Ga direct naar de content

Jrg. 16, editie 784

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 7 1931

“i JANUA11
1981

At71?EËOîÏT VÖÔPEPOtJDF1V.

Economisch-Statstische

Benchten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

16E JAARGANG

WOENSDAG 7 JANUARI 1931

No. 784

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Mr. Dr. G.
M. Verrjn Stuart
ECONOMISCJ!-STA7’ISTÏSCIJE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ilasselt; Jhr. Mr. L.
H.
van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. S. II. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren gers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schithui;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. S. de Vries.
Gedelegeerd lid:
Prof.
Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.
Redacteur.Secret aria: II. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
6 JANUARI 1931.

i)e geldbehoefte voor de jaarswisseling was vrij
omvangrijk en veroorzaakte gedurende de afgeloopen
berichtsweek een vaste stemming op de geidmarkt.
Ook na de jaarswisseling bleef de vraag naar geld,
zoowel op prolongatie, (meerdere levendigheid op de
effectenmarkt), als op cali vrij groot. Alleen voor
wissels was het aanbod van geld al spoedig weder groo-
ter.
Wraar
er steeds meer geidgevers zijn, die aan be-
legging in wissels de voorkeur geven en het wissel-
materiaal daarentegen door de sterke inkrimping van
den goederenhandel zeer beperkt is, kan een daling
van den rentevoet niet uitblijven. Bovendien had de
verdere verlaging van de officiëele tarieven in New-
York en Parijs tot 2 pOt. een stimuleerenden invloed. Nadat dus op Dinsdag voor wissels tegen geld op den
ultimo met 1% pOt. het hoogste punt bèreikt was,
werd daarna weder terugloopend voor 1
5
/8
pOt. tot
1% pOt. afgedaan en gisteren was er voor prima
papier weder voor
1/16
pOt. en ook nog iets lager
plaatsing te vinden. Cailgeld was opgoloopen van
1% pOt. tot 2% pOt. en bleef zelfs gisteren nog zoo ge-
zocht. De prolongatierente schommelde tusschen 2%1
3% pOt. en 2%/2%. pOt.; noteering gisteren 2% pOt.
* *
*

Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank
geeft de post binnenlandsche wissels een stijging van

f
900.000 te zien. De beleeningen blijken met
f
16.9
millioen te zijn toegenomen. Het tegoed van het Rijk,
dat de vorige weekstaat had aan te wijzen, blijkt ge-
heel te zijn afgelost, om plaats te maken voor een
debetsaldo van de schatkist, ten bedrage van
f
500.000.
De goudvoorraad der Bank bleef nagenoeg onge-
wijzigd; de zilvervoorraad liep met
f
200.000 terug.
De post papier op het buitenland
blijkt
met
f 100.000
te zijn toegenomen, terwijl de diverse rekeningen op
de actiefzijde der balans een daling van
f
2.8 mii-
lioen te aanschouwen geven.
De biljettencirculatie vemeerderde met
f
18.2 mii-
lioen. De rekening-courant-saldi van anderen namen
met
f
2.4 millioen toe. Het beschikbaar metaalsaldo

daalde met
f
5.7 millioen. Het dekkingspercentage
bedraagt nagenoeg 51.

Zoodra de voorzie’ningen voor de jaarswisseling wa-
ren getroffen en men tevens ging inzien, dat deze
niet al te veel moeilijkheden zou opleveren, hebben de

koersen der hoofddeviezen de richting naar boven
ingeslagen. Het Pond steeg hier van 12.06 tot 12.06%,
om echter op 12.06% te sluiten. Dollars kwamen hier van 2.4820 op 2.4844; slot 2.4840. Dollars in Londen
verbeterden van 4.8587 tot 4.8560. Marken bleven onzeker: 59.13-59.17-59.13. De discontoverlaging
had op den Franschen koers hier te lande weinig uit-werking; zij ging •door het vaste Pond teniet: 9.75% —9.75. Belga’s wat gemakkelijker 34.66% na 34.70.
Zwitsersche Franken liepen van 48.20 tot 48.14 terug;
Skandinavische deviezen wat hooger. Spaansche Pe-
seta’s onregelmatig: 25.70-25.20-26.10. Rupees 80%.
Yen 1.23%. Shanghai Taels: 84. Honkong Dollars
64%. Rio lager op 23, na zelfs nog tot ca. 22%. te zijn teruggeloopen. Ook Argentijnsche Pesos onzeker: 70-
77-79-77%. Uruguay Dollars 1.81. Meicaansche
Dollars veel beter op 1.16%.

Op de
termijnmarkt
heeft het agio wederom voor
een disagio plaats gemaakt: Een- en drie-maands Pon-
den sloten resp. % disagio tot pari en
5
/i6-
3
/I,
Dollars
2 punten disagio tot pari en 5-3 en Marken 3%-3
en 17-16.

LONDEN, 5 JANUARI 1931.

J)e bedragen, welke de markt genoodzaakt was voor
en op den 31sten December van de Bank van Enge-
land te leenen, waren toch grooter dan verwacht
was, flat gebeurt niet vaak, dat de datum, waar-
op de wekelijksche Bankstaat wordt cipgemaakt,
samenvalt met den laatsten dag van het jaar. Het was
daarom ditmaal mogelijk, daar de bankstaat nu ook
meer
bijzonderheden
geeft dan vroeger het geval was,
om met grootere juistheid vast te stellen, welken om-
vang de faciliteiten, aan de markt verleend, hadden
aangenomen: Ook hier was het totaal bedrag grooter,

dan verwacht was. flat creditsaldo der banken was
met £ 76 millioen gestegen, waarvan ongeveer £ 30
millioen door het gouvernement werd geleend voor
interest- en andere betalingen, terwijl de rest onge-
veer het door de markt opgenomen bedrag vertegen-
woordigt.
Daggeld was onder die omstandigheden behalve op
31 December zeer gemakkelijk en tot zeer lage prij-
zen verkrijgbaar, welke toestand nog wel eenigen tijd
zal aanhouden, totdat de terugbetalingn aan de Bank
hebben plaats gehad (pl.m. 10 Januari).
Parijs heeft het voorbeeld van New-York gevolgd,
door verlaging van het officiëele disconto tot 2
pOt., hetgeen het disconto hier momenteel nog flau-
wer stemde, zoodat de noteering verleden week tot
2Y8-
5
/sc
voor bankaccepten terugliep. Het is niet aan
te nemen, dat ook Londen het gegeven voorbeeld zal
volgen, want de toestand is hier ten opzichte van
goudvaluta’s een geheel andere dan in New-York en
Parijs.
Eigenlijk
is het disconto-type hier al reeds
langen tijd veel te laag, want Londen is er bij geïn-
teresseerd de buitenlandsche saldi zoo lang mogelijk te behouden, hetgeen alleen kan geschieden door het
betalen van een aantrekkelijke rente.
De Dollar- en Franc-koersen hebben maar nauwe-
lijks op de veranderde discontokoersen gereageerd.

26

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

EEN ONPRACTISCH PLAN.

Van al de in de laatste jaren ondernomen, en vrij-
wel zonder uitzondering mislukte, pogingen tot kunst-
matige oph ou ding yan productenprijzen door terzijde-
zetting van voorraden, productie-beperking e.d. is er
wel geen, die op de objectief oordeelenden buiten-
staander een zoo onbevredigenden indruk maakt als het

plan, dat, genoemd naar zijn initiator, den New-
Yorkschen advocaat Thomas Chadbourne, gegroeid is
uit lange en moeizame onderhandelingen tussclien
Amerikaansche, Oubaansche, Javasche en Europee-
tche suikerproducenten.

De treurige ervaring, met vorige plannen van dien
aard opgedaan, spreekt zoozeer voor zichzelve, dat het
eigenlijk overbodig lijkt daaraan te herinneren en
men zich slechts kan verwonderen over de instem-
ming, d.ie het zôo gebrekkig gefundeerde enzoo wei-
nig overtuigende project-Chaclbourne -bij een deel der
belanghebbenden bij de Java-suikerindustrie heeft
gevonden.

Op het oogenblik, dat deze regels geschreven wor-
den, zijn de te Brussel afgebroken onderhandelingen
nog niet hervt, en officiëel heet het plan daarom
voorloopig van de baan te zijn. Echter zou het meer
clan vreemd wezen indien de heer Ohadbourne, na het
reeds bereikte – voor hemzelf misschien wel onver-
wachte – succes, verder van zijn plan afzag. Immers
wijst alles er op, dat hij niet met ledige handen kan,
wil en mag terugkeeren tot zijn eigenlijke lastgevers,
de groote New-Yorksche banken, die zich zoo deerlijk
in hun suikerpolitiek hebben vergist en nu hopen,
althans een deel van de enorme, in Cuba vastgelegde
kapitalen te redden op den kruin van een korten prijs-
golf, dien zij door middel van het plan meenen te kun-
nen verwekken. De houding der Duitsche producen-
ten maakt den indruk, dat zij dit Amerikaansche
spel doorzien en op verdere concessies rekenen, en
zulks temeer, daar zij •den factor ,,Tijd” als bondge-
noot aan hun zijde weten (half Januari begint de Cu-
baansche su:ikercampagne; véérdien moet over het
plan beslist zijn om de voorgenomen restrictie te
regelen). De waarschijnlijkheid lijkt daarom groot,
dat de heer Chadbodrne het ten slotte toch vel met hen
eens zal worden, en dan natuurlijk ten koste van
Cuba, cii in het
bijzonder
van de kleinere Oubaansche
producenten, die in elk geval het kind van de Ame-
rikaansche rekening worden en ,,het plan” dan ook
met feiheici bestrijden. (Het is bekend, dat het revo-
lu tionnaire, anti-Amen kaansch gezirrde, Cubaansche
Nationale Comité nog véér den aanvang der- Amster-
darnsche conferentie het bestuur der V.J.P. telegra-
fisch gewaarschuwd heeft, dat eenigerlei, met de
Chadbourne-commissie te maken afspraak bij even-
tueele omverwerping van het huidige Oubaansche
régime als van nul en geener waarde zou worden be-
schouwd).

Treedt eenmaal Duitschland toe tot de Brusselsche
overeenkomst, dan zal (leze met bekwamen spoed ter
ratificatie worden voorgelegd aan de verschillende,
achter de respectieve delegaties staande groepen van
producenten; in de meeste gevallen zullen ook de res-
pectieve regeeningen een woord hebben mee te spre-
l.cen. Wat Java betreft, zullen dan in de eerste plaats
eigenaren van suikerfabrieken moeten besluiten of
zij het, voorloopig door de V.T.P.-delegatie aange-
gane accoord wenschen te aanvaarden, waarna dan de
Nederlandsch-Indische regeering zal hebben te be-
slissen, of zij bereid is uitvoering mogelijk te melden
door wettelijke maatregelen, zooals bijv. een stelsel
van uitvoer-verboden resp. uitvoer-lice.icities. (Dat dergelijke maatregelen ten eenenmale in strijd zou-
den zijn met onze traditioneele hardeispolitiek niet
alleen, maar ook en vooral met de dooronze regeering
formeel aanvaarde conventie-Colijn in zake afschaf-
fing van in- en uitvoerverboden, blijve hier nu maar
even onbesproken).
Onder deze omstandigheden is het wellicht toch de

INHOUD.

Blz.
EEN ONPRAOPISCH PLAN
door
J. Ii.
Cohen

26
Spoorwegtari’en als
hulp
aan den
tuinbouw II (Slot)
door S. A.
Reitsma ………………………….27
De geidmarkt in
1930
door
J. A. F. Ch. H. van den Broeke 30
Beleggen en beleggingsmaatschappijen door
L. W. E.

Rauwenhoff

………………………………32
BUITENLANIJSCHE MEDEWERKIC:
Industriële ontwikkvling in Suid-Afrika 1 door
Dr.
C.
G.
W.
Schurnann ……………………..33
AANTEEKENINCEN: Het prijsverloop van groothandelsartikelen gedu-
rende het vierde kwartaal van
1930 1……….36
Het Verdrag van Olo ………………………
41
BOEKAANKONDIQINOEN:
Dr. Fritz Meyer: Die Kapitalanlagen europaischer
und amerikanischer Lebensversicherungsgesell-
schaften ………………………………
42
MAANDCIJFERS:
Indexeijfers van Nederlandsche aandeelen ……..
42
Giro-omzet bij De, Nederlandsche Bank …………
43
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
………………
43-48
Oeldkoersen.

Bankataten.

Verkeerswezen. Wisselkoersen.

Goederenhandel.

moeite waard, het plan-Ohadbourne aan een kritisch
onderzoek te onderwerpen; temeer bestaat hiertoe
aanleiding, nu in dit tijdschrift
1)
twee ter zake des-
kundigen zich ten gu’nste van dat plan hebben uitge-
sproken, zij het ook in termen en onder reserves, welke
aan die uitspraken alle overtuigende kracht ont-
.n emen.

Zoo verklaart wel de heer A. V(olz) met groote
stelligheid (hoewel zonder eeniige motiveening), dat
,,gerust mag worden aangenomen, dat het invoeren
der voorgestelde restricties tot hoogere suiker-
prijzen zal leiden.”, maar hij laat er de vraag op
volgen of Java dat goedkooper kan produceeren dan
alle andere producenten, niet te ver is gegaan door
zich voor 5 jaren te verbinden, en dit nog wel in een
tijd van onzekerheid, nu ,,-de gebeurtenissen met elke
statistiek spotten” en bijv. Rusland een factor van belang is, waarmede men gemakshalve te Brussel maar liever heelemaal niet gerekend heeft. Voorts
vraagt hij of men
nrcl
waarborgen heeft tegen en aan-
gename consequenties van een mogelijke revoluti.e op
Cuba; wat liet effect zal zijn op Java’s export bewes-
ten Suez enz.

Dat echter niet alleen de gebeurtenissen, maar
ook de voorstellen van den heer Chadbourne spotten
met elke statistiek,
bewijst
de tweede schrijver, Dr.
Mikusch, de bekende statisticus, wanneer hij eerst
becijfert, dat het in 1030/’31 te verwachten productie-
overschot van 2.7 niiliioen ton de sinds
7
jaren geac-
cumuleerde werelcivoorraden doet stijgen tot 6% mi!-
lioen ton, om dan te betoogen, dat het’ plan-Ohad-
bourne 2.555.000 ton tijdelijk uit de markt neemt.
hetgeen dan toch altijd nog een kleine 4 millioen ton
overtollige suiker op cle markt laat drukken

Dr. Mikusch geeft zich zelfs de moeite, in allen ernst te wijzen op nog een ander voordeel van het
Chadbourne-plan. Aan de verlaging van de Onba-pro-
ductie tot 3.627.000 metrieke ton, schrijft hij (en op
dit
cijfer is zijn wereldprocluct.ie-rarning voor 1:930/31
gebaseerd), is de voorwaarde verbonden, dat ook de voornaamste andere uitvoerlanden de pogingen van
Cuba tot restrictie van het suikeraanhod op de we-
reldmarkt steunen. ,,Indien het plan-Chadbounne
schipbreuk zou lijden, dan zou Cuba wellicht zijn pro-
ductie voor de campagne 19301’31. niet heperlden en
in dit ge’al zou het waarschijnlijk in staat zijn
5.000.000 ton suiker te produceeren. Met de door de
beperking van Cuba bespaarde 1.373.000 ton moet dus
ook nog rekening worden gehouden, zoodat men kan
zeggen, dat het plan-Chadbourne de suikerbalans voor
1930J’31. met 3.928.000 ton (i.p.v. 2.555.000 ton – zie
boven) zou verbeteren.”
Kan het overtuignder? Een balans, die na alle
,,correcties” (let wel: niet door
af.schrijving,
doch

1)
Zie E..S. B. van
24
Dec. ji.

7 Januari
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

27

door
reserveering,
want de terzijde gestelde suiker
moet binnen 5 jaren toch ter markt komen) nog een
onverteerbaar saldo van 4 millioen ton laat, kan nog
worden verbeterd door schrapping van een fictieve
1.373.000 ton, die de heer Ohadbourne er anders nog
hij dreigt te doen!

De nuchtere Duitchers laten zich door zoo door-
zichtige dreigementén niet van hun stuk brengen.

,,Wir erinnern daran, schrijft Die Deutsche Zuckerin-
dustrie van
27
December, dass gerade Mr. Chadbourne kurz
vor seincr Abreise nach Europa in Havanna den Stand-
puukt entschieden vertreten hat, dass Kuba mit oder ohoe
internationale Vereinbarungsn einschrnken müsse. Solite
es das nicht tun, so würclen die Folgen daraus Kuba selber
am schwersten und direktesten treffen, cienn bei
1.5 Miii
t Ueberschüssen witre für eine neue kubanische Erzeugung
von
5
Miii t auf der Welt wirklich kein Raum.”

Wij gelooven dan ook deze potentieele 1.373.000 ton
Cabaansche suiker wel verder buiten beschouwing te
mogen laten en de Cubaansche productie voor 1930/’31

op een
maximum
van 3.627.000 metr. ton te mogen
stellen; wellicht gaat er nog iets af als tegemoetko-
ming aan de Duitschers. Op het plan zelf, en op het
effect, dat dit kan hebben op de wereidsuikerpositie,
heeft deze nadere Duitsch-Cubaansche regeling ver-

moedelijk geen invloed.

Maar het essentieele feit, waarop het statistische
betoog van Dr. Mikusch de aandacht vestigt, is: dat
als resultaat van de eventueele aanneming van het
Chadbourne-plan het wereld-suikeroverschot, d.w.z.

de hoeveelheid suiker, die, na dekking der vermoede-lijke consumptie en na terzijde-stelling van 2.555.000

ton ui.t dc thans aanwezige voorraden in de export-
landen, op cle wereldmarkt blijft drukken, aan het
eind van het statistische jaar 1930131, dus tegen
1 September 1931, ongeveer 4 millioen ton zal bedra-
gen, d.i. nog iets meer dan het op 1 September 1930
bedroeg. Met andere woorden: het Ohadbourne-plan
neemt niet meer uit de markt, dan er in 1931 weer
bij zal komen aan nieuw productie-overschot. Was het
cip moeite waard, ter wille déérvan, wekenlang te
confereeren? En zal men over een jaar opnieuw de
exportlanden tot een conferentie uitnoodigen, om ook
dit overschot ,,uit de markt te nemen” en aan hun
reeds aanzienlijke holdings toe te voegen door, even-
als thans is geschied, de ,,schuld” aan de overproduc-
tie uitsluitend op die landen te leggen?

De vraag stellen, is haar beantwoorden. De fout
van Dr. Mikusch’s merkwaardig betoog schuilt niet in
zijn cijfers, doch in den onlogischen opzet van het
Ohadbourne-plan. Dit toch gaat uit van de gedachte,
dat de door de statistici geconstateerde wereld-over-
productie, welke zich heeft gemanifesteerd door de
opeenhooping van voorraden in de exportlanden en de daaruit resulteerende prijsdaling, haar oorsprong vindt, althans het gemakkelijkst vast te stellen is, in
diezelfde exportlanden, en alleen dââr moet worden
bestreden. Het houdt hoegenaamd geen rekening met de landen die, hoewel zelf ook suiker produceerende,
niet geheel in hun eigen behoefte voorzien en mits-
dien moeten importeeren (Vereenigde Staten, Frank-
rijk, Engeland, Zweden, Britsch-Indië), noch met
die, welke de eigen behoeften thans ongeveer dekken,
doch te eeniger
tijd
een productie-overschot op de
markt kunnen werpen (JapanfF’ormosa, Italië, Roe-
menië, Spanje, Rusland), noch ook met die groote
categorie van exporteerende en importeerende lan-
den, die deel uitmaken van een beschermd of prefe-
rentieel tolgebied, waarbinnen zich van jaar tot jaar
belangrijke verschuivingen afspelen, die het wereld-
marktbeeld volkomen kunnen wijzigen (Britsche Rijk,
Frankrijk en koloniën, overzeesche gewesten van de
Vereeni gde Staten). Een aandachtige beschouwing
van de door Dr. Mikusch zelf gegeven
cijfers
van alle
landen maakt volkomen duidelijk, waar dat nieuwe
productie-overschot in 1931 vandaan komt.

