenrecht vra-
gen van macht en van politiek. Wie den grootsten druk
weet uit te oefenen krijgt zijn zin. Maar het wordt
anders, wanneer dle politieke eischen optornen tegen
zulke algemeen erkende reehtsbeginselen De ,,recht-
ontwikkeling” zou daar de gedaante moeten aannemen
van reehtsverkraehting, iets wat slechts bij oorlogen en
dergelijke evenementen pleegt voor te komen. Waar
het op algemeene reehtsbeginselen steunt, staat Ne-
derland buitengewoon sterk, en bij de Antwerpen-
Rijnverbinding is dat het geval. Deze verbinding loopt
over een zuiver Nederlandsch binnenwater en het is
een algemeen aanvaarde regel, dat zulk een vaarweg
staat ter uitsluitende dispositie van den oeverstaat.
Zoolang deze toestand blijft voortbestaan, blijft het
voor de Frapsch-Belgische politiek zeer moeilijk, haar oogmerken te verwezenlijken: zij tornt tegen het alge-
meene rec,htsbcginsel op.

Het behoeft dan ook geen verwondering te wekkefl,
dat getrap’ht is dat beginsel voor dien specialen wa-

terweg •buiten werking te stellen. Men oordeele.
In een voorontwerp van 21 Februari 1920 voor wat
later liet waterwegenstatuut van Barcelona is gewor

den, wordt aan de definitie van internationale rivie-
ren toegevoegd: ,,Un ensemble continu de parties de
cours d’eau, chenaux et canaux latéraux, considérées
comme d’intérêt ikternational, sera réputé constituer
un réseau fluvial d’intérôt international.” Niet fraai geformuleerd, mar klaarblijkelijk slaat de bepaling
op de huidige Antwerpen-Rijnverbinding. Wat zou
het effect van zulk. een bepaling geweest zijn? Een-
voudig dit: dat het algemeene rechtsheginsel, waar-tegen de Frausch-Belgische politiek optornde, voor
de Antwerpen-Rijnverbinding buiten effect zou zijn
gesteld, en dat bovendien die verbinding werd ver-
klaard tot een vaarweg, waarop toepasselijk waren de
algemeene beginselen, die anders slechts voor inter-
nationale rivieren gelden. In beginsel zou de Ant-
werpen-Rijuverbinding daarmede aan den Rijn ge-
assimileerd zijn, en eventueele Fransche politieke
successen op den Rijn zouden ook op die zuiver Ne-
derlandsche wateren hun uitwerking hebben gehad.
De bepaling is geschrapt, maar de poging is her-
haald. In het Belgisch-Engelsch-Fransch-Nederland-
sche protocol van 22 Mei 1926 is sprake van de
Teener
bepalingen van internationaal rivierenrecht
,,qui continueront comme par le passé d’être la base
du régime des fleuves et rivières navigables qui sépa-
rent
ou
font communiquer les territoires belges et
néerlandais”. Deze tekst zou hetzelfde effect gehad hebben als de zooeven aangehaalde. Maar ook deze
tekst heeft geen recht’kracht gekregen.
Het is dus niet gelukt, de Antwerpen-Rijnverbin-
ding bij wege van een ‘bijzondere overeenkomst van

25 November 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1021

liet nationale in het internationale gebied over te
brengen. Hostie heeft geprobeerd
1),
de Tusschen-

wateren als afzonderlijk Nederlandsch watergebied eenxoctdig weg te praten. Een streven dat al te zeer
ingaat tegen de feiten en tegen den sedert ongeveer
een eeuw ‘bestaanden rechtstoestand, dan dat het succes
zou kunnen hebben.
Maar er is nog een andere mogelijkheid om dat hin-derlijke afzonderlijke gebied weg te werken. Men kan
trachten in de rechtsopvattingen een dusdanige ver-
andering teweeg te brengen, dat ook wateren gelijk
(tc Antwerpen-Rijnverbinding als ohject van interna-
tionale regeling
lcrachte’rcs
(nieuw gemaakte)
alg e-
mee.ne rechtsopvccttin.qen
beschouwd zouden worden.
Als zoodanig mag de propaganda van denzeifden
schrijver voor uniforme regelingen voor ,,het Rijnnet”
worden gewaardeerd, di. voor het geheele complex van waterwegen, die door het Rijnverkeer worden gebruikt.
Een leer, ‘welke mogelijk ook reeds in dan geciteor-
den tekst van 21 Febr. 1920 tot uitdrukking komt.
Voor de Tusschenwateren gaat die theorie lijnrecht
in tegen den bestaanden rechtstoestand. Niettemin
zal men goed doen, er rekening mee te houden. Der-gelijke op politiek belang steunende theorieën plegen
een taai leven te hebben en kurÇnen op den duur ge-
vaarlijk worden en de gelegenheid openen, om cle aan-
tasting ook van welgevestigde rechten als een daad
van hoogere gerechtigheid voor te. stellen.
Na er weer hardnekkige geruchten loopen over het
toestaan door Nederland aan België van een soort
Moerdijkkanaal is het wel van belang, de waarde van
zulk een kanaal voor de Franseh-Belgische politiek
in het licht te stellen.
Gelijk gezegd is het voor FrankrijkfBelgië zeer
moeilijk, het Nederlandsche gezag over den bestaan-
den waterweg aan te tasten. Hun politiek •botst daar
tegen het algemeene beginsel, dat een zuiver binnen-
iandsch water staat onder het uitsluitend gezag van
den oeverstaat. Door voort te borduren op de ,,Rijn-
net”-theorie kan men wel trachten het bezwaar op
den duur te boven te komen, maar dat blijft uiterst
moeilijk, zoo niet kansloos.
Staat Nederland een de grens kruisend kanaal toe,
dan wordt de toestand veel bedenkelijker. Nederland
verliest op zulk een J.itornationaal kanaal
2)
de be-
(hermIng van het beginsel, dat voor een zuiver na-
lionalen vaarweg bestaat en dat voor de Fransch-
Belgische politiek zulk een beletsel is geweest. 1-let
wapen, waarmee Nederland zich thans kan verdedi-
gen zal het niet langer hebben, ja w’ellieht zal aldra
(‘en wapen tegen Nederland gesmeed worden. Want
al bestaan er voorshands nog geen algemeene rechts-
beginselen voor internationale kanalen, zooals die
voor internationale rivieren bestaan, het zal belang-
hebbenden die dit wensehen betrekkelijk weinig moei-
te kosten, deze in het leven te roepen. Het zou waar-
lijk niet iets nieuws zijn, wanneer het internationale
riviereiirecht door de politiek werd beïnvloed, en hier
dan bovendien in een richting die gemakkelijk kan
worden ingeslagen. Wij dienen scherp toe te luisteren,
‘vanucer wij Hostie hooren zeggen: ,,Pourquoi les ca-
naux d’intérêt général ne seraient-ils pas internatio-
iau x comnic les voies cl’eau naturelles?”
3)
en Van
Eysiuga: ,,La logique est pour quelqLIC chose clans
l’évolution clii droit. Et clie milite avec force pour l’as-
similation des autres voies navigables aux rivières in-

lernationales, en ce qui coneerne la libre navigation.”
4)

Over deNoorcielijke kanaalmonding is veel te doen
geweest. liet Ilellegat moest en zou zulk een slecht

Le Statut international cia Rhiu; Recueil des Cours
199 – III
blz.
194
vig.
De w’aterweg blijft édn kanaal, ook al mocht hij uit
meerdere panden niet verschillend peil bestaan. De meeste
kanalen bestaan uit meerdere panden met.ierschi11end peil.
Xieinand zal eraan denken, om bijv. het Juliauakaual ,,drie
kanalen’ te noemen, omdat het uit 3 kanaalpanden bestaat.
Les fleuves internationnux; La Navigation’ da Rhin 1930 blz. 317.

vaarwater zijn, dat die monding perse in het Hol-

landsch Diep moest komen. Inderdaad, een punt van
groot belang voor de Fransch-Belgische politiek. Was
het kanaal vanaf den Rijn slechts via •het Hellegat,
dus via een stuk Tusschenwater, te bereiken, dan zou
Nederlands concessie van het Fransch-Belgisehe stand-
punt gezien veel van haar waarde ‘verliezen. Immers
bij de pogingen om dat stuk Tusschenwater in handen
te krijgen zou men blijven stuiten op dezelfde moei-
lijkheden als die er thans al bestaan, en, zoolang dat
stuk water Nederlandsch bleef, zou aan de Rijnvaart-
commissie de weg naar het Zuiden, en naar het nieuwe
kanaal, versperd zijn.
5)
Door evenwel het kanaal in het
Rijngebied zelf, in het Hollandsch Diep, te laten uit-
komen, vermijdt men .dat obstakel. Een speciaal Rijn-
scheepvaartkanaal, uitkomende in het Rijngebied –
welk een fraai stuk ,,Rijnnet”! Bovendien een de
grens kruisend kanaal, dus niet door eenig rechtsbe-
ginsel tegen vreemde heerschappij beschut!
0)

Tot nu toe is Nederlands positie nog niet door ge-
vaarlijke concessies bedorven, maar hetgeen over de
Nederlandsche politiek op de Tusschenwateren is uit-
gelekt geeft niet den indruk, dat deze zelfs onder iie
huidige gunstige omstandigheden zoo bijster ‘bevorder-
lijk is geweest aan behoud van Nederlands positie. De
bekende geschiedenis met den brief-Van Eysinga in
najaar 1929, de ,,geheel vrijwillige” mededeelingen,
toenmaals van Nederlandsche
zijde
in de Rijnvaart-
commissie gedaan omtrent verbeteringswerken, die
Nederland reeds voornemens heette te zijn op de
Tusschenwateren uit te voeren, terwijl uit de feiten
valt aan te toonen, dat dat voornemen toenmaals
ad hoc is ontstaan – het mogen vingerwijzingen zijn
voor wat ons nog te wachten staat. Stond Nederland
een Moerdijkkanaal toe, dan zou ons aldra Hostie’s
stelling worden voorgehouden.,,
les canaux d’inté-
rêt général qui forment corps avec les
réseaux qu’ils complètes’ct doivent logique-
ment en partager le sta.tut juridique”
7)•
Wat zouden
wij antwoorden? Het kanaal, als koopprijs van rust en
toenadering aan België toegeworpen, zou den strijd
om de Nederlandsche delta eerst recht doen beginnen.
Het zou een paard van Troje blijken. J.
ZAAYER.

Les fleuves et canaux internationaux; :Bibliothcca Vis. seriana 11 blz.
133.
De schrijver denkt hier aan verkeers.
vrijheid op waterverkeerswegen in liet algemeen, maar de logica is bij internationale kanalen al bijzonder evident en
wordt bij een ?iioerdijkkanaal gesteund door politiek be-
lang, hetgeen nog wl zoo gewichtig is. Men bedenke ver-
der, dat de geheele politiek van machtsusnrpatic op water.
verkeerswegen gaat onder den dekmantel van het bevorcle-
ren van verkeersvnijheid.
Ik verlies hierbij niet uit het oog, dat het rechtsgebiecl
van de Rijnvaartcommnissie thans is beperkt tot den Rijn
boven Krimpen eis Gorcum, zoodat ook het Hollandscis Diep
daar nog buiten valt. Voor het Rijnmondiugsgebied geldt
een afwijkende regeling. Men bedenke echter, dat wij hier
te doen hebben met een streven naar
geleidelijke assinrilee.
ring. Bovendien is het niet strikt noodzakelijk ons juist bij
wege van cle tegeuwoorclige Rijavaarteommissie Nederland
uit zijn rechten te ontzetten, maar kan hetzelfde doel op
gracieuzer wijze door vage algenseene arbitrageregclingen
worden bereikt. En ook andere methoden zijn denkbaar.
(5)
Aangenomen dat Nederland
7ich
bij verdrag met Bel.
gië het beheer over het Nederlandsche kanaalgecleelte uit.
drukkelijk voorbehield, dan zou dit tegenover andere staten,
met name tegenover Frankrijk, niet baten. ])eze zijn bij dat
verdrag geen partij. Bovendien zou de verdragstekst op
den duur, en waarschijnlijk al heel gauw, door ieder die
daar belang bij had, J3elgië in de eerste plaats, worden aan-
gevallen als strijdig met ,,algemeene rechtsbeginselen”.
Steunen op
eenig rechtsbeginsel zou zij, naar ik opmerkte,
in geen geval.
België zou, indien het kanaal tot stand kwam, dat kanaal
als een kunstmatigen Rijnarm en zichzelf als Rij noeverstaat beschouwen. Getuige Segers’ opnserking op 15 Maart 1919,
over het gelijksoortige Antwerpen-Ruhrort.kanaal -,,La. Bel-
gique serait niverain
a
cause du eanal Rhin-Meuse”. (Zie
mijn artikel in het nummer van 15 Juli jl.).
7)
Les- fleuses ïnternatiônaux; La Navigation du Rhin
1930
blz.
317. Ik
cursiveer en spatieer.

1022

ECONOMISCH-STATISTISCEE-iBERICHTEN

25 No.vmber 1931

KOSTPRIJSVERLAGING IN DEN ZEESCHEEPSBOUW.

In ons artikel van 3 Dec. 1.030 werd aan de hand
van cijfers nagegaan, hoe in de jaren 1923 t/rn. 1930
cle Neclerlandsche scheepsbouwindustrie -. voor zoo-
ver deze zich in hoofdzaak toelegt op den bouw van
zeegaaude handelsschepen – niet heeft gerendeerd.
Daarbij werd betoogd, dat men geen verbetering na kan streven door het bedingen van hoogere prijzen,
vant daardoor zouden rnér Nederlandsche orders
naar het buitenland gaan, en minder buitenlandsché
opdrachten hier geplaatst worden. Prijzen kunnen

slechts verbeteren, indien zij voor opdrachtgevers aan-
trekkelijker worden (waardoor de omzet der werven
grooter wordt), en men er tevens in slaagt om de
marge ttisschen kostprijs en contractprjs te ver-
grooten.

Laten ‘wij eerst eens nagaan, hoe de kostprijs ver-loopt naarmate de vraag naar nieuwbouw toe- of af-
neemt.

Wanneer een werf een order geboekt heeft, dan
heeft zij zich verbonden om gedurende een overeen-
gekomen tijdvak (de levertijd), eell zeker aantal in-
kooperi te doen en een hoeveelheid loonarbeid te laten

verrichten ten behoeve van den opdrachtgever. Deze levertijd bedraagt, afhankelijk van grootte en bewer-
keljkheid van het schip, 9 A 18 maanden. In den
regel moeten er, ook bij de korte levertijden, een
maand of drie vier verloopen, alvorens dé bouw goed

op gang kan zijn. M.a.w.: de loonpost van den kost-
prijs wordt grootendeels betaald over de laatste 50
7. 75 pOt. van den levertijd. En het is duidelijk, dat
bij toenemende vraag de bonen inmiddels gestegen
kunnen zijn, of méér gestegen dan waarop v66r de
inschrijving gerekend kon worden, vooral indien er
bovendien geruimen tijd verloopt tusschen inshrjving
en opdracht.

Voor den inkoop van materialen (staal, hout), hulp-werktuigen (Ii eren, stuurmachine), installaties (elec-
trische verlichting, pijpldingen, tuigage), kan de
werf zich soms dekken tegen prijsstijging, door zich vSSr de inschrijving te binden aan bepaalde firma’s,
op grond van door die firma’s ingediende vasté off er-
tes. Maar daardoor beneemt de werf zich de kans om
n?t de gunning van mogelijk gunstiger marktposities

to profiteeren; anderzijds is de inschrjvingstermijn
vaak kort, en zijn de eischen van de reederij weinig
geformuleerd, zoodat men voor allerlei onderdeelen
slechts globale posten kan opnemen in de begrooting.
En soms ‘duurt het ook na opdracht nog langen tijd,
v66r reederij en werf het eens zijn over aard en om-
vang van allerbelangrijkste onderdeelen. Ook hier be-
staat dus, hij toenemende vraag, groote kans, dat de
werf moet koopen voor hooger prijzen dan in de cal-
culatie opgenomen konden worden.
Slechts de ‘algemeene onkosten zullen, bij g’rooter
omzet, per schip afnemen.
Wanneer men echter aanneemt, dat de kostprijs van
het casco van een vrachtboot ongeveer als volgt is
samengesteld:

55 pOt. materialen en uitrusting,
25 ,,

arheidsboonen,
20

algemeene onkosten,

dan volgt uit het voorgaande, dat bij toenemende
vraag de kostprijs per schip zal stijgen. Ook het om-
gekeerde van deze stelling is waar, mits men daarbij
bedenkt dat de bonen bij
stijgende
conjunctuur ge-
makkelijker omhoog gaan, dan bij dalende conjunc-
tuur omlaag.

De kostprijs is dus zédr gevoelig voor den omvang
van de vraag, voor de conjunctuur. Bij toenemende
vraag zullen de werven er ‘naar streven in den kortst
mogelijken tijd zooveel mogelijk orders uit’ te voe-
ren, vddr de kostprijzen de geboekte
prijzen
hebben
achterhaald. Deze tendens werkt vergrooting van hufi

,lTrociuctiecapaciteit in de hand. Omgekeerd zal, naar-
mate de vraag gelijkmatiger ove: de jaren vrd’eell

is, de noo,d.keljke marge tusschen gemiddelde vraag
en prodi.i’ctie-capaci;teitgeringer kunnen zijn, hetgeen
de rentabiliteit der. werven ten goede komt
Ook cle reederijen hebben belang bij een stabiele
vraag,, clie een laag gemiddeld prijsniveau voor nieuw-
bouw waarborgt. Men ziet, dat bij sterke schomme-ling in cle ‘vraag slechts enicele reeders profiteeren
van het laagste prijsniveau, de moesten echter moeten
bestellen tegen belangrijk hoogere prijzen.
Dit laatste zal zijn verklaring wel hierin vinden,
dat menige reederij in tijden van depressie niet over
cle middelen beschikt, om vlootu itbreiding te finan-
cieren. Bovendien is niet voor alle scheepvaart-onder-
nemingen een lage ‘aaoeihaf.fingsprjs van overwe-
gend belang. Dit hangt er, van af, of de afschrijving

een belangrijk percentage van de. expboitatierekening
uitmaakt of niet. Hieronder volgt een vergelijkend
staatje van 2 vrachtschepen, beide met een kolen sto-kende machine-installatie, die maximum 1800, 1P.K.

kan ontwilckelen. In tonnenmaat is het eene schip
tweemaal zoo groot als het andere. Aangenomen is,
dat het groote schip per jaar 4 rondreizen maakt
tusschen Europa en Amerika, het kleine schip 40
tusschen Engeland en het continent.

s.s. ,,K”

s.s. ,,M”

lengte …………………..
355′ -0″

290′ .0″
breedte

………………..

50′-6Z

43″-0″

holte ……………………
26″.4″

28′-3″

diepgang …………………
22′ -2″

20″-0″

hadvermogen ……………..
6640

3320

bruto tonnenmaat ………….
3930

1930
maximum mmli. verin.
1 rK. .

1800

1800
normaal

,,

,,

,

1450

1800

geforceerde trek …………..neen

ja

oververhitting ……………neen

ja
dienstsnelheid, knoop

8 Y2

11

vaarda.gen per jaar ………..
212

205
ligdagen ,

,,

………….

153

160
kolenverbru.ii per jaar, ton

6000

8000
aantal rondreizen per jaar

4

40
,,

havens

,,,,

12

80

prijs van het
schip, £ ………62.000

‘ 50.000

Hieruit blijkt:

voor het kleine schip zijn de uitgaven voor steen-
kolen en buniceren ruim 30 pOt. méér dan voor het
groote schip;
20. voor het kleine schip moet per jaar 5 maal zoo-
veel lading behandeld worden; hiermede zijn even-
redig de ko’sten voor laden en lossen, en onderhoud
laadgerei;
30•
de kosten voor haven- en boodsgeld, in- en uit-
Iclaren e.cl. zijn voor het kleine schip een veelvoud
van die voor het groote schip;
40•
in verband met
20.
en
30

zullen ook de ,,over-
hcad charges” voor het kleine ‘schip belangrijk groo-

ter zijn, te meer w’aar dit schip voornamelijk ‘stuk-
goed, het groote schi.p daarentegen massaladingen zal
vervoeren.
‘Tenslotte zullen ljnreederijen eenbelangrijke vloot-
vernieuwing soms moeten doorvoeren zonder veel
rekening te houden met het niveau der nieuwbouw-
prijzen, indien namelijk
ingrijpende
verandering van
diensten noodzakelijk is, zooals bijvoorbeeld: verkor-
ting van reisduur, waardoor met een kleiner aantal
snellere schepen het bestaande aantal af vaarten ge-
handhaafd kan blijven.

Uit het voorgaande moge blijken, dat sterke schom-
melingen in de vraag naar nieuwbouw strijdig zijn
met de belangen der werven, terwijl zij evenmin van voordeel zijn voor cle reederjen. En al moge voor de ‘laatste het directe nadeel dikwijls van weinig belang
zijn, indirect ondervinden ook zij de schadelijke ge-
volgen van een sterk toenemende vraag, in den vcrrn
van te korte’ levertijden, waardoor de zorg, die het
toezicht ‘ (zoöwel van bouw ieOsters als opdrachtge-
vers) aan den bouw kan besteden in het gedrang
komt, en cle kans
01)
overijl.de beslissiuigen, ook in be-
langrijke kwesties van den bouw, toeneemt.