De waarheid is, dat er geen eigenlijke wereldmarkt
van suiker bestaat, doch slechts een agglomeratie van

productie- en afzetgebieden, die meerendeels door
tariefmuren als door waterdichte schotten zijn afgeslo-
ten; zelfs de zoogenaamde open markt is eigenlijk
nergens geheel open: zij wordt slechts gevormd door
de importbehoeften van eenige landen, waar het pro-
ductie-overschot der exporteerende landen een uit-
weg zoekt. De meeste van die importeerende landen zijn ook zelf producenten van suiker of geven prefe-
rentie aan bepaalde cxportlanden, zoodat hun import-
behoefte niet uitsluitend door hun normaal toenemend
verbruik wordt bepaald. Daarenboven vormt deze
,,importmarkt” niet één geheel, doch wordt zij onder den invloed van allerlei factoren (geographische lig-
ging van export- t.o.v. importianden, min of meer
gunstige transportverbindingen en vrachten, uiteen-
loopende verkoop- en financieringsmethodes enz.) in
duidelijk te onderscheiden afzetgebieden met tamelijk
uiteenloopende prjspariteiten verdeeld.
Het is daarom duidelijk dat, voorzoover er inder-daad overproductie bestaat (een goed deel van het-
geen men overproductie noemt is niet veel meer dan
een abnormale verschuiving van zichtbare voorraden
van de tweede naar de eerste hand) deze evengoed, ja
wellicht zelfs in de eerste plaats, geweten moet wor-
den aan de ongezonde, met elk redelijk economisch
inzicht strijdige praktijken, die achter en in het half-
duister der tariefmuren worden toegepast om de eigen
suikercultuur en industrie te bevorderen en uit te
breiden. Tegen deze doet en vermag het Chadbourne-
plan niets. Integendeel: leidt het (wat sterk betwij-
feld moet worden) tot een kortstondige, kunstmatige
opdrijving van de suikerprijzen, dan is daarvan met
Vrij groote zekerheid verdere productie-uitbreiding in
al deze beschermde gebieden te verwachten. Een wer-
kelijke saneering van de wereidsuikerpositie, die in-
derdaad zeer noodig en gewenscht is, moet dan ook
onmogelijk worden geacht zoolang niet
alle
producee-
rende landen hij zulk een overeenkomst worden be-
trokken.
Tenslotte nog een enkele opmerking over den fi-
nanciëelen achtergrond van het Ohadbourne-plan. Dr.
Mikusch schrijft met
kennelijk
ontzag voor de macht
der Amerikaansche banken die, ,,dank
zij
haar geld-
middelen en den druk, dien zij daardoor op de van haar financiëel afhankelijke fabrieken kunnen uit-
oefenen” een ,,overeenstemming” tusschen de Cubaan-
sche en Amerikaansche suikerbelangen hebben tot
stand gebracht. Dergelijke minder sympathieke, ten
onzent gelukkig niet gebruikelijke en zeker niet be-
wonderde methodes verklaren ongetwijfeld den tegen-
stand, dien het plan onder de kleinere Cahaansche
producenten ontmoet heeft. Het is te hopen dat, in-
dien het tot
tijdelijke
terzijdezetting van suikervoor-
raden op Java mocht komen, een
wijze
van finan-
ciering gevonden zal worden, die ook met de belan-
gen der minder kapitaaikrachtige producenten ten
volle rekening houdt.
J. II. COHEN STUART.

SPOORWEGTARIEVEN ALS HULP AAN

DEN TUINBOUW.
II
(S’lot),

In het voorgaande werden de debatten in de Tweede
Kamer eenigszins uitvoerig aangehaald, omdat alleen
daardoor kan blijken, waar het om ging, ni. steunver-
leening aan de tuinbouwbedrijven door vrachtver-
laging bij export (zie ingetrokken motie-Loerakker),
op welke gronden deze weusch steunde, welke alge-meene en vlakke, gedeeltelijk onjuiste bewijsvoering
daarbij werd gebezigd, en welke resultaten daarbij
werden bereikt.
Over de gevaren van parlementsinmenging in de
bedrijfsvoering van een gemengd bedrijf, kan ik kort
zijn. Ik werkte dit onderwerp uit in een artikel in de
Economisch-Statistische Berichten
van 18 December
1929, bladz. 1122). De heer Krijger wees tijdens de
discussiën op 16 December op het ongewenschte dier

28

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7
Januari 1931

inmenging, terwijl de ministers Ruys de Beerenbrouck en Reijmer ulteenzetten tot welke grens de regecrings-
bemoeiing ging, zonder echter uitdrukkelijk stelling
te nemen tégen de ondeskundige inmenging van de
Staten-Generaal.

Als gevolg van den op de Regeering uitgeoefen.den
aandrang zal er dus een Commissie van Voorlichting
komen – iets waarvoor cle Spoorwegraad eigenlijk
behoorde te dienen —; in hoeverre deze commissie
deskundigen
01)
spoorwegtariefgehied zal bevatten (en
(lat is toch wel heel noodig om in het moeilijkste en
subtielte deel van het ingewikkelde spoorwegbedrijf
gevaarlijk di lettantisme te voorkomen) werd niet
meegedeeld.
Reeds werd in het eerste deel van di.t artikel ge-
zegd, warom hier iiet principieel de onwensehelijk-
heid zal worden betoogd om spoorwegfinaneiën te ge-
brujken voor steuridoeleinden (i.e. uitvoerprein.iën)
en waarom verwezen wordt naar mijn artikel in de
Economisch-Statistische Berichten
van I.I. Juni
1930.
Wel zal echter nog iets zijn te zeggen over de zoo
gaarne door ondeskundige.0 toegepaste vergelijking
met vreemde tarieven, over bedoeling en werking dér
nieuwe Duitsche Nottarife, waarop door cle publieke
opinie werd aangedrongen, over den betrekiceljk ge-
ringen invloed der tarieven op goederenprijzen en
eindelijk op de resultaten van, een soortgelijke tarief-
politiek in Amerika als nu voor Nederland bepleit
wordt.
Vat het eerste punt betreft – de vergelijking van
bepaalde tarieven met die op vreemde spoorwegen
geldig – zoo zij hier opgemerkt, dat dit
altijd
tot
verkeerde conelusiën moet leiden. In de eerste plaats
omdat een lepaald tarief onderdeel uitmaakt van een
geheel samenstel en daarmede onverbrcicelijlc verbon-
den is. In het persbericht der Nederlandsche Spoor-
vcgen – waarvan in 1 sprake was – werd er zeer
terecht op gewezen, dat in Duitschland met zijn hoog
ontwikkelde industrie, tal van goederen vervoerd
worden, welke een zeer hooge vracht kunnen dragen,
hooger dan in Nederland geheven zouden kunnen
worden, waarvan het gevolg is, dat hier te lande
andere goederen zwaarder belast moeten worden; ook
(lat sommige tarieven hier lager zijn dan bij onze
buren. Verder vormt de intensiteit van het vervoer,
welke hij stijging door daling der zelfkosten goedkoo-
per vervoer mogelijk maakt, een belangrijken factor,
waarop wel bijzonder gelet mag worden, waar in Ne-
derland door het sterk ontwikkelde vervoer te water,
slechts 15 pOt. der te transporteeren goederen de rails
volgt en de spoorwegen dus
geen
feitelijk vervoers-
monopolie bezitten. In landen met lange vervoers-afstanden kunnen de vrachten lager zijn, omdat de
vervoersafstanden gemiddeld langer zijn en dus de
zei:fkosten dalen. Een belangrijk woord spreken de
zelfkosten mede voor zoover de personeellasten in
landen met lage valuta procentisch lager zijn. Poli-
tieke invloeden laten in landen met stadtsexploitatie
zich gelden en willen ook in landen met ,,gemengde”
exploitatie ook gaarne medespreken, indien van regee-ringswege hier niet streng tegen gewaakt wordt. Em-delijk weet men nooit, welke bijkomstige zaken in een
vreemd spoorwegtarief verdisconteerd zijn. Om een
voorbeeld van het laatste te nemen, stel, •dat de vrach-
ten voor tuinbouwartikelen in Nederland eens wer-
kelijk verlaagd werden, dan zal men in vreemde lan-
den weer naar het voordeelige Nederlandsche tarief
wijzen zonder te bedenken, dat dit te danken is aan
exploitatie met verlies of aan exploitatie met rijks-
vergoeding der tekorten. Omgekeerd weet men in
Nederland niet, welke eeonomisch.e en fiaanei.ëele
grondslagen aan een buitenlandseh tarie:f ten grond-

slag liggen.
Terecht wees de Nota der Nederianclsehe Spoor-
wegen erop, dat de goedkoope T)uitsche tarieven,
waarnaar pleiters voor tariefsverlaging verwezen,
Nottarife waren. Een der afgevaardigden in de
Tweede Kamer deelde op 16 December mede, dat op-

nieuw verlaging zou plaats hebben en tot steun van het tuinbouwbedrijf dienen, zooals blijkbaar onder-
steld werd. Allerminst. Toevallig heeft eenige dagen
geleden de Reiehsbahn een boekje uitgegeven, geti-
(eldi ,,Fraeht und Preis hei Gütern der Lebenser-
haltung nach dem Stande vom November
1930″.
Daar-
uit blijkt, dat dc bedoeling was de kleinhandelsprijzen
en daarmede de algenieeric indexeijfers te drukken;
dit toch achtte men noodig, ,,nach Durchführu.ng
vorheriger durehgreifender Senkung der Eisenbahn-
frachten”. liet boekje zegt dienaangaande: ,,Aus sol-
chen Folgerungen. geht hervor, dasz üher den Fracht-
anteil am Warenpreise grosze Unklarheit besteht, und
clasz der Frachtanteil an den Grosz- und Kleinhan-
clelpreisen durchweg erheblich überseh.tzt wird.”
Uitvoerig wordt dan betoogd, dat een reductie van
20 pOt. op de wagenladingbevrachting van aardap-
pelen slechts 4 Pfennige besparing op den kostprijs
van 50 KG. tengevolge zou hebben. Na het artikel
aardappelen, worden de vrachten van kool, bloem-
kool, appelen, weitemeel, vleesch, melk, boter, zee-
vich, jonge haring en katoen besproken en de invloed
vn 20 pOt. vrachtverlaging op ‘den kleinhandelprijs. Nemen we het artikel
Idool,
zoo blijkt, dat de vracht
van Wesselburen (Rolstein) naar Berlijn voor een
1 5-tons lading, bij een afstand van 406 KM., per 50
.KG. 65 Rijkspfennige bedraagt. De groothandelprijs
te Berlijn ligt -tussehen 2 en 3 Mark per 50 KG., de
kleinhandelprijs bedraagt 7.50 Mark (de tuinder ont-
vangt slechts 70 Rfg. als veilingprijs, roode kool
brengt het dubbele op). Bij een vrachtverlaging van
20 pOt. zou dit een vermindering beteekenen van
13 Rpf., hetgeen tengevolge zou hebben, dat 15 klein-
handelprijs per pond kool van 7.5 tot 7.37 Rpf. zou
kunnen tegenvallen. Per bloemicool zou 20 pOt.
vrachtverlaging tot gevolg kunnen hebben, dat de
prijs Y
3
Rpf. goedkooper zou kunnen worden, ,,d.h.
S
eine Senkung des Blumenkohlpreises musz sehon
auf anderem Wege versucht werden”
1)

Zoo zouden we door kunnen gaan en al deze voor-
béelden zouden even zoovele illustraties
zijn
van mijn
vroeger betoog, dat de spoorwegen als verkoopers van
hun waar (reizigers- en tonkilometers) een ,,centen-
bedrijf” vormen, dat niet veel vrachtinkomsten kan
derven, terwijl anderzijds het publiek door de futili-
teit der bedragen niet gebaat is en dat het verschil
in vracht niet daar komt waar men het zou willen
hebben, nl. bij den noodlijdenden producent of den
noodlijdenden consument.
Deze Dnitsche cijfers en beschouwingen dekken ge-
heel de
mijne,
welke ik vermeldde in mijn artikel in
Economisch-Statistische Berichten
van 11 Juni, nl.,
dat een reductie van 50 pOt. op de vracht van aard-
appelen slechts een vrachtvermindering zou geven
van 0.18 (of 0.15)
cent
per KG.
bij
een vervoersaf-
stand van 100 KM. Zelfs hij vrachtvrij vervoer zou
slechts een besparing van 0.36 cent (of 0.30 cent) per
KG. intreden.
Meent men in Duitschland in spoorwegkringen,
dat de levensstandaard door zulke luttele (doch voor de spoorwegen enorme) bedragen niet zal dalen, om
dezelfde reden kan men zeggen, dat in Nederland de
veilingsprijzen niet zullen
stijgen.
Reeds boven gaf
ik als mijn meening, dat de reductiën hoogstens kun-nen dienen als uitvoerpremiën om de concurrentie op
de buitenlandsche markt mogelijk te maken, waardoor
de export grooter zou worden. Maar zullen de onbe-
duidende bespaarde bedragèn daarbij eenig gewicht
in de schaal leggen? Noch de Centrale Commissie van
de Veilingen, noch de Tweede Kamerleden, die voor
de noodlijdende tuinderij op de bres stonden en den
aanval bliezen, tegen de ,,ondeskundige”, ,,domme”,
,,funeste” en ,,anti-nationale” tarievenpolitiek der
Nederlandsche Spoorwegen, hebben ook maar met
1)
De laatste berichten luiden, dat de Begecring tegen het advies der spoorwegen besloten heeft, verschillende
tariefsverlagingen door te voeren; de gevolgen hiervan zul-
len wel voor alle partijen teleurstellend zijn.

7 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29

één c’•fer duidelijk gemaakt, •dat het verminderde
vrachtbedrag in bepaalde relatiët met het buitenland
nieuwe concurrentie – dus afzet – mogelijkheden zou
kunnen opnen. En daar gaat het toch om! Men tast
geen bedrijf als de spoorwegen in zijn grondvesten
aan om op aanvechtbare gevoelsgronden met halve
maatregelen elders soulaas te brengen. Daarvoor zijn
wij, Hollanders, toch te nuchter!
Behalve dat spoorwegfinanciën niet mogen dienen
voor het voeren van een beschermende handelspoli-
tiek, zij deugen daarvoor ten eenenmale niet. Ën
wegens hun onbeduidendheid èn wegens hun trefhaar-
heid voor représailles. Een verhoogd aansluitings-
tarief, een procentische verhooging van invoerrechten
door het buitenland en weg is al het voordeel – als
dat er is – van de vrachtderving der Neclerlandsche
Spoorwegen.

Inderdaad ook om die redenen zijn vrachtverlagin-
gen van nul en geener waarde. En om dit met een
voorbeeld aan te toonen, wil ik den lezer naar gind-
sche zijde van den Oceaan brengen, waar men op
grootscheepsche, waarlijk Amerikaanséhe wijze, ge-
tracht heeft de tarwecuituur met spoortariefmaat-
regelen te helpen – tegen den zin der spoorwegex-
ploitanten, doch op doorcirijven van politieke en
economisch machtige groepen – zonder dat dit ook
maar eenig resultaat had.

Misschien bevat dit afschrikwekkend voorbeeld
eenige nuttige vingerwijzigingen voor het Centraal
Bureau van de Veilingen, Oomissie-Lovink, Kamer-
leden en voor de in te stellen commissie, welke in
het vraagstuk van de tarieven voor tuinbouwproduc-
ten zal hebben te adviseeren. De gegevens zijn ont-
leend aan: ,,A study of the economic effect of reduc-
tions in freight rates on Export Wheat in 1929″,
eenige weken geleden in Washington verschenen.
Tijdens.de crisis op landbouwgebied in begin 1929
werd van verschillende zijden met klem aangedrongen
op reductie der spoorvrachten. Men verwachtte hier-
van, le dat de voorraden opgeruimd zouden zijn voor
de oogst 1929 binnen was, 2e. dat •de export voor de
toekomst zou worden opgevoerd, 3e. dat de daling der
tarweprijzen zou ophouden.

Dat de spoorwegdirecties zeer sceptisch tegenover
deze denkbeelden stonden blijkt wel uit de mededee-
ling van Mr. R. N. Collyer, Ohairman of the Traffic Executivé Association of the Eastern Territory:

,,After looking all over the situation, considering all of
the elements that enter into the matter of export rates on
gra.in and grain proclucts, the
rfffjc
Exeeutive Associa-
tion of the Eastern Territory, of which 1 am the Chair-
man, had reached the conclusiou on April 25, 1929, that
there should be no reduction in the rates on graiii and
raiu products. That is what 1 regard as a mature con-
clusion, and the grain interests, who were much interested
in what we vere giving consideratio? to, were advised of
that couclusion.”

Toen echter de Regeering bij de particuliere spoor-
wegdirecties sterk op het nemen van een proef bleef
aamiringen, besloten de exploita.ties der Oostelijke
Spoorwegen in begin Mei hiertoe Over te gaan en
tijdelijk de exporttarieven op tarwe afkomstig van
het merengebied en van centrale en westelijk gelegen
centrale punten naar de Atlantische kust, te verla-
gen. Zij verzochten aan de Interstate. Oommerce Oom-
.mission om de noodtarieven op korten termijn te mo-
gen afkondigen. Onmiddellijk kwamen protesten van
de binnenseheepvaart en Mr. E. S. Walsh, Ohairman
of the New-York Canal Operations’ Association zeide
o.m.:

,,I do uot think a reduced rate to any port w’ill relieve
the present grain situation in this country. 1 do not be-
lieve by reducing the rates you eau force any man to
buy
that product that dou’t feel inclined to do it”

The Interstate Oommerce Oommission gaf echter
toestemming de reductietarieven in te voeren. Zij tra-
den 12 Mei 1929 reeds in werking, andere exportta-
neven den 29 Mei d.a.v.

De grootte dier reducties blijkt uit het volgende
taatje, waarin een aantal teekenende voorbeelden
zijn opgenomen:

Vrachtbedragen in
Amerikaansche
Bedrag der
centen
Reductie
Van
Naar
per 100 pond

Voor

Na
Cents
Percent

S

de reductieverleening

Buffalo, N. Y.
Boston,

New York en Norfolk ……………….
15.17
11.84
3.33 22.0
Philadelphia en Baltimore
14.67
11.34

T17.00

3.33
22.7
22.50
5.50
24.4
Chicago, III.
Boston, New York en New Orleans

…………
21.50 16.00
5.50 25.6
Philadelphia

………………………………
Norfolk

en

Baltimore ……………………..
.21.00
15.50 5.50
26.2
Boston en New York ……………..
26.50 21.00
5.50
20.8 25.50 20.00 5.50
21.6
St. Louis, Mo.
Philadelphia

……………………………..
Nortolk

…………………………………..
25.00 19.50
5.50
22.0
New

Orleans ……………………………….
18.00 12.50 5.50
30.6
Galveston
3300
28.00
5.00 15.2
New Ode tns en Galveston

……………..
30.50
19.00
110
37.7

Kansas City Mo.
New

York

……………………………….
40.00
28.50
1150
28.8
Pailadeiphia

…………………………….

39.00 27.50
11.50
2 9. 5
Baltimore
38.50 27.00
11.50 29.9
Wichita, Kan. New Orleans en Galveston
.
1

44.00
32.50
11.50
20.1
Olathe, Kan. New Orleans en Galveston

.
1

36.50 25.00
11.50 31.5
Duluth

6.50
4.00
2.50 38.5
Boston

en

New York

………………………
35.50
24.00 11.50
32.4
Minneapolis, Minn,
Philadelphia

……………………………..
34.50 23.00
11.50
33.3
34.00
22.50
11.50 33.8
Baltimore

……………………………….
New Orleans en

Galveston

………………….
35.50
24.00
11.50
32.4
Ër,
Neb.

i
New Orleans en Galveston
.
50.50 39.00
11T0
228
Potter, Neb.

.

New Orleans en Galveston
.
58.50
47.00
11.50
19.7

Hillsboro, N.D.
Tork, New Orleans en Galveston
.
52.00
40.50
11.50
22.1

Hankinson N.D.
Philadelphia

……………………………..
51.00
39.50
11.50 22.5
Baltimore

……………………………….
50.50
39.00
11.50 22.8
New Orleans en Galveston
.
55.50
44.00
11.50 20.7

Doland S.D.
56.00
44.50
11.50 20.5
New

York

………………………………..
55.00
43.50
11.50
20.9
Philadelphii

………………………………
Baltimore

……………………………….
54.50
43.00
11.50 21.1

30

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931
De hinnenscheepvaart- volgde liet voorbeeld der
.spoorwegen, de reduct’ies bedroegen niet minder dan
331/3 pCt.