25; vémber 1931

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

1023

Sanenwerking tusschen reed erij en werf.
Naast stabilisatie- van. Lie vraag, die op het terrein
der reederijen ligt, dienen ook andere nogelijkhecIen
oiii tot kostprijsverlaging te komen onderzocht te
ivorden. Daartoe zal in de eerste plaats de samenwer-
king tnsschen reederij en werf worden nagegaan. in cle 11e en 18e eeuw was de ,,groote vaart” sterk

gemonopoliseerci. Hier te lande bouwde cie Oostindi-
che Compagnie haar schepen grootendeeis op eigen
v’ei’ver. In Engeland was de toestand waarschijnlijk
hetzelf de. Men mag nannernen, dat de toetimalige
opdrachtgevers wisten, aan wat voor soort schepen
hun bedrijf behoefte had, en welke eischen aan te
bouwen schepen gesteld moes ten worden.
Met andere woorden: zij droegen zelf de verant-
woordelijkheid voor ontwerp en constructie van hun
nieuwe tonnage.
In den loop van de 19e eeuw – eerst door de toe-
passing van stoom voor de voörtbeweging, later door
het gebruik van ijzer en staal bij de constructie –
moest hierin wel verandering komen. De reederijen
konden niet door eigen ervaring op de hoogte zijn
van dc mogelijkheden, door den voortgang der tech-
niek ontstaan. Ook al ziet men in enkele gevallen nog
reecleri, die een eigen machine- en scheepsbouwbe-
drjf trachten op te zetten (de Nederlandsche Stoom-
boot Mij., waarult cle Mij. Fijenoord – de Amsterdam-

sche Stoomboot Mij., waaruit Werkspoor is ontstaan),
het blijkt, dat een splitsing onvermijdelijk is. Voortaan
zal de reeder zich beperken tot het vaststellen van
eiikele hoofdzaken (grootste toelaatbare afmetingen,
snelhèid, laadvermogen), terwijl ontwerp en construc-
tie van het te bouwen schip worden overgelaten aan
cTe bouwmeesters, die hiervoor de verantwoording
overnemen. De opdrachtgever is voortaan – in tegen-
stelling met vroeger – een leek op technisch gebied;
met het gevolg, dat hij zich zekerheid verschaft om-
trent de voornaamste eischen, waaraan zijn nieuwe

tonnage zal moeten voldoen, door het opnemen van
garantie- en boetehepalingen in het bouwcontract. De hier geschetste ‘ontwikkeling beantwoordt mis-
schien niet in alle opzichten aan de werkelijkheid;
ongetwijfeid hebben ook andere factoren de splitsing
tusschen reeder en werf soms .i.n de hand gewerkt,
soms voorkomen. Maar er is genoeg grond om aan te
nemen, dat de verhoudingen zich ongeveer op deze
wijze ontwikkeld hebben, en het zou interessant zijn

om aali de hand van een groot aantal oude. contrac-
ten na te gaan, sinds wanneer en in welken vorm ver-
schi llende. boete- en garanti ehepalingen gebruijceljk
zijn geworden.

Intusschen is sinds het laatste kwartaal der vorige
eeuw de toestand weer belangrijk gewijzigd. Moge
eenerzijds cie verantwoordelijkheid der bouwers groo-
ter zijn geworden door de vorderingen der techniek,
de toenemende verscheidenheid der scheepstypen en
hun voortstuwingswerk-tuigen, -en het vermeerdereude
aantal toezichthoudende instanties – anderzijds is
deze verantwoordelijkheid belangrijk verminderd door
cie werking van d atzelf de toezicht (classifi catiebu-
reaux, scheep vaart- inspectie, reederijtoezicht) en door
de mogelijkheid om objectieve vcorlichting -te krijgen
op allerlei gebied (sleeptanks, maten aalon derzoek).

Ook kan van de reeders niet meer gezegd worden, dat zij ,,leeken” aijn op technisch gebied Integendeel
– feitelijk is de toestand in dit opzicht weer als in
den zeiltijd; -da reedei’s weten hoe de eischen, die hun
bedrijf stëlt, in een sciup beiiclaamd moeten worden. Zij zijn volkomcn competent om bij vlootuitbneiding
eigen ontwerpe.0 en bestekken voor schip en machine
samen te stellen. Men ziet dan ook, dat de opdracht-
gevers méér cu méér hun eigen ,,architect” worden,
terwijl cle rol van de werven zich beperkt tot die van
aan n em er.

Dit is een natuurlijke ontwikkeling, en het lijkt
aan te bevelen, de consequenties van die ontwikke-
ling te aanvaarden.

• Natuurlijk is hét allerminst aan te bevelen, de ve.r-
ven terug te brengen tot blinde opvolging van alles
wat opdrachtgevers voorschrijven. De bouw van een
schip moet blijven eeii samenwerken tusschen reecler
en werf. In tweeërlei ôpzicht is de voorlichting van
cie laatste voor -den eerste van belang:
a.
de werf is het medium, waardoor de reeder van
de ervaring van andere reederijen kan profiteeren;

b.
de wef kan – beter dan de reeder – nagaan,
welke constructies, welke ondendeelen, welke uitvoe-
ring het goedkoopst zijn; Het profiteeren van de ervaring van anderen voor-
komt verstarring in eigen opvattingen; eu onver-
schillig hoe hoog de standaard is, waaraan schepen
in een bepaalde vaart moeten voldoen, steeds zal ge-
zocht moeten worden naar de goedkoopste uitvoering
(in aanschaf èn in onderhoud), die aan dien stan-
daard voldoet.
Wélke consequenties zijn er nu te trekken uit de
rolverdeeling van ,,architect” en ,,aan nemer”, zooals
die tusschen reeder en werf ontstaail is?
In -de eerste plaats di-t.
In den regel is’ een ontwerp voor een nieuW schip
-gebaseerd op de eigenschappen van een of meer voor-
gangers; dit geldt in ieder geval voor onze lijnvaart-
en petnolénm-maatschéppijen, die samen meer dan

70 pOt, van onze zeegaande handelsvloot uitmalcen.
Alleen de eigenaars lcunnen de ervaring, met die voor-
gangers opgedaan, verzamelen, verwerken en toepas-
sen -wat betreft:
stabiliteit,


trim,


laadvermogen,
dienstsnelheid.
– De verantwoordelijkheid voor deze eigenschappen

behoort dus bij de reederij te liggen, en niet geheel
op de werf te worden afgewenteld, die dikwijls on-

mogelijk over de gegevens of de ervaring kan beschilc-
ken om het ontwerp hierop te controleeren.

In de tweede plaats het volgencIe:

Is eenmaal in beginsel tot den -bouw van een schip
besloten, dan heeft -de reederj in den regel géén ho-
lang hij een langen levertijd, terwijl de inschrijvers
-steeds den kortst mogelijken levertijd zullen öpgeven,
die hun omstandigheden toelaten. Al wat de reederij
dus, v66r het rondzenden van de aanvrage, reeds kan
doen ter voorbereiding van den bouw, dient in haar
ei-gen belang gedaan te worden, omdat het den lever-

tijd en den bouw zèlf ‘ten goede zal komen. Als voor-
beelden zouden genoemd kunnen wdrden – in al die
gevallen, waar er geen aanleiding is om de inzichten
van cie werf ‘de voorkeur te geven:
het nemen van sleepproeven voor het bepalen van
den gunstigsten scheepsvorm, -de beste schroeven, en
het henoocli gcle vermogen voor verschillende snel-
heden;


het uitwerlcen, crui door het classificatiebureau
doen goedkeuren, van het grootspant en verdere con-
structieteekeningen;


‘c.
het duidelijk forniuleeren en ‘ondubbelzinnig vast-
stellen, in bestek en teekeningen, van detailconstruc-
ties, materiaalvoorschri ften, werkwijzen, beproevin – gen, omvang van leveringen en diensten, die ten laste
van de werf zullen Jcomen, zoodat over geen van deze
dingen, bij hoog noch laag, meeningsverschil kan ont-
staan ‘ tu’sschen opdrachtgever en bouwer. Meenings-
verschillen tijdens den bouw -geven noodeloos opont-houd, cii komen nooit het -schip ten goede, ‘terwijl het
struisvogelpolitiek is om te meenen, dat door vage
-bestekken en korte inschrijvingstermijnen, lage bouw-
prijzen bereikt zouden kunnen worden;
d.
tenslotte kan er tegenwoordig géén bezwaar meer tegen zijn, om mèt de aanvrage 66k de gewichtsopstel-
ling – zooal:s -die door de reederij is opgemaakt – aan
alle inshrijvers over te leggen. Dit veneenvoudigt het
bcgrootingswerk aanmerkelijk en maakt een goede en
vooral vroegtijdige contzôlê op het ontwerp ihogelijk-.

1024

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 November 1931

Natuurlijk moeten in dit stadim deze gegevens ,,’vrij

blijvend” zijn, en blijft het gebruik dat de inschrijvers ervan maken voor hun verantwoording.
Over •de samenwerking tusschen opdrachtgevers en

bouwers tenslotte nog het volgende.
Een 25 h 30 jaar ‘geleden werd er ten behoeve van
den bouw van een schip veel en veel minder getee-
kend en op papier voorbereid dan thans, terwijl de
bouwtijden aanmerkelijk langer waren, bij een véél
langere werkweek. In dien tijd lag het zwaartepunt

van den bouw in hetgeen plaats vond op de bouwhel-
ling en in de werkplaatsen, en er was ruimschoots tijd
en gelegenheid voor het reederij-toezicht om daar ter
plaatse ‘den bouw te controleeren, fouten te voorko-
men, aanwijzingen te geven en beslissingen te nemen.
Tegenwoordig is dit anders. Door verkorte werk-
tijden, versnelde werkmethoden, en ingekrompen
levertijden is het zwaartepunt van den bouw komen

te liggen in de voorbereiding op papier: teekeningen,
werkprogramma’s, inkoopschema’s.
Vandaar het belang van een voorbereiding van den
bouw reeds v66r de inschrijving. Vandaar de nood-
zakelijkheid om het reederij-toezicht te organiseeren

overeenkomstig de
gewijzigde
omstandigheden, zoodat
dit toezicht het ‘tempo van de werf kan bijhouden.
Dat éénheid in het toezicht absoluut noodzakelijk is,
li.gb voor de hand. .Zooals de werf ervoor zorgt, dat
haar werkteekeningen niet met elkaar in strijd zijn,
zoo dient het toezicht er voor te waken, dat niet bij

het corrigeeren in het ééne geval verlangd wordt,
wat in het andere werd afgekeurd.
Het spreekt vanzelf, dat niet alles op papier beoor-
deeld en vastgesteld kan worden. In hoeverre het bu-reautoezicht ‘het toezicht aan boord moet en kan vrij-
laten, wordt misschien het best geïllustreerd door de
classificatie-bureaux; bij de centrale keuring van con-
structieteekeningen wordt cle beslissing over – en de
verantwoordelijkheid voor detailkwesties overgela-
ten aan de plaatselijk toezicht lioudende surveyors.

Is sa.menwer/cing tusschen de werven onderling
mogelijk?

Waar hét doel, dat nagestreefd moet worden, kost-
prijsverlaging is, kan van concentratie in den scheeps-
bouw (samenvoeging van bedrijven) géén heil ver-
wacht worden, omdat daardoor de vrije concurrentie
zou verminderen. Het aantal bedrijven, dat zich. in

ons land hoofdzakelijk op zeescheepsbouw toelegt is
toch al gering (een dozijn); vermindering van concur-
rentie moet de kans op stijging van ‘het prijsniveau
verhoogen.

Volgens recente uitlatingen van de leiding beopgt
,,N’ational Shipbuilders iSecurity Ltd.” het uitschake-
len ‘van Ys der bestaande Britsche werfcapaciteit;
maar de omzet per helling is in dat land de laatste jaren sibchts % van de onze. Verder wil men daar
blijkbaar niet gaan, juist omdat men zelfs den schijn:
de concurrentie te verminderen, wil vermijden.
Wat is er nu te bereiken door samenwerking, met
behoud van de concurrentie
;
zooals die door het be-
staande aantal zelfstandige verven verzekerd is?

Daartoe dient men eenigszins vast te stellen, welke
factoren cle ,,Konkurrenz fhigkeit” van een werf be-
palen, of althans welke factore.n daarop
nief
van in-

vloed zijn.

Aan zuiver technische ervaring kan in dit ver-
band geen groote waarde meer worden ‘gehecht. ‘Er
werd reeds betoogd, dat die ervaring véél meer door
cle reederijen dan door de werven wordt verzameld en vastgelegd; en ‘via de reederijen bereikt ze de werven,
in den vorm van aanvragen en opdrachten. Maar’ ook
langs allerlei andere wegen verspreidt zij zich tegen-
woordig véél meer’ dan vroeger: door overgang van
technisch perSoneel îan de ééne naar de andere onder-
neming; in de technische pers; door vereenigingen;
via ondercontractanten.

Er ‘zijn niet veel ,,geheimen” meer, die het uitslui-

tend bezit van één werf blijven: voor ijzerconstructies
raadpleegt men de classificatie-bureaux; voor voort-
stuwingsproblemen de sleeptanks; voor ,,average prac-

tice” op bijna het geheele scheepshouwgebied oriën-
teert men zich in de technische pers; voor aanschaf-
fing van materialen en uitrusting in de reclame; voor
den inkoop zijn onze werven alle op dezelfde markten
en leveranciers aangewezen.
Hier opent zich een mogelijkheid tot vruchtbare
samenwerking. Wanneer men bedenkt, dat nu bij de
inschrijving voor één object soms 12 of meer onder-

nem’ingen bezig
zijn
met het bepalen van hetzelfde
staalgewicht, het uittrekken en aanvragen van dezelf-
•de uitrustingsartikelen, het controleeren van dezelfde bestekken en teekeningen’, dan moet hier door samen-

werking met minder kosten een nuttiger resultaat te
bereiken zijn, nuttiger vooral met het oog op do voor-
bereiding van den bouw. Indien een neutrale instan-

tie voor dit deel van ‘het begroc’tingswerk, levensvat-
baar zou blijken, zoo zou deze ,,begrootingsinstantie”
66k het aangewezen orgaan zijn om nA de gunning
den inkoop te blijven regelen, in overleg met reeder
en werf.
Het is reeds voorgekomen, dat één werf namens
een groep werven den inkoop leidde van alles wat
voor den bouw van een serie schepen noodig was.
In denzelfden vorm heeft ook reeds samenwerking
plaats gehad bij het maken van teekeningen. Hoewel
op dit gebied d& ‘moeilijkheden ongetwijfeld grooter
zijn, zoo is hier zeker ook veel te bereiken. Men meent

nog dikwijls, dat werkteekeningen door en voor ‘het
ééne bedrijf gemaakt, in het andere niet bruikbaar
sijn. Maar een volledig uitgewerkte teekening, zonder
fouten, vergissingen, onduidelijkheden, is zonder tsvij-
f cl op elke werf to gebruiken, ondanks mogelijke ver-
schillen in maatvoeren of projectie-methode. In ieder
geval i.s eenheid op deze punten te bereiken. Van clie
eenheid in stijl zullen zoowel de werven als het reede-
rjtoezicht profiteereri.

Rest nog na te gaan, waardoor de ,,Konkurrenz
fiihigkeit” van een werf wèl bepaald wordt. Deze komt
voornamelijk tot uiting in de posten ,,arbeidsloon”
en ,,algemeene onkosten”. Verschillen in uurloonen
zijn niet zonder invloed op eerstgenoemde; maar in
véél grootere mate worden beide bepaald door de per-soonlijke eigenschappen van de werfieiding.
liet organiseeren van een bekwame staf (niet te
groot, niet te klein), het bepalen van de juiste tarie-
ven, het vaststellen van het benoodigde aantal arbei-
ders, het handhaven van een goede werking en een
goede samenwerlcing van alle onderdeelen van het
bedrijf – dit alles hangt in de eerste plaats af van

het karakter, do bekwaamheid en de werkkracht van
de leiding.
Deze i ncli vi duëele eigenschappen kun n en slechts
ten volle tot hun recht komen in individuëel zelfstan-
dige bedrijven, die niet gebonden zijn door allerlei
collectieve regelingen. En het is niet waarschijnlijk,
dat men aan dergelijke banden onticomen zou, indien
onze geheele zeescheepsbouw in één combinatie ver-
eenigd werd.
Voorloopig is en dergelijke concentratie niet te
verwachten.
Ir. J. W.
B0NEBAJCT’xR.

ONZE HYPOTHEEKBANKEN.

De eerste helft van het boekjaar 1931 was voor het
hypotheekbankbedrijf in Nederland zeer gunstig, men
zou zelfs kunpen spreken van eene bloeiperiode. De
particuliere belegger, die de Ibeurswaarde van zijn
aandeelenbezitop onrustbarende wijze had zien slinken
en ook vele zijner buitenlandsche obligaties sterke
koersdalingen ‘had zien ondergaan, richtte zijn oog
meer en meer op binnenlandsche vaste rentegevende
fondsen, terwijl daarbij, ‘in verband met het onver-
staddige bdheer van verschillende gemeenten, eene
belegging in pandbrieven meer en meer de voorkeur

25 November 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1025

verkreeg. Door den slechten gang van het bedrijfs-

leven accumuleerden. de vrijkomende bedrijfskapita-
len bij de banken zoodanig, dat voor credjtsaldi zoo
goed als geen rente meer werd vergoed. Dientenge-
volge begonnen ook verschillende ondernemers deze
gelden in panclbrieven te beleggen, hoewel dit fonds
fe:itelijk niet voor tijdelijké geld’belegging bestemd is.
Een en ander maakte, dat onze hypotheekbanken de
koersen harer 4Y21 pOt. en daarna ook harer 4 pOt.
pandbrieven geleidelijk konden opvoeren tot een voor
den afzet loonend percentage en zij hare 5 pOt. pand-
brieven in lager rentende stukken begonnen te con-
verteeren.
Daar het ‘bouwbedrijf nog in vollen gang was, kon-
den de hypotheekbanken hare gelden in nieuwe lee-
ningen onderbrengen, zij het dan ook tegen een belang-
rijke lagere rente dan een jaar tevoren. Hypotheken
it 49/4 pOt. en zelfs h 4% pOt. waren geen uitzondering
meer. Deze rente liet echter nog eene voldoende marge
ever bij eene uitgifte der 4 pOt. pandbrieven.
Op 13 Juli 1931 trad, na de daaraan voorafgegane
debacles van verschillende instellingen en ‘bedrijven in
Oostenrijk en in Duitschiand, de crisis in Duitschland
in
P.n.
bracht een en ander voor verschillende finan-
eicele instellingen in Nederland groote zorgen mee.
Zij werden in de algemeene crisis betrokken, terwijl
niettemin de rentestand in NedeHand laag bleef. Onze
hypotheekbanken, clie ‘hier geheel bui’ten stonden,
rnidervonden hiervan aanvankelijk niet ‘de directe ge-
volgen. Wel onderging de animo om te ‘beleggen ge-
leidelijk eene vermindering en werd ook de afzet der
nandbrieven getemperd, doch de vraag ‘bleef het aan-
bed nog steeds overtreffen en verontrustende ver-
sehijnselen deden zich voor de pandbrieven als be-
leggingsfonds nog niet voor.

Op 20 September 1931 kwam echter, voor velen als
een donderslag, het bericht dat Engeland den gouden
standaard had losgelaten en de daarop volgende val
van het Engelsche Pond met meer dan 20 pOt. van
zijne waarde, terwijl dit voorbeeld kort daarop door
de Skandinavische en nog eenige andere Europeesche
landen gevolgd werd.

Eerst toen werd het geldbeleggend publiek zich van
den omvang der crisis bewust, en toen de beleggers
zich realiseerden, welke nieuwe verliezen zij op hunne
ten laste van die landen loopende obligaties leden,
oiitstond er eene zoodanige nervositeit, dat men zich
niet alleen de vraag begon to stellen, hoe het nu met
den Dollar zou loopen, doch ook, of er wel op gerekend
mocht worden, dat de stabiliteit van onzen Gulden
zou kunnen worden gehandhaafd.

Dit gaf aanleiding tot verschillende artikelen i.n de
pers over de vraag, op welke
wijze
men zich zoude kunnen dekken tegen. eene inflatie van onzen Gul-
den, waarbij oolc het bedrijf onzer hypotheek’banken
werd betroklcen. Een gedeelte der beleggers begon
zich liquide te maken, zijn obligaties, waaronder ook
pandbrieven, te vericoopen en liet het provenu vrij-
wel renteloos bij de bankinstellingen staan, terwijl
zelfs verschillende verkoopers voor de op’bren.gst hun-
ner effecten zich van goud in natura voorzagen. Aan
eene wederbelegging van vrijicomende gelden werd
niet gedacht.

Een en ander speelde zich in enkele veken af. Op
eene dergelijke paniek-steming was door de hypo-
theekbanken niet gerekend. Hoewel de Nederland-
sche Staatsfondsen en andere eerste klasse obligaties in dien icorten tijd Vrij belangrijk in koers waren ge-
daald, hie1dn de hypotheekbank-en de koersen van
uitgifte harer pand’brieven nog op
het
bestaande ni-
veau, wetende dat haar ‘bedrijf kerngezond was en in
de overtuiging, dat het vertrouwen even snel zou
terugkomen als het was verdwenen. De crisis ont-
popte zich meer en meer als een algemeene crediet-
crisis, die alles teru’gbracht tot eene vraag naar
liquiditeit. Dit ondervonden ook verschillende onzer
gemeenten, die het voor de uitgifte van nieuwe obli-

gaties gunstige tijdstip hadden laten voorbijgaan en
zich, aangetrokken door den lagen rentestand, hadden
laten verleiden tot ‘het opnemen van kasgeldleeningeu
op korten termijn, en eerst, toen het voor eene conso-
lidatie harer leeningen gunstige tijdstii was verstre-
ken, ‘bemerkten, dat zij eene verkeerde politiek hadden
gevolgd. De Staat moest in sommige gevallen zelfs
met kasgeldieeningen bijspringen.
Nu zijn onze hpotheekbanken, met uitzondering
van enkele instellingen, waarop hierna wordt gewe-
zen, gewoon den koers van haar fonds door inkoop ter
beurze te steunen, daar de praktijk uitwijst, dat in den
regel de vraag rechtstreeks bij de hypotheekbanken
inkomt, het aanbod echter grootendeels over de beurs
loopt.

Het inkoopen ter ‘beurze van eigen pand’brieven, die
aldaar niet direct weer bij derden plaatsing vinden,
steunt den koers van het fonds en levert geen be-
zwaar op zoolang het aanbod de vraag niet te ‘boven
gaa’t en, indien zulks wel het geval is, behoeft eene
bank hare liquiditeit door het voortgaan met den in-
koop nog niet in gevaar te brengen, voor zoover zij
de door aflôssing op hare hypotheken ontvangen gel-
den niet noodig heeft voor uitlotingen van pandbrie-
Ven; of voor uitbetaling van ‘door haar reeds toege-
zegde nieuwe leeningen.’
Onze hypotheekbanken hebben zich ni. in den regel voor hare pand’brieven slechts verplicht tot eene jaar-
ljksehe amortisatie, waarvan het bedrag belangrijk
blijft beneden dat, hetwelk zij jaarlijks aan aflossingen
op de hypotheken ontvangen. Zij hebben dus in dan
regel ruime bedragen beschikbaar om den koers van
haar fonds door inkoop ter ‘beurze te steunen.

Hierop maken alleen de enkele banken uitzonde-
‘ring, die zich volgens ‘hare statuten en de voorwaar-
den van uitgifte harer pandbrieven verplicht hbben,
alle
uit aflossing van hypotheken ontvangen gelden
aan te wenden ‘tot intrekking van een overeenkomstig
nominaal bedrag der tegenover die leeningen uitge-
geven pandbrieven. Deze ‘banken kunnen dus geen
steun geven aan haar fonds door inkoop ter beurze
voor zoover de vraag het aanbod niet overtreft en dit
spreekt zich in tijden, waarin geen beleggingsvraag
is, vaak uit in een lageren beurskoers. Dat haar fonds
in normale
‘tijden
ongeveer gelijk noteert als dat der
andere hypotheekbanken komt doordat vele ‘beleggers
de zeer belangrijke ja’arlijksche verplichte amortisatie
daarvan als eene ‘bijzbndere aantrekkelijkheid aanzien.
Voor deze bespreking kan eene beschouwing over de
merites van deze beide afwijkende systemen achter-
wege ‘blijven.

Eveneens kan hier een behandeling achterwege
blijven van ‘de vraag, of het al dan niet wenschelijk
is in de hypotheek-akte eene goudclausule op te nemen.
Het is echter misschien van belang er in dit verband op te wijzen, dat onze hypotheekbanken geen pand-
brieven met goudclausule uitgeven, doch tegenover
hare leeningen in Nederlandsche Guldens slechts
pandbrief verplichtingen in gelijke munt hebben
loopen.

De plotselinge overgang van een normaal loopend
tot een totaal stagneerend ‘bedrijf, op een tijdstip dat
op de gebruikelijke credietfaciliteiten zelfs bij de
vaste bankrelaties slechts in beperkte mate gerekend
mag worden, heeft de hypotheekbanken aanleiding
gegeven deze onverwachte situatie ernstig onder de
oogen te zien en in gemeenschappelijk overleg het
eenige verstandige besluit te nemen, dat genomen
moest worden, ni. alle maatregelen aan te wenden tot
handhaving van hare liquiditeit. Te dien einde werd
door nagenoeg allé banken ‘besloten den onbeperkten
inkoop van haar fonds ter beurze tijdelijk te staken,
den koers aan te passen aan dien der andere eerste
klasse obligaties en dezen voor hare 4%’ pOt. en
4 pOt. pandbrieven geleidelijk tot op een ongeveer
daarmee gelijk niveau terug te ‘brengen, weer tot de
uitgifte van 5 pOt. pandbrieven, ongeveer tegen pan,

1026

ECONQMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 “November 1931

over te gaari en de rente voor nieuw te sluiten hpo-
theken dienovereenkomstig te verhoogen.

*

Een en ander heeft verschillende commentareb met onjuiste gevolgtrekkingen in cie pers uitgelokt, waar-
bij zelfs de soliclite.it onzer hypotheekbanken in debat
werd gebracht. :De vraag werd o.a. opgeworpen, of

onze banken met hare hypotheken nog wel voldoende
gedekt zijn, daar toch verschillende onroerende goede-
ren in waarde moeten zijn verminderd, althans zullen
verminderen, nu de kosten der materialen belangrijk
zijn gedaald en ook met eene vermindering ‘van de
bonen binnenafzienbaren tijd moet worden gérekend.
Uit de mecledeelingen, in verschillenden vorm door
onze banken in circulaires en aan de pers gegeven, blijkt
echter, dat haar bedrijf volkomen gezond is, zij op alles-
zins bevredigende resultaten over het loopende boekjaar
kunnen w’ijzen en bij haar geen abnormale achterstand,
noch een abnormaii aantal executies aanwezig is. Dit
is dan ook alleszins verklaarbaar, want men moet niet
buiten beschouwing laten, dat op de hypotheken in
den regel jaarlijks 2 pOt. wordt geamortiseerd, waar-
door na afloop van den gebruikelijken vijfjarien
looptijd 10 pOt. ‘van de hoofdsom is afgelost en verder
dat eene hypotheek per slot van rekening slechts eene
addition.eele
zekerheid, een extra-waarborg, vertegen-
woordgt en men in de eerste plaats te doen heeft
met eene ,,geldleening” aan een debiteur, naar wiens
draagkracht vooraf behoorlijk werd geinformeerd, en
di.e er alle belang •bij heeft zijne existentie te handha-
ven, d.w.z. zich zijn goed niet in ongunstige tijden
door een geforceerden verkoop te zien ontgaan, in-
tegendeèl, zoolang het hem eenigszins mogelijk is,
zijne verplichtingen. prompt zal nakomen, geheel af-
gezién van de vraag; of het onderpand; dat hij voor
Zijne geldleening heeft gegeven, in verhouding tot de beleening tijdelijk teveel in waarde is gedaald of niet. Men moet verder niet voorbijzien, dat de banken zich bij voorkeur voor hare leeningen bepalen tot courante
onderpanden, bij welke eene algemeene depreciatie
zich het laatst doet gelden. De juistheid van het
bovenstaadé is voldoende ‘gebleken na den grooten
val van de waarde der gebouwde eigendommen – op

ohbbotiwd& eigendommen hebben onze hypotheekban-
ken slechts e6a zeer gering bedrag aan leeningen uit-
staan na 1922. Onze h-ypotheekbanken zijn die
crisis’ glansrijk doorgekomen ‘en er is geen enkele
ieden, waarQm dit een andeî maal anders zou zijn
De tegenwoôfdige situatie komt.da’n ook voor onze
hypotheekhaiken uitsluitend neer op een zorgen voor hare liçjuiditeit en er .is geen enkele instelling, welke
hieri gernakkelijker en sneller kan slagen, dan eene
]iypotheekbaiik, daar kam debi.teuren in het algemeen,
uit ‘welbegrep’eii eigen belag, gewoon zijn hunne ver-
plichtingen prompt na te komen en de verplichte’ af-
lossingen:op cle leen.ingen’ de bapken in zeer korten
tijd weer in ruime middelen .etten. Het bedrijf is
kerngezond en ‘door een oiigemotiveerd wantrouwen
en een geforceerden verkoop der pand-brieven hena-
deelt de belegger zich zdnder eenigen grond en ont-
doet hij zich éan een fonds, dat- ook in de tege’nwoor-
dige oms-tandihQden. ‘fot cle meest veilige. ‘belegging

mag worden gerekend: ‘ , :,
Ook van het stpndpunt van- cle geldnemers bezien,
is de thans door de ypotheek-banken gevolgde politiek
cle etiige weg “om ioo ‘spoedig niogeli,jlc tot normale
toestanden op de hypotheekmarlt te geraken en we-derom in ruime mate aan de behoefte naar hypothe-
cair -crechiet te kunnen vôlcioen.

,s-Oravenha:gb, 20 November 1,931. –

– –

H. R. VAN MAASDIJK

DE TOEKOMST DER GEMEENTE-FINANCIËN.

De Heer E. J. Abrahams, Wethouder voor de Ge-
meentebedrijven en de L-landelsinrichtingen van Am-
sterdam schrijft ons:
In het nummer van 28 October 1.931 van dit week-
blad komt cciie beschouwing omtrent bovengerneld
onderwerp voor van cle hand van ‘Mr. van Doorninck,
die èn wegens de:n .persoon van den schrijver èn om
den inhoud cle aandacht van gemeentelijke autoritei-

teti verdient. Aangezien schrijver daarin ook het
financieel beleid van de gemeente’bedrijven aanvalt,
wil ilc naar aanleiding van zijn artikel wel enkele
opmerici ngen maken.

Allereerst treict de aandacht, dat schrijver het be-
drag van de gezamenlijke schuld der gemeenten mede-‘
deelt, hetgeen op zichzelve reeds niet veel ruimte tot
conclusie laat, maar wat erger is, dat hij verzuimt
mede te deden, voor wehlce doeleinden is geleend en-wat aan gemeentelijlc – bezit tegenover deze leen.ing-
schulden moet worden geplaatst. Men zou zoo zeg-
gen, dat men aan een balans, waarin alleen het debet
wordt vermeld, niet al te veel waarde kan toeken-
nen, zelfs al komt zij van den voornaamsten regee-
ringsadviseur in f inanciëele aangelegenheden. –

ik beschik niet over verzamelcijfers der verschil-
lende gemeenten en zou ze trouwens om reeds ver-
melde redenen toch niet gebruiken, maar ik wil wel
aan de hand van de Amsterdamsche cijfers aantoo-
nen, dat het met de sohid-iteit der leeningspohitiek
hier vel in orde is. Ik geef dan de volle maat, im-iners men verkondigt zoo gaarne de meening, dat
juist in Amsterdam zoo ruim wordt gefinancierd.

De schuld van de gemeente bedraagt dan ruim 374
millioen, gesplitst in de volgende onderdeelen:

voor de bedrijven bijna ……………….
142

inillioen
voor het grondbedrijf …………………
121,5
voor het overig procluctief bezit bijna ……
15
onderwijs

…………………………43
publieke werken

…………………….
16,5
voor het ,armwezen …………………..
10,5
voor cle o
y
crige bedrijveit – ……………..
9
voor andere schulden bijna …………….
16

Wil men de beteekenis van deze cijfers begrijpen,
dan zij vermeld, dat van de 142 millioen, welke in ‘de
bedrijven zijn gestoken in het jaar 1930, ik neem het
laatste vaststaande cijfer, aan rente en aflossing en
aan winst-uitkeeringen door cle groote bedrijven de
volgende ‘bedragen worden betaald:
winst-
Bedrijf,

rente

aflossing uitkeering
Gemeente-elec-
trieiteitswerken

1.445.000

865.000

7.815.000
Gasfabriek ………….
617.000

452.000

2.819.000
Waterleiding ………..
929.000 – 918.000

1.882.000
Telefoon

…………..
602.000

1.394.000

1.842.000
De train en de liandelsinrichtingen waren in dat
jaar ongunstig en leverden verlies.
Van de 142 millioen, in de gezamenlijke bedrijven
gostolcen, werd uitgekeerd aan:

rente

………………………
6.024.000

aflossing

…………………..
5.828.000

uitkcering aau de gemeente ……
14.115.000

Dat wil dus zeggen, dat na aftrek van rente, aflos-
sing en eenige reserves ongeveer 10 pOt. kon worden
uitgelceerci. Voor een naamlooze vennootschap in
dezer tijd oni van te watertanden. Financiëel is deze
zaak vôlkomen in orde en als onze geachte criticus
hier clan bijvoegt, dat het alleen formeel in orde is,
want dat wij hier te maken hebben met inonopolisti-
sche bedrijven en nog wei van noodzakelijlce levens-
behoeften, zoodat men maar de tarieven behoeft te
vèrhoogen om elke winst te kunnen maken, dan blijkt
wel cle waarheid, dat een goed financier npg geen
goed bedrijfsleider ‘behoeft te zijn; deze stelling door
den 11eer Van Doorninck geponeerd, is ten eenen-
male onj uist.
In de eerste plaats wil ilc nu wel even iets over cle
taiieven zeggen. Electriciteit icost in vastrecht 4 cent

25 November 1931

ECONOMtSCHSTATISTISCHE BERICHTEN

1027

per 1CW.U.; ‘s nachts, ‘ niiddags tusschen 12 cn 2
en van Zaterdag 12 uur tot Maandagochtend 8 uur
is deze prijs 2 cent. T-let vastrechttarief voor gas he-
draagt 4 cent. ik denk niet, dat in deze tarieven heel
veel fiscaals zit, wel weet ik, dat onze tarieven z66
laag zijn, dat men ze zeker rede?.ijk zal moeten noe-
men. Maar onjuist is de bewering, dat men met

tariefsverhooging iedere gewenschte bijdrage aan de
gemeente kan erlangen. Integendeel, iedere tariefs-verlaging heeft tot nu toe het absolute cijfer van de
winst-uitkeering doen stijgen. Iedere tariefsverhoo-
ging van beteekenis, verlaagt de winst, en een mono-
polistisch bedrijf in strikten zin bestaat niet. Er zijn
als de prijzeil te hoog worden, altijd nog vervangings-
middelen, die goedkooper zijn, maar die men uit over-
wegingen van gemal, hygiène ed. heëft terzijde ge-
steld. De arbeidsvoorwaarden hebben hier toch geen schade gedaan en de bewering, ,,dat dan ook wel als
zeker mag worden aangenomen, dat in de tarieven,
die de burgerij moet betalen ten einde de gemeente-
kas de onmisbare .bedrijfswinsten te verzekeren, een
flink stuk belasting zit, dat bij een meer-oeconomisch beheer zou kunnen worden bespaard”, behoeft alsnog
eenig bewijs.

Hoe staat het met het grondbedrijf, waarin nog
121,5 millioen gulden is gestoken?

Hier werd over het jaar 1930 betaald voor rente en
aflossing
f
6.392.697. Aan canon werd ontvangen
j 5.782.022. De nog niet in exploitatie gebrachte gron-
den leverden een ‘bate- op van
f
314.000, zoodat in to-
taal een tekort op de jaarrekening van pl.m.
f
290.000
‘blijft, waartegenover men dus krijgt een voortdurend
toenemend vrij grondbezit. Rente en aflossing worden
in onze gemeente uit gewone middelen gekweten. Het
gevolg is dan ook, dat in het grondbedrijf thans

f
50.000.000 z.g. vrij kapitaal, dat wil zeggen, kapi-
taal, waarover geen rente en aflossing meer behoeft
te worden -betaald, aanwezig is.

Men zal uit deze cijfers ervaren, dat het met het
financieel beleid nogal redelijk gesteld is en dat er
eigenlijk nog niet de minste reden is, om gelijk de
Heer Van Doorninck dat doet, om den curator te
roepen. Wie toezicht houdt, de Heer Van Doorninck

weet het, zijn Gedeputeerde Staten. Maar ook, en ik wil
hierop toch wel met eenigen nadruk wijzen, heeft de
Regeering het vernietigingsrecht ten opzichte van be-
sluiten van den gemeenteraad, ook van de begrooting.

Het is waar, dat de uitgaven op sommige onder-
deelen van de uitgaven zeer sterk zijn gestegen, maar
indien men billjk wil zijn, zal men dat- toch niet
uitsluitend, zelfs in hoofdzaak aan de gemeentebe-
sturen kunnen wijten. Men vergete toch niet; dat
juist de rjksregeering, die nu als toekomstige cura-
tor wordt in het vooruitzicht gesteld, vaak wetten
maakt, waarvan de financieele gevolgen – onge-
vraagd – ongeweigerd – voor rekening van de ge-
meenten zijn. En wanneer de geachte schrijver van
het hierbesproken artikel ook op de stijging van de
kosten voor onderwijs wijst, ‘dan is dit niet te weer-
spreken, alleen bdhoorde het in het kader van dit
artikel niet thuis. Immers -hier hebben wij een sterk
voorbeeld van schuld bij het rijk. Dat hier inderdaad
net geld wordt gesmeten, is niet te weerspreken.
ieder willekeurig groépje burgers kan de stichting
eener school vorderen, al is daaraan niet de minste
behoefte. De leeningschuld voor het onderwijs is in

onze gemeente dan ook in den tijd, waarover de be-
spreking van den Heer Vn Doorninck gaat, met
niet minder dan

27.2 millioen gestegen; als men nu
hierbij bedenkt, dat Amsterdam alleen de bouwkos-
ten op buitengewoon ‘boekt en de inrichtingskosten
uit gewone middelen betaalt, dan zal men ‘begrijpen
wat deze – dingen v’ôor een gemeentebestuur beteeke-
nen. Ook op ander gebied is de stijging der uitgaven
ontegenzeggelijk groot; in het stuk hier in bespre-
king wordt ‘hierop gewezen. Het zijn -de
cijfers
voor
armwezen en crisis-uitgaven, die zeer belangrijk om-

hoog zijn gegaan. Wat beteekent ec’hter deze mede-
deeling in het verband, waarin dit stuk werd ge-
schreven?

Meent men, dat men dit ook den gemeentebesture
als verwijt kan aanrekenen? Of zou het ook zoo zijn,
dat de rijksregeering jaren lang heeft nagelaten eep
taak, die toch eigenlijk de hare moest zijn, tot zich
te riemen? Feit is, dat ook hier bepalingen in het
leven werden geroepen, die groote gemeenten op be-
langrijke geldelijke offers komen te staan. De arme
moet worden ondersteund; waar hij vandaan komt,

is een vraag die niet meer mag worden gesteld, het-
geen de groote gemeenten veel geld kost. Als sterk
voorbeeld van de wijze, waarop ‘door het rijk de ge-
meente lasten worden opgelegd, moge verwezen wor-
den naar het ontstaan van de armenraden: Bij rijks-
wet zijn deze organen ingesteld, ook in gemeenten,
waarin daaraan niet de minste ‘behoefte bestond. De
Secretaris wordt betaald door de regeering, de rest,
en die is niet gering, mag de gemeente bijpassen;
voor 1032 is daarvoor
f
170.800 in de Amsterdam-sche gemeentebegrooting uitgetrokken.
Zoo zijn er vele voorbeelden aan te halen van ge-
vallen, waarin de gemeente voor zaken, die eigenlijk

rijksbemoeiingen zouden moeten zijn, betaalt. liet
zou mij te ver voeren ze ‘hier alle te bespreken. Dit
alles wijst er nog niet op, dat de rjksregeering het
aangewezen lichaam zou zijn, de financiën der ge-
meenten van boven af te regelen.

Uit het bovenvermelde moge ‘blijken, dat de critield-
boze weergave van eenige bij elkander opgetelde
cijfers ons niet zal helpen uit de moeilijkheden,
waarin zonder eenigen twijfel vele overheidsorganen
en niet alleen de gemeenten door de tijdsomstandig-lieden zich bevinden. Of het zaak is, dat autoriteiten
en hunne am’btenaren daarbij de van buiten af ge-
leverde, vaak redelooze critiek versterken, is een
vraag, die ik den Heer Van Doorniuck -gaarne ter
overpeinzing aanbied.
Ae
RAHAMS.

N a s c h r i f t. Indien ik van de mij geboden ge-
legenheid
om
bij het artikel van den Heer Abrahams
een korte aanteekening te plaatsen gaarne gebruik
maak, dan zal dit – de geachte inzender zal dit on-
getwijfeld idunnen begrijpen – niet kunnen zijn om
met hem ‘een. debat te ‘beginnen over het financiëel
beheer der gemeente Amsterdam of van hare bedrij-
ven. Ik heb in mijn artikel slechts algemeene, aan de
stitistiek ontleende totaalcijfers genoemd, die naar
mijne meening eep ernstige waarschuwing inhouden;
doèh ik rhoet uiteraard aan ieder gemeentebestuur
Överlaten te ‘beoordeelen, of en in hoeverre mijn schoen
hem past.

Ik mag intusschen niet nalate

n op te merken, dat
het betoog van den geachten wethouder der gemeente-bedrijven van Amsterdam mijn bezw’aren, voorzoover
deze de gemeentehedrijv en betreffen, niet heeft weer-
legd-. ik hel) in mijn artikel erkend en erken nog, dat
als men de uitkomsten der gemeentebedrijven uitdrukt
in een percentage van het daarin vastgelegde kapi-
taal, die uitkomst niet onbevredigend schijnt, maar
ik heb daartegenover gesteld, de buitensporig sterke
positie van deze monopolistische leveranciers van
noodzakelijke levensbehoeften, in dat licht bezien,
gaat het dus niet om de vraag, of vele naamlooze ven-
nootschapjien van een winst van 10 pOt. zouden wa-
.tertanden, dan wel, of tarieven van 4 cent al of niet
,,redelijk” zijn te achten. De vraag is, of er uitge-
Jiaald wordt, wat er bij een zuiver economisch en com-
merciëel beheer uitgehaald zou Idunnen worden. Ik
weet natuurlijk niet, of dat speciaa.1 in Amsterdam wèl
het geval is; ik had bij het schrijven van dat artikel
geen enkele speciale gemeente op liet oog. Inmiddels
kreèg ild
nadien kennis van het besluit, om in enkele
gemeenten de tramntarieven te verhoogen, teneinde het
exploitatie-tekort dier bedrijven te dekken, wat ik
als een nieuw bewijs voor de juistheid van mijn
standpunt meen te mogen beschouwen.