De spoorvrachtreducties naar Atlantische havens
der Vereenigde Staten vdnden bijna gelijktijdig toe-
passing bij cle Canadeesche Spoorwegen, die, behalve een reductie van 3.33 cent per 100 pond op hun vrach-
ten naar Montreal voor ,,ex-lake” tarwe en voor meel
gemaakt van ,,ex-lake” tarwe, bovendien op export-
tarwe en tarwemeel van Oost-Canadeesche punten
naar Noord-Atlantische havens der Vereenigde Sta-
ten denzeifden reductiemaatstaf toepasten als vast-
gesteld voor ,,Central Freight Association” punten in
het binnenland. Van Port Arthur en Fort William,
Ontario, via den spoorweg (via all-rail), bedroeg de
reductie 5X5 cent per 100 pond, gelijk aan die op de
,,all-rail” vrachten van Chicago. Op tarwemeel van
Port Arthur en Fort William naar Noord-Atlantische
havens der Vereenigde Staten via meer- en spoor-
weg, werd een reductie van 5 cent per 100 pond in-
gevoerd. Op deze wijze werd een schikking, bedoeld om •den landbouwers der Vereenigde Staten bijstand
te verleenen, uitgebreid tot ondersteuning der Cana-deesche graanschippers, die gebruik mochten .wen-
schen te maken van transporten door havens der Ver-
eenigde Staten.
Onmiddellijk na het bekend worden der vrachtver-
lagingen werden door verschillende Europeesche lan-den de slagboomen tegen buitenlandsche tarwe gedu-
rende 1929 versterkt. Frankrijk verhoogde haar in-
voerrechten op tarwe van 37.32 cent tot 53.31 cent per
schepel; Italië verhoogde haar invoerrechten op tarwe
van 51.78 cent tot 13.54 cent per schepel en verhoog-
de de invoerrechten op meel op overeenkomstige
wijze; in Duitschiand werden de invoerrechtén op
tarwe afkomstig van ,,most favored nations” (meest
begunstigde naties ‘)) verhoogd van 32.41 tot 42.14 cent
per schepel met de verdere bepaling, dat meel gema-
len in Duitschland samengesteld moest zijn uit niet
minder dan een vastgesteld, percentage inheemsche
tarwe, Roemenië verhoogde de invoerrechten op tar-
we van 16.33 cent per schepel tot 43.55 cent per sche-
pel; Hongarije verleende subsidies op exporten meel gemalen uit inheemsche tarwe; sommige landen ver-laagden hun invoerrechten op rijst, welk product met tarwe in Europa ken wedijveren.
Canada had evenals de Vereenigde Staten op het
einde van 1929 een groote hoeveelheid tarwe in voor-
raad, en bracht ook de red netjes der vrachttarieven
in overeenstemming met de nood-reducties in de Ver-
eenigde Staten. In Canacia echter, gelijk in de Ver-
eenigde Staten, bleven de tarwe-exporten gedurende
het jaar 1929 beneden het gemiddelde, vooral gedu-rende de tweede helft van het jaar. Deze reductie in
exportvervoer geschiedde tijdens eene toename in den
werkelijken voorraad van Canadeesche tarwe, die
plaats had ondanks den geringen Canadeeschen oogst
van 1.929 en ondanks reductie op Canadeesche vracht-
tarieven, overeenkomstig die der Vereenigde Staten.
De reducties bleven van kracht tot ultimo Sep-
tember 1929. Het bleek toen dat de tariefmaatregelen

op alle
punten
totaal
gefaald
hadden, de aanwezige
graanvoorraad bleek ondanks de tariefsverlaging
grooter te zijn geworden dan voorheen, ‘de export was
afgenomen en de prijzen van tarwe en meel waren zelfs gedaald. In de gezaghebbende kringen wordt
thans ook toegegeven, dat vermindering in de graan-
prijzen aan andere economische factoren dan aan
vrachtverlagirigen moeten worden toegeschreven.
De Superinteudent van Publieke Werken in den
Staat New-York, schreef in zijn rapport over 1929:

De reductie van spoorvrachteii voor tarwe is ccc der
interessantste en belangrijkste proefnemingen op het gebied
van het samenstellen van vrachttarieven in dit land. Reeds
vele jaren bestaat er verschil van meening betreffende de
vraag of de boer of de verbruiker de vrachtkosten der land.

1)
De Vereenigde Staten zijn ,,most favored”, niet alzoo
Canada, Australië en Argentinië.

bouwproducten betaalt. Bijna onmiddellijk nadat de cou-
ranten het bericht bei’atton der voorgestelde spoorvracht-
reductie daalden de prijzen zoowel te Chicago als te Liver.
pooi op cle markt met bedragen, die ongeveer gelijk kwamen
met het verschil in transportkosten. Volgende prijsschom.
meliugen op deze markten schijnen niet den indruk te
hebben weggenomen, dat dc verlaagde vrachten niet van
voordeel voor dcii boer geweest zijn, maar integendeel voor-
deel hebben gebracht voor den buitenlandschen verbruiker, terwijl cle spoorwegen zonder meer cle ver].iezencle partij
geweest zijn.”

Hiermede was geheel in overeenstemming wat de
heer .13. 1

1. Meyer, comm:issioner bij Thô Interstate
Commerce Commission kortgeleden nl. in de zitting
‘aia 1 Juli 1930 van dit college constateerde, dat de
vrachten beneden die gebleven waren, welke redelij-
kerwijze konden worden gevraagd, doch dat zij niet
aan hun doel beantwoord hadden, zoodat van verdere
verlagingen geen sprake kon zijn.
Het resultaat van dit experiment in Amerika luidt
kort samengevat:

,,Designed as an emergency uieasure, to increase our
foreigu trede iu wheat and to stimulate foreign buying, so
that the American farmer might dispose of or at leest
reduce his surplus in advance of the 1929 harvçsting, the
action of the railroads in reducing the export rates on
wheat was en unsuecessful experiment. It did not lead to
the hoped-for increase in export tiade, it did not stimu-
late foreign buying of United States wheat, cor did it
evert the decline in vheat priees. It did induce foreigu
countries to take steps to meet the rate reductions in the
United States. This was done by corresponding rate redu’e-
tions in Canada; by incrcased import duties in France,
Germany, Italy, and Roumania; by counteracting measu-
5 iii
certain other countries.”

-.

Met deze feiten voor oogen mag de Regeering in
Nederland wel heel voorzichtig zijn om, nu voor 1931 het spoorwegbudget precies in evenwicht is, in te gaan
op voorstellen van in tariefzaken en spoorwegfinan-
ciën ondeskundige Kamerleden, welke millioenen aan
de spoorwegen – dus hier aan de belastingbetalers
en aan het spoorwegpersoneel – zouden kosten, zon-
der dat daar voordeel van beteekenis voor de tuinderij

tegenover staat.
S. A.
REITSMA.

DE GELDMARKT IN 1930.

Als een van de factoren, welke een meer dan mid-
delmatige belangrijkheid voor de fluctuaties op de
gelçlmarkt wordt toegemeten, heeft de distributie van
het goud over de voornaamste geldcentra een zekere
populariteit verworven.

De belangrijkheid van het goudproductievraagstuk

was aanleiding tot de samenstelling van het bekende
rapport van de door den Volkenbond ingestelde com-
missie, dat aan de hand van gegevens door de mijnen
verstrekt en op grond van het steeds toenemende ruil-
verkeer, concludeert dat ons een relatief goudtekort
te wachten staat
1)
Ook de Engelschman Strakosch
kwam tot eenzelfde conclusie.

Belangrijker dan de goudproductie is o.i. de
goud-

distributie.
De onaangenaamheden, verbonden aan een
slechte organisatie van den wereidgoudhandel heb-
ben verscheidene landen, en voornamelijk Engeland,
sterk aan de lijve ondervonden. Waren het eenige
jaren lang, de Ver. Staten, welke •door aanzienlijke
goudimporten van zi.ch deden spreken, thans is Frank-
rijk tot groothamsteraar van goud gepromoveerd en
heeft het op Amerika na, de grootste goudvoorraad
der wereld weten aan te leggen.
Toch zagen ook de Ver. Staten hun goudvoorraad
nog belangrijk toenemen. Frankrijk beschikté eind
1930 over ruim Frs. 53.284 millioen goud, tegen
Frs. 41.668 millioen aan het eind van het vorige jaar,
een toeneming dus met ca. 11.616 millioen francs;
voor de Ver. Staten waren deze cijfers resp. $ 2.992
en $ 2.822 millioen, een vermeerdering derhalve van
rond $ 100 millioen. Goudverliezende landen waren

1)
Zie E.-S.
B. van
8 Oct. ji.

7 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

31

6
.

•iiui.iii.i.ii’

4II1 i H

iflWIfiFM

li

Lt&IiU14
– – . – BAIIKOISCOTITO TE AMSTERDA,V
BAIIKDISCONTD TE LONDEN
PART. DISC TE AMSTERDAM
PART. DISC TE LONDEN
PONDENJIOERG TE AMSTERDOM

voornamelijk
Japan,
dat 11 Januari zijn goudembargo
ophief en sedertdien ruim 240 millioen yen of ca.
120 millioen dollar, voornamelijk naar de Ver. Staten,
exportenrde,’ en verder ook
Brazilië.
Voor de Euro-
peesche landen – behalve Frankrijk – gaf 1930 wei-nig verandering der goudvoorraden. Hoewel Enge-
land, zooals we zagen, zeer sterk den nadeeligen in-vloed van de gouclonttrekkingen ondervond, kon de
Bank of England het nieuwe jaar met een, in verge-
lijking tot 1929, zelfs per saldo nog eenigszins toe-
genomen goudvoorraad ingaan.

Te danken is dat aan ebnige belangrijke goudim-
porten in het voorjaar, een periode, waarin ook eenige
discontover1agingen plaats hadden. Het laatste kwar-
taal van 1930 is voor het pond weer zeer ongunstig
geweest. Een aanhoudende gouduitvoer naar Frank-
rijk is daarvan het gevolg geweest.

De jaarswisseling heeft echter twee verrassingen
gebracht en wel de discontoverlagingen tot 2 pOt.
te New-York en later te Parijs. Indien deze verlagin-
gen tengevolge zouden hebben, dat de eenzijdige goud-
zendingen eenigen tijd zouden ophouden, ware reeds
veel gewonnen. In Engeland heeft deze gang van
zaken een prettigen indruk gemaakt. Op goudzea-
dingen naar Engeland bestaat weliswaar vooreerst
nog weinig kans, doch wel zou het kunnen gebeuren,
dat de bekende driehoeksverhouding New-York—Lon-
cjen—Parjs te eeniger tijd aanleiding zou zijn ‘voor
Amerikaansche goudTrerschepingen naar Frankrijk,
nl. wanneer voor het vormen van een tegoed in Lon-
den, het voordeeliger zou uitkomen in Parijs wissels
op Londen te koopen.

De goudpositie van Londen vond haar spiegelbeeld
in de koersen van het particulier- en officiëel dis-
conto. Daarbij kwam de depressie een ernstig woordje
meespreken. Over het algemeen was het marktdis-conto circa een vol procent beneden het officiëele.
Overigens een verschijnsel, dat ook in andere geld-

centra kon worden opgemerkt en waardoor vrijwel overal de centrale banken een innig contact met de
geldmarkt verloren.

Na de beursdébacle in 1929 en de sterke achter-
uitgang van het zakenleven had in
New-York
een
onnatuurlijke verruiming van de geldmarkt plaats.
Een eerste gevolg was een daling van de makelaars-
vôorschotten tot ca. de helft van het bedrag, dat
tijdens de hausse uitstond. De koersen voor ,,call” boden
niet langer eenige aantrekkelijkheid voor de Euro-
peesche geldgevers, die daardoor genoodzaakt waren
de vrijgekomen gelden elders uit te zetten of te ge-
bruiken voor de versterking van eigen liquiditeit.
De Federal Reserve Banken voerden daarenboven een politiek, welke ten doel had door lage geldkoer-
sen het bedrijfsleven steun te bieden.

Wat New-York in het najaar van 1929 doorleefde,
moest
Frankrijk
ongeveer een jaar later meemaken. Alleen waren hier de o5rzaken ietwat onsmakelijker

1
IJANUGRI GEEN
ROTEERINII
0AUG01 VRIJDAG III ZATERDAG 19. S”
NAAS(MDAG DI
APRIL
AEEG IOTGEQIIIG
1 IIERELVAURT)DAI. 99,10 GEEN NOTEGRINT,
0’PIEASTERDAE 9 JUNI GEEN NOTEERINI,
1 MAANDAG
1
SEPtEMBER
GEEN NETtE RINE
GOEDE VDUDAGIEAPRIL
GEEN NOTEERINA
1
T”
PAASCHRAG
21APRIL
GEEN NOTEERING
t
MAANDAG ‘,AAGUSTUS AREN HOTEERINE
X
1″
EN 2″ UEPSTOÂG GEEN NOTEENING

door de daaraan verbonden corruptie, waaraan zelfs
de Banque de France niet ontkomen is. Het geschokte
vertrouwen had groote opvragingen van saldi bij de
banken tengevolge. Deze moesten derhalve groote zorg
aan hun liquiditeit besteden, hetgeen weder groote
opvragingen van buitenlandsche saldi en een druk op
de buitenlandsche wisselkoersen tengevolge had. Reeds
eerder hadden dergelijke opvragingen plaats gehad,
ni. hij de emissie van de Youngleening en die van de
aandeelen der Bank van Int. Betalingen.

Klachten over gebrek aan Organisatie der Fransche
geidmarkt bleven dan ook niet uit. Noch deze klach-ten, noch de pogingen der overheid hadden veel suc-
ces.

In
Duitschiand
zorgden de Hitler-verkiezingen in
September voor het grootste evenement op de geld-
markt. Opvragingen van buitenlandsche, voornaam-..
lijk Fransche saldi, waren het resultaat. Een scherpe
reactie van den markkoers was het gevolg. Echter
spoedig wist de Mark zich te herstellen, hetgeen tot
uiting kwam in een sterke daling der swapkoersen.
Een verhooging van het officiëel disconto was intus-
schen noodzakelijk gebleken.

Voor Duitschland was in het afgeloopen jaar van
groote heteekenis, dat de buitenlandsche credietver-
leening op korten en langen termijn aanzienlijk inge-
krompen werd. De economische en politieke verhou-
dingen van het land gaven daartoe aanleiding. Ook
de moeilijkheid van een toekomstige consolidatieder
vlottende schuld speelde een rol. Weliswaar hadden
eenige belangrijke transacties plaats, zooals de ,,Ueber-
hrückungskredite” aan het Rijk en de Stad Berlijn,
doch deze werden ten deele verstrekt om het prestige
van Duitschland op de buitenlandsche geldmarkten
niet te zeer te schaden.

Te midden van de internationale disconto-,,ebbe”
kon onze geldmarkt niet onberoerd blijven. Reeds geruimen tijd v6ér de depressie zich hier deed ge-
voelen, daalden de geldkoersen aanzienlijk. De bijge-voegde grafieken toonen dit duidelijk aan. De wissel-
koersen waren over het algemeen gunstig voor ons land. In het begin van het jaar trad een herhaling n
van de in 1929 plaats gehad hebbende goudafg.i.ftcn
naar Frankrijk, waartegen de dooi’ De Nederlandsche

Bank aangelegde Fransche wi.sselportefeuille niet
voldoende afweer kon bieden. Het gevolg was een
goudverlies van ca. 10 millioen.

De algemeene tendens volgde De Nederlandsche
Bank door achtereenvolgens op 16 Januari, 7 Maart en 25 Maart het wisseldisconto te verlagen tot resp.
4, 33: en 3 pOt. Hen rentetarief voor voorschotten
in rekening-courant en beleeningen van effecten werd
overeenkomstig verlaagd, behalve op 25 Maart, toen
voor de laatste twee geen wijziging plaats had. Echtur
werd op 4 October deze achterstand ingehaald en de
rente gebracht op 3Yo pOt.

32

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

De emissiemarkt heeft den invloed van de dalende
geidkoersen en van de dep essie sterk gevoeld. Voor-
al de depressie deed het aantal aandeelenemissies
sterk afnemen. Het bedrag der emissies voor reke-
ning van particulieren daalde van ca. 390 tot 20
millioen, dat voor rekening der overheid steeg van
80 tot 350 millioen. Bij dee laatste vond voor bie-
nenlandsche provinciale- en gemeentelijke lee,ningen
het 4 pOt. type ingang. Tegen het einde van het oude

jaar vond dit type echter minder vlotten afzet, zoo-
dat zelfs veer een 4. pCt. emissie aan cle markt
kwam (Sittard). Of dit een voorteeken voor latere
emissies zal beteekenen, valt nu nog niet te zeggen.

Over het algemeen deed zich in de landen met
sterke kapitaalbehoefte de terughoudendheid de geld-
gevers sterk gevoelen. Hevig werden daardoor er.
getroffen de Midden- en Oost-Europeesche Staten,
waar een agrarische crisis de geidbehoef te nog kwam

versterken.

Vrijwel overal vertoonden de geldmarkten in het
afgeloopen jaar een chaotisch beeld. Zij hebben daar-
door gcldgevers voer moeilijkheden geplaatst, die zij
in 1929 eenigszins ontwend waren. De ontwikkeling
van de geldmarktverhoudingen in 1930 heeft hen ech-
ter op menig wonde plek in het credietverkeer ge-wezen en dat heeft zeker zijn voordeelen. Risico’s, welke men niet vermoed had, hebben zich geopen-
baard. Echter trad ook herhaaldelijk de noodzakelijk-
heid van internationale samenwerking aan den dag.
Dat veler hoop daarbij gevestigd was en is op de
Internationale Bank, spreekt vanzelf. Dat de moge-
lijkheden dezer instelling zeer beperkt zijn is even-eens duidelijk. Alhoewel haar middelen aanzienlijk
zijn toegenomen, hangt haar financiëele gestie nog te
veel af van dc willekeur van de groote geidgevers (de
regeoringen). Als li’dster van steunacties en crediet-
consortia kan haar arbeid echter nuttig en lucratief
zijn. In zooverre zijn ‘we in 1930 een belangrijke in-

stelling rijker geworden.
V. D.
Bil.

Rotterdam, 5 Januari 1930.

BELEGGEN EN BELEGGINGSMAATSCHAPPIJEN.

De Heer L. W. E. Rauwenhoff
schrijft
ons:

Gedurende den laatsten
tijd,
waarin de belegger
door de ontwrichting van het economische en politieke
leven, zich afspiegelend op de effectenmarkt, voor
zoo uiterst moeilijke vraagstukken is komen te staan,
jiebben verschillende aandeelen van binnen- en bui-
teulandsche beleggingsmaatschappijen, behoorende tot
liet type der z.g. ,,fixed investment trust”, hun in-
trede op de Amsterdamsche beurs gedaan ‘). Daardoor
is de mogelijkheid geschapen om met een beperkt be-
drag belang te nemen bij een meer of minder sterk
verdeeld bezit van een combinatie van als regel prima

aandeelen.