96

1028

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 November 1931

Het tweede gedeelte van het betoog van den Heer
Abrahams is gewijd aan het telkens weer van ge-
meentezijde naar voren gebrachte verwijt, dat het Rijk
in de stijging der gemeentelijke uitgaven aandeel
heeft. Bedoelt de geachte schrijver hiermede, dat ter
uitvoering van de Rijkswetten de taakverdeeling tas-
schen Rijk en gemeente zoo economisch mogelijk moet
zijn geregeld, dan sta ik geheel aan zijn zijde en zou
ik hem ten bewijze daarvan willen verwijzen naar
mijn miriderheidsnota, toegevoegd aan het rapport
van de Staatscommissie van Lynden van Sandenburg
over de financiëele verhouding tusschen het Rijk en
de gemeenten. Zou hij echter de medewerking, die
de wetgever in de uitvoering der Rijkswetten aan de gemeenten oplegt, willen zien als een soort onrecht,
dat den gemeenten wordt aangedaan en dat de ge-
meente onthef t van •de aansprakelijkheid harer totale
uitgaven ‘binnen de toel’aabare grenzen te houden,
dan meen ik, dat hij zich Staatsrechtelijk op een ver-
keerd standpunt stelt.
A. VAN
D00RNINOK.

INVOERBELEMMERINGEN.

Het is ons gebleken, dat onze beschouwingen iii
het vorig nummer van dit weekblad cenig misverstand
hebben gewekt. Vij schreven, dat het proces van aan-
passing, dat ons land in verband met zijn tegenover
het buitenland verminderde koopkracht zal moeten
doormaken, een ‘beetje kan worden bevorderd van
Overheidswege, en wel o.m. door verteringsbelastin-gen, invoerrechten op overbodige invoergoederen en
invoerverboden ten aanzien van dezelfde goederen.
Zulke invoerbelemrneringen zouden een tijdelijk
karakter moeten dragen en 4etrekking moeten hebben
op goederen, die hier te lande niet worden vervaar-
cligd, resp. op de daarvoor ‘benoodigde grondstoffen en haiffabrikaten.
Een lezer van dit weekblad schrijft ons naar aan-
leiding hiervan, dat onze bedoeling hem niet duide-
lijk is geworden, en maakt daarbij de volgende op-
merking: ,,Zoudt gij inderdaad den invoer van vracht-
en kantoorauto’s, landbouwwerktuigen, naaimachi-
nes’ e.d. artikelen willen bemoeilijken? Onder over-
bodigen invoer zou ik liever verstaan artikelen als
wijnen, juweelen, misschien rozijnen, luxe auto’s,
mooie meubelen, enz.”
Wij zijn dankbaar voor deze opmerking, aangezien
zij ons gelegenheid ‘biedt nog even op dit punt terug
te komen. Inderdaad is het nimmer onze ‘bedoeling
geweest om alle hier te lande niet vervaardigde goe-
deren over één kam te scheren. Wij hebben daarop
de vorige week niet meer uitdrukkelijk gewezen, om-
dat wij reeds eenigen
tijd
geleden bij de bespreking
van het ontwerp tot herziening der Tariefwet
1) –
in-
middels door protectionistisch streven nog verder ont-
sierd, maar dank zij de overneming van ‘het amende-
ment-Oud gelukkig in
tijdsduur
beperkt geworden –
hebben geschreven (blz. 846, 2e kolom), dat het beter
ware geweest om de tijdelijke ‘heffing van extra in-
voerrechten te beperken ,,tot de hier te lande niet of
althans niet in belangrijke mate voortgebrachte luxe-
goederen en tot de verbruiksgoederen, die niet in de
groep der eerste levensbenoodigdheden vallen.”
Het tërrein voor de toepassing van tijdelijke maat-
regelen tegen overbodigen invoer is hiermede van-
zelf afgebakend. De lezer, die zoo vriendelijk was on
bovenbédoelde opmerking te maken, ziet hieruit, ‘dat
op dit punt zijn en onze gedachtengang zich in dezelf

de richting bewegen, nu daargelaten, of de invoer
van alle door hem genoemde artikelen zonder meer
zou kunnen geschieden zonder pro tectionistische
nevengevolgen. G. M. V. S.

i) Zie ,,Onze Tarief wet op het Hellend Vlak” in Econ.-
Stat. Berichten van 23 Sept. ji.

DE RIJKSMIDDELEN.

Uit het in dit nummer voorkomende overzicht van
de middelen over de maand October 1.931 blijkt, dat
liet met de Rijksfinanciën bergafwaarts gaat. Tegen
eene totale opbrengst van
f
41.064.500 in October 1930
staat thans eene ontvangst van
f
33.259.200. Verge-

leken met de raming valt een nadeelig verschil te con-
stateeren van
f
5.898.900. Terwijl tenslotte moet wor-
den vastgesteld, dat vrijwel alle middelen in opbrengst
terugliepen. Laat men de opbrengst der Staatsloterij
buiten beschouwing, dan is de gedistillcerdaccijns
het eenige middel, dat een surplus ‘oor de schatkist
opleverde en dan nog slechts tot een onbelangrijk
bedrag.

Ook de maand Augustus ji. vis slecht; immers de
totale opbrengst bedroeg niet nic’er clan f29.182.900.
Toch was de teruggang in cle afgeloopcn maand nog
sterker. Het best komt dit uit, indien de verwarrende
invloed, door de nieuwe financiëele regeling tusscheu
liet Rijk en de gemeenten op het middelen-overzicht
uitgeoefend, wordt uitgeschakeld door de grondbe-
lasting en de personeele belasting buiten beschouwing
te laten. Dan blijkt, dat de overige middelen in Octo-
ber jl. f 5.062.600 minder hebben opgebracht dan in
dezelfde maand van het vorige jaar en dat het na-
deelig verschil met dc geraamde opbrengst
f
5.357.600
bedraagt.

Dat de in scherpte toenemende crisis zwaar op dc
schatkist begint te drukken, toonen ook de cijfers over
de eerste tien maanden van het jaar. De totaal-op-
brengst over het tijdvak Januari t/m. Octobex bedroeg

f
54.033.300 minder dan over cle overeenkomstige
periode van het vorige jaar en bleef voorts
f
24.238.500
beneden het evenredig deel der raming. Ook deze
cijfers ondergaan intusschen een ‘belangrijke wijziging,
indien daaroj dezelfde correctie wordt toegepast als
bij de maandop’brengst. Afgezien van de grondbelas
ting en de personeele belasting hebben de middelen
nl. in tien maanden
f
23.411.100 minder opgebracht
dan in het vorige jaar, terwijl zij
f
31.066.800 bij de
raming zijn ten achter gebleven.
In tegenstelling niet wat in de vorige maanden
moest worden geconstateerd, ‘begint de malaise thans
ook een merkbaar ongunstigen invloed uit te oefenen
op de directe belastingen. Met name geldt dit de in-
komstenbelasting, die een vrij scherpe daling vertoon-de (van
f
948.600). Hierdoor werd het tekort over de
eerste tien maanden verhoogd tot
f
2.357.300. Boven-
dien moet hierbij worden bedacht, dat in het op-
brengstcijfer van het belastingjaar 1931/1932 een ‘be-
drag van
f
1.128.200 is begrepen aan kwade posten
over vorige jaren van het Leeningfonds, de provin-
ciën en de gemeenten. Dit bedrag behoort feitelijk in
mindering van de opbrengst te komen en derhalve bij
het nadeelig verschil ôver de eerste tien manden te
wôrden opgeteld. Ook de vcrmogensbelasting liep in
opbrengst terug (met f 90.000). Over tien maanden
bedroeg de teruggang
f
351.400, waarbij ook weer een
bedrag (van f 116.100) moet worden gevoegd, dat cle
kwade posten vertegenwoordigt, welke onder de in-
komsten van het loopende belastingjaar zijn verant-
woord.

Alvorens van de kohierbelastingen af te stappen,
wijzen
wij
nog even op de grondbelasting, die in (le
afgeloopen maand een bate opleverde van
f
231.300,
d.i. ongeveer een kwart van de opbrengst van October
1930. Zooals bekend, komt de grondbelasting, te be-
ginnen met het belastingjaar 1931, voor drie vierden
aan de gemeenten ten goede. Hieruit valt derhalve af
te leiden, dat dit middelnog niet sterk in opbrengst
is teruggloopen. Aan personeele belasting werd op
de oude dienstjaren nog f 54.800 ontvangen. Het
nieuwe belastingjaar komt geheel ten voordeele van
de gemeenten. Gerekend ‘over tien maanden leverde
deze ‘belasting voor de schatkist nog een bate van

f
6.610.600 op.

De dividend- en tantièmebelasting bracht eene te-

25 November 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1029

leurstelling, doordat de ontvangst met
f
964.100

terugliep. De vooruitgang van de vorige maand werd
daardoor weer geheel teniet gedaan. Blijkbaar komen
ook voor dit middel langzamerhand de kwade maan-
den aan. De eerste tien maanden gaven reeds een
teruggang te zien van
f
1.014.000. Weliswaar werd

5/0
der raming in genoemd tijdvak met
f
301.000

overschreden, doch •dit is louter toe te schrijven aan
de omstandigheid, dat dit middel grootendeels in het
midden van het jaar w’rdt ontvangen.

De invoerrechten vertoomlen een decres van

f
323.500. Op zichzelf beschouwd was de opbrengst
der afgeloopen maand echter volstrekt niet laag; een
bedrag van
f
5.648.500 werd nog slechts éénmaal in

1931 gehaald (in Maart). Duidelijker komt do ver-
mindering van onzen geheelen :buitenlandschen han-
del tot uitdrukking bij het statistiekrecht, dat een
teruggang van ongeveer 25 pOt. vertoont. Het statis-iekrech is een evenredig recht van 1
0/00
over de aan-
gegeven waarde van den geheelen in- en uitvoer en
kan dus wel als een betrouwbare maatstaf worden
•beschouwd.
Met uitzondering van den gedistilleerdaccijns be-
wogen de accijnzen zich alle in dalende lijn. Zelfs de
ta’baksaccijns ontkwam niet aan de algemeene afbrok-
keling en leverde
f
178.800 minder op, waarbij in-

tusschen moet worden bedacht, dat de ontvangsten
van October 1930 buitengew’oon hoog waren. Voorts
oefent de nieuwe heffing van opceuten op den siga-
rettenaccijns een ongunstigen invloed op den accijns
zelve. Zooals reeds hierboven werd opgemerkt, gaf de

gedistilleerdaccijns een surplus (van
f
33.900). Fei-

telijk gaf dit middel een veel gunstiger opbrengst
dan uit dezen vooruitgang zou moeten worden afge-
leid; de ontvangsten van October 1930 waren nl. bij-
zonder hoog. In de afgeloopen maand werd de raming
dan ook overtroffen met niet minder dan
f
458.400.

Met de conjunctuurbelastingen ging het in de af-
geloopen maand weer slecht. De zegelrechten gaven

f
533.100 minder, waarvan
f
156.900 op rekening komt van de ben.rsbelasting. Nog ongunstiger staat
het ervoor met de régistratierechten, die in de af ge-
loopen maand
f
190.800 minder opleverden (October
1930 gaf ook reeds een poovere opbrengst), en

f
1.041.400 bij de raming ten achter bleven. Geen
enkel middel ondervindt in zoo sterke mate de ge-
volgen der moeilijke tijdsomstandigheden. Gerekend
over tien maanden valt op een daling te wijzen van

f
1.754.700, terwijl ten opzichte van de raming een
deficit ontstond van
f
9.818.900.
Bij de successierechten werkt de malaise blijkbaar
nog niet door. In de afgeloopen maand werd
f
240.700
minder ontvangen dan in October 1930, doch laatst-
genoemde maand gaf een hooge ontvangst. Daaren-
tegen werd gerekend over 10 maanden een voorsprong
verkregen van
f
1.921.100. En wel bleven de ont-
vangsten in dat tijdvak
f
2.159.300 bij de raming tea
achter, dcch de geraamde jaaropbrengst over 1931 was

f
6.000.000 hooger gesteld dan voor het vorige jaar.
De loodsgelden verschaften f62.500 minder; over 10
maanden werd aan laatstgenoemd middel f 490.300
minder geboekt.
De inkomsten van het ,,Leeningfonds 1914″ daal-
den van
f
5.226.90& tot
f
4.068.600. De tabaksaccijns
op sigaretten bracht tot dusver
f
941.000 op. Voor
het ,,Wegenfonds” kwam in cle afgeloopen maand

f
812.100 binnen tegen
f
704.600 in October 1930.
Aan het ,,Gemeentefonds” kwam ten goede
f
5.323.800
gemeentefondsbelasting en
f
349.300 opcenten ver-mogensbelasting. De totale opbrengst der gemeente-
fondsbelasting bedroeg tot dusver
f
11.531.900. Het
betreft hier een nieuwe heffing, waarop voorloopig
nog geen peil te trekken valt. De belasting moet ruim
f 80 mitlioen per jaar opbrengen. Eenige voorspel-
ling valt hieromtrent echter voorshands niet te doen.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

RUNCIMAN’S WETJE TEGEN ABNORMALEN INVOER.

Prof. P. Geyl te Londen schrijft ons:

Na de ,,MacKenna Duties” de ,,Runciman Duties”.
Het vrijhandeisstelsel van Engeland wordt afgebro-
ken door vrijhandelaars. ,,Wat ik in Juni of Juli zei,”
antwoordde Minister Runciman, toen men hem in het
Lagerhuis zijn uitspraken van nog zoo kort geleden
voorhield, ,,was goed voor Juni of Juli. Er is sedert-dien veel gebeurd.” Wat er voornamelijk gebeurd is, is natuurlijk het verlaten van den Gouden Standaard

door Engeland. Dat scheen velen toe de argumenten,
die er voor het invoeren van bescherming mochten be-
staan, ernstig te verzwakken. Men weet, dat Keynes
bij’., die de vrjhandelaars reeds geruimen tijd be-

droefd had door zich voor een algemeen tarief uit te
spreken, kort na die groote gebeurtenis aan de
Times
schreef om te verklaren, dat hij nu voor zulk een
maatregel geen reden meer zag. De verminderde waar-
de van het Pond toch zou het nu vanzelf aan de Brit-
scho nijverheid gemakkelijker maken om met de bui-
tenlandsche mee te dingen en het veel besproken han-
clelsevenwicht zou vanzelf hersteld worden. Runciman
daarentegen weigert in die automatische werking te
gelooven. De koopkracht van Engeland is verminderd.

Onder die omstandigheden wordt overmatig koopen
in het buitenland een gevaar. Het Engelsehe volk
moet tegen zichzelf beschermd worden. Ziedaar wat
ik van Runciman’s uiteenzetting van zijn eigen op-
vatting begrepen heb, maar eerlijk gezegd, komt Run-
ciman’s opvatting er zooveel niet op aan. Hij mag zijn
persoonlijke consequentie terecht brengen, zooals het
hem uitkomt. De alles beheerschende factor is, dat
hij en de ,,nationale” regeering bijna vijf honderd con-
servatieven achter zich hebben, die in Juni en Juli al
bescherming v,’enschten, die nooit iets anders dan be-
scherming gewenscht hebben, en wier wensch nu een
gebod is.

De maatregel, die in de afgeloopen week genomen
is, is maar een begin. Of beter gezegd, het is een nood-
maatregel, vereischt door de zekerheid, dat weldra
een beschermend tarief ingevoerd zal worden. In dat
vooruitzicht is er een gedrang ontstaan om v66r de
bui binnen te komen. De invoeren van een groot aan-tal artikelen zijn plotseling op verrassende wijze toe-
genomen. Daar heeft de conservatieve pers met de
bekende methoden de aandacht van het pu’bliek
0
1)
gericht. ,,Dumping” noemde zij het. Foto’s van bui-
tenlanclsche vrachtbooten, bezig om in Engelsche ha-vens buitenlandsche goederen te lossen, werden gepu-bliceerd, alsof het een voor elk rechtgeaard Engelsch-
nian klaarbljkeljke misdaad gold. Het woord ,,dump-
ing” was uitnemend geschikt om begripsverwarring
te stichten – of, aangezien dit werkelijk wat naïef
klinkt, om de bestaande begripsverwarring te ver-
meerderen. Runeiman verklaarde in zijn inleidende
redevoering, dat hij het woord vermijden zou, aange-
zien er drie of vier verschillende definities van in om-
loop waren. Dit belette een van do jeugdige liberalen,
die op de ,,nationale” vloedgolf in het parlement ge-
komen zijn, geenszins om zijn v66r stemmen te recht-
vaardigen met de verklaring, dat de liberalen maat-
regelen tegen ,,dumping” altijd voor toelaatbaar ge-
houden hadden. Noch belette het Runciman’s onder-
secretaris, Hore-Belisha, ook al een liberaal, om
majoor Lloyd George, die een uiterst knappe vrijhan-
delsrede tegen het ontwerp gehouden had, tegemoet
te voeren, dat zijn vader nog kort geleden ,,dumping”
van het vrijhandelsstelsel uitgesloten had. ,,Maai zijn
definitie van ,,dumping”?” vroeg majoor Lloyd George

aanstonds; en Hore-Belisha moest voorlezen: ,,Onder
,,dumping” versta ik, dat, wanneer er een teveel is,
cle maker eerst op zijn eigen markt tegen een prijs ver-
koopt, die het hem mogelijk maakt winst te maken,
en dan het overschot hier afwerpt tegen een prijs, die
onder zij.n eigen onkosten blijft”. Waardoor duidelijk

1030

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 November
1931

werd, dat Lloycl Georges opmerking met het thans
erdoor gejaagde wetje niets te maken had.
Het criter.im toch-van dit wetje is,-dat reclitee (tot
een maximum van 100 pOt.) geheven zullen kun-
nen worden van al zulke artikelen van lijst III van cle
invoertalellen (cLw.z. van heel of half gefabriceerde artikelen), ciie naar het oordeel van het Departement
van Handel in abnormale hoeveelheden ingevoerd wor-
den. Naar de verhouding van prijs tot productiekosten
(Lloyd George’s criterium) wordt .dus geen onderzoek

-gevorderd. De wet is niet gericht tegen ,,dumping” in den eigenlijken zin (want, in weerwil van Runciman’s
bewering omtrent de drie of vier gangbare beteeke-
nissen, is Lloyd George’s definitie wel degelijk de
gebruikelijke), maar tegen ,,forestalling”. Het is een
wet, noodig gemaakt door de erkende en ‘bekende ‘be-
doeling om straks met een definitief protectionistisch

ontwerp te komen, en heel het beginsel van protectie is er dus wel degelijk mee gemoeid. Tegelijk dat van
Rijkspreferentie: invoer uit de onderscheiden deelen
van het Rijk valt er buiten; ook dit is hoogst be-
langrijk.
De maatregel is dan ook door de Conservatieven
met gejuich ontvangen. De vrije hand, waarom Mac-
Donald bij de verkiezingen vroeg, zal gebruikt worden
om te doen wat de Conservatieven verlangen, zooals
trouwens te voorzien was. Bet was een vrije hand voor
protectie, maar niet voor geen protectie. Dit wil
echter niet zeggen, dat er geen vraagpunten overblij-
ven, noch dat de Conservatieven algemeen voldaan zijn.
De uitsluiting van landbouwproducten van den
maatregel lokte veel uitingen van teleurstelling uit. Runciman verklaarde, dat de aard van die artikelen
invoer-bij-voorbaat op groote schaal onmogelijk maak-
te. :De protectionistische kranten, vooral die van Bea-
verbrook, staan niettemin vol van klachten over ah-
‘normalen invoer van aardappelen, bloembollen, enz.

In ieder geval verzekerde Runciman, dat op maat-
regelen ten gunste van den landbouw door zijn ivetje
niet -geprejudicieerd wordt. Het is zeker, dat er een
geweldige druk op de regeering geoefend wordt en
niemand weet nog recht, wat het weerstandsvermogen
van de gematigde sectie waard zal blijken te zijn. Ver-
-volgens waren er ongeduldigen, die ook in andere
gevallen dan van abnormaal hoogen invoer niet op het
definitieve tarief wilden wachten. Vooral van de
ijzer- en staal-nijverheid komen hartverscheurende
jammerklachten. Drie hoogovens werken in Schotland
• uit een totaal van 84; vébr den oorlog waren het er
85 in goede, 65 in slechte jaren uit een totaal van
110, zoo verklaarde een conservatief lid. Nu staat het
-trouwens wel vast, dat de staal-industrie mee bescher-
ihing zal genieten, als het definitieve plan wordt inge-
voerd. Dat blijkt onder meer uit een rede buiten het
parlement door’ Balclwin gehouden, die voorspelde,
dat als eenmaal de tarieven er zijn, die industrie
onder internationaal beheer zal staan, de wereld ver-
deeld en de markten gewaarborgd zullen zijn.
Over de gevolgen van ‘het nu aangenomen vetje
wordt natuurlijk verschillend geoordeeld. Wat er op-
merkelijk ‘van is, is vooral de verbaze.ade macht, die
aan eu departement wordt toegekend. Runciman
• héft net bekwamen spoed gehandeld en nog den-
ieldn – dag,, dat het wetje bekrachtigd werd (Vrijdag)

«gen lijst

v-n artikelen doen afkondigen, waarop van
TQeflsag
af 50 pCt. geheven zal worden. Het is een
lnge en een bonte lijst, en liet is nog maar ,,besluit
numier €én” :- er lcan onbeperkt aan toegevoegd wor-
den. Zonder twijfel zal het departement worden be-
– stoimd met aanvragen en men moet maar hopen, dat
liet in de opgaven van de invoer-statistiek den vast
richtsnoer zal hebben en voorts goed zal weten te on-
– derscheiden tusschen artikelen, die de arbeidsmoge-
lijkheden in Engeland zouden verminderen en arti-
kelen die, schoon gedeeltelijk gefabriceerd, aan En-
gelschQ fabrïeken neer als grondstof moeten dienen.
– De tegenstanders voorspellen, dat die taak onmogelijk

zal blijken en dat er de grootste verwarring op dezen
haastigen en tegelijk zoo diep ingrijpenden maatregel
zal volgen. Importeurs niet lange contracten voor de
getroffen artikelen geraken natuurlijic in een uitei’st
rnoeilijken toestand. :De regeering heef t geweigerd, een ui tzonclering toe te staan voor artikelen bmnen-
komende volgens reeds gesloten contract. Dit zijn om
zoo te zeggen ‘bijicomstige gevölgen.
Wat cle hoofdzaak aangaat, de uitwerking op die
fameuze ongunsti ge handelsbalans, de vrijhan de-
laars ontkennen, dat die bestaat of dat er op deze wijze
iets aan verholpen kan worden. Majoor Lloyd George
betoogde, dat de eigenlijke nood wordt veroorzaakt door de verminderde inkomsten van de scheepvaart
en van beleggingen in liet buitenland. Beide zullen
door tarieven nog meer worden benadeeld. Runciman
beweerde in zijn eerste redevoering weliswaar, dat hij
– kan men -het van een gewezen vrijhandelaar uit
een groote reedersfamilie anders verwachten? – die
belangen n.iet over -het hoofd zag; maar is de grens
zuiver in acht te nemen? En dan is er natuurlijk de
groote kwestie van de reacties in het buitenland.
Duitschiand npg dieper in den put; kan dat Enge-
land helpen? En maatregelen van verweer in de Ver. Staten en in Frankrijk. Als men gelooft, dat de ellen-
de van de wereld behalve •door de herstelbetalingen
en oorlogsschulden door de tarieven wordt veroor-zaakt, is van Engeland’s nieuwe regeering, die met
zulk een politiek komt, weinig goeds voor de verbe-
tering van den internationalen toestand te verwach-
ten. Maar, zeggen de prot-ëctionisten, moeten wij steeds
liet kind van de rekening zijn? Daarop is het ant-
woord al niet gemaklcelijk en een geliefde redenee-
ring is het verder om het voor te stellen, alsof Enge-
land’s overgang tot liet protectionisme -het heele stel-
sel, waarin de wereld verstrikt geiaalct is, tot het on-
gerjmde zal doorvoeren en daarmee misschien ver-
lossing bewerkstelligen. Zooals Garvin het zegt in de
Observer
van hedenochtend:
,,Het stelsel van onvoorwaardelijken vrijen invoer
op de onver-gelijkelijke markt van dit eiland is een
van -de voornaamste prikkels tot ‘buitenlandsche pio-
tectie geweest. Ons gewezen passief en -hulpeloos stel-
sel -heeft al onze mededingers in den vreemde aange-
spoord om op gelijkheid op onze markt en monopolie
op hun eigene te rekenen.”
Beteekent dit, dat wij langs dezen weg – door een soort homoeopathische geneeswijze dus -‘ tot inter-
nationalen vrijhandel zullen komen? Niet volgens Baldwin, dien ik hiervbér aanhaalde. Wel volgens
Thomas, die geduren-de de verkiezingen althans be-
weerde, dat hij tarieven s]echts als maatregelen van
verweer verlangde. Maar afs ik al •de tegenstrijdige
beschouwingen en voorspellingen, waarop wij onthaald
zijn en nog dagelijks worden, was gaan vermelden,
had ilc nog eens zooveel plaatsruimte noodig. Het
groote feit blij’f t, dat Engeland zich aan -het protec-
tionisme heef t overgegeven.

ONTVANGEN BOEKEN.
Osmose, een aanteelcening over het ellcarcder door- dringen van de beginselen van openbaar bestuur
en particulier beheer,
door Prof. Dr. G. A. van
Poelje. (Alphen aan den Rijn
1931.
N. Samson).
Dit werkje geeft een bespreking van het merkwaardige
verschijnsel, dat de Overheid zich bij haar .bestuurstaak
steeds meer gaat bedienen van vormen van het privaa-trecht,
terwijl anderzijds -het particuliere -bedrijfsleven in zijn
beheer vormen overneemt van publiekreehtelijke instellingen.
Na behandeling van deze ontwikkeling in Nederland vol-
gen enkele gegevens uit het buitenland; tenslotte w’ordt de
algemeene beteekeuis ervan aangeduid tav. cle vormen, die
het vraagstuk der decentralisatie aanneemt in den moclernen
staat. –

The course and phases of the’ world econonsic depres-
sion.
Report presented to -the Assembly of the
League of Nations. (Genève
1931).
Dit rapport bevat na een kort overzicht van de econo

25 November 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1031

niisclie ontwikkeling ria den oorlog en de struetnurveran
(kringen in de jaren onmiddellijk aan de depressie voor-
afgaande, cii na een overzicht van de conjuuetiiurgolven in
liet algemeen, in de laatste tien jaren, een volledige behan-
deling van de huidige depressie. Het beschrijft haar ver
scliillende phasen en analyseert, op welke wijze de verschil-lende factoren in het economisch leven een rol spelen, cl.w.z.
de productie, cle binuenlandsehe handel en het verbruik, cle
prijzen, de looiieii en de winsten; cle bu itenlandsche handel
en de scheepvaart; de speculatie, de credieten en beleggin-
gen; en de internationale kapitaalvcrschuiviiigeri. Tenslotte
wordt de huidige depressie niet vroegere depressies verge-
leken, terwijl het rapport eindigt met een kort overzicht
van den toestand in den zomer van dit jaar.

Bankpolitielc
door Prof. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Tweede, geheel herziene druk. (Den Haag,
N.V.
Uitgevers-Mij.
v.h. G.
Delwel. Prijs geb.
f
8.-,
ing.
f
6.75).
Ook in deze tweede uitgave vormen de beschouwingen
over de ,,algemeene” banken en de vragen van bankpolitiek
in liet z.g. particuliere bankwezen cle kern van dit boek.
Bovendien is dit werk, omdat het los van de vroegere serie
verschijnt, uitgebreid niet enkele beschouwingen over de
regeling der centrale banken in verschillende landen, ter-wijl tevens een nieuw hoofdstuk over de I3ank voor Ver-
rekening van Internationale Betalingen is opgenomen.

lnvestmesit Trvsts
door Mr.
E. II. Th.
Kwast. (Schel-
tema & Holkema’s Boekhandel en Uitgevers-Mij.
N.V. Amsterdam 1931).
Een Nederlandsche dissertatie over een onderwerp, dat
eenigen tijd geleden in het middelpunt van de belangstelling
heeft gestaan door de groote uitbreiding van deze instel-
lingen in de Ver. Staten. De schrijver maakt een onder-
scheid tussehen de Eiigelsche en Amerikaansche investment
trusts en betoont zich een voorstander van cle Engelsche
instellingen, die hij voor Nederland als voorbeeld stelt. Bij
de ,,fixed trusts”, waarvoor in Nederland in den laatsten
tijd veel belangstelling wordt gewekt, acht cle schrijver de
stroefheid in verband met een statische beleggingspolitiek
een groot bezwaar.

TToorschriften
betreffende
de inirichting der gemeen,-
tebegrootireg, der gemeenterekewcng en der boek-
houdireg van de ontvangers der gemeenten., vast-
gesteld bi) K. B. van. S September 1931 (S. 395).
(Alphen aan den Rijn 1931. N. Samson. Prijs

f060).
Een tekstuitgave niet de jongste vijzigiugen in verband
met de herziening der gemeentewet.

Volksraad. Overzicht betreffende het zittingsjaar

1930-1931.
(Afgesloten 31 Mei 1931). (Welte-
‘redan 1931; Landsdrukkerij).
in de inleiding wordt een overzicht gegeven van cle af-
geloopen vierjarige periode.

La Polo.q’n.e Nouvelie
door Dr. Roman G-6recki, prési-
clent de Ja Banç1uc cle l’éconornie nationale (War-schan 1931).

Een boekje van 50 bladzijden over de ontwikkeling van
liet economisch leven in Polen.

Toelichting bi] blad 1 (Teloekbetoeng) van de geolo-
gische ka-a.rt van Sumatra,
schaal 1
t
200.000 door
Dr. J. Zwierzycki. Dienst van den Mijnbouw in
Nederlan dsch-Ïn did. (Bandoeng 1931Druk N.
T

Maks & v. d. Klits. Verkrijgbaar hij het Kaarten-
magazijn van -den Topografischen Dienst, Bata-
via. Prijs met kaartbiad
f
2.50).

MAANDCIJFERS.

E2VHSSIES i.N
OCTOBER 1931.

IÇerkelijke Leeningen ………….
f

300.000,—
zijnde:
Nederland

………… ….. f
300.000

Totaal …. j

300.000,–

Totaal der emissies in Januari.

….
j

10.677.072,50
Februari…….
13.720.717,50
Maart

…..
32.326.887,50
April

……
..

22.246.295,51
Mei

……..
,
107.262.528,75
Juni

…….
..8.316.010,-
Juli

…….
,,

26.048.738,75
Augustus

..
19.334.10-
September

..
3.495.900,–
October

– – .
300.000;-


Algemeen totaal.
.

f243.728.300,51

Bovendieu

J
46.616.000,-
3/in. Schatkistpromessen
…….i
f

991,85
39.750.000,-
6/nl.

,,
,,

979,70
4.306.000,-
1 jar. 3f
%
Schatkistbiljetten
.. 1000,-
3.590.000,-
3 jar. 4
%

,.

970,-
253.000,-
4 j. 4
%
.

t
1.217.000
;

jar. 4
%
.
..

970,05

le Kerkelijke Lecningen zijn als volgt oiidervercleeli

Bente- Emissie.
Guldens voet koers
pct.

pct.

Orde der E. E..1
1
.P. Ilominicaucu,
Iluissen ………………….300.000

5

100

Resultaat van de rondvraag van de Internationale Vereeniging voor de Suikerstatistiek.

Dr. Gustav Mikiiseh te Veenen zendt ons onderstaand overzicht van de Inteinatioiiale Te
r
ee
n
igi
ng
voor

de Suikerstatistiek.

Aantal
Aantal
ant-
Bebouwde oppervlakte
Hoeveelheid verwerkte
Suikerproductie in metr.
fabrieken
-.
woor-
in H.A. bieten in metr. tonnen tonnen ruwsujkerwaarde in beuriji
den

1931132
1930/31
1931132
1930131
1931132
1930/3!
1931132
1930131

Duitschland
216 233 216
318.522 463.189
9.397.350 15.892.235
1.535.270 2.547.471
tsjecho.Slowakije
133
140
133
176.612
237.038
4.405.139 6.757.943
792.907
1142.757
Oostenrijk
7


7
7
43.90
35.674 949.700
963.421
159.300
150.269

Rongarije
12
13
12
56.038*)
65.653
818.480
1.552.819 122.806 234.171
Joego.Slavië


8
8
8
36.920
46.885 645.500
746.570
83.556
102.693

Roemenië ……..
.6
13
6
15.000
43.192
320.000
940.000
45.000
152.030
5
5
10.840
21.507
175.173
379.322 24.700
58.470
lersche Vrijstaat
1
1
1
2.100
5.360 50.000
160.500
8.000
26.000
Bulgarije ………5

42
43
42
43.998
55.851
1.245.800 1.878.745
199.620
280.253
België

………..
51
51 51
106.700
113.700
2.462.000
3.334.200 361.100
412.050
Italië

………..
Polen

………..
67
69
67
160.000
179.912
3.150.010 4.633.025 522.000
782.1i 9
Denemarken

. . .
9
9 9
29.200
32.000
752.000
1.027.300 122.000
167800
20 20 20
35.144 36.696
877.000
1.185.014 144.800
186.535
Zweden

………
1
1
1
1.930 1.175
33.000
31.672
3.700
3.871
Finlaild

………
Turkije (Europ.).
1
1
1
8.000 5.800
103.218 57.000
16000
9.700

Totaal……
579
614
579
1.044.494
1.343.632
25.384.360
39.539.766
1

4.140.759


6.256.23

*) Volgens de rondvraag van
Mei.

1032

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 November 1931

OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN
(In Guldens)

1Januari
1931

Directe belastingen.
Grondbelasting ….
*
287.287
8.550.978
20.537.043

Personeele belasting
*
54.821
6.610.641
25.246.167

Inkomstenbelasting
*
5.853.261
69.636.440 71.993.747

Vermogensbelasting
*
928.800
11.534.599
11.886.004

belasting
.

..
817.805
16.557.037
17.631.036

5.648.464 52.343.710 57.361.650

258.189 2.663.250 3.456.627

Dividend- en tantième-

Accijnzen.
Zout ……….

.
178.761 1.771.088
1.808.000 666.288 7.329.055
9.609.954
51.359
1.831.165
2.034.553

Invoerrechten…………

3.541.688 31.005.646 30.048.581

Stati8tiekreoht …………

1.406.89
11.776.563 13.224.891
3.766.402
42.833.130 45.979.063

Geslacht

……………..
Wijn …………………
Gedistilleerd ………..
Tabak. …….-.
2.145.102
24.540.152
24.459.736

Bier

…………….

Belasting op gouden en

Suiker

.

……….

95.638 728.478
894.053

tndirecte belastingen.

zilveren werken………..

‘1.460.574
2
19.703.515e
20.976.267
Zegelrechten ………
Registratierechten
1.169.290
12.347.801
20.102.496

Successierechten

– – –
4.050.752
37.840.739
35.919.649

Domeinen, wegen en
370.800 3.582.933
3.562.402

Staatsloterij
.


…….-
167.145
621.578
619.614
vaarten ……………

Loodsgelden
. . . _
389.867
3.533.186
4.023.443
33.259.162 367.341.684 421.374.976
Totaal-Generaal..

s Zie voor deze noot E..S.
B. van
18 Maart 1931,
blz. 276.
1)
Hieronder

begrepen
f
311.838
wegens zegelrecht
van

nota’s van makelaars en
commissionnairs
in
effecten, enz.

(Beursbel.).

2)
Id.
f
3.503.232.
3)
Id.
f
4.025.515.

HEFFiNGEN VOOR
HET LEENINGFONDS
1914.

Verdedigingsbelasting
1.220.610
14.167.912
1
34.853.288

Opcenten:
.Grondbelasting
..
.
183.610
4.215.040 4.143.313
Personeele belasting
11.748
1.115.525
4.750.368
Inkomstenbelasting
1.252.788
13.956.819
2.424.447
Vermogénsbelasting
527.183
6.504.113 6.743.790
Dividend- en tantièmc-
269.876 5.463.822 5.818.242

Accijns op Suiker
..


1.249.376
Wijn
10.272
366.233
406.911

belasting …………

Gedistilleerd
354.169 3.100.565 3.004.858
Tabaksacc. op sigaretten
204.256
940.971

Zegelrechtvanbuitl.eff.
34.100
812.929 1.323.157

Totaal…

4.068.612
50.643.929

64.717.750
1)
Verdedigingsbelast. 1 + 11.
HEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.

10.913.706

9.936.070
Wegenbelasting ……….763.845
Rij wielbelasting

48.825 6.901.697

6.769.665

Totaal

………..812.670
17.815.403

16.705.735

IN KOMSTEN TEN BATE VAN HET ,,GEMEENTEFONDS”

Gemeentefondsbelasting.

5.323.842
11.531.887


Opcenten Vermogensbel

349.349 814.147

Totaal

………..5.673.191
12.346.034

SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1930.

Dienstjaren
Grond-
Personeele
Inkomsten-
Vermogens-
belast Ing
belasting
belasting
belasting

1928/29


376.430
62.416
1929/30 13.528
200.769 1.235.089
203.211
1930/31
4.289.068
5.055.331
55.104.608
9.475.665
1931/3
25
)Ia
4.248.382
51.354.541
c12.920.313
1
1.793.307

Totalen..
1
8.550.978
j
6.610.641
1
69.636.4401 11.534.599
5)
Ingevolge art. XI der wet van 14 Juni 1930 (Stbl. No.
2451 zijn hieronder begrepen de aandeelen in de kwade pos.
ten over vorige belastingjaren van het Leeningfonds 1914, van de provinciën en van de gemeenten, wegens:
a) Grondbel.
f
73.626; 5) Personeele bel.
f
1.262.524;
c)
Inkomstenbel.
f
1.128.196;
cl)
Vermogensbel
f
116.685.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

BANKDISCONTO’S.

N d (Disc. Wissels. 3
29Sept.’31
Lissabon …. 7
8Aug.’31

Bk – Bel.Binn.Eff. 4
29Sept.’31
Londen ……6
21
8
ept.’31

Vrscb. inR.C. 4
29Sept.’31
Madrid ……6*
8Juli’31

Athene ……
…. 11
29 Oct.’31
N.-YorkF.R.B. 3j
15Oct.’31

Batavia ……….
4j10 Mrt.’30
Oslo ……..6
17Oct.’31

Belgrado ……..
7*20 Juli’31
Parijs ……2* 9
Oct.’31

Berlijn ………..8
2Sept.’31
Praag ……
6*22Sept.’3
1

Boekarest……..8
31 Mrt.’31
Pretoria ..6
13Nov.’81

Brussel ……….
2*31 Juli’30
Rome……..7
28Sept.’30

Budapest ……..8
108ept!31
Stockholm .. 6 17
Oct. ’31
Calcutta ……..8
22Sept.’31
Tokio ……
6.5741’/ov.’31
Danteig ……..6
1Sept.’31
Weenen ……
8.11Nov. ’31

Helsingfors ……8
26 Oct.’31
Warschau . . 7j
3 Oct. ’30

Kopenhagen …. 6
26Sept.’31
Zwits. Nat. Bk.2
22 Jan.’31

GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.

1931

II
1930
11
1929
II
1914

21 Nov. 113121

9114

217

17122

18123

20124
Nov.
I
Nov.
i
Nov.
ii
Nov.
II
Nov.
11
Juli

Amsterda,,,
Partic.disc.
1114

2
1
1-
1
1 1
1
J8-2
2-j
1’I8-I8
318-4
1
I16
Prolong.
I’12
1
1
1
1
1
l32
2-
1
(
1’6
312-4

2
1
14
3
(4
Londen
Daggeld…
4-5
4_511
4
1
145
1
12
4-5
1-2
1
!2
4
1
12-6
1314-2
Partic.dlsc.
51(
5
_7(
8

551_71
5518-7I8 51(5_3(4
2
3
132-
1
14
4
5
116-51s
21j4-J4
Berlijn
Daggeld…
8
1
149
8-9
112
8-9I4
8-9I4
4-6
1
I2
6’I2-9

Maandgeld
8-11
8-11
8-11
8-10



Part, disc.
8
8 8 8
43
!4

1

8
6
718
2
1
J8-
1
I2
Waren-
wechsel.
8
8-
1
j
B’J,
8’12
5′!4-’18
7l4-/8
New York
Daggeld
1)

2’I,-‘I
2I2-j4
2lj-3j
2/-
3
/4
2-
1
14
4
1
J,-5
11
1
3
14-2′!,
Partic.dlsc.
3
1
18
3
1
18
3
1
14-4
4-
112
2
4
1
j4

t)
Koers van 20 Nov. en daaraan voorafgaande
weken t(m Vrijdag.
WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Data
New
Londen
Berlijn
1
Parijs
Brussel
Batavi,
York’)
1
.
1)

17
Nov.
1931
2.49
9.43h
59.07*

9.751 34.60
99
18

1931
2.49
1
/,
9.40 59.15
9.74f
34.60
99
.
19

»

1931
2.49′
9.37
59.15
9.75 34.55
99
20

1931
2.4934
9.33
59.15
9.75
34.55
9934

21

1931
2.4981
8

9.32 59.15
05
34.55
99i.
23

1931
2.495
.
/
s

9.11
59.02*
9.75J
34.60
99
Laagsted.w.l)
2.48
5
/
16

9.0734
58.95
9.7 3JI
34.45
99
Hoogste d.w
1
)
2.492/, 9.44
59.25
9.76
34.65
99t,

16
Nov.
1931
2.49
7
/
1

9.39
59.12*
9
.
7
6*
34.65
9 Nov. 1931
2.48
0
/
1

9.34,14

58.75
9.76
34.62*
Muntpariteit
2.4878
12.1071
59.283
9.747f
34.592
100

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
5)
rest
1)
‘)
)

17 Nov. 1931
48.50 35.25
7.38
1.47
12.83*

21.424
18

1931
48.421/
4

35.25
7.35 1.48
12.85
21.224
19

1931
48.4234
35.25
7.374 1.48 12.85
21.35
20

1931
48.45 35.25
7.38 1.48
12.87
21.25
21

,,

11131
48.45 35.25
7.38 1.48


23

1931 48.3734
35.-
7.38
1.49
12.85
21.20
Laagsted.w.’)
48.2734

7.324
1.44
12.75′
20.90
E[oogsted.w’)
48.55

7.424
1.51
12.924 21.70
16 Nov. 1931
48.5734
35.25
7.38 1.48
12.85
21.55
9
Nov.
1931
48.55
35.-
7.37
1.47
12.824
21.75
Muntpariteit
48.003
35.007
7.371 1.488
13.094 48.52

Data
1
Stock-

1
Kopen-I
I
Oslo
‘) 1
Hel-

1
sln
Buenos-
1
Mon-
holm ‘)Ihagen)j
i
1
Aires’)

1
treal’)

17 Nov. 1931
52.-
52.–
52.-


2.24
18

1931
51.50
51.50
51.50
4.95

2.23
19

1931
51.50
51.25 51.25

– .
2.23t.
20

1931
-.


4.95

2.21
21

,,

1931
50.10
50.-
50._


2.2234
23

,,

1931





2.20
Laagsted.w.l)
50.-
49.-
50.-
4.80

2.15
Hoogste d.w’)
52.50
52.-
52.25
5.-

2.2734
16 Nov. 1931
52.60
52.75 52.25


2.24
9 Nov. 1931
5 4.2 5
54.-
52.50
– –
2.24
Muntpariteit
66.671
66.671
66.671
6.2661
9534
2.4878

‘)
Noteering te
Amsterdam.
*)
Not, te
Rotterdam.
‘)
Part,
opgave.
In het eerste
nummer
van
iedere
maand komt
een
overzicht
v’or van ccii aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

25 November 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1033

KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).

0
0
Londen
($ per)
Parijs
(8
P. IOOfr.)
Berlijn
($
P. 100 Mk)
Amstërdam
($ p. 100 gid.)