Beschouwen wij deze aandeelen in de eerste plaats
van het standpunt van den kleinen belegger. Voor
dezen gold vroeger algemeen als regel, dat wilde hij
soliede beleggen, zijn portefeuille vrijwel uitsluitend
uit vaste rente gevende fondsen moest bestaan. De
on’dervinding in den loop der jaren opgedaan heeft
echter geleerd, dat ook, of volgens sommigen vooral,
op deze wijze belegde kapitalen aanzienlijke verliezen
hebben geleden en zijn er thans ook verschillende
kleine beleggers, die een deel van hun vermogen in
aandeelen wenschen te beleggen. De goede aandeelen
hebben in tijden van inflatie en waardevermindering
van het geld bewezen een zekere waardevastheid te
bezitten, terwijl zij den kleinen belegger tevens de
mogelijkheid openen te deden in event. onderne-
mings- en conjunctuurwinsten. Hij stuit dan echter
veelal op ‘de onmogelijkheid om te kunnen voldoen
aan wat als eerste eisch voor iedere goede belegging

1)
Zie: ,,Een Zwitsersche ]3’ixed Trust” in E.-S.
B.
van
10 Sept. 1930.

geldt, ni. het brengen van verdeeling in het aandee-
lenbezit.
De aandeelen van een fixed trust vergrooten de
mogelijkheid om in een kleine portefeuille aandeelen
op ‘te nemen en daarin meerdere ‘verdeeling te bren-
gen, terwijl zij voorts ook verschillende, niet te Am-
sterdam genoteerde prima buitenlandsche fondsen
binnen het bereik van den kleinen belegger brngen,
die zonder administratieve beslommeringen ook van
die fondsen de uitkeeringen ontvangt. Deze voordee-
len wegen mi. geheel op tegen de vaak geopperde
bezwaren van de kosten, verbonden aan het koopen
van deze aandeelen.
Maar er zijn andere bezwaren.
Bij het samenstellen der collectie aandeelen zit als
regel het doel voor, om van de
belangrijkste
groepen
van aandeelen, zooveel mogelijk het economische leven
in al hare geledingen omvattende, één, of meer der beste maatschappijen uit te kiezen. Een sérieus be-
legger. zal zich echter bij het kiezen van een aandeel steeds afvragen, of er op een bepaald oogenblik aan-
leiding is bij een bepaalde groep van fondsen belang
te nemen en dan zal hem, vooral onder omstandig-
heden als
wij
thans beleven, herhaaldelijk blijken, dat
hij, het zekere voor het onzekere nemende, beter doet met ‘den aankoop van bepaalde groepen nog te wach-
ten. Bij aankoop van een aandeel van een fixed trust
bestaat deze vrije keuze niet, en moet men de kwade
met de goede kansen nemen. Een analyseeren der
fondsen, waaruit de aandeelen zijn samengesteld die
den laatsten tijd worden geïntroduceerd, bewijst dit
ten duidelijkste.
Een tweede bezwaar is, dat terwijl cle samenstellers
de beste keuze kunnen hebben gedaan wat betreft de
meest prima aandeelen van iedere groep na langer
of korter tijd zal kunnen blijken, •dat enkele fondsen
niet meer die plaats verdienen. De goede beheerder
van een vermogen zal dan dergelijke fondsen door
andere vervangen, terwijl de leiders der fixed trusts
dit slechts mogen of moeten doen, indien een aandeel
gedurende een of meerdere jaren haar dividend heeft
gepasseerd. Maar door een dergelijk voorschrift kan
het voorkomen, dat een inderdaad prima aandeel op
het laagste punt met veel verlies wordt afgestooten,
terwijl volgens een gezonde beleggingstactiek tegen
aanhouden geen enkel bezwaar zou hebben bestaan.
Voor de groote beleggers hebben de aandeelen der
fixed truts weinig aantrekkeljlcs. Het belangrijkste
voordeel, dat der verdeeling, kunnen de eenigszin’s
groote beleggers in dezelfde mate ook zelf bereiken,
aangezien het aantal fondsen waaruit de meeste dezer
trusts bestaan, toch altijd nog betrekkelijk zeer ge-
limiteerd is. En aangezien ‘deze trusts zich als regel
beperken tot ‘de bekende groo’te fondsen, is het voor
den particulieren belegger met de uitstekende voor-
lichting, die op dit gebied te verkrijgen is, niet moei-
lijk een even goede keuze te doen. De groote belegger
kan voorts zonder eenig bezwaar door de banken op
buitenlandsche beurzen koopen, terwijl ‘deze de admi-
nistratieve rompslomp aan het bezit’ van buitenland-
sehe fondsen verbonden gaarne van hem overnemen.
Behalve de reeds eerder genoemde bezwaren zijn
voorts, vooral bij grootere bedragen, de vrij belang-
rijke kosten aan het koopen dezer aandeelen verbon-den, een factor van beteekenis.
Bij sommige fixed trusts wordt aan enkele dezer
bezwaren ten dccle tegemoet gekomen, doordat de lei-
ders het recht van subsitutie hebben.
Uit bovenstaande beschouwingen volgt, dat het
grootste bezwaar ‘der fixed trusts ligt in hare strenge
voorschriften, waardoor aan een eenmaal samengestel-
de portefeuille slechts zelden meer iets kan worden
veranderd. Het zijn geen fondsen, die men rustig kan
wegleggen, zij ontheff en den particulieren belegger
niet van zijn verplichting ook voor die stukken erop
attent te blijven of het op een bepaald oogenblik al
dan niet gewenscht is ze te verkoopen.
* *
*

7 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN

33

Beschouwen we thans de z.g.n. ,,management trusts”
welker aandeelen in Engeland en Schotland als
uiterst soliede beleggingspapieren worden beoordeeld,
en sedert ook in andere landen navolging hebben ge-

vonden ‘).

Deze trusts berusten op twee reeds aangestipte
principes, xii. van ,,verdeeling” en van ,,expert mana-
gement”. De verdeeling is met behoud van de streng-ste eischen, welke aan de op te nemen fondsen ww.-
den gesteld, zoover rnogelijk doorgevoerd, en bestaat
naast eene verdeeling in obligaties, preferente aan-

deelen en gewone aandeelen, uit een verdeeling in
verschillende groepen van obligaties en aandeeleri,
waarbij iedere groep weer eene sterke onderver-deeling in verschillende maatschappijen van de-
zelfde soort heeft. De portefeuille, veelal bestaande
uit een .400 tal verschillende fondsen, vertoont een
sterke geografische verdeeling en een verdeeling in
valuta. In de statuten der maatschappijen zijn de be-
leggingsvoorschriften nauwkeurig omschreven, hoofd-
zakelijk daarin bestaande, dat de verschillende fond-
sen en groepen van fondsen aan bepaalde maxima
zijn gebonden, waardoor gewaarborgd wordt, dat de
portefeuille een beleggingsportefeuille blijft, en iedere
contrôle van een bepaalde maatschappij of een groep
van maatschappijen uitgesloten is.

Over het groote voordeel der verdeeling bestaat
weinig verschil van inzicht; maar over het nut van
het ,,free management” is men het niet algemeen eens.
En dit is begrijpelijk omdat in Amerika verschillende
naar Engelsch voorbeeld opgerichte management
trusts, zij het dan ook vaak in gewijzigden vorm, in ware speculatie maatschappijen zijn ontaard. Het is
o.a. uit vrees hiervoor, dat men daar te lande is ge-
komen tot de oprichting van de bovenbeschreven
,,fixed trusts”. Hoewel men inderdaad op een bepaald
oogenblik misschien vaak het beste doet door maar
niet te veel in een bestaande portefeuille te wijzigen, zoo kan het toch niet aan twijfel onderhevig zijn, dat
bij de zich snel en sterk wijzigende omstandigheden
op schier ieder gebied, een op een bepaald oogenblik
uitmuntend samengestelde portefeuille . zich slechts
dan als zoodanig kan handhaven, indien zij volgens
soliede principes kundig wordt beheerd.

De leiders zullen als het ware van dag tot dag
de economische en politieke toestanden in de ver-
schillende landen moeten volgen, om tijdig uit voor-
zichtigheidsoverwegingen het belang bij een bepaald
land, een groep van f.ondsen of een bepaalde maat-schappij te verminderen of te realiseeren, daarnaast
er op attent zijnde, aandeelen te verkoopen wier koers
in geen verhouding meer staat tot hun rendement,
en fondsen te koopen in die landen, of belang te ne-
men bij die
maatschappijen,
die bij een voldoende so-
liditeit een beter rendement afwerpen, of door gun-
stige toekomstmogelijkheden koersavans waarschijnlijk
maken.

De vraagstukken op financieel, economisch en poli-
tiek gebied, die zich voordoen indien men op zooda-
nige wijze een vermogen wil beheeren, zijn echter van
zoo omvangrij].ren aard, dat zij van de leiders den
vollen mensch vragen, en slechts weinig particuliere
beleggers daartoe tijd, lust en gelegenheid hebben.
Als een management trust, beschikkende over een uit-
stekende inlichtingsdienst, en als regel in nauwe rela-
tie staande met de leidende figuren van handel en
industrie, op bovengenoemde wijze beheerd, bovendien
nog een conservatieve dividend politiek volgt, dan zal
zij niet alleen een portefeuille behouden die aan de
hoogste beleggingseischen voldoet, maar bovendien be-
langrijke stille en zichtbare reserves kunnen vormen.

Over het nut van een dergelijke trust kan men kort
zijn. De kleine belegger, die een deel van
zijn
vermo-
gen belegt in de vaste rentegevende fondsen, dan wel

1)
Zie over Investment Trusts verder Econ.-Stat. Ber. van
13 Maart, 27 Maart, 11 September en 9 October 1929 en
van 2 April, 9 April en 3 September 1930 (Red.).

in de aandeelen der trust, krijgt bij de obligaties een prima verdeeld onderpand, waarbij bij een goed be-
heer de kans op waardevermeerdering groot is, ter-
wijl hij bij aankoop van de aandeelen bij een goed
rendement kans heeft zijn bezit niet onaanzienlijk
in waarde te zien stijgen.
Voor den grooten belegger hebben de aandeelen be-
halve de bovenuiteengezette mérites dit groote voor-
deel, dat hij voor dat gedeelte van zijn vermogen,
hetwelk hij in aandeelen der trust heeft belegd, ont-
lieven is van de zorgen van beheer, mits hij vertrou-
wen stelt in de leiders der trust en haar raad van
bestuur of commissarissen. Maar geld deze restrictie
wat betreft het vertrouwen in de leiders eigenlijk
niet voor iedere maatschappij? Ook de aandeelen
onzer beste en grootste lichamen ruimt men maar
beter op, indien men in de leiders het vertrouwen ver-
loren heeft.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

INDUSTRIËLE ONTWIKKELING IN SUID-AFRIKA.

1.

Dr.’ 0. G.
W
. Schumann te Stellenhosch schrijft ons:

In die Suid-Afrikaanse pers is onlangs ‘xi groot-
skeepse kampanje gevoer vir die meerdere gebruik
van eie Suid-Afrikaanse fabrikate. Die onmiddelike
aanleiding was waarskynlik die huidige depressie. By
die publiek is die mening algemeen dat hierdeur ‘n
groter vraag na inheemse fabrikate sowel as grond-
stowwe sal geskep word, hoewel die gedagte aan ‘xi
bewuste konjunktuurpolitiek nie definitief uitge-
spreek is nie, en die juiste betekenis van so ‘n propa-
ganda meestal onk nie besef word nie.
Met die oog op die teenwoordige sitting van die
Imperiale Konferensie, en die poginge wat aange-
wend word om inter-Imperiale handel te bevorder, is
dit opmerklik en ‘besonder veelseggend, dat niet alleen
die Afrikaanse, maar ook die Engelse pers in Suid-
Afrika, deelgeneem het aan hierdie kampanje. Trou-
ens, die propaganda is eenvoudig

xi
uiting van ekono-

miese nasionalisme, en indien dit sukses het kan dit xiie anders as die fabrikate-invoer uit Engeland be-
nadeel. Dit bewys slegs watter invloed die ny’weraars
in Su.id-Afrika, xiie slegs op ekonomies gebid maar
miskien ook
op
politieke gebied, gekry het. Met die oog hierop en op die algemene ekonomiese
ontwikkeling van die land gedurende die laaste )are,
aal dit van belang wees om ‘n kort oorsig te gee oor
die opkoms van

xi
verwerkende nywerheid in Suid-
Afrika en die teenwoordige ontwikkeling daarvan.

* *
*

In die ekonomiese ontwikkelingsproses van enige
land of grotere gebied vinci ons die bekende lang-
termyn golwe, periodes van vinnige vooruitgang ge-
volg deur periodes van relatiewe stilstand; gepaard hiermee gaan ‘n snelle en dan weer geleidelike om-
vorming in die betrokke ekonomiese struktuur. In
Suid-Afrika is hierdie groot veranderinge in die ont-
wikkelingstempo miskien meer uitgesproke as in
meeste ander lande, hoewel die korter-termyn kon-
junktuurskomnielinge meer ooreenkoms vertoon met
soortgelyke beweginge in ander lande. Die groot be-
weginge het meesal ‘xi meer seifstandige verloop, al-
tans in Suid-Afrika – die konjunktuurbeweginge
hou meer veband met toestande oorsee en is meer
internasionaal, veral gedurende die laaste 50 jare,
soos Thorp en Mitchell in die ,,Business Annals” so

duidelik aantoon.

In Suid-Afrika vind ons, afgesien van vroeër pe-

riodes,

xi
tydperk van buitengewone opleving na 1850,
wat uitloop in die kriesis en depressie van 1863 tot
1869. Die oorsaak was hier hoofsaaklik die opkoms
van die wol en volstruisvere nywerhede. Die ontwik-
keling het egter saamgegaan met die wereldpryssty-
ging, veral in Engeland, na 1850 as gevolg van die

34

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

goudontdekkinge in Australië en. Kalifornië. Daar
was dus ‘n uitstekende mark vir hierdie twee tiepiese
,,uitvoerprodukte”, en die ekonomiese vooruitgang in
Suid-Afrika is dus gedeeltelik slegs ‘n weerkaatsing
van ‘n algemene wereldoplewing na 1850.

Die ontdekking van diamante in 1861 en van goud
in 1886 veroorsaak egter weer twee nuwe, en veel
meer uitgesproke, periodes van vooruitgang wat meer
seifstandig van karakter is en min direkte verband

hou met wereldtoestande. Die algemene ontwikko-
lingslyn gaan met twee spronge snel in die hoogte
met onderbrekings dear die diamantkriesis van 1881,
clie goudkriesis van 1890, en die Boereoorlog met die
na-oorlogs kriesis van 1903. Rierdie minerale ont-
dekkings bring dan ook ‘n totale omvorming in die
ekonomiese opbou van Suid-Afrika. Terwyl Duits-
land na 1810 taamlik gou oorgaan van ‘n ,,Agrar-

staat” na ‘n ,,Industriestaat”, en in verskillende ander
lande dieseifde proses homself langsamer voltrek,
vind ons in Suid-Afrika ‘n skielike oorgang van ‘n
byna uitsluiten cle landboulancl, met baie demente van

ii ,,Geschlossene Hauswirtschaft” en

ii ,,Naturalwirt-
schaft” nog aanwesig, na. ‘n ,,Landbou- en Mynbou-
land” met kenmerkende verskynsels van die moderne
kapitalisme. Eers vinaf die Boereoorlog, en veral na
1914, gaan die proses van industrialisasie vinnig voor-
uit, en kan ons nou miskien al praat van ‘n ,,Land-
hou-, Mynbou- en Industriestaat”.
Aangesien die drie ofi’ier vernaamste produkte
van Suid-Afrikaanse bodem ,,uitvoerprodukte” is,
word hierdie periodes van snelle vooruitgang beson-
der trou weerspieel in die ititvoersyfers, soos die vol-
gende tabel aantoon:

Uitvoer oor Kaapse en Natalse Hawens in jaarlikse
geiniddeldes.
£ ‘000
Periode Totale Uitvoer

Wol

Voistrulsvere
Dlamante Goud
1845-49
525

180
5
1.855-59
.

1,720

968
13
1865-69
2,566

1,885
342
1875-79
6,299

2,670
439
1,905

35
1885-89
8,710

2,446
442
3,717

612
1.895-99
22,005

2,363

.
649
4,516

11,456
1905-09
44,821

2,930
1,626 7,231

28,587

As

11
interessante bykomstigheid mag ons daarop
wys, dat terwyl die tendens tot ‘n gunstige handels-
balans homself alreeds in die sestiger jare openbaar,
clie ontdekking van diamante en weer van goud ge-
volg is deur ‘n sterk, tydelike ongunstige handels-
balans. Die veklaring lê blykbaar hierin, dat na die
ontdekking van minerale besonder baie kapitaal die land ingevloei het, ‘n onsigbare uitvoer dus, met die
gevolg dat baie kon ingevoer word om die betalings-
balans te laat klop. Die wol- en voistruisvere-indus-
trieë is egter ontwikkel met inheemse kapitaal, die
hele produksie is uitgevoer sonder
’11
groot invoer

van kapitaal. Vandaar . die vroeë tendens tot ‘n uit-
voer-oorskot. ELierdie faktor moet natuurlik in ver-band gesien word met ander meewerkende oorsake.
Die verandering in die ekonomiese struktuur van Suid-Afrika tot ‘n gedeeltelike industrieland het tot
aan die Boereoorlog iu 1899 besonder langsaam ge-
vorder. Statistieke ontbreek egter om ‘n juiste insig
te kry, en behalwe vir die versameling van gegewens
oor industrieë by die volkstelling van 1891, is daar
niks beskikbaar voor 1904. In die Kaap Kolonie het
wel hulpindustrieë op

Ii
klein skaal ontwikkeil ge-
durende die tagtiger jare, deels onder die invloed van
verhoogde invoerregte van 1864 en 1884 vir belas-
.tingsdoeleindes. In 1891 was daar in, die Kaap Ko-
lonie 2000 fabieke met 15,900 manlike en 2,800 vrou-
like arbeiders. D:ie waarde van gron,dstof gebruik was
£ 3,353,000 en die bruto-produksie £ 5,639,000. In die
Transvaal, Oranje Vrystaat en Natal Eet die oprig

ting van fabrieke begryplikerwyse veel later begin.
Die verklaring van hierdie langsame ontwikkeling, afgesien van die feit dat in enige jong land die proses
van industrialisasie aan die begin slegs langsaam
voortgaan, lê deels voor die hand. Kapitaal, arbeids-

kragte, tegniese kennis en organisasietalent word
.natuurlik laarheen getrek waar die grootste wins-
kanse bestaan. Met die ontdekking van die ryk mi-
nerale bronne is deur die hoë potensiële lone en
winste kapitaal, arbeid en die beste talente getrek
cie slegs van die land self nie maar ook van oorsee.
Teselfdertyd het die mynbou en die stede wat daarop
gegroei het, soos Kimberley en Johannesburg, ‘n goeie mark geskep vir landbouprodukte. Ook die

boerdery het dus beter begin betaal, intensiewer ge-
Lruik van grond en meer bestedingvan kapitaal en
arheidskragte het lonend geword. Daar was dus weinig
aanmoed:iging vir ondernemers en kiipitaliste om
hulle kapitaal en energie aan fabrieke te waag veral
met die oog op die sterk buitelandse konkurensie, ter-
wyl die sterk handelsklasse aan die kus meer belang
gehad het in ‘n groot in- en uitvoer as in ‘n eie in-
heemse industrie. Ook van ‘n nasionale standpunt het
dit vir Suid-Afrika beter betaal om volgens die
,,Principle of Comparative Advantage” te konsentreer

op landbou en mynbou en die produkte te verruil vir
fabrikate van oorsee. Daarby kom dat die Regering
in Suid-Afrika min aandag geskenk het aan indus-
triële ontwikkeling; ook op politieke gebied was die
iandbouers en veral die myncienaars oppermagtig.
Verdér was dit die gewoonte van Engeland, volgens
clie tradiesies van ‘n vroëre Merkantilistiese kolo-
niaalpolitiek, om nie industrieë in die kolonies aan
te moedig nie, in Suid-Afrika veral tot 1872 toe die
Kaap verantwoordelike regering gekry het.
Vanaf die Boere-oorlog egter, en veral gedurende
clie groot oorlog, begin ‘n nuwe fase in die ekono-
miese ontwikkeling van Suid-Afrika – sy begin ver-ander tot industrieland, hoewel landbou nog die be-
langrikste bedryf van die land bly. Dit blyk uit die
volgende syfers:
Ontwikkeling van die Fabrieksnywerheid.
Waarde
toegevoeg

Getal

Persone in diens.