17 Nov.

1931
3,773
3,91
9
/1
6

23,7334
40,16
18

1931
3,77)
3,91
7
/
23,75
40,1434
19

1931
3,761/
9

3,91’1
8

23,78
40,1434
20

1931
3,741,
3,9134
23,75 40,10
21

1931
3,7234 3,911/
99

23,73
40,0934
23

,,

1931
3,6534
3,91
23,70
40,10

40I/

1

24 Nov.

1930
4,85211
53

3,927/
9

23,84
1
/
8

40,2434
rite
Muntpait..
4,8667
3,901/
8

1

23,8134

KOERSEN ‘l’E LONDEN.

Plaatsen en

Landen
Noteerings-
eenheden
7 Nov.
1931 14
Nov.
1931

ILaagstelHoogstel

I6Nov.121Nov.’31

21
Nov.
1931

Alexandrië..
Piast.
p.g

9734
9731
97/8

97 9/
9734
p.g

315 315
280
320
300
Athene ……Dr.
Bangkok….
Sh.p.tical
2/3
212
2/2
2/2
2/2
Budapest …
Pen.
p £
24
25
25 25 25
Buenos Aires
d. p.$
367/
5

39
367/
8

3834
371/
9

Calcutta
..
. .
Sh. p. rup.
l/6
1/6b/,
1/61/
16

1/68/
15

116’/
8

Constantin..
Piast.p.g
775
775 775
780
775
Hongkong ..
5h. p.
$
1/5
1/58%
11334
1/634
1/4
Kobe

…….
Sh. p. yen
2/7
2/7s/,
21734
2/79/
9

2/7
11
/
16

Lissabon….
Escu.p.0
10934
10934
10934
11034
1097/
9

Mexico

….
$
per
£
9.60
9.25
9._
10.50
10.25
Montevideo
.
d.perC
2834
2834
279/
9

2934
28
Montreal

$
per
£
4.20
4.19 4.19 4.28
4.23
Rio d. Janeiro
d. per Mii.
4
3
29
/
32

/8
41/33

Shanghai …
Sh. p. taeI
1/109/
9

111134
1/834
111 134
1/9
Singapore ..
id. p.
$
2/41/
5

2/4
1
/
24
21434
2/4
9
/
8

Valparaiso
1).
$
per
£
31.-
31.-
30.80
31……
30.80
Warschau ..
ZI. p.
£
33
34
32
313
34
1)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York’)
Londen
16 Nov.
1931.:
18
325/
8

16 Nov. 1931

..
10912
17
1931..
187/
s

311/
9

17

,,

1931…
108/6
18
1931..
181/
16

29y
4

18

1931….
1089
19
1931..
18a/
30s
19

1931


109/1
20
1931..
185/
9

30
20

1931….
109/7
21
1931..
1834
309/
9

21

1931….
110/1
23
1931..
185/
2934
23

1931….
111/9
22
1930..
165/
8

3534
22

1930….
85111/
4

27 Juli
1914..
2418,.

169
27 Juli

1914….
84111
1)
In pence
p.oz.stand. 1)
Foreign
silver n $c. p.oz. line.
8)
In sh.
pOL
line

STAND
VAN’.
RIJKS KAS.
Vorderingen.

1
7
Nov. 1931
1

15 Nov. 1931

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
deriandsche

Bank…………… …
/
23.568.196,99
/

28.445.841,44
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
70.423,49
,,

173.493,63
Voor8chotten aan Ned.-indit ………
123.803.650,50
,
124.691.264,12
Id. aan

Suriname …………………
12.686.889.93 12.752.241,92
Id. aan

Curaçao ………………….
7.670.510,87

.

.

7.796.913,82
Kasvord. weg. credletverst.alh. buiteni
116.103.833,64

..
….

115.823.797,12
Saldo der postrek. v. Rtjkscomptabelen

….

,,

27.040.545,46
,

24.482.332,11
Vordering ojh. Alg. Burg. Pensioenf.
1)

»

11.751.671,34
Id. op andere
Staatsbedrijven’)
…….
.,,

17.724.317,56
». 21.205.705,51
Verplichtingen.

Voorschot van De Nederi. Bank ing.
– – –

art. 16 van haar octrooi ………. ……….
Daggeldleeningen ……………………….
/
156.934.000.-
/
l64.934.0c0,-
Schatkistbiljetten in omloop ……….
Schatkistpromessen in omloop …….
256.040.000,-
»
251 .040.(00, –
Waarvan rechtstreeks bij De Neder-
..

landsche Bank geplaatst …..

…..
…..


Ziiverbons in omloop ……………
2.133.553,-
Schuld op uit. Oct.’31 aan degem.ver-
strekt wegens voor haar door de
Rijksadm. geheven gem. Ink. belast.
,,
3.519.025,36
6.489.184,85
in
Schuld op uit. Oct.’31 aan de ge, ver

strekt wegens aan haar uit te keeren

2.

7.371.761,62

hoofdsom der person. bel., aand. in

..158.142,-

de hooI da. der grondbel. endergem.

en opc.

op

de

Rijksink. bel………

fondsbel., alsmede opc. op die heisa-
tingen en op de vermogensbeiasting
,
1.171.166,07
2.902.364,86
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.
1)
,
3.182.266,73

.


Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.’) ..
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……
,,
940.335,78
,,

57.324.973,10
941.165,78
Id. aan diverse instellingen’) ……..
..
5.011.705,31
4.935.713,19
1)
in rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
-.
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

Nov. 1931
Vorderingen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands Kas

/
41.019.0001-
w.o.

muntbiljetten

…………….

651 .000,-
Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas ë. a. Rijksinsteli.
fl21.681.000,-
125.229.000,-
Schatkistpromessen ………………..
24.175.000,-
24.375.000,-
Schâtkistbiljetten

……………….,,

15.570.000,-
15.570.000,-
Muntbiljetten in omloop ………….
,,
4.454.000,-
4.537.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Munttonds
,,
858.000,-
858.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank
856.000,-
713.000.
Voorschot van de Javasche Bank…..
4.853.000,-
,,

3.271.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 23 November 1931
4otiva.
Binnenl.Wis.f’Hfdbk.
f
91.726.867,48
sels,Prom.,

Bijbnk. ,,
6.451.655,-
enz.in
disc.Ag.sch.
12.049.623,03

f

110.228.145,51
Papier o. h. Buiten!, in disconto

……

Idem eigen portef.
.
f
75.123.598,-
Af
:Verkochtmaar voor
de bk. nog niet af gel.

75.123.598,-
Beleeningen

Hfdbk.
f
mcl. vrsch.
50.389.018,12
Bijbnk.
in rek..crt.
7.683.934,92
Ag.sch. ,,
op onderp.
50.994.304,64

r
109.067.257,68

Op
Effecten
……
r

107.824.137,79
Op Goederen en Spec.
1.243.119,89

109.067.257,68
Voorschotten a. h. Rijk
…………

Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……
f
94.691.410,-
Muntmat., Goud
..
782.489.137,29

f
877.180.547,29
Munt, Zilver, eng..
28.120.125,98 Muntmat., Zilver..

Belegging i kapitaal, reserves en pen.

sioenfonds ……………………,,

27.052.344,07

Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,

5.000.000,_

Diverse rekeningen ………………,,

65.649.466,95

Passiva.

f

1.297.421485,48

Kapitaal ……………………….
f

20.000.000,-

Reservefonds ……………………,,

7.563.205,59

Bijzondere reserve ………………,,

8.000.000,-

Pensioenfonds …………………..,,

7.496.587,10
Bankbiljetten in omloop ………….. ,, 1.023.132.330,-
Bankassignatiën in omloop ………. .. 103.353,98
Rek.-Cour.
Ç
Het Rijk f 28.045.311,49
saldo’s: ‘I Anderen

197.502.425,91

225.547.737,40

Diverse rekeningen ………………«

5.578.271,41

f
1.297.421.485,48

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
405.495.904,61
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,, 1.013.739.760,-
1) Waarvan In het buitenland
f
150.445.524,06.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Goud
Andere
Beschtkb.
Dek.
Data
Munt
1
Muntmad
Circulatie
opeischb.
schulden
Metaal- saldo
1)

ktngs
perç

23 Nov. ’31
94.691
782.489
1023.132
225.651 405.496
72
16

,,

’31
94.692
777.550
1037.478
216.809
398.384
71
9

’31
94.692 769.709 1058.273 205.681
386.650
70
2

’31 94.692 761.393
1092.509
182.896
374.395
69
26 Oct.

’31
94.692 741.178
1037.043
219.885 362.525
68
19

,,

’31
94.692
716.034
1046.276 183.985
348.174
68

24 Nov.’30
64,652
361.504
812.768 41.988
109.126
53

25 Juli

’14
65.703
96.410
310.437 6.198 48.521
54

Totaal Schatkist-
B
lee
Papier
Diverse
Data bedrag
promessen
1e

e
n n
op
het
reke-
disconto’s

110.228

rechtstreeks
buttenl.
nin gen
)

23 Nov. 1931

109.067
75.124
65.649
18

1931
118.712

110.656 78.619
62.288
9

1931
132.748

112.806
81.549
60.647
2

1931
136.141

125.918
88.484
56.258
26 Oct.

1931
145.089

118.461
99.840 44.040
19

,,

1931
143.573

117.982
101.258 42.866

24 Nov. 1930
48.117

86.957
249.365
37.117

25 Juli

1914
87.947

61.686 20.188
509
1) Sedert den bankstaaL van 4 Jan. ’29 weder op de basis van 2j5
metaaidekking.
1)
Sluitpost activa.
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Circa-
Zatte
Dis-
c

Voor-
sa
t
en
IDive
1

1
,ot
onto’s

aan de
kolonie
re ke-
ningen’

Diverse
reke-
ningen’

1
October

1931
4.546
5.023
227
43
1.253
454
1
September1931
4.671
5.214
228
13
1.248 350
1
Augustus 1931
4.678 5.236
227
76
1.125
276
1
Juli

1931
4.674 5.145
132
11
8

1.293
372
1
Juni

1931
4.641
5.188
133
123
8

1.403
521
1
Mei
.

1931
4.834 5.398
134
111
1.421
.508

1
October

1930
4.619
15.747
160
48
2.011
526
1) Sluitp. der activa. ‘)Sluitp. der passiva.
3)
Schuld aan de Kolonie.

905.300.673,27
1
)

1034

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 November 1931

.IAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

C’rculatieopeischb. metaal-
schulden
I
saldo
21Nov.1931
1

176.900
14

1931
176.400
7

1931
176.700

24Oct. 1931
132.441 43.405
17

,,

1931
134.187
40.656
10

1931
129.111
43.059
3

1931
125.137
42.758

22Nov.1930
138.759
37.248
23Nov.1929
145.536
25.299

25 Juli1914
22.057
31.907

Data

______________

Dis-
conto’s
1

buiten
N.-Ind.
betaaib.

1

Belee-
ningen
1
I

reke-

ningen’)

1

kings-
Percen-
lage

21Nov.1931
700
***
67
14

1931
77.400
sts
66
7

1931
80.100
S*S
66

24Oct.1931
27.978
66
9.072
t

6.046

1

42.246
17

1931
9.249
1

5.313

1
42.306
28.334
66
10

1931
9.582
7.771
44.228
28.823
64
3

,,

1931
9.474
6.003 45.674
31.585
63

22Nov.1930
9.095
1

30.585

1
44.289 41.791
59
23Nov.1929
9.385
1

32.663

1113.618
32.670
48

25 Juli 1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44

‘) Sluitpost acttva.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten in duizenden pondeu sterling.

Data
Metaal
Bankbilf.
in
circulatie

Bankbilf.
in Banking
Departrn.

Other Secu
Disc, and
Advances

rit/es

s
,i
ecur

18 Nov. 1931
121.771
354.615
41.089 12.068
31.000
11

,,

1931
121.837
357.195
3S.503
11.677
29.356
4

1931
121.909
358.857
36.833
10.751
32.090
28 Oct.

1931
136.937 356.031
54.646
10.548
34.063
21

1931
137.035
355.231 55.443
10.422
29.047
14

1931
136.744
356.710
53.649
14.078
26.775

19 Nov. 1930
158.966
353.740
64.173
4.398
24.864

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposits
1

Other
Bankers IAccountsl
Reserve’
Dek-
kings-
1
perc.’)

18Nov. ’31
51.006 21.213
59.662
37.617
42.1561

35jj

11

’31
54.996
19.143 60.461
38.343
39.641
33101
32
4

’31
57.826
19.877
60.936 40.209 38.052
3131,
28 Oct. ’31
50.536
17.254
63.478 52.645
55.906
41′
/32
21

’31
53.801 19.094
60.515
52.777
56 804
42
20
?
14

’31
57.626
14.441
70.099
51.310
55.034
40k,

19 Nov.’30
33.431
17.780
59.461
32.953 65.225
598/
3,

22 Juli
’14
11.005
13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tueschen Reserve en iJeposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen fraucs.

Te goed
Wis-
1
Waarv.
Renteloos
Data
Goud
Zilverl
in lie
1
buiientl.
sels

op het
I

buiteni.

.

I
ningen
voorschot
a.. Staal

13Nov.’31
67.580
932
13.095
18.297
11.326
2.799
3.200
6

,,

’31
67.581
932
13.374
17.912
11.051
2.865 3.200
30Oct.’31
64.648
931
14.857
21.553
12.744
2.712
3.200 23

,,

’31
63.884
928
15.631
20.670
12.704
2.735 3.200

14Nov.’30
51.380
524 6.513
26.711
19.135
2.914
3.200

23
Juli’14
4.104
640

1.541
8
769

Bonsv. d.I
Diver-
Rekg. Courant
Data
zelfSt.
sen
1)
Circulatie
Staat

Zei/st. 1 Parti-
amort. k.
I
amort.k.Icuiieren

13Nov.’31
5.065
2.245
82.276
1.366
6.903
22.347
6

,,

’31
5.065 2.482 82.795
1.903
6.913
21.362
30Oct.’31
5.065 2.372 83.639
1.580
6.647
22.954
23

,,

’31
5.065 2.117
81.769
1.875
6.950
23.073

14Nov.’30
5.304
2.069
74.698 6.325
7.239
8.909

23Juli’14

5.912
401

943
1)
Sluitposi act/vn.

DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.

Daarvan

Deviezen

Andere


Data

Goud

bij bui-

als goud-

wissels

Belee-
teni. circ.

dekking

e.i

ningen
banken 1)

geldende’

cheques

15 Nov. 1931

1.038,0

93,0

141,8

3.781,4

113,4
7

,,

1931

1.101,3

66,7

150,7

3.830,9

112,3
31 Oct.

1931

1.444,5

87,3

130,7

4.009,5

239,5
23

1931

1.144,6

100,5

142,9

3.666,9

133,3
15

,,

1931

1.156,0

90,0

138,1

3.826,7

202,9
15 Nov. 1930

2.179,8

221,4

485,9

1.664,5

98,4
30 Juli

1914

1.356,9

750,9

50,2

Data

Effec-

Diverse

Circa-

Rekg.-

Diverse
ten

Activa2)

latle

Crt.

Passiva

15 Nov. 1931102,9

894,9

4.453,5

406,8

– 862,1
7

,,

1931

102,9

870,1

4.541,6

398,9

850,4
31 Oct.

1931

102,9

898,1

4.745,9

518,1

838,4
23

1931

102,9

839,0

4.372,7

484,6

817,2
15

1931

102,9

841,8

4.526,7

551,4

810,1
15 Nov. 1930

102,5

471,9

4.130,8

81,7

293,3
30 Juli

1914

330,8

200,4

1.890,9

944,-

40,0

i
unoelast.
‘)
W.O.
i(entenoankacheine
13,7 Nov., 31, 23, lb Oct. ii,
15 Nov. 30, resp.
14;
13;
II; 17; 12; 44 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

,,-

°’oo

Goud

Rekg. Cr1.
0.

4,0

°


0

1931
0
0

a,

19 Nov. 2558

916

59

290

3.550

26

286
12

2559

921

61

290

2.589

19

261
5

,,

2558

920

67

290

3.606

48

219
29 Oct.

2567 . –

957

55

290

3.602

25

287
22

,,

2568

935

44

290

3.579

8

294
20Nov.
1
1297

904

737

32

312

3.131

19

144

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS. Voornaamste posten in millioenen dollars.

Goudvoorraad

betaal-
Wettig

Wissels

Data

Dekking

middel,

In her-

In de Totaal

F. R.

Zilver

disc. v. d.

open
bedrag

Notes

etc.

member

markt
banks

gekocht

4Nov.’31

2.772,7

1.662,7

160,6

705,2

642,0
28Oct. ’31

2.738,4

1.589,4

164,4

716,7

724,7
21

’31

2.764,1

1.606,0

163,3

898,3

769,1
14

’31

2.836,0

1.710,6

157,8

627,6

730,4
7

’31

3.037,0

1.909,1

156,2

463,4

581,4
30 Spt. ’31

3.138,2

1.967,5

162,4

327,9 ,

468,5

5Nov.’30

2.999,4

1.617,7

146,2

212,8

185,6

Data

in
u. s.

Notes

Totaal

Gestort

Dek-

1

IÎek-
Belegd

R.

I

Goud-

1
Ale’e,n.
Gov.Sec.

in circa-

5
P
,
5

Kapitaal

kings- 1 kings-

_______

iatie

perc.
1
)

1 gerc.’)

4Nov.’31

727,6

2.447,1

2.319,3

164,5

58,1

61,5
28Oct.
1
31

727,0

2.383,9

2.460,1

164,7

56,5

59,9
21

,,

’31

727,0

2.393,4

2.507,3

164,7

56,5

‘59,9
14

’31

727,4

2.321,8

2.519,3

165,9

58,5

61,8
7

’31

738,3

2.270,0

2.486,0

106,6

63,8

67,1
30 Spt.’31

742,3

2.097,8
12.506,2

166,8

68,1

71,7

5Nov.’30

601,5

1.366,612.479,3
1

170,4

77,9

81,8
‘) verhouding totalen goudvoorraad tegenover opelaclinare
sciiuIden F. R. Notes en netto depOsito.
2)
Verhouding totalso
voorraa4 muntrnater/aal en wettig betaalmiddel tegenover idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Dis-

.Reserve
Data

Aantal

conto’s

Beleg-

bij de
I

Totaal
1
Waarvan
banken

en

gingen

F. R.

sito’s

1 deposlis
beleen.

banks

depo-

1

time

28Oct.’31

453

13.521

7.700

1.714

18.968

6.358
21

’31

451

13.541

7.748

1.748

19.126

6.418
14

»

’31

414

13.680

7.821

1.680

19.405

6.536
7

,,

’31

274

13.858

7.831

1.727

19.672

6.624
30 Spt.’31

154

14.191

7.916

1.816

20.378

6.775

29Oct.’30

62

16.764

6.731

1.879

21.520

7.577
Aai,
net einct van ieoer Kwartaal worot een overzicrit
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten

Data

1 Goud 1 Zilver

235.000
28.200
71.620
240.800 25.900
69.720
242.300
26.100
69.340

238.216 28.652
69.099
243.256
23.288
68.224 246.381
21.356
65.083
239.508
27.507
61.088

255.934
40.308
57.510
297.779
56.239
29.227

110.172
1

12.834
4.842

1
.

1
Dek-

25 November 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1035

GOEDERENHANDEL.

GRANE!&
24 November 1931.

De verbetering iii cle stemming voor t a r
V
e, welke aan het einde der voorafgaande week begon, heeft ook in
de eerste helft der afgeloopen week aangehouden en aan
de verschillende termijnmarkteu in Noord-Amerika zijn de prijzen over het algemeen nog verder eenigszins ver-
hoogcl. Daarna is plotseling een belangrijke
verlaging
in-
getrecicu, waartoe verschillende redenen aanleiding heb-
ben gegeven. De vooral in Noord-Amerika verwachte ver-
minderde uitvoer van Russische tarwe, welke verminde-
ring zou moeten leiden tot vernieerdercie vraag in Noord-Amerika, is uitgebleven en ook in de vorige week werden
weder belangrijke hoeveelheden van de Zwarte Zee ver-
laden, terwijl de Russen in meerdere mate aan de markt
zijn gekomen met hun in West-Europeesche havens aan-wezige voorraden en met stoomende partijen. Bovendien
heeft het er allen schijn van, dat Rusland zal voortgaan
flinke hoeveelheden te. verschepen. Er is tenminste een be-
langrijke vloot onderweg naar Zwarte Zeehavens om daar
te laden. Volgens berichten uit Rusland is men van plan de
aflevering van tary.met dwnng te doen geschieden en het
plan der verladingei.t geheel ten.oiitvoer te brengen. Men
zegt hiertoe wel geioodzaakt te ‘zijn om in cle behoefte aan
bniteitlandsche geldmiddelen te vooizien. Een tweede reden
voor de verflanwde stemming waren de weersomstandig-
liede t in het wintertarwegebied der Vereenigde Staten,
waar lang over droogte is geklaagd en men zich ongerust
niaakte over de gevolgen daarvan. Sedert is verschillende
nialen regen gemeld en daarmede zijn de vooruitzichten van
de wi utertarwe verbeterd. Ook blijven de vooruitzichten in
Australië gunstig en worden in deze tarwesoort geregeld
zaken gedaan; vooral in het Verre Oosten vindt men daar-
voor koopers voor belangrijke hoeveelheden ter verscheping
in de eerste maanden van het volgende jaar. Na cle belang-
rijke daling aan de Noord-Anierikaansche termij nmarkten
is weder een tijdelijke verbetering ingetredeLi. Het slot voor
den December-termijn te Chicago was 4 dollarcents per 60
lbs. lager dan een week geleden, te Winnipeg was het slot 214 dollarcents lager. in Argentinië stegen cle prijzen ook
in het begin der w’eek, doch later daalden zij weder. :let
slot te Buenos Aires was 41 centavos per 100 KG. en te
Rosario 50 centavos lager dan de vorige week. Volgens een
particuliere schatting van den tarwe-oogst in Argentinië
zal het nitvoersurplus ongeveer 16 millioen quarters bedra-
gen. In dit jaar werden tot nog toe 15.800.000 quarters
uitgevoerd en men berekent, dat van den vorigen oogst nog
3.500.000 qnarters aanwezig zijn. Uit de voornaamste dis-tricten luiden de berichten over de te velde staat:tde tarwe
gunstig en het schijnt, dat slechts geringe schade is ver-
oorzaakt door vorst en overvloedigen regenval. In sommige
minder belangrijke streken wordt geklaagd over droogte en
vorst. De vorige week heeft de Amerikaansche Farm Boarci
weder van zich doen spreken door het koopen valt tarwe ter
aanvulling van voor export verkoch te voorraden, wanneer
de verkoop cle maandelijks daarvoor hestemde hoeveelhecleti
overtrof. De voorraad in het bezit van den Farm Board
werd in September in 194 millioeti bnshels geschat, doch
het is niet bekend, of daarin cle aan China en Duitschlanci
verkochte hoeveelheden inbegrepen waren.
De prijzen voor r o g ge hebben in de afgeloopen week
weinig verandering ondergaan, vooral voor cle Etissische was dit het geval in het begin zijn zij eenigszius gestegen
op verwachte i)uitsche vraag, doch later werden spoedlige
l)artijen tot lagere prijzen afgegeven. Amerikaansche rogge
is in overeenstmmitig met de tegen het einde der week ver-
laagde prijzeti aan cle termijnmarkteii gedaald, doch geregel-
de zaken komen daariti op het oogenblik niet tot stand.
Te Chicago.was rogge 234 clollarcents per 56 lbs. lager dan
een week geleden, te Win nipeg 2% dollarcents.