Bruto-

deur
Jaar bedrywe Europeane Ander produksie fabrikasie
‘000

£’000
1904

4,841

30,360

56,004

20,565

8,907
1911

2,47’3

21,049

44,867

17,249

7,860

1915-16 3,998

39,524

61,654

40,435

18,119

1919-20 6,890

62,483 113,037

92,914

39,063

.1923-24 7,112

66,189 116,688

79,789

40,586

.926-27 7,172

80,755 121,934

97,879

47,508

.1927-28 7,360

84,970 122,758 106,982

51,521

1927-28 7,074

64,923 111,258

91,727

43,003

Die syfers sluit egter in ook Regerings- en Munisi-
pale fabrieke en spoorwegwerkplase. Die laaste ry
syfers vir 1927-28 het betrekking op private fabrieke
alleen.
Die eerste industriële sensus in Suid-Afrika is ge-
hou in 1917 en het betrekking op die jaar 1915-16;
vanaf die jaar word jaarlikse sensusse gehou. Die
syfers vir 1904 en 1911 is gekry by die volkstellinge
van dle jare; hulle is dus nie heeltemal vergelykbar
met die latere syfers, terwyl die industriële eenheid in 1911 nie dieselfde geneem is as in 1904 wie. Dit
‘ericlaar .die daling in getal bedrywe ens. tussen 1904
en 1911. Vanaf 1915-16 word ‘n fabriek gedefi-
nieer as ,,’n fabriserende of ander inrigting waarin:
1. (a) Drie of meer persone werk, met inbegrip
van die eienaar, bestuurder of ander verantwoorde-
like persoon,
of
Dryfkrag gebruik word behalwe handearbeid
(onverskillig die aantal werkers in diens);
of
Stoomketels gebruik word.
en
2. Werkzaamhede van produksie of industriële pro-
sesse uitgevoerd word, met uitsondering van myne
en steengroewe.”
Die syfers wys dus duidelik op ‘n industriële
,,Gründerperiode” gedurende die oorlog; die kriesis
van 1920 en die depressie daarna veroorsaak ‘n tyde-
like teruggang, maar dan is daar weer ‘n vinnige uit-
breiding in die laaste jare. Met die groot prysver-
anderinge van die oorlogs- en na-oorlogs-periode moet

7 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

35

/
1

egter rekening gehou word. Die volgende syfers gee
dan

ii juister beeld van die ontwikkeling.

.E’abrieksproduksie op clie
1910
prysbasis. £ ‘000.
Groothandels-
pryse.

Bruto-Produksie.

Waarde toegevoeg.

– Jaar
S.
A.
Goedere. Werklike
Op 1910

Werklike

Op 1910
(1910 = Ir,00)

prysbasis

prysbasis
1915-16

1,211

40,435

33,400

18,119

15,000
1919-20

1,916

92,914

48,500

39,063

20,400
1923-24

1,313

79,789

60,800

40,586

30,900
1926-27

1,290

97,879

75,900

47,508

36,800
1927-28

1,298

106,982

82,400

51,521

39,700

In Suid-Afrika word die algemene indekssyf er vir groothandelspryse ook apart aangegee vir Suid-Afri-
kaanse goedere en vir ingevoerde goedere. Die eerste
word hier’geneem en nie die algemene indekasyfer iiie
omdat ingevoerde goedere ‘n aanmerklik afwykende
prysverloop vertoon van die van Suid-Afrikaanse.
(Bv. die undekssyfer vir ingevoerde goedere is in 1920
3185 en 1928 1534 in vergelyking met bogenoemde
syfers vir Suid-Afrikaanse goedere; ‘n besonder in-
teressante feit in verband met die Teorie van die
hnternasionale Handel en spesiaal van die Wissel-
koerse).

Die syfers waarop moet gelet word is die ,,Waarde
toegevoeg deur Fabrikasie”, aangesien die bruto-pro-
duksie ook afgewerkte materiaal kan unsluit, wat du-
plikasie aal veroorsaak, en ook ingevoe±de grond-
stowwe wat ‘n afwykende prysverloop vertoon. Waar
nou die waarde toegevoeg, tenspyte van die depressie
na 1920, toeneem met 50 pOt. van 1919-20 tot 1923
-24, en byna verdubbel is by 1927-28, is dit dui-
delik dat ons hier te doen het met ‘n merkwaardig
snelle ontwikkeling. Sprekend is ook dat van die 7360
fabrieke wat op 30 Junie 1928 bestaan het, slegs
372 voor 1890 opgerig is, 505 tussen 1890 en 1899,
1275 tussen 1900 en 1909, 2232 tussen 1910 en 1919,
en 2976 van 1920 tot 1927.

Hierdie ontwikkeling is dus ‘n, sprekende voorbeeld
van die na-oorlogse ,,Selbstversorgungstendens” by
clie jonger lande deur Levy genoem in ,,Der Welt-
markt 1913 und Heute”. Die direkte aanleiding was
natuurlik die oorlog. Die Euopese lande ‘het hulle
toegelê op die maak van oorlogsbenodigdhede, terwyl
die Vasenigde State tot ‘n groot mate Europa moes
voorsien. Die buitelandse konkurensie in Suid-Afrika
het dus sterk afgeneem, pryse ‘het geweldig gestyg,
terwyl dir hoë skeepsvragte en assurausiepremies ens.
‘n tydelike proteksie verleen •het aan Suid-Afrikaan-
se nywerhede. Proteksie in die vorm van hoër invoer-
regte ‘het nie so ‘n groot rol gespeel nie, hoewel na
1924 ‘ii bewus gematigde proteksionistiese politiek gevolg is onder die Nasionale regering. Die gevolg
was die buitengewone opbloei van die plaaslike in-
dustrieë, baie waarvan in die depressie na 1920 ver-
dwyn het, maar vaardeur egter die grondslag gelS is
vir die verdere ontwikkeling na 1920.

Die ontwikkeling
na.
1927-28, waarop die laaste industriële sensus betrekking het, kan enigsuns af-
gelei word van die volgende syfers oor die getal
arbeiders in diens van fabrieke:

Industriële Graadmeter, verhoudingssyfers as ‘n % van Julie
1925.

Getal Arbeiders.
Enropeane

Nie-Europeane

Datum

Getal Verhoudingsyfers

Mrt.

1927
……
25,824

106

.

46,661
Jan.

1928
……
26,177

108

45,017
Jan.

1929
……
27,423

– 113

48,419
Sept.
1929
……
28,562

117

49,115
Jan.

1930
……
27,652

114

48,527
Aug.
1930
……
26,562

109

43,823

Hoewel hierdie syfers slegs betrekking het op ‘n
gedeelte van die industrieë, wel verteenwoordigend,
blyk dit die industriële vooruitgang aangegaan het
tot Sept. 1929 toe die maksimum getal arbeiders in diens was, Die daling na hierdie datum wys dat die
algemene konjunktuurteruggang wat in Suid-Afrika

ongeveer in Okt. 1929 begin het die industrie nie on-
aangetas gelaat het nie. Die depressie in die Suid-
Afrikaanse nywerheid is egter minder akuut as in
waarskynlik meeste ander lande.

* *
*

Tot dusver het ons slegs die absolute ontwikkeling nagegaan. Die vraag is egter of die ander nywerhede ioos landbou ên mynbou iiie ewenredig uitgebrei het
nie. ‘n Vergelykïng is hier besonder moeilik omdat
die landbousensusse slegs hoeveelhede aangee, èn die
waardes besonder moeilik ‘berekenbaar is. Die vol-
gende syfers, wat voorkom in die Verslag van die
Ekonomiese en Loonkommissie van 1926, aal egter as
aanduiding dien.

1917
1923
Netto
01
0
van
totale
Netto
0
10
van
cpbrengs.
Nasionale opbrengs.
totale
£
‘000,000
Inkornste
£
‘OuU,OuO
Nas. lnk.
Landbou 34
23,6
47
25,3
Mynböu
27,3
19,0
37
19,9
Fabrieke
22,2 15,4
31
16,7

– Hoewel die ‘berekeninge iiie alsoluut juis aal wees nie, soos erken deur die Kantoor van Sensus en Sta-tistiek, blyk dit dat die fabrieksnywerheid in relatie-
we belangrikheid toegeneem het; egter iidinder as
wat ons sou verwag •het. Die ontwikkeling na 1923
is hieruit egter iiie sigbaar nie. Van meer betekenis
is ‘n vergelyking van die ,,arbeid” in die industrie
en die mynbou soos deur die volgende syfers weer-
gegee:

Persone in diens
Salarisse en lone.
Europeane
Nie-
£
‘000
Jaar Europeane
Europeane
NIe-
Europ.
Fabrieke

…..
1915-16
39,524
61,654
6,740
2,173
Mynboubedrywe 1916
31,124
279,556
9,657 7,849 Fabrieke

…..
1925-26
75,987
117,435
16,766
‘5,933
Mynboubedrywe
1926
39,029
305,089
10,103
8,798 Fabrieke

…..
1927-28
84,978
122,758 18,779
6,515
Mynhoubecirywe
1928
38,177
322,615
10,902
9,142

Hierdie syfers bewys, dat die nywerheid relatief
‘eel sneller ontwikkel het vanaf 1916 ,as die myn-
ou, en dit lei tot die gevolgtrekking, dat die ver-
gelykende syfers net tevore aangegee misleidend moet
wees. Die getal arbeiders in diens van die myne is
nog wel beduidend hoër ‘as in d.ie fabrieke, maar
terwyl die myne in 1916 ‘byna dubbel soveel aan
lone en salarisse uitbetaal het as die fabrieke, is die
posiesie in 1928 omgekeer en betaal die fabrieke in
1928 in totaal £ 5,250,000 meer aan lone as die myne.
Dit word verklaar deur die feit, soos uit die syfers
blyk, dat •die myne in Suid-Afrika hoofsaaklik art-
geskoolde arbeid gebruik wat byna uitsluitend uit
naturelle bestaan, terwyl die ftubrieke bewus hulle
daarop toelê om

ii
so groot persentasie van blankes
in diens te neem as moontlik. Die laaste kan ook die
gevolg wees van die bepaling in die Tariefwet van
1924 waardeur die hoogste invoerregte -slegs toege-
staan word aan fa’brieke wat ‘n ,,beskaaf de arbeids-
politiek” volg, i.e. wat ‘n seker persentasie blanke
arbeiders in diens het. Van besondere -betekenis ;is
die feit, dat terwyl die getal – blanke arbeiders in
fabrieke meer as verdubbel het tussen 1916 en 1928,
die getal in myne verminder het oor dieself de periode.

Uit alles blyk duidelik dat Suid-Afrika, in oor-
eenstemmung met die ontwikkeling in ander lande
soos Australië, Kanada, Argentinië ens. langsaam ‘n
eie industrie ontwikkel – ‘n proses van buitegewone
betekenis vir die ouer industrie-lande van Europa,
en in die geval van,die Dominions veral vir Engeland.
In die volgende artiekel aal die stand van die
Suid-Afrikaanse – industrie van verskillende gesigs-
punte noukeuriger ontleed word.
(Slot volgt.)

Stellenbosch, begin Nov. 1930.

36

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

Het Prijsverloop van Groothandelsartikelen
gedurende het vierde kwartaal van 1930.

1.
TAflWE.

Gedurende het laatste kwartaal van 1930 heeft een
nieuwe.sterke verlaging van den tarweprijs plaats ge-
vonden als gevolg van de overdadige voorraden in Ca-
nada en de Vereenigde Staten, cle over het algemeen
gunstige ontwikkeling der oogsten van Australië en
Argentinië, waar de tarwe-opbrengst zeer veel grooter
is clan in het vorige jaar en de zeer groote verschepin-
gen uit Rusland. Zelfs heeft de Russische tarwe gedu-rende geruirnen tijd de markt geheel beheerscht en in November kwam in Engeland de helft der ingevoerde
tarh’o uit Rusland. De vraag niar tarwe in de Euro-
peesche invoèrlanden was over het algemeen niet on-
bevredigend en nu en dan leidde het lage prijspeil zelfs tot vrij levendige vraag, vooral in Engeland.
Daar echter in verschillende Europeesche landen de
invoer nog steeds sterk wordt belemmerd (Frankrijk,
Dui tschland, Tsjecho-Slowakije) en in Du tschland het invoerrecht op tarve nog verder werd verhoogd,
zoodat dit aan het einde van October niet minder dan
200 pOt. van de waarde aan de vrije vereldmaikt be-
droeg, blijft de markt onder ‘den druk verkeeren van
deze beperking van den afzet van overzeesche tarve.
Groote voorraden Russische tarwe zijn in den loop der
laatste maanden in West-Europeesche en Italiaansche
havens opgeslagen en zoozeer overtrof cie aanvoer uit
Rusland de behoefte der invoerlanden, ondanks de
zeer lage prijzen, dat ladingen Russische tarwe dik-
wijls langen tijd in de Engelsche orderhvens moesten
wac]iten, v66r een bestemming voor haar gevonden
kon worden. in Canada leidde de onmogelijkheid om
in voldodnde mate koopers te vinden voor de zeer
groote voorraden tarwe tot steeds grooter financiëele
moeilijkheden voor de tarwepool. In October scheen
die geneigd, tot de bereikbare prijzen haar tarwe lie-

ver achter te houden in afwachting van een vermin-
dering der Russische verschepingen, doch toen die
steeds zeer omvangrijk bleven en de prijsdaling steeds verderen voortgang maakte, besloot men in November
in concurrentie met de Russische tarwe den uitvoer
te vermeerderen. Inderdaad zijn toen de zaken in Ca-
nadeesche tarwe naar Europa, vooral Engeland, toe-
genomen, doch de prijsdaling kon daardoor niet wor-den gestuit en ofschoon aan het einde van het jaar de
Russische verschepingen als gevolg van den intus-
schen ingeti’eden winter wel zijn verminderd, sloot de
tarwemarkt in zeer flauwe houding en op 31 Decem-
,_FI. PEQ 100 K.G.

TAnWE

MMMMMMMMMMMM

JAN. FEBR. MRT .APR. MEI JUNI JULI AUG SEPT OCT NOV DEC.

ber sloot cle termijnmarkt te Liverpool, die zeer goed
do algemeene marktstemming weergeeft, op de laagste
prijzen van het seizoen, evenals ook te Rotterdam. Se-
dert 1894 zijn te Liverpool zulke lage prijzen niet
voorgekomen en ook toen kwamen zij slechts zeer wei-
nig beneden het tegenwoordige peil. Van 1 October
tot 31 December 1930 daalde te Liverpool de Maart-termijn van 51104 tot 4/2
1
/s per 100 lbs. Te Winnipeg
en aan de Argentijnsche termijnmarkten is de tarwe-
prijs van 1 October tot 31 December ongeveer 27 pOt.
gedaald, ‘doch te Chicago bedroeg de verlag’ing slechts
6 pOt. Dit is het gevolg van een hernieuwd optreden
van den Federal Farm Board, die in de steeds voort-

STATISTISCH OVERZICH

TARWE HardWlnter
No. 2
lOCO
Rotterdam!
Amsterdam

R000E
AmericanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.O.

MAIS
La Plata
loco
R’dam(A’dam
per 2000 K.O.

OERST
met.

0.2
loco
otterdam

LIJNZAAD
La Plata
loco R’damlA’dani
per 1960 K.O.

Westfaalschel Hollandsche
bunkerkolen,
ongezeefdf.o.b.
R’dam!A’darn

PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
33
t/m
33.9°

pebr’eI

IJZER
Cleveland
Foundry No. f.o.b.
Middlsbrugh

KOPER
Standaard
Locopri/zen
Londen
per Eng, ton

ii.
0
10
11.
01
II.
01
II.
°Jo
fl.
0
/s
II.
0
1
0

$
0
10
Sh.
°/o
Jaargenildd.

1925
1720
100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
10,80
100,0 1.68
100,0 731-
100,0
62.116


100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75.3
196,75
83,4
360,50
77,9
17,90
165,7 1.89
112,5
8616
118,5
58.11- 93,5
1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
11,25
104,2
1.30
77,4
73/-
.
100,0
55.141- 89,7
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228.50
96,8
363,00
78,5
10,10
93,5
1.20
71,4
661-
90,4
63.16j-
102,8
1929
12,25
71,2
10.87
5

83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
11,40
105,6 1.23
73,2
7016
96.6 75.141-
121,9
1930
9,676
56,3

6,22
5

47,6
136,75
59,1

.111,75
47,4
356,00
77.0
11,35
105,1
1.12
66,7
671-
91,8
54.131- 88,0
januari

1928
13,50
78,5
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
651-
89,0
62.-!-
99,9
‘Februari

,,
13,80
802
12,876
98,5
225,50
97,8
243,75
103,3
361,00
78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.121- 99,2
Maart

,,
14,60
84,9
14,00
101,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8
9,95
92,1
1.1.9
70,8
6516
89,7
61.316
98,6
April

,,
15,30
88,9
14,97
5

114,5

239,50
103,5 .261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8

661-
90,4
61.1416
99,4
Mei

,,
15,30
.88,9
15,47′
118,4
238,50
103,0
260.75
110,5
372,00
80,4
10,60
8,1
1.19
70,8
661-
90,4
62.15-
101,1
luni

,,
14,37
5

83,6
14,27
5

109,2

234,00
101,9
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
.
661-
90,4
63.171-
102,9
juli

,
14,25
62,8
13,07
5

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75 77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
62.181-
101,3
Augustus
12,00
69,8
12,625
96,6
214,75
92,8 ‘226,75
96,1
350,75
75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
.
661-
90,4 62.1016
100,7
September ,,
11,65
67,7
11,57
6

88,5
198,75
85,9
98,25
84,0
350,75
75,8
10,00
92,6
1,21


72,0
661-
90,4
63.81-
102,1
October

,,
12,27°
71,4
.12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1 1.19
70,8
661-
90,4
65.121-
105,7
November
12,32
6

71,7
12,07
5

92,4
227,25 98,2
185,50
78,6
386,25
83,5
-10,20
94,4
.
1.18
70,2
661-
90,4
67.181-
109,4
December

,,


12,30
71,5
11,90
91,0
220,25
95,1
180,50
76,5
373,75
80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,0
Jannari

1929 12,35
.
7i;8
12,20
93,3
231,50
100,0 194,25
82,3
365,00 78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,7
‘Februari
12,72
5

74,0
12,65
95,7
236,00
101,9 194,75
82,5
357,25 77,2
12,90
119,4
1,11
66,1
6616
91,1
78,-16
125,7
Maart
12,65
73,5
‘12,625
96,6
233,00
100,6 191,75
81,3 359,00
77,6
12,00
111,1
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144,0
April

,,
12,12
5

70,5
1.1,62
5

.88,9
218,00
.
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
11,05
102,3
1.11
66,1
681-
93,2
82.1716
133,5
Mei

,
11,125
64,1
10,57
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
11,15 103,3
1.16
69,0
6916
95,2
75.416 121,2
luni

juli

,
10,876
12,80
63,2
74,3
10,20 11,20
78,0 85,6
193,50
218,50
836
94,4
171,25 191,25
72,6
81,0
355,25 76,8
11,25 104,2
1.30 1.30
77,4
711-
7216
97,3
74.111-
120,1

Augustus

,,
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50 87,5
182,75
77,4 415,50 452,50
89,8
97,8
11,25
11,25
104,2 104,2
1.30
77,4
77,4
7216
99,3 99,3
72.1216
73.171-
117,0 119,0
September ,,
12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6 11,40 105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.191-
120,7
October
12,10
70,4
9,87
5

75,6
185,00
79,9
-168,00
71,2 516,50
111,7 11,25 104,2
1.30
77,4
7216
99,3
72.161-
117,3
November ,,
11,77
5

68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8
483,25
104,5 11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-
113,2
December

,,
12,62
6

73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4
482,00
104,4
11,75 108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110;1
Januari

1930
12,67
6

73,7 9,35 71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75
108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115,1
Februari
11,725
68,2 8,17
6

62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50
86,2
11,75
108,8
1.11
66,1 7216
99,3
71.1216
115,4
Maart

,
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00
84,3
11,55
106,9
1,11
66,1
701-
95,9
68.1916
111,1
April
Mei
1-1,17
5

65,0 60,8
7,625
6,55 58,3
50,1
.180,25
148.50
77,8
64,1
129,75 114,50
55,0
48,5
431,00
405,01 93,2
11,35
105,1
1.16
5

1.18
0

69,3
6716
92,5
61.31-
98,5
, ,
10,45
10,05
58,4
,175
39,6
1145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
87,6
83,4
11,35 11.35
105,1
105,1
1.18
6

70,5
70.5
6716
6716
92,5 92,5 53.91-
50.116
86,1
80.7
j
uni
uli

,,
9,55
55,5
5,826
44,6
‘157,75 68,1
108,00
45,8 345,75


74,8
11;35
105,1
1.185
70,5
6716
92,5 48.21- 77,5
Augustus

,,
9,45
54,9 6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
.365,00
78,9
11,35
105,1
1.185
70,5
651-
89,0
47.151- 76,9
September
,
8,40
48,8 5,25
40.2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75

.
68,9
11,35
105,1
1.185
70,5
6316 87,1
46.61-
74,6
October

»
7,40
43,0
4,625
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
11,35
105,1
1.185
70,5
63165

87,1
43.-!-
69,3′
November ,,
7,25 42,2 4,25
32,5
94,50 40,8
82,25
34,9 270,75
58,5
10.90
100,9
0.85
F0,6
6316
6

87,1
46.816
74,8
December

,,
7,07
5

41,1
4,30
32,9
96,00
41,5 91,00
1
88,00
38,6
247,75 53,6
10,85
100,5
0.85
1

50.6
63
1
6
6

87,1
47.616
76,2
5 Januari

1931
6,60
38,4
4,10
31,4
89,00
38,4
37,3
195,00
422
10,30
95,4
0.85
1

50,6
63/6
6

87,1
1

46.1216
75,1
0)
Men zie voor de toelichting op dezen staat de nummers van 8 en 15 Augustus 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
2)
= Western vôdr de Invoering

7 Januari
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

37

gaande prijsdaling omstreeks half November aanlei-
ding zag om zijn inkoopen
van
tare te hervatten.
Hij
heeft daarmee in de Vereenigde Staten den tarwe-
prijs
voor verdere inzinking als in Canada en elders behoed, doch tevens den export vrijwel geheel doen
ophouden au zelf een enormen tarwevoorraad -verkre-
gen. De prijsloop voor hardwinter-tarwe uit de
Vereenigde Staten, die in ‘de conjunctuur-statistiek
van dit tijdschrift wordt aangegeven, geeft dus de be-
weging der tarweprijzen aan de wereldmarkt der laat-
ste maanden niet juist weer. Voorloopig is niet in te
zien,
wat
er later met den voorraad van den Farm
Board moet gebeuren. Het verbruik van tarwe als
veevoeder, waarvan men zich in de Vereenigde Sta-
ten in verband met den slechten maïsoogst veel had
voorgesteld, valt niet
mee
en de nieuwe uitzaai
van
wintertarwe is ditmaal in Amerika slechts zeer wei-
ilig
kleiner geweest dan in het vorige seizoen.

De prijsdaling der laatste drie maanden
vtn
1930
heeft niet geheel zonder onderbreking plaats gevon-
den. Argentijnsche klachten over roestschade hebben
in
October en November eenige prijsstijging veroor-
zaakt, die echter verloren ging, toen ‘die klachten
sterk overdre’en bleken te zijn. Hetzelfde geldt voor
berichten
van
het einde van October uit Canada over
sneeuwval, terwijl veel tarwe nog ongedorscht buiten lag en uit Australië over hevigen regen in November/
December, die zoo kort vôôr den oogsttijd wel eens
ernstige schade ou kunnen veroorzaken, alsmede voor
de eind November heerschende meening, dat de Rus-
sische graanverschepingn wegens gebrek aan ver-
dere voorraden spoedig zouden worden gestaakt. In-
derdaad leidden zulke berichten tot vastere markten
en uitbreiding der Europeesche inkoopen, doch deze
periodes waren telkens slechts van korten duur. In
Canada en Australië verbeterden de weersomstandig-
heden, zoodat ernstige schade uitbleef. De verminde-
ring der Russische verschepingen was niet veel groo-

ter dan in verband met den ingetreden winter ver-
wacht kon worden, terwijl in December verscheiden
booten bevracht werden voor belading in Januari in

de Russische havens der Zwarte Zee. Met ruim aan-
bod
van
nieuwe tarwe van het Zuidelijk halfrond en onder den druk der nog altijd zeer groote voorraden in Noord-Amerika heerschte er dan, ook voor taiwe
aan het einde van 1930 een flauwe stemming.

ROGGE.

Ondanks de vele maatregelen, welke de Duitsche
regeering in den, loop van 1930 weder genomen heeft
ter ondersteuning
van
den prijs der inlandsche rogge,
werd hel doel, bestaande in aanmerkelijke prijsopdrij-
ving, slechts voor een zeer klein gedeelte bereikt. De
afzet der Duitsche rogge en de daarvoor bedingbare
prijzen
zijn nog steeds aanleiding tot hevige klachten

F1
DÇD 1(10 k’C.

mmmmmmmmm

I
MMMMM
M
MMMMMM





—-
–‘
mmmm~~mmmmm
—-

MMMMMMMMMMMM

mmmmmmmm

“JAN. FEB.
MET
APR MEI JUNI juli AUG 3EP OCT NOV DEC

van den Duitschen landbouw. Export van rogge vindt

uit Duitschland reeds geruiwen tijd niet meer plaats. Nederland en Scandinavië, de eenige verdere landen
in Noordwestelijk Europa, die in belangrijke mate
rogge plegen te importeeren (ook België heeft nog
eenigen rogge-invoer) werden daarvan in •de -laatste
3 maanden in hoofdzaak voorzien door Ru$laud, dat

AN GROOTHANDELSPRIJZEN’)

locoprjzen

MiddIing

Australische,

WOL
gekamde

Australische,

Standaard

nial Carded,

TIN

KATOEN

WOL

gekamde

RUBBER4)

SUIKER

1

KOFFIE

THEE

IndexciJfer

Indexcijfer

Londen per

locoprijzen

Merino, 64’s Av. CrossbredColo-

Sheets

suiker loco

1

Locoprujzen

A’dam gem. pr.

v. ul. Stat.,

Economist,

Eng. ton

New York

loco Bradford

5

v. loco

loco Londen

I R’dam(A’dam.

Rotterdam

Java- en Suma-

herleid

herleid
per Ib.

per ib.

Bradford perlb

per lb.I

Ribbed Smoked 1 Witte krlstal- 1

Robusta

All. N.-I. theev.

v(h. Centr. 0.

van The

per 100 K 0

per ‘(o K.G.

tratlueep.'(1K0. van 1913=100

1927 = lOO
tot 1925=100 tot 1925=100

01

– $ cts.

°lo

pence010

pence

01′

Sh.

1

01

II.

010

cts.

0(0

cts.

010
261.171-

100,0

23,25

1100,0

55,00

100,0

29,50

100,0

2(11,625

1100,0

18,75

100,0

61,375

100,0

84,5

100,0

100,0

100,6
290.1716

111,1

17.55

1

75.5

47,25

85,9

24,75

83,9

21-

1

67,4

17,50

93,3

55,375

90,2

94,25

111,5

93,2

92,9
290.41-

110,8

17,50

1

75,3

48,50

8I,2

26,50

89,8

116,375

1

51,6

19,125

102,0

46,875

76,4

82.75

97,9

95,4

89,5
227.5!-

86,8

20,0086,0

51,50

93,6

30,50

103,4

-110.75

30,2

15,85

84,5

49,625

80,9

75,25

89.1

96,4

87,6 203.1516

77,8

19,15

82,4

39,-

70.9

25,25

85.6

-110,25

28.8

13,-

69,3

50,75

82,7

69.25

82,0

91,5

82,6
142.51-

54,3

13,55

58,3

26,75

48,6

16,25

55,1.

-15,875

16,5

9,60

51,2

32

52,1

60,75

71,8


255.11-

97,4

19,25

82,8

53,00

96,4

29,75

100,8

117,25

54,0

17,375

92,7

46

74,9

84,5

100,0

98,7

87,9
233.10(6

89,2

18,35

78,9

54,75

99,5

31,75

107,6

113,75

44,2

16,75

89,3

46

74,9

79,5

94,1

96,8

87,9
233.1716

89,3

19,35

83,2

55,00

100,0

33,25

112,5

110,75

35,8

16,87

90,0

47

7.6,6

79

93,5

98,1

89,2
234.61-

89,5

20,65

88,8

54,50

99,1

33,00

1119

-19,375

26,3

16,875

90,0

47

76,6

74,25

87,9

98,7

90,5 230.131-

88,1

21,55

92,7

54,25

98,6

32,25

109:3

-19

25,3

16,625

88,7 .

48,25

78,6

78,25

92,6

98,1

.

91,2
218.816

83,4

21,35

91,8

55,50

100,9

31,75

107,6

-19,25

26,0

15,75

84,0

49

79,8

73,25

86,7

98,7

89,8
211.191-

80,9

21,75

93,5

53,00

96,4

31,25

105,9

-19,25

20,0

15,50

82,7

49,875

81,3

71,25

84,3

95,5

88,2
211.18!-

80,9

19,30

83,0

51,75

94,1

30,00

101,7

-19,25

26,0

16,00

85,3

51,875

84,5

67,75

80,1

92,9

86,6
214.716

81,9

18,55

79,8

47,00

85,5

29,00

‘ 98,3

-(8,5

23,9

l5,875

84,7

52,75

86,0

70,25

83,1

93,5

85,4
221.19!-

84,8

19,45

83,7

46,25

84,1

27,25

92,4

-18,8

24,7

14,625

78,0

53

86,4

73

86,4

94,2

83,1
232.1016

88,8

19,90

85,6

47,25

85,9

27,50

93,2

-18,625

24,2

14,00

74,7

53

86,4

75,75

89,6

95.5

85,1
228.81-

87,2

20,45

88,0

46,25

84,1

28,00

94,9

-18,5

23,9

13,925

74,3

51,75

84,3

76,5

90,5

95,5

84,8
222.716

84,9

20,20

86,9

46,75

85,0

28,75

97,3

-19,875

27,9

13,715

73,5

53,125

86,6

77,25

91,4

94,2

84,6 222.111-

85,0

20,10

86,5

44,25

80,5

27,75

94,1

1/-

33,7

13,375

71,3

54

88,0

74,25

87,9

94,2

85,4 221.016

84,4

21,25

91,4

44,00

80,0

27,50

93,2

110,125

34,0

13,50

72,0

54

88,0

‘72,75

86.1

94,8

85,8
207.516

79,2

20,45

88,0

43,25

78,6

27,25

92,4

-110,5

29,5

13,375

71,3

54

.88,0

74,25

87,9

92,9

83,9
197.516

75,3

19,40

83,4

41,50

75,5

26,25

89,0

-110,875

30,5

12,25

65,3

54

88,0

73,50

87,0

91,6

81,7
200.51-

76,5

18,75

80,6

40,00

72,7,

25,75

87,3

-110,625

29,8

12,00

64,0

54

88,0

69,50

82,2

91,0

81,9
209.516

79,9

18,65

80,2

38,75

70,5

24,75

83,9

-(II

30,9

13,425

71,6

54

88,0

68,50

81,1

91,0

83,7
210.11(-

80,4

18,60

80,0

37,00

67,3

24,00

81,4

410,5

29,5

13,00

69,3

53,50

87,2

64

75,6

91,6

83,6
205.5(6

78,4

18,90

81,3

34,25

62,3

23,75

80,5

-110,125

28,4

13,475

71,9

51,75

84,3

64

75,6

91,0

82,0
188.9/6

72,0

18,45

79,4

32,50

59,1

22,50

76,3

-19,625

27,0

13,30

70,9

48,50

79,0

66

78,1

90,3

80,5
182-16

69,5

17,50

75,3

34,25

62,3

23,00

78,0

-18,125

.

22,8

12,50

66,7

41,75

68,0

66,50

78,7

88,4

78,8
178.1816

68,3

17,25

74,2

31,25

56,8

21,25

72,0

-18

22,5

12,075

64,4

36,75

59,9

60,75

71,8

87,1

78,8 174.131-

66,7

17,15

73,8 1

29,50

53,6

19,25

65,3

-17,375

20,7

11,675

62,3

35

57,0

60,50

71,6

84,5

76,9
174.41-

66,5

15,45

66,4 1

28,50

51,8

17,75

60,2

-18

22,5

11,40

60,8

35

57,0

58,25

68,9

81,3

75,2
165.18!-

63,4

15,20

65,4

26,25

47,7

16,50

55,9

-17,625

21,4

10,70

57,1

35

57,0

62,25

73,7

78,7

74,2
161.1716

61,8

16,45

70,8

27,25

49,5 1

17,25

58,5

-17,375

20,7

10,55

56,3

35

57,0

59,50

70,4

78,7

72,2
145.-!-

55,4

16,50

71,0

28,75

52,3 1

18,00

61,0

-16,875

19,3

9,80

52,3

34,75

56,6

58

68,6

76,1

72,0
136.4(6

52,0

14,50

62,4

27,75

50,5 1

17,50

59,3

-16,125

17,2

9,775

52,1

33

53,8

58

63,6

76,1

70,4
134.1716

51,5

13,10

56,3

27,00

49,1

1

16,75

56,8

-15,625

15,8

9,275

49,5

31,50

51,3

55,50

65,7

74,2

69,3 135.516

51.7

11,95

51,4

27,25

49,5 1

16,50

55,9

-(4,875

13,8

8.50

45,3

29,50

48,1

55,25

65,4

73,5

67,9
132.61-

50.5

II,-

47,3

27,00

49,1

15,75

53.4 1

-14,125

11,6 t

7,971

42,5 1

28,25

4,0

59,50

70,4

72,3

65,4
117.131-

44,9

10,55

45,4

24,50

44.5

14,50

49,2 1

-(4

11.2 1

8,625

46,0 1

29

.

47,3

66,50

78,7

71,6

64,6
113.161-

43,5

10,85

46,7

24,00

43,6

13,00

44,3 1

-(4,375

12,3 1

8,75

46,7 l

29

47.3

68,25

80,8

11/)

63,3
115 3!-

44,0

9,95

42,8

22,50

40,9

12,50

.42,4 l

-14,375

12,3

8,20

43,7 1

29

47,3

66,75

79,0
119.101-

45,6

10,157

43,7

22,008

40,0

12,508

42,4 1

-14,3123

12,1

1

8,-

42,7 1

29

47,3
le huidige offjcjeele noteeringswujze (jan.
1928);vanaf
16
Dec.1929 74/5 K.G. Hongaarsche; vanaf 26Mei1930 Z.-Russische.S)=Malt’ing vôôrde invoering van de .lsuldige
sffic. not.wijze (Jan. 1928).
4)
Jaar-en maandgem. afger. op l
is
pence.
5)
Noteering
Schotland
596. 6)58!… 7) 2 Januari. 8)1 Januari.

38

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

zeer veel rogge naar West-Europa verscheepte. Ook
van Roemeensche rogge vond eenige export plaats,
doch van beteekenis waren verder eigenlijk nog slechts
de verschepingen uit Polen, dat in de eerste maanden
na den oogsttijd veel rogge naar Scandinavië ver-
kocht. Later was Poolsche rogge echter in vergelij-
king met Russische te duur en nam de uitvoer af.
Russische rogge werd in october en November in
Nederland steeds gekocht, doch de afzet was toen niet
zeer groot en werd zoozeer door den aanvoer over-
troffen, dat te Rotterdam zeer groote voorraden voor
Russische rekening werden opgeslagen. Toen in het
begin van December maïs en gerst tijdelijk aanmerke-
lijk in prijs waren gestegen, en Russische rogge ver-
reweg het goedkoopste voedergraan was, ging een
groot gedeelte dier voorraden in Nederlandsche han-
den over. Veel Russische rogge is toen tot stijgende
prijzen door den binnenlandschen Nederlandschen
handel gekocht, ook op levering in de voorjaarsmaan-
den. Later echter, toen gerst en vooral maïs weder
veel goedkooper te koop kwamen, namen de zaken in
.Russische rogge sterk af, hetgeen met eenige prijs-
daling gepaard ging. Amerikaansche rogge kwam ge-
durende het laatste kwartaal van 1930 in Nederland
zoo goed als in het geheel niet ter markt.

MAIS.

Ook voor mais zijn in het laatste kwartaal van 1930
de prijzen aanmerkelijk gedaald, om tenslotte weinig
hooger te eindigen dan de helft van het peil, dat aan
het begin van 1930 gegolden heeft. De enkele periode
van prijsherstel, die in deze drie maanden ook voor maïs
is voorgekomen, was echter van langeren duur dan voor tarwe en de prijsstijging kwam ook tot sterker
ontwikkeling dan voor die graansoort. Dit was het gevolg van de groote verbruiksvraag, die steeds in
sommige Europeesche landen, met name Nederland
en Engeland en soms ook België, voor mais heeft
béstaan. Flauw was de markt in de tweede helft van
October wegens het groote export-overschot van clan ouden en den nieuwen oogst, waarover Roemenië be-schikte, groote verschep.ingen uit Zuid-Afrika en Ar-
gentinië en het sterke aanbod van gerst tot lage prij-
zen. De zeer slechts maïsoogst der Vereenigde Staten,
als gevolg waarw’n men zich in de genoemde uitvoer-
landen helangrijken Amerikaanschen maïsinvoer had

250
A DQ 2000 V(,

MAIS

240
230
220 210 200
190 180
1)0
160
150 140
130
120
110
1OC

JANFEBQMT.APR MEI
juni
JULI AUG.
SEPT OCT. NOV. DEC.

voorgesteld, had zijn invloed verloren, omdat van dien invoer geen sprake bleek te zullen zijn. Wel zijn zaken
tot stand gekomen naar Canada en Mexico, die anders
hun behoefte uit de Vereenigde Staten dekken, in
maïs uit Zuid-Afrika en Argentinië en zelfs is in
Rotterdam gedurende de maanden October en Novem-
ber, toen de markt hier wegens groote aanvoeren ge-drukt was, Zuid-Afrikaansche maïs overgeladen naar
de zooeven genoemde landu, doch belangrijken in-
vloed heeft dat op den rjsloop niet gehad, omdat
speciaal in Canada andere graansoorten, die daar aan
den boer een ongekend lagen prijs opbrengen, als vee-
voeder worden gebruikt. Toen echter in November de
verschepingen uit Zuid-Afrika sterk verminderden, de boeren in Roemenië wegens de lage prijzen hun maïs, zooveel als de behoefte aan contant geld hun
veroorloofde, achterhielden en dus sedert half No-

vember de verschepingen van Donaumaïs in omvang
tegenvielen en tevens de vraag in Europa levendig
bleef (al importeert Duitschiand dan ook in verband
met de regeeringsmaatregelen tot steun van den
roggeprjs reeds geruimen tijd zeer weinig maïs), trad

een flink pr.ijsherstel in. Van half November tot begin
December steeg de prijs van Platamaïs te Rotterdam

vin
f
90.— tot ongeveer
f 106.—
per 2.000 KG., met

levendige vraag in verschillende Europeesche landen
naar stoomende en spoedig te verladen mals. Ook in
:Donaumaïs werden toen weer meer zaken gedaan, doch
sedert 1.0 December trad een sterke prijsdaling in
wegens vermindering der vraag :in Engeland, drin-
gend aanbod uit Argentinië en daling van den Ar-

gentijnschen wisselkoers. Argentinië beschikte nog
steeds over zooveel maïs, terwijl de nieuwe uitzaai er
groot is geweest en de nieuwe oogst er uitstekend bij
stond, dat liet van zijn vrijwel monopolistishe posi-
tie geen gebruik kon maketi voor de handhaving der
maïsprijzen. Daarbij werkte de flauwe tarwemarkt de
daling der maïsprijzen in de hand. De zeer lage stand
der tarweprijzen verhinderde in aanzienlijke mate
een herstel der maïsmarkt. In December werd uit
andere landen dan Argentinië zeer weinig maïs aan-
geboden, maar toch stond aan het einde dier maand Piatamaïs te Rotterdam weder op
f
88.— per 2.000

KO., den laagsten prijs van het jaar.

GERST.