De prijzen voor m a ï s waren in het einde der vooraf-
gaande week begonnen te verbeteren en helybcn dit in de
eerste helft der afgeloopen week ook nog verder gedaan.
Er bestond op matig verhoogde prijzen flinke vraag in het
binnenland en de . aankomende partijen vonden zonder
moeite afzet. In de tweede helft der week is plotseling een
reactie ingetreden. De prijzbn aan de termijnmaî-kten in
Zuid-Amerika daalden, terwijl ook de peso flauwer was en
afladers dringend aan cle markt kwanien met stooniende
partijen. Van •dit aanbod is tot cle verlaagde prijzen druk
gebruik gemaakt en flinke zaken zijn tot stand gekomen.
Daarna werd het aanbod minder groot en hcrstelden de
prijzen zich weder eenige guldens per last van dit laagste
niveau. Het slot te Buenos Aires en te Rosario was 5 een-
tavos per 100 KG. hoogcr dart een week geleden. In Donau-
maIs zijn wel geregeld zaken tot stand gekomen, doch zij
waren niet van grooten omvang, daar afladers in Roemenië
niet dringend aan de markt waren. De prijzen hebben in
de afgeloopen w’eek weinig verandering ondergaan. Op som-
mige dagen, wanneer Platamaïs zeer flauw was, werd lager
afgegeven, doch ook deze rnaïssoort heeft zich later her-
steld.
De vraag voor ge r st was in de afgeloopen week slechts
matig. De stemming verbeterde, vooral toen de w’aarschijn.
lijkheid groot leek, dat in Duitschland de invoerrechten op
gerst en •de prijzen voor maïs zouden worden verlaagd, om
de boeren ertoe te brengen nnnder rogge als veevoer te
gebruiken. Töt een decisie is men in Duitsehlaucl echter
nog met gekomen en de besprekingen zijn een week uit-
gesteld. De stemming voor gerst is daardoor verminderd
en de prijzen zijn weder iets gedaald. Het aanbod in de
eerste hand uit Roemenië is zeer klein en iie Russen zijn
niet gerst niet aan de markt. Het is dus hoofdzakelijk in de tweede hand, dat zaken worden gedaan. In Canadee-
sche gerst kwamen tot verlaagde prijzen eenige zaken tot
stand. Te Winnipeg was gerst 2 dollarcents per 48 lbs.
lager dan ean week geleden.
i.n h a v e r komen geregeld zaken tot stand, vooral in
Plata- en Canadeesche haver. Aan de termijnmarkt te
Buenos Aires sloot haver 40 centavos per 100 KG. lager,
te Winnipeg
34
dollarcents per 32 lbs.

SUIKER.
De verschillende suikermarkten waren gedurende de ilf-
geloopen week flauw gestemd.
Nadat in A m c r i k a eenige partijen ruwsuiker tot ca.
1.38 d.c. c. & fr. verkocht werden, trokken koopers zich
terug, waardoor de omzetten gering waren.
De notecringen
01)
de N e w-Y o r k s c h e termijnmarkt
brokkelden zoo goed als dagelijks af en bereikten aan het
slot het volgende peil: Dec. 1.22; Jan. 1.20; Mrt. 1.21 Mei 1.24 en Juli 1.29, terwijl de laatste noteering voor
Spot Cenitr. 3.36 bedroeg.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week 26.000 tons, de versmeltingen
32.000 tons tegen 54.939 tons verleden jaar en de voor-
raden 126.000 tons tegen 225.100 tons.
De laatste C u b a-statistiek is als volgt:

1931

1930

1929
tons

tans

tons
Productie ……………3.122.000

4.671.260

5.156.315
Voorr. overgebracht per 1/1 1.390.000

321.000

193.000
Consumptie

…………..129.000

132.000

127.315
Weekontv. afscheephavens 23.684 46.504 19:071
Totaal sedert 1/1 ……..1.984.397 3.478.913 4.644.222
Weekexport ………….33.616 82.443 41.308
Totaal sedert 1/1 . ……… 2.274.578 2.929.634 4.361.020
Voorraad afscheephavens 978.007 860.479 283.294

binnenland …..1.130.415 1.060.347

384.778
De markt in E n g e l-a
ii
cl verliep zeer rustig. Voor
ruwsuiker bestond weinig interesse. De loopende behoeften

AANVOEREN in tons van 1000 KG

Artikelen

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

15-21 Nov.
Sedert
Overeenk. 15-21 Nov.
Sedert
Overee.ik.
1Q31
9
t 30

1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930
1931
1 Jan. 1931
tijdvak 1930

49.260 1.451.159
1.611.850
292
36.237
114.319
1.487.398
1.726.169
Tarwe

………………
Rogge

……………….
24.465 384.826
512.190

1.157
70.733
385.983
582.923
27.315
16.841

338
2.137 27.653
18.978
39.539 1.232.801
964.464
10.047
248.392
172.016
1.481.193
1.136.480
Boekweit …………….3.098

20.166 573.300
595.987
8.918
55.018
51.449
628.318
647.436
..
237.846 205.607

3.476
3.114
241.322
208.721

Male ………………..

Lijnzaad

…………..
‘11.681
183.910
78.615
11.278
393.837
235.375
577.747 313.990

Gerst

………………
Haver

……………..5.945

4.606 107.241
115.194

204
100
107.445
115.294
Lijnkoek

……………
1.043

.

73.921
127.316
403
22.623
39.101
96.544
166.417
Tarwerneel

………….
Andere meelsoorten
1.222
38.848 21.610
306
11.884
5.318 50.732
26.928

1030

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

25 November 1931

van raffinadeurs zijn voorloopig grootendeels gedekt door
de binnenkomende lach ngen ruwsuiker.

01)
de
Lo iid
e
IL
s eb e termijnmarkt daalden dc iiotee-
ringen langzaam. An het slot trad een kleii:ie reactie
in en de noteeringen luiddeti als volgt: Dec. 5h. 614%,
Mrt. 1932 Sh. 617% Mci Sh.
6/9%,
Aug. Sh. 6111% en
Dec. Sh. 7/2% voor Rietsuiker babis 96 pOt. cif.

De Zichtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:

1931

1930

1929
tons

tons

tons

Duitschiand 1/10 ………617.000

166.000

102.000
Tsjecho-Slowakije 1110

232.000

60.000

34.000

Frankrijk 1110 ………..235.000

126.000

130.000

Nederland 1/10 ……….150.000

95.000

75.000

België 1110 …………..72.000

34.000

36.000

Hongarije 1/10 …………20.000

14.000

11.000

Polen 1110 ……………226.000

118.000

34.000
UK. 1/10 Geïmp. suiker

141.000

185.000

245.000
1/10 Binnenl.
.,

1.000

2.000

4.000

Europe

……………..1.694.000

800.000

671.000

V.S. alle havens 3f10 ……459.000

393.000

933.000

Oubaansche .. 3/10 ……1.092.000

1.140.000

466.000

Cuba binnenland 3/10 . . . 1.245.000

1.240.000

480.000

Java 1/10 ……………2.321.000

1.776.000

1.497.000

Totaal ……6.811.000 5.349.000 4.047.000
in (leze statistiek werd voor het eerst de voorraad op
Java opgenomen, waardoor in een langgevoelde leemte is
voorzien.

O .J
a v a heeft de
V.I.S.P.
slechts ca. 2.000 tons Supe-
rieur en 2.000 tons No. 16 &/hooger kunnen verkoopen.

H i e r te 1 ie n de was cle stemming gedrukt. Het ge.
ringste aanbod werkte deprecieerend op koopers. Aan het
einde der week waren de noteeringen op de A m s t e r-
d a m s c h e termijnmarkt nog slechts een fractie hooger
dan eindc September 1930, toen het laagste punt bereikt
werd.
Het slot der afgeloopen week luidde: Dec.
f
7-; Mrt.

f
7% ; Mei
f
7 en Aug.
f
7718.
])e omzet bedroeg 2200 tons.

KOFFIE.

[ii eTen toestand van het artikel kvam sedert het laatste
Overzicht niet de minste verandering. Berichten van eenige
beteekeuis dit Brhzilië werden niet ontvingen en de stem-
ming was zeer kalm. ])e kost- In vrachtaanbiedingen bleven
vrijwel onveranderd, terwijl de Milreiskoers iets aantrok en
thans 4
27
/128
d. noteert.

De voorraad in het binnenland van Santos en
Minas Gcraes bedroeg op 31 October ….24.053.000 balen
op 30 September bedroeg hij …………23.502.000

In October is hij dus toegenomen ni.t . . .

551.000 balen
De toename in Juli/September ii’as ……4.934.000

dus was dc toename in Juli(October ……5485.000’balen
Aangekomen te Santos uit het binnenland
zijn in JulifOctober ……………….4.097.000

zoodat dus in de eerste vier maanden’ van
•het loopende oogstjaar in het binnenland
van Santos en Minas Geraes uit de plan-
tages zijn aangevoerd ……………..9.582.000 balen
Op
dezelfde wijze valt te berekenen, dat in


het binnenland van Rio uit de plantages
zijn aangevoerd ………………….2.509.000
waaruit volgt, dat in totaal in de binnen-
landsche pakhuizen in bedoelde vier

maanden uit dc plantages zijn aangevoerd 12.091.000 balen

Door den Koffie-Raad van Brazilië werd medegedeeld,
dat in de vorige week zijn vernietigd 30.000 balen Rio, 64.000 balen Santos en 10.000 balen Victorie, tezamen
104.000 balen. ))e hoeveelheid, welke vanaf 1 Juli tot op
lieden vernietigd is, edraagt 359.000 balen Ria, 1.609.000
balen Santos en 148.000 ballen Vietoria, tezamen 2.116.000
balen, waarbij nog komt de vôör 1 Juli verniêtigde hoe-
veelheid, bedragende 559.000 halen, hetgeen dus tezamen
een vernietiging aantoont van 2.675.000 balen.
De kost- en vrachtaanbieclingen uit Brazilië in dollars,
shillings of guldens komen, omgerekend •in Engeisch geld
tegen den gondkoers van vOSr 21 September, op het oogen-
blik uit: voor gewoon goed beschreven Superior Santos op
prompte verscheping op ongeveer 38/6
A
39/6 per cwt., voor

STATISTISCH OVERZICH

GRANEN EN ZADEN
– .
ZUIVEL EN EIEREN
MINERALEN

TARWE
R000E

MAIS
GERST
LIJNZAAD
BOTER
AA

EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEUM
H ar

n er
American No.22)
La Plata
A mer.

0.
La Plata
per K.G.
E ammer 0cm. not.
Hollandsche
Mid. Contin.

.
No. 2 loco
Rotterdam,
loco
Rotterdam
loco
loco
0
er am
loco
Leeuwar-
der Comm. Ikmaar
s-
Eiermijn Roermond
bunkerkolen,
Crude
tlm 33.90
R’dam(A’dam
R’damlA’dam
kaas
ongezeefdf.o.b.
periOOK.O. per 100 K.O.
per 2000 K.O.

e
0

per 1960 K.Q.
Noteering
mjerk
100 st.
per

f1.
O!
II.
°Ii
ft.
°!o
fi.

°Io
fi.
°lo
f1.
8
10
f1.
8
10
f1.
O/
fi
°Io
• $
°l
1925
17.20
100,0
13,07
8

100,0
331,50
100,0
236,00
100,0
462;50
100,0
2,31
100,0
6,-
100,0
9,18
100,0 10,80
100,0 1.68 100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50
77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15
88,8

17,90
165,7
1.89 112,5 1927
14,75
85,8
12,47
5

95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
2,03 87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
11,25 104,2
1.30
77,4
1928
13,476
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7 228,50
96,8 363,00
78,5
2,11
91,3
48,05

85,8
7,99
87,0
10,10
93,5
1.20
71,4 1929
12,25
71,2
10,87
5

83,2 204,00
88,1
179,75
76,2 419,25
90,6
2,05 88,7
45,40
81,1
.8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5

56,3
6,225
47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77.0
1,66
71,9
38,45 68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
lan.

1929
12,35
71,8
12,20
93,3
231,50
100,0
194,25
82,3 365,00
78,9
2,25
97,4 45,95
82,1
9,03
98,4
10,10
93,5
1.16
69,0
1ebr.

,,
12,72
5

74,0
12,65
96,7
236,00
101,9
194,75
82,5 357,25
77,2
2,29
99,1
45,40
81,1
9,19
100,1
12,90
119,4
1.11
66,1
Maart


12,63
73,5
12,62
5

96,6
233,00
100,6 191,75
81,3 359,00
77,6
1,95
84,4
44,60 79,6
8,56
93,2
12,00
111,1
1.11
66,1
April

,,
12,12
5

70,5
11,625
88,9
218,00
94,1
185,25
78,5
373,25
80,7
1,81

78,4
40,25 71,9 5,90
64,3
11,05
102,3
1.11
66,1
Mei


11,125
64,!

10,57
6

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50 78,6
1,86
80,5
39,90
71,3
6,16
67,!
11,15
103,3 1.16
69,0
Juni
)ull
10,875
63,2
10,20 11,20
78,0 85,6
193,50
218,50 83,6 94,4
171,25
191,25
72,6
81,0
355,25
415,50 76,8
89,8
1,87
1,88
81,0
81,4

78,6
80,4
6,41
6,88 69,8
74,9
11,25
104,2
1.30 1.30
77,4

Aug.
12,80
13,12
5

74,3 76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4 452,50
97,8
1,93
83,5
46,15
82,4 7,13 77,7
11,25
11,25
104,2 104,2
1.30
77,4
77,4
Sept.

,,
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9 506,75
.
109,6
2,22
96,1
45,25 80,8
8,01
87,3
11,40
105,6 1.30
77,4
Oct.
12,10 70,4
9,87
5

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7
2,28
98,7
50,25
89,7
9,53
103,8
11,25
104,2 1.30
77,4
Nov.
11,715
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8 483,25
104,5
2,20
95,2
50,70
90,5
10,60
115,5
11,35
105,1
1.30
77,4
Dec.

,,
12,625
73,4
9,35

71,5
166,00 71,7 163,75
69,4
482,00
104,4
2,06
89,2
47,50
84,8
9,97
108,6 11,75
108,8 1.30
77,4
Jan.

1930
12,67
5

73,7
9,35
11,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6
43,95
78,5
7,55 82,2
11,75 108,8
121
72,0
llebr.
11,725
68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
2,03
87,9
41,15
73,5
6,90 75,2
11,75
108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4
7,15


54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
1,71
74
1
0
4l;25
73,7
5,18 56,4
11,55
106,9
1.11
66,1
April

,,
11,17
5

65,0
7,62
5

58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00 93,2
1,50
64,9
36,50
65,2
5,16 56,2
11,35
105,1
1.16
6

69,3
Mei
10,45
60,8
6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00 87,6
1,44
62,3
37,20 68,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
1

70,5
luni


10,05
58,4
5,17
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09
55,4
11,35
105,1
1.18
6

70,5
)uli
9,55
55,5 5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8
345,75
74,8
1,72
74,5 39,90
71,3
5,99 65,3
11,35
105,1
1.18
6

70,5
Aug.

,,
9,45
54,9
6,30 48,2
146,00
63,1
116,25

49,3
365,00
78,9
1,58
68,4
40,20 71,8
6,03 65,7
11,35
105,1
1.186
.
70,5
Sept.


8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9 318,75
68,9
1,64
71,0 37,55
67.1
7,23 78,8
11,35
105,1
1.18
70,5
Oct.


7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25 60,8
1,63
70,6
36,90
65,9
8,60 93,7
11,35
105,1
1.186
70,5
Nov.

,,
7,25
42,2
4,25
32,5
94,50 40,8 82,25 34,9 270,75
58,5
1,58
68,4
36,50
65,2
9,63
104,9
10,90
100,9
0.85
50,6
Dec.

,,
7,07e
41,1
4,30
32,9
96,00 41,5
91,00
38,6
247,75 53,6
1,55
67,1-
33,50
59,8
7,97 86,8
10,85
100,5
0.85
50;6
lan.

1931
6,52
5

37,9
4,-
30,6 84,50
36,5
86,25
36,5 207,50 44,9
1,61
69,7
32,25

57,6
6,63 72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
lebr.

,,
5,775
33,6 3,90
29,8
87.50
37,8
85,75
36,3

206,25
44,6
1,56
71,9
33,80
60,4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart

,
5,62
5

32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4

214,00 46,3
1,47
63,6
35,00-
62,5
-4,94
53,8
10,30. 95,4
0.66
39,3
April
5,90
34,3
4,42
5

33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4
31,60
56,4
4,20
45,8

10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0 95,75
41,4
124,00
52,5
189,00

40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5

44,4
10,00
92,6
0.53 31,5
Juni

,
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75 37,5
116,50
49,4
191,50
41.4
1,29
55,8
33,50 59,8
4,30
46,8
10,00
92,6
0.345

20,5
)uli
5,42
5

31,5 4,70
35,9
84,25 36,4
115,75
49,0
211,00
45,6
1,32 57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
10,00

92,6
0.24
14,3
Aug.
4,975
28,9
4,02
5

30,8 74,50
32,2
119,50
50,6
185
1
50′
40,1
1,30
56.3
36,00
64,3
4,98
54,2
10,00
92,6
0.43
5

25,9
Sept.
Oct.
4,775
27,8
29,1
4,27
5

4,475
32,7
34,2
68,00

68,50

29,4
29,6 97,00
94,75
41,1
40,1
164,25 160.25
35,5
34,6
1,27
55,0
53,7 32,25
26,25 57,6
5,776

6,275
62,9
10,00
92,6
0.56 0.56 33,2

2 Nov.
5,-
6,10
‘35,5
5,35
40,9
87,00
37,6
115,00
48,7
184,00
39,8
1,24
1,277
55,0
27,-”
46,9 48,2
6.85
68,4
74,2
9,90 9,90
91,7 91,7
0.56
33,2 33,2
9

,,

–.
6,30 36,6 5,80
44,3
85,00
36,8
117,00
49,6
181,00
39,1
1,17e
50,6
24,50
8

43,8
6,85
74,2
9,90
91,7
-0.71
42,3
16

,,


5,90
34,3
5,50
42,1
78,00
33.7
111,00
47,0
173,00
37,4
1,13
9

48,9
25,-
9

44,6
7,20 78,4
9,90
91,7
0.71
42,3 23

,,

,,
5,65
32,8 5,60
42,8 81,00
35,0
116,00
49,1 160,00
34,6


7,45
81,2
9
1
90
91,7
0.71
42,3
1)
Men zie voor de toelicnting op oezen staat de nummers van 8 en 15 -Augustus
1928
(No.
658
en
659)
pag.
689190
en
709.
2)79
Kg. La Plata.
5)
= Western vôi
ring van de huidige offic. not.wijze (Jan. 1928); Barley vanaf 212131; vanaf 912
6415
Z.-Russ.

.

25
November
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

1037

dito Prime op ongeveer 39(6 A 40/3, en voor Rio type New-
York 7 met beschrijving, prompte verscheping, op onge-
veer 311. A, 32/..

De aanbiedingen van Nederlandsch.Indië blijven nog
schaarsch. Er zijn slechts weinig verkoopers, terwijl de prij-
zen meerendeels onveranderd zijn tegen de vorige week.
De noteeringen in de eerste hand zijn op het oogenblik:

Palembang Dobusta, November-verscheping, 14 ct.; Ben.
koelen Robusta, Npvember-verscheping, 15% ct.; Mandhe-
ling Robusta, November-verscheping, 16% ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta, November-verscheping, 20% ct., alles per %
cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.

Aan de Rotterdamsche termijnmarkt bleven de notecrin.
gen geheel onveranderd.

De afzet in loco laat nog steeds te wenschen over, terwijl
de officieele noteeringen ongewijzigd bleven 25 ct. per
% K.G. voor Superior Santos en 23 ct. voor Robusta.

De slot-noteeringen te New-York van het aldaar gel-
dende gemengd contract (basis Rio No. 7)
aren:

Dec.
Mrt.
Mei
Sept.
23 November
……..

$
5.13
$
5.40
$
5.54
$
5.83
16 November
……..

..5,02
., 5.26 ,, 5.36 ,, 5.56
9 November
……..

..5,41
,, 5.64
,, 5.74 ,, 5.92
2 November
……..

.. 5.09
,, 5.30
5.40 5.58
Rotterdam,
24 November 1931.

(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel te Rotterdam.)

Noteeringen en voorraden in Brazilië.

Data te Rio

1

te Santos
I
Wisselkoers
teRio
op Londen
Voorraad

Prijs
t Voorraad
1

Prijs
1
(In Balen)
1
No. 7
1
)
(in Balen)
1
No. 4
1
)

23 Nov. 1931
1

265.000
12.400
1.212.000
15.400
4
T’pence
16

1931
1
275.000
I2.600

947.000
15.400
471, pence
9

1931
1
245.000
12.800
884.000
15.4004
7
3

pence
23 Nov. 19301
279.000
112.250
1.174.000 117.000
5

pence
t)
In

Reis.

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio
te Santos Data

Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1Juli

21

Nov. 1931….
80.000
1
1.614.000
1

506.000 5.270.000
21

Nov. 1930….
82.000 1.340.000
208.000
4.641.000

KATOEN.

Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaan8che havenB.

(In dulzendtallen balen)

1
Aug.
’31
Overeenkomstige periode
tot
13Nov.’31
1930

1929

g
4096

5257

5066

Uitvoer naar Gr.Brittannjë

282

467

517
‘t Vasteland etc.
1

939

1706

1755
het Orient ….

919

450

430

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

Overeenkomstig tijdstip
13Nov.’31
1930

1929

Amerik. havens ……….
4609 3942
2499
2051
1684
1409
.

228
229
90

Binnenland

………….
New-York

……………
661 491
New Orleans ………….716
tiverpoo1

……………
220 265 256

THEE.

In cle afgeloopen week hadden de gewone kwaliteiten te Londen een betere markt en waren ten volle prijshou-

N
GROOTHANDELSPRIJZEN’)

METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN

ZILVER
ash Londen
IJZER
Cleveland
KOPER
Standaard
TIN

t

LOOD
KATOEN
Middling

1

WOL
gekamde
WOL
gekamde
Australische,
KOE-
HUIDEN
KALK.
SALPETER
per
Foundry No.3
f.o.b. Locoprijzen
locopriJzen
Londen per
Locoprijzen Londen
locoprjzen
Australische,
Merino, 64’s Av.
CrossbredColo-
Gaaf,
open
Old. per
Standard
(junce
Mlddlesbrough
Eng. ton
per
Londen
per Eng. ton
Eng. ton
per Eng. ton
New-York
per Ib.
loco Bradford
nial Carded,
50’s Av. loco
kop
57-61 pnd.
100 1(0.
netto per Ib.
Bradford per Ib.
ence
O/
Sh.
olo
£
11
0

Oj
£
Oj
$
cts.
O(
pence
Olo
pence
o(0
f1.
Oj
f1.
°Io
2
1
(8
100,0
731- 100,0
.

62.116
100,0
261.171-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
gul
le

89,3
8616
118,5
58.11-
93,5
290.1716
111,1
31.1(6
85,3
17.55
755
47,25
85,9
.
24,75 83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
6I4

.
83,3
731-
100,0 55.141- 89,7
290.41-
110,8
24.41-
66,4
17,50
75,3
48,50
88,2
26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
6
1
(1
81,1
661-
90,4
63.16j-
102,8
227.51-
86,8
21.11.
57,8
20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
471
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.156
77.8
23.51-
63,8
19.15
82,4
39,-
70,9 25,25
85,6
32,25
92,9
10,60
88,3
VS!,
6

55,4
67!-
91,8
54.13/-
88,0
142.5!-
54,3
18.1/6 49,6
13,55
58,3
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82.0
5114
81,8
661-
90,4
75.1016
121,7
222.716
84,9
22.2/-
60,7
20,20
86,9
46,75
85,0
28,75
97,3 37,50
108,1
11,70
97,5
57/
9

80,7 66/6
91,1
78.-/6
125,7
222.111-
85,0
23.2/6
63,5
20,10
86,5
44,25 80,5
27,75
94,1
34,50
99,4
11,70
97,5
6
81,0
671-
91,8
89.81-
144,0
221.0/6
84,4
25.8
1
6
69,7
21,25
91,4
44,00 80,0
27,50
93,2
36,-
103,7
11,70
97,5 80,2
68/-
93,2
82.1716 133,5
207.516
79,2
24.16/-
68,0
20,45
88,0
43,25
78,6 27,25
92,4
33,50
96,5
11,70
97,5
5
116
78,1
6916
95,2
75.416
121,2
197.5/6
75,3 23.191-
65,8
19,40
83,4
41,50 75,5
26,25
89,0
30,50
87,9
11,70
97,5
41/4
75,6
711-
97,3
74.111-
120,1
200.5/-
76,5
23.141-
65,1
18,75
80,6
40,00
72,7
25,75 87,3
34,50
99,4
11,70
97,5 4
116
75,7
7216
99,3
72.1216 117,0
209.516
79,9
22.16/-
62,6
18,65
80,2
38,75 70,5
24,75
83
1
9
32,25
92,9
9,18 76,5
45(
75,7
7216
99,3
73.171-
119,0
210.11!.
80,4
23.31-
63,6
18,60
80,0 37,00
67,3
24,00 81,4 29,75
85,7
9,28
77,3
3
116
73,9
7216
99,3
74.19/-
120,7
205.516
78,4
23.111-
64,7
18,90
81,3 34,25
62,3
23,75 80,5
31,25
90,1
9,39
78,3
3
1
118
71,8
7216
99,3
72.16/-
117,3 188.916
72,0
23.4/6 63,8
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50
76,3


9,49
79,1
2
11
116
70,7
7216
99,3
70.51-
113,2
182.-/6
69,5 21.131-
59,4
17,50
75,3
34,25
62,3
23,00
78,0 27,25
78,5
9,70 80,8
211
4

69,3
7216
99,3
68.616
110,1
178.18/6
68,3
21.916
59,0
17,25
74,2
31,25
56,8
21,25 72
1
0
27,75
80,0
9,90
82,6
O’/,&
65,3
7216
99,3
71.916
115,1
174.131-
66,7
21.111- 59,4
17,15
73,8
29,50
53,6
19,25
65,3
26,63 76,7
10,11
84,3
1
1
18
62,6
7216
99,3
71.1216 115,4
174.41-
66,5
21.41-
58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
24,50
70,6
10,21
85,1 11/
59,5
701-
95,9
68.1916
III 1
165.181-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9.

69,2
10,21
85,1
1
9
/18
61,0
6716
92,5
61.31-
985
161.1716
61,8
18.616
50,3
16,45
70,8
27,25
49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
3
15
/1
59,0
6716
92,5
53.91-
86,1
145.-/-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75
52,3
.

18,00
61,0
26,25
75,6
10,21
85,1
51
116
50,0
6716
92,5
50.116
80,7
136.416
52,0
17.19/- 49,3
14,50
62,4 27,75
50,5
17,50
59,3 26,63
76,7
10,21
85,1
5
49,9
6716
92,5
48.21- 77,5
134.1716
51,5
18.31.
49,8
13,10
56,3
21,00
49,1
16,75
56,8 24.25 69,9
9,18
76,5
6/8
51,0
651-
89,0
47.151-
7139
135.516 51,7
18.61.
50,2
11,95
51,4 27,25

.
49,5
16,50

.
55,9
24,88
71,7
9,28
77,3
3u1
18

52,0
6316
87,1
46.61-
74,6
132.61-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4
26,50
76,4
9,39
78,3
5
1
!
51,5
6316
5

87,1
43.-1-
69,3
117.131-
44,9 15.15/- 43,2
10,55
45,4 24,50
44,5
14,50
49,2
26,25 75,6
949
79,1
1
5
1
51,9
6316
6

87,1
46.816
74,8
113.161- 43,5 15.18/6
43,7′
10,85
46,7
24,00
43,6
13,00
44,1
25,25 72,8
9,70 80,8
5
5
18
51,9 63166
87,1
47.66
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9 9,95
42,8
22,50
40,9
12,50
42,4

72,0
9,90 82,6
1
7
18
43,2
6016
82,9 45.7/6
73,1
116.81-
44,4
14..16
38,5
10,30
44,3
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
?
1
/
38,9
5816
80,3
45.116
72,6
117.-16
44,7
13.516
36,4
10,95
47,1
21,75 39,5
12,00
40,7
22,53
64,8
10,21
85,1
3
1
/16
41,8
5816
80,3
45.116
72,6
122.11-
46,6
13.316
35,2
10,90
46,9 25,25 45,9
14,50
49,2
22,75
64,1
10,21
85.1
3
1
18
40,9
5816
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50 44,5
14,50
49,2
22,25
64,1
10,21
85,1
2
15
/,6
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6 9,40 40,4
23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
.

10,21
85,1
271s

.
40,1
58(6
80,3
35.6/6
58,5
106216
40,5
11.1116
31,8 9,10
39,1
22,00 40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21
85,1
3114
41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.15(6
35,1
9,25
39,8
22,25
40,5
12,50
42,4
20,25 58,4
8,26 68,8
13
/,6
39,9
5816
80,3
32.151-
52,8
114.1916
43,9
11.1916
32,9
7,20
31,0
22,25
40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
311
4

41,2
541-
74,-
29.91-
47,4
109.3/-
41,7
10.1916
30,1
6,55
28,2
20,00
36,4
11,00
37,3
18,-
51,9
6,50
54,2
1
43,6
47/-
64,4
28.7/6
45,7 1
102.1016
39,2
10.121.
29,1
6,30
21,2
19,50
35.5
10,75
36,4
17,50
50,3
6,65
55.4
1
13
/18
46,1
471-
64,4
28.61-
45.6
102-1-
39,0
10.161-
29,6
6,75
7

29,0 20,25
10

36,8
11,25
10

38,1
6,80
56,7
5
7
18
52,5
471-
64,4
30.181-

1
49,8
105.61-
40,6
12.-!-
32,9 6,55
8

28,2
20,25″
36,8
11.00U
37,3
6.80
56.7
1
3
/8
44,7
471-

J
64,4
30.121-
4′
106.81-
40,6
12.-!-
32.9
6,20
9

26,7
20,00″
36,4
11,50″
39,0
6,60
567
1
6!
45,5
471-
64,4 i
27.21-

1
43,7
1

108.141-
41,5
12..!-
32,9 6,80 56,
,
7
voering
van dehuldige
officieIe
noteeringswiize
(Jan. 1928);vanaf
IS
Dec.1929
74(5
K.G. Hongaarsche;
vanaf 26
Mei1930
Z.-Rusische.
4)

Malting
vôôr
de •nvoe-
Dteering
Schotland
5916.
6
)58/…
7)
6 Nov.
8
)
13 Nov.
0)
20 Nov.
10)
5 Nov.
11)

12 Nov. 12)
19 Nov.

1038

ECONOMISÇH-STATISTISCHE BERICHTEN

25
November
1931

dend. Daarentegen waren de duurdere theeën weer goed-
kooper, tengevolge van achteruitgang in kwaliteit.
De Vereeniging voor de thee-cultuur in Ned.-Indië pu-
bliceerde deze week eenige statistieken van den aanvoer
en uitvoer in Nederland en Engeland.
In Nederland bedroeg de aanvoer gedurende de maand
October 1.523.000 KG. (v.j. 1.183.000 KG.). Gedurende Jan.
October waren deze cijfers 17.544.000 KG.
(v.j.
16.735.00
KG.). De invoer tot verbruik beliep gedurende October
1.034.000 KG., tegenover 945.000 KG. in October 1930.
Voor
Januari!October
was deze hoeveelheid 10.584.000 KG.
(v.j. 9.379.000 KG.). De uitvoer van thee bedroeg h.t.l. in October 749.000 KG. (v.j. 684.000 KG.). Voor de periode
Januari!October bedroeg de uitvoer 6.393.000 KG. (v.j.
7.053.000 KG.).
In Engeland beliepen de aanvoeren gedurende October
1931 62.199.000 lbs. (1930: 63.989.000 lbs.). Voor Januari/
October 1931 waren deze aanvoeren 412.039.000 lbs. (1930:
424.812.000 lbs.). De uitvoeren bedroegen gedurende Octo-
ber 1931: 10.820.000 lbs. (v.j. 9.826.000 lbs.). Gedurende
JanuarifOctober 74.368.000 lbs. (v.j. 75.251.000 lbs.).
In October voerde Noördelijk Britsch-Indië 48.459.000
lbs. uit, tegenover 43.792.000 lbs. in 1930. Voor het tijdvak
AprilfOctober bedroeg deze uitvoer 196.527.000 lbs., tegen-
over 206.933.000 lbs. in dezelfde periode van 1930.
Ceylon exporteerde gedurende October 16.250.000 lbs.
(v.j. 15.600.000 lbs.). Gedurende JanuarifOctober warei
deze uitvoeren ten bedrage van 206.897.000 lbs., tegenover
205.264.000 in dezelf(le periode van 1930.

Amsterdam, 23 November 1931.

Statistiek der firma G. Duuring
&
Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 November in duizenden balen.

1931

1930

1929

1928
1927
Voorraad in Europa….

2.270

1.627

1.847

1.930 1.494
Stoomend (Brazilië …

644

470

632

557
721

11.
Europa

Oost-Indië.

101

90

140

163 147

3.015

2.187

.2.619

2.650
2.362

Voorraad Ver. Staten
1.637
828
686
693
634
Stoomend
)Brazi!i

….
539
511
510
593
707
naar
5
3
15
– –
Ver.StatenJO08tu1(h1ë

5.196 3.529
3.830
3.936 3.703

Voorr. in Pernambuco
3
19
3 7

Bahia


12
18
23
25
37

,,

,,

Victoria …
66
28 23
109.
143
Riode’Janeiro

249
238
261
275
391

,,

•.,,

Santos

….
780
1.119
866
942 966

,,

,,
Paranagua.
52
70
63
38

Totaal …. t ‘6.358
0
5.021
0
5069
0
5.332
‘5.240
Op 1 October
.
.-..
f
‘6.512
‘5495
*5.222
‘5.365
‘4985
Op

1

Juli

……..t
‘6.397
0
5593
‘5.338
0
5.729
‘4.720

‘Niet inbegrepen de
binnen!, voorraden in
Brazilië.
Niet

inbegrepen
de
gouvernementsvoorraad
van Sao
Paulo 2.600.000 1 October
2.625.000,
1 Juli 2.700.000
balen.

De binnenlandsche voorraden te

Santos
Rio de Janeiro’

1
Juli
1927
3.312.000
balen
1
October
1927
9.570.000
1
November
1927
11.049.000
1
Juli
1928
11.872.000
1.180.000 balen
1
October
1928
13.469.000
826.000
1
November
1928
13.669.000
,,
714.000
1
Juli
1929
8.785.000
136.000
1
October
1929
14.892.000
1.023.000
1
November
1929
17.158.000
1.407.000
1
‘Juli
1930
21.210.000
1.621.000
1
October
1930
22.010.000
niet bekend
1
November
1930
22.188.000
2.157.000
1
Juli
1931
18.588.000
572.000

•,
1
October
1931
23.502.000.
1.545.000

Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRLJZEN.

DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS

RUBBER’)
SUIKER
KOFFIE
THEE
Bruto-
gewichtv,l.
VURENI

IOUT
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
basis
7

f.o.b.
Robusta

AS. N.-I. theev.
COPRA

Ned.-lnd. f.m.s.
buit, handel
liii

0>

11

Zweden!
Sheets

suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr
.
per
100 K.G.
Nederland
1925

100

C’2

O
11

Finland
loco Londen
R’dam!A’dam.
per 100 K.O.
Rofterdam
per ‘j

K.G.
Java- en Suma-
tratheep.'(,KO.
Amsterdam

=
____________
In-

Uit-
voer
1
voer
per lb.

,>
1-

t
°io
Sh.
0!
0

ii.
1925
159,75
100
2111,625 100,0 18,75
1926
153,50
96,1
21-
67,4
17,50
1927
160,50
100,5
116,375
51,6
19,12
5

1928
151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
1929
146,00
91,4 -110,25
28,8
13,-
1980
141,50
88,6
-15,875
16,5
9,60
Jan.

1929 152,50
95,5
-19,875
27.9 13,77′
Febr.

,,
150,00
93,9
1(-
33,7
13,37
6
Maart
147,50
92,3
110,125
34,0
13,50
April
147,50
92,3
-1
1
0,5
29,5
13,37
6

MeI
145,00
90,8
-110,875
30,5
12,25
Juni

,,
147,50
92,3
-110,625
29,8
12,00
Juli

,,
145,00
90,8
-jll
30,9
13,426
Aug.

,,
145,00
90,8
-110,5
29,5
13,00
Sept.

,
145,00
90,8
-110,125
28,4
13,476
Oct.

,,
142,50
89,2
-19,625
27,0
13,30
Nov.
142,50
89,2
-18,125
22,8
12,50
Dec.

,,
142,50
89,2
-18
22,5
12,07
5

Jan.

1930
147,50
92,3
-17,375
20,7
11,67
6

Febr.

,,
147,50
92,3
-18
22,5
11,40
Maart

,,
147,50
92,3
.
..17,(325
21,4
10,70
April

,,
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
Mei

»
145,00
90,8

1
6,875 19,3
9,80
Juni


145,00
90,8
-16,125
17,2
9,775
Juli

,,
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,27
5

Aug.

,,
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50
Sept.

,,
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,976
Oct.

,,
132,50
82,9
-1
4

11,2
8,62
6

Nov.
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,75
Dec.

,,
130,00
81,4
-1
4
,3
75

12,3
8,20
Jan.

1931
125,00
78,2
-1
4
,
25

11,9
8,20
1″ebr.

,,
125,00
78,2 -13,875
10,9
8,20
Maart


125,00
78,2
-13,75
10,5
8,30
pril

,,
125,00
78,2
-13,
1
25
8,8
8,57
5

A
ei

,,
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50
uni
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,57
5

Juli

.
110,00
68,9
-13
8,4
8,77
5

Aug.


100,00
62,6

1
2,5
7,0
7,90
Sept.
100,00
62,6
-(2,375
6,7
7,52
5

Oct.
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,55
2 Nov.
100,00
62,6
-12,3125 6,5
7,25
9

,,
100,00
62,6
-12,5
7,0
7,50
16
100,00
62,6
-12,3125
6,5
7,25
23
100,00
62,6
-12,375
6,7
7,25

1)
Jaar-

en
maandgem.
afger.
op
Its
pence.
2)5
Nov.

cts.
Ol
o

cta.
Olo
/
0(
61,375
100,0
84,5
100,0
35,87
6

100,0 100
55,375 90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112
46,875
76,4
82,75
97,9
32,625
90,9
113
49,625
80,9 75,25
89,1
31,87′
88,9
118
50,75
82,7
69,25
82,0
27,37
0

76,3
122
32
52,1
60,75
71,8
22,62′
63,1
124
53,125 86,6 77,25
91,4
29,-
80,9
III
54
88,0 74,25
87,9
28,62′
79,8 75
54
88,0 72,75
86,1
27,62
5

77,0 82
54
88,0
74,25
87,9
26,75 74,6
110
54 88,0
73,50
87,0
25,87
6

72,1
135
54
88,0
69,50
82,2
24,87′
69,3
137
54
88
1
0
68,50
81,1
27,50
76,7
144
53,50
87,2
64
75,6 27,25
76,0
151
51,75
84,3
64
75,6
28,25
78,7
135
48,50
79,0
66
78,1
27,50
76,7
137
41,75

,
68,0
66,50
78,7
27,25
76,0
128
36,75
59,9 60,75 71,8
27,125
75,6
123
3

35
57,0
60,50
71,6
26,875
74,9
128
3

35
57,0
58,25
68,9
26,37
5

73,5
112
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
3

35 57,0
59,50 70,4
26,12
6

72,8
115
3

34,75
56,6
58 68,6 25,50
71,1 132
33
53,8
58
68,6
22,87
5

63,8
131
5

31,50
51,3
55,50 65,7 21,75 60,6
138
3

29,50
48,1
55,25 65,4
20,-
55,7
129
5

28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122
0

29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
7

29
47,3
68,25 80,8
19,37
5

54,0
121
7

29
47,3
66,75 79,0
19,-
53,0
105
7

28
45,6 66,25
78,4
18,25
50,9
121 7

26,25
42,8
53
62,7
18,12
5

50,7
96
3

25,50
41,5
45 53,3
18,625
51,9
107
7

24,75 40,3
43
50,9
17,50
48,8
110
25
40,7
40,25
47,6
15,37
5

42,9
114
25,75
42,0
39,50
46,7
14,125
39,4
127
27
44,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138
25,50
41,5
38,50
45,6
14,12
5

39,4
122
23,75
38,7
37,50
44,4
13,370
37,3
125
23
37,5 37,75
44,7
13,25
36,9 119
23
37,5
36,50
2

43,2
13,75 38,3 23
37,5
14,125-
39.4
23
37,5
.
14,125
39,4
23
37,5

13,125
36,6
N.B. Alle
Pondennoteeringen vanat
21
Sept.
zijn
op

100
.

100,0
100,0
128
93,2 92,9
116
95,4
89,5
128
96,4 87,6
132
91,6 82,6
135
75,5
69,4
119
94,2 84,6
83
94,2
85,4
III
94,8
85,8
142
92,9
83,9
144
91,6
81,7
134
91,0
81,9
147
91,0
83,7
149
91,6 83,6
144
91,0
82,0
146
90,3
80,5
143
88,4
78,8
125
87,1
78,8
136
84,5
76,9
126
81,3 75,2
131
78,7
74,2
127
78,7 72,8
132
76,1
72,0
133
76,1
70,4
141
74,2
69,3
145
73,5
67,9
126
72,3
65,4
152
71,6
64,6
139
71,0
63,3
129
69,0
61,3
132
67,7
59,2
121
67,1
59,4
140
66
1
5
59,1
138
65,8
58,4
141
65,8 56,8
133
64,5
56,8
153
62,6
55,8
142
60,6
55,6
146

58,7
146 1 58,7

poudbasls omgerekend’

Auteur