Gerst is zeer flauw geweest in October en Novem-
ber, toen ,naast een Vrij ru’im aanbod uit Roemenië

zeer veel gerst verscheept werd uit Rusland en ook
Argentinië steeds tot de dalede prijzen met gerst
aan de markt was. Naar Nederland waren wederver-

koopers steeds lager met Donaugerst aan de markt
clan Roemenië zelf, tot in het begin van November de
prijs te Rotterdam niet hooger was dan
f 75.—
per

2.000 1(0. (mals stond toen op
f
90.). De flauwe
lflarktstemming werd in de hand gewerkt door het
aanbod van gerst uit de Vereenigde Staten en Ca-
nida, waarin na langen tijd ook weder zaken naar
*Nederland werden gedaan. Vermindering der Rus-
sische verschepingen, afname van het aanbod uit
Roemenië, waar ook voor deze graansoort wegens
achterhouden der voorraden door de producenten de
prijzen stegen, en het ophouden van het goedkoope
aanbod uit Amerika, leidden tot een krachtig herstel,
waardoor in het begin van December gerst te Rot-

terdam voor
f 98.—
werd verhandeld. Dit leidde
weder tot meer aanbod uit Roemenië en Amerika. De

algemeen flauere stemming, die zich spoedig daarop
weder van de graanmarkt meester maakte, dringend
aarbod van gerst tot dalende prijzen uit Argentinië
en de prijsdaling, welke voor maïs intrad, heeft aan
die vaste stemming der gerstmarkt omstreeks 10 De-
cember een einde gemaakt. Daar echtr het aanbod
uit Oost-Europa beperkt bleef en ook, ondanks de
zeer groote Canadeesche voorraden, tot de bedingbare
prijzen geen gerst uit Amerika te koop was, is het
hc:reikte prjsherstel slechts ten dccle verloren gegaan.

Lager dan
f 84.—
kwam de gerstprjs te Rotterdam
niet, om zich tegen het einde van het jaar zelfs nog
enkele guldens te herstellen. Wel was in vergelijking met het begin van 1930, toen voergerst te Rotterdam

ongeveer
f 156.—
kostte, ook die prijs zeer laag, maar

mom

———–

————

7 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

39

degerstprijs heeft daarmede toch getoond op het lage
peil wat meer weerstandsvermogen te hebben verkre-

gen. Voergerst stond aan het einde van het jaar op
bijna denzeifden prijs als maïs, terwijl die zich langen
tijd en soms zelfs aanzienlijk daar beneden heeft be-
wogen.
LIJNZAAD.

Het einde van het jaar heeft Lijnzaadprijzeu ge-
bracht, die sinds 1905/’06 niet meer genoteerd zijn.
Maar hoe veranderd zijn dé omstandigheden in die
25 jaren en eene vergelijking van de koopkracht van
den gulden toen en nu in verhouding tot deze prij-
zen, zou waarschijnlijk aan het licht brengen, dat die
prijzen inderdaad lager
zijn
dan ooit tevoren.
Kon aan het einde van September nog gewag ge-
maakt worden van droogte in Noord-Amerika die
van invloed zou zijn op den Lijnzaadoogst
daar te lande,
sindsdien is die Noord-Amerikaansche oogst binnen-
gekomen en met eene hoeveelheid van 600.000 tons
ongeveer 40 pOt. grooter dan het vorig jaar.

Intussehen zijn de Europeesche oogsten ter markt
gekomen, maar deze hebben, wat de hoeveelheid be-
tref t, teleurgesteld en door de onverwacht lage prij-
zen is de handel langzaam en moeilijk geweest.
De berichten omtrent een zeer vergroote met Lijn-
zaad beplante oppervlakte in Argentinië, de buiten-
sporig groote graanoogsten en de financiëele moeilijk-
heden leidden ertoe, dat koopers zich ten eenenmale
afzijdig hielden. Deze totale afzijdigheid veroorzaakte
natuurlijk op haar beurt te kleine aanvoeren tegen
den aanvang van het winterseizoen, hetgeen tot uit-
drukking kwam in de premies, die in October en No-
vember betaald moesten worden voor disponibele par-
tijen en die zelfs tot
f
30.— â f40.— pef last opliepen.
F1 PER 1960 K.G.

LIJNZPAI)


I
I

•_R___R__

II

mom

– JAN FEBR, MRT APR
MEI
JUNI JULI AUG.
SEPT. OCT NOV, DEC.

Het bij uitstek gunstige weer in Aug. voor de ont-
wikkeling van den nieuwen oogst in Argentinië heeft
tot gevolg gehad, dat dit land volgens de laatste of f i-
ciëele schatting, die eerder te laag dan te hoog ge-
raamd wordt, een exportoverschot heeft van 2.140.000
tons. Hierbij komt nog een onverwacht overschot uit
den ouden oogst van ca. 200.000 tons, zoodat de voor
uitvoer aanwezige hoeveelheid op ruim 2.200.000 tons
geschat wordt. Deze hoeveelheid is zoo groot, dat
daarmede de wereldbehoeften op ruime schaal voor
de eerstvolgende twee jaren gedekt zouden’ zijn.
Het behoeft geen verwondering te wekken, dat on-
der die omstandigheden de prijzen aalp het einde va.ii
1030 teruggevallen zijn op ca.
f
185.— per last. Het
is wel zeker, dat deze lage prijzen een grootere vraag
naar lijuzaad voor alle mogelijke doeleinden in het
leven zullen roepen en hoewel dit zich uiteraard
slechts langzaam zal openbaren, lijkt het toch alsof
tenslotte deze prijzen den handel in het artikel zul-
len stimuleeren.
Ook uit Britsch-Indië komen gunstige berichten;
de uitzaai is dit jaar iets verhoogd en de berichten
omtrent den komenden oogst, die evenwel eerst in
Maart/April ter beschikking komt, luiden gunstig.

STEENKOLEN.

Het ziet er naar uit ‘alsof eindelijk de productie –
de verlangzaamde – geljken tred zal gaan houden

met de consumptie. In Duitschland vermeerderen de
Haldenbestiinde niet merkbaar, terwijl in Engeland
de vo’ortbrenging over het algemeen slechts op 85190 pOt. gebracht wordt voor 1931 van die van het laatste
semester van 1930. De staking in Wales – ook al
slaat ze niet over naar andere districten in Engeland
– staat op een geheel ander blad. Als ze langer dan
14′ dagen zou duren en beperkt blijft tot Wales alléén,

kan het de inluiding van een radicale verandering
op de kolenmarkten zijn. Wanneer de wilde staking,
die sinds enkele dagen in het Roergebied uitgebroken

is en 10 püt. van de Roerproductie omvat, zich zou
uitbreiden, zouden er toestanden ontstaan, die wij
hier niet beschrijven zullen, wanneer daarmee gepaard

zou gaan een algemeene kolenstaking in Engeland.
Dan zou de gouden tijd voor de Nederlandsche mijnen
aangebroken zijn.

De prijzen hebben sinds het laatste kwartaalsrapport hun dalende lijn volgehouden en zijn thans op een peil
aangekomen –
f
10.30 basis Westfaalsche/Holland-
sche bunkerkolen f.o.b. Rotterdam en Amsterdam –
waaronder zonder verlies niet te werken valt voor producenten en handelaars, naar algemeen aange-
nomen wordt.

PETROLEUM.

Het laatste kwartaal van 1930 zal ongetwijfeld tot
de meest ongunstige tijdperken worden gerekend, die
de internationale petroleum-industrie sinds den oor-
log heeft gekend.

Hieraan dient dadelijk te worden toegevoegd, dat
het niet een overproductie van ruwe olie was en is,
die dezen toestand heeft geschapen, maar wel de ver-
bitterde strijd der raffinaderijen en vooral van de
distributie-organisaties, die, coûte que coûte, streef-
den, haar benzine-voorraden te verkoopen, hetgeen op
een markt moest geschieden, die niet genegen was, haar consumptie op te. voeren. Het gevolg was een
volkomen ineenstorting van het prijsniveau voor pe-
troleumproducten, een ‘daling, die – misschien –
zelfs sterker was dan die van tal van andere belang-
rijke industriëele producten, zooals blijkt uit de vol-
gende gegevens:
De prijs van 58-60° U.S. Motor benzine E.P. 437,
die in 1928 gemiddeld 7.95 d.c. beliep en in 1929 7.15
d.c. en gedurende de eerste helft van 1930 nog ge-
mi’ddeld 6.88 d.c. had bereikt, is omstreeks midden
December ingezakt tot op 4.88 d.c. per Gail. De ex-
portprjs voor 64-66° benzine E.P. 375 (Golfprjs)
beliep in 1929 gemiddeld 9.99 d.c., en gedurende de
eerste 6 maanden van 1930 9.66 d.c.; in December
was hij 6.375 dc.. Aardgasbenzine ,,A.A.” gold in 1928
gemiddeld 7.34 d.c., in 1929 6.83 d.c., in de eerste
helft van 1930 5.71 dc. en nu 9.315 d.c. Lampolie
41-43° werd op genoemde
tijdstippen
met 5.17, 5.17,
4.06 en 3.125 d.c. per Gali. vérhandeld.
Deze prijsverlagingen hadden, tengevolge, dat ook de Petroleum Export Association, die reeds geduren-
de het derde kwartaal had moeten gedoogen, dat hare
leden op de vastgestelde prijzen belangrijke kortingen
aan afnemers toestonden, de prijzen niet langer kon fixeeren, maar elk lid deze naar eigen inzicht moest
laten bepalen. Men verwacht zelfs, dat op dit einde
van het prijsregelend
ingrijpen
der Petroleum Export Association binnenkort het formeele einde van deze
vereeniging zal volgen.

40

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

Enkele cijfers kannen in het licht stellen, dat deze ontwikkeling inderdaad niet aan de producenten der
ruwé olie is te wijten, die al het mogelijke hebben
gedaan, om de productie tot een dragelijk peil te be-
perken, terwijl de verwerking veel minder en de pro-
ductie van benzine zelfs in het geheel niet werd in-
gekrompen:
Januari-October
(1000 barrels)
1930 1929
Producti ‘van ruwe olie ………761.106 841.648
Verwerking van ruwe olie ……..785.556 825.984
Productie van benzine ………..313.566 363.959
Voorraden ruwe en geraffineerde
olie ……………………..674.294

688.150

De ‘benzine-positie was gedurende dozen tijd als
volgt:

1000 barrels

producti.e …………………..373.566

363.959
invoer ……………………..14.884

1.134
uitvoer ……………………..57.545

51.835
voorj’aden ………………….38.684

35.116
binnenl. verbruik …………….335.482 317.234

Men ziet, een record-verbruik en een record-export
waren niet vôldoende om het door ‘verhoogde kraak-
werkzaamheden en verhoogden invoer gecreëerde sur-
plus op te nemen.

mjschen toestand zal eendrachtige samenwerking niet
slechts van producenten, maar ook van de verwerken-
de en distrubueerende maatschappijen moeten staan.
Dit doel zal echter niet gemakkelijk worden bereikt.

IJZER.

De economische depressie deed zich in het laatste
kwartaal van het jaar op de exportmarkt voor ruw-
ijzer nog weer sterker gevoelen dan in het derde kwar-
taal. Alleen de laatste maand kwam de daling van den
prijs van Lux. 3 tot staan, en de note,ering steeg zelfs
gedurende December met eenige shillings, zonder dat
evenwel van een ,,’herstel” van de markt gesproken
kan worden.
De prijs van Cleveland No. 3 bleef gedurende het
geheele kwartaal op
6316
f.o.t. – het peil tot hetwelk
hij in Augustus reeds gedaald was – voor het-‘district
gehandhaafd.
Van Schotland daalde de noteering evenwel van’
6516 f.o.t. Grangemouth aan het ‘begin van het kwar-
taal tot 61/- f.o.t. einde December. Desondanks ver-
minderde de afzet, hetgeen tot de vorming van zoo al niet omvangrijke, dan toch ‘in verhouding tot de
geringe productie Vrij flinke, voorraden leidde. De
vorming van voorraden werd bovendien gestimul,erd
door het feit, dat de verbruikers aan de Tees, die
zeker niet meer wenschen te ‘betalen dan de Schotten, een groote terughoudendheid aan den dag legden.

IJ’irw

JN’i, FEBR. MRT
APR.
MEI. JUnI JULI

Naast deze ontwikkeling op de Amerikaansche, voor
de internationale petroleum-industrie voornaamste
markten, moet echter, vooral wat de Europeesche be-
treft, ook met de Russische en met de Roemeensche
concurrentie rekening worden gehouden. Rusland zal
waarschijnlijk een zich op ‘den ‘duur steeds moer gel-
dend makende factor op tal Van markten blijven –
zelfs misschien op de Amerikaansche, waarheen een
eerste groote zending benzine werd geleverd, hetgeen
natuurlijk een door voorstanders van een invoerrecht
op petroleum en hare de’rivaten dankbaar aanvaard
argument voor hun propaganda zal ‘blijken te zijn. Wat Roemenië betreft, zee heeft de productie-rege-
ling maar een kortstondig bestaan gehad. Zij werd

door een der voornaamste producenten, die vroeger
een besliste voorstander was en die zich nu bena-
deeld achtte, (Steana Romana) einde October per ein-
de November opgezegd, en het binnenland’sche afzet-
Kartel is eveneens ineengestort.. De exportprjzen
toonen een welhaast katastrophaal te noemen achter-
uitgang als gevolg van deze gebeurtenissen, en de po-
gingen, om toch zooveel mogelijk producten op de bui-
tenlandshe markten te verkoopen.
Fob Constantsa
(f per 1000 KG.) Soort

15
Juli

15
Sept.
15
Dec.
Lichte benzine

……….1. 3.0

8. 4.0

4.10.0
Middelzware benzine ……6.12.9

1.15.0

4. 3.0
Zware benzine

……….5. 2.0

6. 8.0

3.10.0
Eampolie ……………..1.14.0

2. 0.0

1. 6.0
Gasolie ……………….1.10.0

1.19.0

1.13.0
Mazoet (stookolie, résidu).

18.0

1. 4.0

1. 3.0

Het sprekt vanzelf, dat ook de financiëele resul-
taten zelfs van de meest krachtige ondernemingen op
den duur ‘den invloed van dergelijke verhoudingen en
prijzen moeten ondergaan. Op ‘de vraag, of en hoe een
verandering, ‘die een verbetering zou moeten zijn, ware
te bereiken, zal het antwoord waarschijnlijk moeten
luiden:, naast verbetering van den algemeenen econo-

Een der grootste concurrenten is Frasch gieteiij
ijzer, van eenigszins betere kwaliteit dan het Luxem-
burgsche ijzer in doorsnede is. Dit werd de beide eer-
ste maanden van het laatste kwartaal zoowel in Schot-
land als aan de Tees ruim aangeboden en bij een zeer
laag prijsniveau vond het ook koopers. De noteet’ing f.o.t. G’rangemouth hiervan daalde’ van 581- tot
54/-
tegen het einde van November, om vervolgens tot 5716
aan het einde van het jaar te
stijgen.
De oorzaak van
deze stijging ligt in het feit, dat de opheffing van het
Fransche 0. S.P.M., af d eeling gieterj-ijzer, een
d&bâcle van de Fransche binnenlandsche prijzen ver-
oorzaakte, waardoor •de steun, die aan den Fransihen
export ‘door het hooge peil der binnenlandsche markt
werd verleend, kwam te vervallen.
Aan de officiëele hinnenlandsche noteering van
Lux. 3 voor België, B. frs. 565 f.o.t. hoogoven of
franco Fran.sch-Belgisch-Luxemburgche grens be’ia-gende, wordt sedert eenige weken niet meer de’ Land
gehouden. De
prijs
is thans B. frs. 500.

KOPER.

De kopervewerkende industrieën hebben ‘de afge-
loopen 2 maanden eigenaardige marktposities mede-
gemaakt; tengevolge der ‘besprekingen in Amerika
over een verdere productiebeperking, steeg de prijs
van koper te Londen in het midden van November
in eenige dagen £ 6.-.- â £ 7.-.-. Het komische hierbij
was, dat het Kartel officiëel
zijn
prijs niet verhoog-
de, doch door het toepassen van een rantsoeneerings-
politiek was tegen den officiëelen Kartelprijs niets be-
schikbaar.
Deze noteering heeft zich niet gehandhaafd; in de
tweede helft van Dec. brokkelde de prijs langzamerhand
weer af en kwam van £ 56.-.- voor Electrolytisch Ko-
per in begin December terug op £ 48.-.-, den 18en De-
cember. De statistische positie van het materiaal is,
ondanks de ‘ingevoerde productiebeperking, nog steeds

7 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

41

verre van rooskleurig,
zooals ook het onderstaande
staatje te zien geeft.
Sept.
’30
Oct.
’30
Nov. ’30
Productie geraf.
1. koper

……
116.004 118.229
111500
TJitvor

,,
37.073 38.246
45.000
Binneni.

afleveringen

…….
65.169 75.703 62.500
Voorraad geraff. koper

……
360.650
364.930
370.000
ongeraff. koper
237.135
240.000 224.500

5.977.685 604.930
594.500

Ofschoon November ten opzichte van October, wat
de voorraden betreft, iets gunstiger eruit ziet, blij-
ven de exportcijfers zoowel als de ‘binnenlandsche af-
leveringscijfers zeer laag; men vergelijke deze met
buy. de cijfers over dezelfde maanden in het vooraf-
gaande jaar om de sterke inzinking te kunnen con-

stateeren.
Sept.
’29
Oct.
’29 Nov. 29
Uitvoer ………………..
-45.900

53.460

37.860
Binneni. afleveringen ……..
98.040

105.720

68.970

De algemeene economische toestand wijst op het
oogenblik alles behalve op een opleving. Wel is men
er de laatste dagen in geslaagd de piijzen weer op te
voeren; de Engelschen hebben hiervoor de eigenaar-dige uitdrukking van ,,Windowdressing” Wij betwij-
felen het echter, of deze noteeringen zich ná het nieu-
we jaar zullen handhaven. De positie van het Kartel
wordt door de prijspolitiek, welke zij voert, er op den

duur niet beter op.

Frankrijk, Engeland, Canada, zijn binnen af zien-
baren tijd bezig concurrenten te worden, terwijl tevens
Rusland in verband met het 5-jaar plan, de produc-
tie 1931-32 op 185.000 tons meent te kunnen

brengen.
Nu zal het met de Fransche, Engelsche en Cana-
deesche producenten op den duur wel tot een ver-
gelijk komen; het gevolg hiervan zal zijn, dat de in-

vloed, welken tot nu toe de Anaconda Groep, waarvan
de heer Kelley leider is, op de prjspolitiek van het

Kartel heeft uitgeoefend, beperkt zal worden.
In hoeverre de productiebeperking het volgend jaar
van beteekenis zal worden voor de prijsbepaling, zal

van verschillende factoren afhangen. Allereerst een al- of niet opleven van den economischen toestand,
verder een al of niet effectieve contrôle over de smel-
terijen, welke ‘groote quantiteiten oud koper ver-

werken.
Dat men in Amerika zelf den toestand voor het arti-
hel niet gunstig inziet, bewijst het indienen van een
wetsvoorstel tot heffing van een invoerrecht van
2 dollarcents per ib. koper.
Natuurlijk is dit voorstel nog niet aangenomen;
wel wijst het erop, dat Amerika te kampen heeft met
een grooten koperinvoer.
Resumeerende, kunnen wij den toestand op het
oogenblik niet zeer rooskleurig inzien. Dat echter
deze malaise niet permanent zal blijven, spreekt van-
zelf en het is voor het artikel koper ‘altijd nog een
troost, dat het tot de grondstoffen behoort, die in
verband met haar groot belang voor alle hasisindus-
trieën, dus het eerst van een opleving zullen prof i-

teeren.

Het Verdrag van Oslo.

Dezer dagen heeft het Ministerie van Buitenla,n’d–
sohe Zaken den tekst van het op 22 December jl. te
Oslo gesloten Verdrag tot economische toenadering
openbaar gemaakt. De Regeeringen, welke het ver-
drag ‘hebben gesloten, t.w. die van België (tevens op-
tredende voor het met België in een tolverbond ver-
eenigde Luxemburg), Denemarken, ‘Nederland, Noor-
wegen en Zweden, hebben hare bedoeling in den vol-
genden considerans tot uitdrukking gebracht:

,,yenscbende de beginselen, die aan den economischen
arbeid van den Volkenbond ten grondslag liggen, in toe-passing te brengen en daarbij zooveel mogelijk rekening
te houden met hun wederzijdsche belangen, hebben beslo-ten te dien einde een verdrag tot economische toenadering
te sluiten.”

Zooals uit de bepalingen van het Verdrag blijkt,
heeft dit de strekking om het onderling overleg van
de daarbij aangesloten Staten in zaken vanhandels-
politiek te bevorderen. Meer dan een waarborg voor
behoorlijk overleg en voor het geven ven gelegenheid
tot onderlinge gedachtenwisseling behelst ‘het Verdrag
niet. Zooals in zoovele zaken van internationaal-han-
delspolitieken aard, zal alles aankomen op den
gees&
waarin het Verdrag wordt uitgevoerd: Als pogLng tot
internationale toenadering tusschen landen, aan
welker ,,bona fides” men in dezen niet behoeft te twij-
felen, valt het Verdrag echter toe te juichen, inzon-,
derheid, daar het geenerlei agressieve bepalingen be-
vat en de betrokken landen dus niet ‘op den weg eener
voor hen zelf s,chadeljke retorsiepolitiek zal voeren. De belangrijkste bepalingen komen voor in de arti-
kelen I—V, welke hier volgen:

,,Artikel T. De Hooge Verdragslu’itende Partijen verbin-
den zich om niet over te gaan tot verhooging van haar in-
voerrechten of tot de instelling van nieuwe invoerrechten zonder aan de andere Hooge Verdragsluitende Partijen te
hebben kennis gegeven van de ontwerpen of de beslissingen,
die erop betrekking hebben ten minste
15
dagen vÔSr den
datum bedoeld voor de in verkingtreding van de verhoogde
rechten of van de nieuwe rechten. Indien de kennisgeving
niet meer dan 20 dagen voor de inwerkingtreding wordt
gedaan, moet dezelve telegrafisch geschieden. De Partij, clie
den hierbedoelden maatregel beraamt, zal kunnen eischen,
dat hare kennisgeving een vertrouwelijk karakter draagt.
Artikel II. Indien, na ontvangst van de kennisgeving,
bedoeld in artikel 1, een der Hooge Verdagsluitende Par-
‘tijen de ontworpen verhoogingen of nieuwe rechten van zoo-
dan’igen aard achten, dat zij afbreuk doen aan hare belan-
gen, zal die Partij het recht hebben in den loop van de
10 volgende dagen eventueel die ‘veranderingen voor te
stellen, die zij voor de beveiliging van hare belangen nood-
zakelijk acht.
Artikel III. Indien, na een nauwkeurig onderzoek der
voorstellen, die haar op deze wi
,
jze worden gedaan, de be-
trokken Partij deze niet kan aanvaarden, zal zij het recht
hebben den door ‘haar voorgenomen maatregel in werking te doen treden, zonder andere formaliteiten, een maand na
den dag van de kennisgeving, bedoeld in artikel 1. Zij moet evenwel op denzelf’clen dag de andere Hooge Verdragslui-
tende Partijen hiermede telegrafisch in kennis stellen.
Artikel IV. Onder de omstandigheden, bedoeld in artikel
III, zal de Partij, die zich
benadeeld
acht, de bevoegdheid hebbefl binnen een maand na de verhooging van de rechten
of cle instelling dor nieuwe rechten aan de andere Hooge
Verdragsluitende Partij telegrafisch mede te deden, dat zij
dit verdrag opzegt, in welk geval dit verdrag, wat bedoelde
Partij betreft, ophoudt van kracht te zijn,
15
dagen na ken-
nisgeving, hetzij ten aanzien van de Partij, die zal zijn
overgegaan tot een verhooging van rechten of tot instel-
l’ing van nieuwe rec’hten, hetzij ten aanzien van alle Hooge
Verdragsluitende Partijen. In de maand, volgende op dc
ontvangst van.een zoodanige kennisge’ing zullen de andere Hooge Verdragsluitende Partijen het recht hebben, dat ver-
drag op dezelfde wijze en met inacl1tncming van clenzelfden
termijn, op te zeggen.
Artikel V. Bij uitzondering kunnen nieuwe of verhoogde
fiscale rechten, waarvan de onmiddellijke inwerkingtreding
noodzakelijk zoude zijn, worden toegepast zonder vooraf-
gaande kennisgeving. De betrokken Partij zal evenwel hier-
van onmiddellijk kennis geven aan de andere Hooge Ver-
clragsluitende Partij.”

Art. VI bepaalt, dat het Vèrdrag gesloten wordt

42

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

voor den duur van 6 maanden en behoudens opzeg-
ging telkens met een dergelijken termijn kan worden
verlengd. Art. VII bepaalt, dat met goedkeuring der
contracteerende partijen ook andere Staten tot het
Verdrag kunnen toetreden. Art. X ‘bepaalt, dat het
Verdrag alleen geldt voor de Europeesche gebieden
der betrokken Staten, maar door deze kan worden
van toepassing verklaard op Overzeesche gebieden,
Koloniën en Mandaten.
In een protokol, dat bij het Verdrag is gevoegd;
geven de ‘betrokken Regeeringen te kennen, dat zij
ook verder werkzaam willen zijn op het gebied der
economische toenadering. Dit protocol luidt als volgt:

,,De onclergeteekenden, daartoe behoorlijk gevolmachtigd,
verklaren, dat hun regeeringen bereid zijn haar steun te
verleenen aan de internationale werkzaamheid, strekkende tot vermindering van de handelsbelemmeringen en tqt ver-
betering van het algemeen stelsel van het ruilverkeer.
Met dat doel en ter beveiliging van haar gemeenschap-
pelijke belangen hebben de bovenganoemde regeeriugen het
voornemen, de samenwerking op oeconomisch gebied, die
zij in den loop van het jaar
1930
onderling zijn begonnen,
voort te zetten.
Zij zullen anderzijds •de mogelijkheid onder het oog
zien,
de toepassing van het beginsel, dat aan het verdrag, het-welk zij op den datum van heden hebben geteekend, ten
grondslag ligt, uit te breiden tot andere bepalingen, welke
zich leenen tot het bevorderen van het onderling ruil-
verkeer.” V. S.

BOEKAANKONDIGING.

Dr. Fritz Meyer: Die Kapitalanla gen europdischer
und ainerilcanischer Lebensversicherungsgeselt-
scha.ften und deren Wandlun gen in den. letzten.
Jahrzehnten mit besonderer Berücksichtigung
der deutsc hen Verhiiltnisse.
(Wirtschaftsstu dien
Band CXIII) herausgegeben von Dr. Gg. von
Schanz. X. 156 S. (Deichertsche Verlagsbuch-

handlung Dr. Werner Scholl, Leipzig, 1930. R.M.
8.40).

De gestadige groei van het levensverzekeringsbe-
drijf, zoowel .hier te lande als elders, waardoor de
levensverzekeringsmaatschappijen over geweldige kapi-
talen gaan beschikken, heeft ook haar beleggersfunc-
ties belangrijker gemaakt. Daarom ligt de economische
beteekenis van deze instellingen niet alleen op het
gebied van de levensverzekering, maar spelen zij als beheerder van groote kapitalen ook een zeer belang-
rijke rol op de kapitaalmarkt. Doch ook in de beleg-
gingsinzichten is, vooral na den oorlog, een verande-
ring gekomén.

Het eerste gedeelte van het boek van Meyer heeft
op de Duitsche toestanden betrekking. Het behandelt de principes voor-de keuze van beleggingen, de wet-
telijke voorschriften en hel geeft verder een overzicht
van de beleggingen. Uit een opstelling blijkt, dat even-
als bij. de particuliere, ook bij de publiekrechtelijke
instellingen in Duitschiand na de stabiliseering de
belegging in hypotheken is toegenomen. Het procen-
tueele aandeel van de eigenlijke kapitaalbeleggingen bedraagt voer de voornaamste beleggingsvormen als
volgt:
Particuliere

Publiekrechtelijke
Leven sverzekeringsmaatsehappijen
Grond- Hype. Waarde- Grond- Hypo- Waarde-
bezit theken papieren

bezit theken papieren

1913 . . . .

1.8

82.7

2.9

30.3

67.2

1925 . . . . 26.0

54.5

12.2

21.6

33.0

24.6

1926 . . . .

15.2

56.5

19.6

11.3

46.7

24.9

1927 . . . .

11.0

59.5

20.3

10.1

58.1

17.8

1928 . . . .

8.7

60.4

18.5

8.8

60.6

14.3

Verder vinden, wat Duitschland betreft, afzonder-
lijk de beleggingen op langen termijn, die op korten
termijn en die in vreemde muntsoorten bespreking.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.

De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:

Indexcijfers van
12
aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs. i)

Banken
Electri-
[Handels_
Industrie

zijde
Kunst-

IMilnbouw
1

Olie

1

Scheep-
Suiker
Tabak
1
Thee

Januari

1929
158.8
308,5
180.Q
420.9 309.3
300.4
399.0 256.1
142.0 411.7
579.4
468.1
Februari
165.0
316.9
182.0
427.3 286.9
297.6 386.3
273.9
139.9
412.8 576.6 458.3
Maart

,,
166.0
310.5
183.3
421.8 280.3 291.6
394.8
270.3
140.6
412.0
559.1
442.3
April

,,
162.7
328.0 178.2
418.2
274.8
275.8 394.9
238.6
135.4
400.8 514.4
458.5
Mei

,,
161.8
361.5
170.4 435.6
281.4 269.2
393.4
242.2
128.5
401.8 485.5
472.9
Juni

,,
155.3
375.2
167.4 455.3
292.5
273.5 404.2
234.2
126.6
403.2
459.9
445.7
Juli
157.8
366.2
166.0
462.2 258.3
272.2 392.0 244.4
122.9
402.3 451.6 447.6
Augustus

,,
154.4
375.2
165.9
489.4
259.0
276.9
396.8
248.8
121.2 400.8
462.4
443.4
September

,,
159.4
378.4
169.9
482.0
219.5
280.9
431.7
247.2
120.1
414.7
470.3
433.2
October
156.5
335.3
158.0 427.3 185.4
254.0
435.4 225.4
113.0
397.5
453.3
423.8
November
151.4
301.1 150.2 384.1 144.3
218.9
398.3
174.6 106.2
366.9 426.7
406.4
December
150.4
292.8
144.6
368.7
124.4
213.9
396.7
145.7
103.4
356.1
408.3 418.2
Januari

1930 155.8
289.6
143.8 311.7 107.6
211.2
398.2
1425
102.1
354.4
413.8
396.1
Februari

,,
1599
278.6
144.2
302.7
103.9
219.-
389.5
154.8 96.6
365.- 428.-
392.4
Maart

,,
157.3
268.5
134.7
291.5
93.2
205.5
386.5
145.1
91.9 346.3 421.2
406.4
April

,,
158.7
283.6
140.4
305.4
100.1
200.8
411.8
142.3 92.3 340.6
423.-
405.7
Mei

,,
156.8
267.6
129.1
281.0
98.1
184.0
402.2
127.5
91.5
309.5
388.4
396.9
Juni

,,
147.7
255.3
123.2
261.7
86.7
170.5
389.4
109.3
83.4
281.2
359.-
344.4
Juli
148.3
257.6
125.8
265.3
93.7
170.9
393.7
106.3
81.5
285.1
356,9
342.9
Augustus
145.8
248.3
116.7
251.7
87.2 162.8
376.9 85.2
75.1
261.3 325.4 306.0
September
142.7
245.9
110.6
246.3
79.1
154.3
360.2
70.3 73.6
236.1
315.9
312.5
October
142.5
241.9
109.8
1

235.4
67.5 149.2
336.4
77.2 70.7
244.9
317.2 341.3
November
142.4
235.3
116.7
221.4
70.3
153.8
309.3
85.5
69.3 251.8
312.-
329.1
December

,,
134.6
220.7
111.6
1

204.3
60.8 144.7
299.3
82.5
63.4
238.8
274.7 312.4

Schommelingen in het aandeelen-indexcijfer.
2
Januari
1930
f
5.114.480.000 = 100

5
Novemb.
81.6
12

77.8
19

76.8
26

76.1
3
Decemb.
77.4
10

75.9
17

.

71.5 24

..

69.6

2
Januari 100
5
Maart
98.3
7
Mei
96.2
2 Juli
91.7
3
Septemb.
83.6
8

,,
100.1
12
97.7
14

,,
96.1
9

,,
91.-

10

,,
83.5
15
102.4
19
95.8
21
96.1
16
91.5
17

,,
84.9
22

,,
109.4
26

,,
98.5
28

,,
95.8
23
90.6
24
83.-
29
102.2
2
April
101.2
4
Juni
93.4
30

,,
89.6
1
October
80.-
5
Febr.
101.8
9

,,
101.5
11
91.6
6
August.
89.2
8
80.7
12

,,
101.1
16
101.6
18
88.8
13
88.2
15
80.3
19
100.5 23

,,
101.9
25
90.2
20
85.0
22
80.7 26

.,,
99.3
30

,,
99.-
27

,,
82,1
29
83.2
1)
Men zie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E.-S. B. van
15
Januari
1930,
blz.
64.

Nadrvk verboden.

•7 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

.

43

In verband met de groote beteekenis van de beleg-
Data

Oslo
)
liet- slag-
Buenos-
Mon-

gingspolitiek

van

de

levensverzekeringmaatschap-
holni ‘)
fors’)
Aires’)
treal’)

30 Dec.

1930 66.60

66.40

66.421

6.
2
5*

78y
4

2.4771
8

pijen heeft de schrijver ook aandacht geschonken aan
de beleggingen van deze instellingen in eenige andere
31

1930 66.60

66.40

6.42
1

6.251

77

2.4771
8

landen

(Zwitserland,

Oostenrijk,

Italië,

Frankrijk,
i

1931


Engeland, Nederland, Denemarken, Zweden

en

de
2

,,

1931 66.55

66.40

66.424

6.244

7 8,W

2.48

Ver. Staten).

.
3

,,

1931

66.55

66.424 66.45

6.25

77X
.
2.48

Eenige grafische voorstellingen over de veranderde
5

,,

1931

66.50

66.40

66 45

6.251

77518

2.481116

beteekenis van de voornaamste beleggingsvormen in
Laagsted.w.’) 66.45

66.35

60.374

6.24
1

76

2.47’1,

de verschillende landen in de periode van 1910-1927
Hoogste d.w
1
)
66.624 66.44

66.474

6.26

80

2.4811
8

29 Dec.

1930 66.60

66.374 66.40

6.244

78

.
2.47718
besluiten dit lezenswaardige boek.

D.
V.
22

,,

1930 66.624 66.40

86.424

6.254

81

2.4719/,

)1untpariteit 66.67

66.55

66.67

6.264

95%

2.48%

MAANDCIJFERS.

.
)
Noteering te Amsterdam.
5*)
Not, te Rotterdam. ‘) Part, opgave.

Laatstbekende noteeringen te Amsterdam en Rotterdam op

GIRO-OMZET BIJ’ DE NEDERLANDSOHE
BANK.
2 Januari 1931
voor
telegrafische
uitbetaling op:

Gulden per
Pari
Koers
Bank-
,contO
October 1930
October 1929

Posten
Bedrag
Posten
Bedrag


Enropa.
Londen
5)
£
100 Mark
12.104
59.26 12.064 59.15

10

5
Voor reke-
ninghouders
54.107
f3.053.119.000
61.177
(11.798.471.000
100 Franc
9.747
9.755
2
100 Belga
34.59
34.69
25
waarvan door
100 Franc
48.-
6.94
de H.-bank
plaatselijk
40.651
,,2.689.093.000
47.469
,, 3.395.525.000
100

,,
100 Kronen
48.-
7.374
48.16
7.36
24
4
Ter voldoe-

Berlijn
5)
………….

Luxemburg ………

100 Schilling
35.-
34.974
5
ning van
.
,,

12.439.00011

Parijs

)
……………
Brussel
5)

……

Zürich
S)
…………

100 Pengö
43.51
43.45
54
Rijksbelast.
1.258
1.611
,,

12.527.000
100 Lei
1.4880 1.474
9

Praag

……………

Boekarest

………..
100 Leva
l00 Dinar
48.-
4.379
1.791
4.394
10
55

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

Sofia

…………..
Belgrado ………..
Istanbul ……….
Turkseli
£
10.93
1.174
(Dom.)

N.B.


beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

Weenen
5)
………..

3.23
3.21
9

GELDKOERSEN.
.

Boedapest

………..

100 Lira
13.09
13.004
54

100 Peseta
48.-
26.025
6
OPEN MARKT.
Lissabon
Kopenhagen*)
Escudo
100 Kronen
2.684
66.67
0.114
66.40
74
34
29Dec.

1930
1128
Dec.1131
Dec.11__1914
3 Jan.
1930-

929-
l928-
Oslo
8)
100

,,
6&67
66.4Zl
4
1931
3 Jan.

22)27

15)20
1931

Dec.

Dec.

1 4Jan.
1930
5Jan.
1929
20124
Juli
Stockholm
5)
100
66.67
66.55
34

Athene

…………
Milaan

…………

Kovno (Litauen)
.

..100 Drachme

100 IJsI. Kr.
100 Zioty
100 Lita

66.67
27.91
24.88
54.55
27.84 24.90
74
6
Amsterdam
Partic.disc.

l’b

l’!
-i
‘!i

11
12
9
116

I
51
16
112

3I16-4

4
1
1_
1
12

3L18_3116
Prolong.

212

212-3
1
14

2-3

1116-2

3
3
!e4′(,

4
1
1e5

21j4-3I
4

Londen

Madrid

…………

Riga (Letland) …
1.00 Lat
48.-
47.80
8-7

DageId…

1-2

1-3’Js

I1I
2
_2

1
1
11-2

2.5
1
12

2512

1
3
142
Reval (Estiand). ..
100 Esti. Kr.
66.67
66.15
7
Partic.disc.

2
1
/85132

2
1
I8-
5
1
16

2
3
11-
15
3

2
3
18
1
1,

4I4
1
8

45116-18

21)4)4

Reickjavik ………..

100
Finnmrk.
6.264 6.25
6
Berl)In
DageId…

4-8
1
12)

3-6
1
1

7
1
)2-10) 41I21011

Varschau

……….

Tjerwonets

12.80

Partic.disc.

Helsingfors

………

(10
Roebel)
5
3055d…

47’2)

4I4-I8

73)

6
3
s

Moskou

…………

100
Gulden
48.42
48.25
56-90d…

4
,8)

4
1
4-I
8

73)

6-j,

2′)-‘),
Amerika.

..

Waren-

1
wechsei.

SIs-‘I)

514’515

73j3)

6
1
18_7


New-York
)
$
2.4878
2.484
2

New York

1
Canad.
$
2.4878
.2.48
Dag8eld
1)

1
1
1-
3
1

lLj2-4)j
4

2-14

2-
3
14

56
1
12

61211
4

13)421)1
2

4-
1
18

4I8-5
1
I8
Mex. Dollar
1.24
1.164

Partic.disc.

2

2

2

1
Buenos Aires ……
Peso (papier)
1.0563′
0.79
Koers van 2Jan. en daaraan voorafgaande weken
tlm
Vr! dag.
Koers van 23131 Dec. 1930.

3)
Koers van 30 en 31 Dec. 1929.

Danzig

………….

La Paz (Bolivia)
4)
Boliviano
0.9080
0.894

Rio de Janeiro ….
Milreis (pap.)
d.80752
0.23

W’ISSELKOERSEN.

Montreal

……….
Mexico

…………

Valparaiso
.. ……
Peso (papier)

.

0.30
0.304
7-8

IOERSEN iN NEDERLAND.
Bogota (Columbia)
4)

Quito (Ecuador)

.
Peso
Sucre

.
2.42
1.21
2.394
0.494

Data
New
Londen

1

Berlijn
1
Par(/s
Brussel

Balavia
,
Lima (Peru)
8) ….

Sol 8)

.
0.924
0.73

York
Montevideo (lJrug.)
Caracas (Venezuela)
Peso
Bolivar
2.5725 0.4795
1.80
0.454
____________

30 Dec.

1930

_______

°
48s/16

_______
12.06%
59.16
9.754 34.70

100

31

1930
,,
2.48’/8
12.06
59.15
9.754 34.70

100
Gulden
1.-
0.994

1

1931

.-

– –


Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.014

2

1931
2.4811
8

12.06%
59.15
9.754 34.69

100
San José (C.
Rica)
Colon
1.16
0.62

3

1931
2.4871
10

22.063„
2

59.14
9.75

34.68

100

Paramaribo

…….

Guatemala
………
Quetzal
2.48%
2.484

5

1931
,,
2.4881,6
1

06
59.114
9.75

34.67

100
Managua (Nicar.)
4)

Cordoba
2.484
2.454

Laagsted.w.’)
9.48
3
1,
6


TI
12.05%
12.0611
8

59.10
59.18

9.744 34.65

99718
9.76

34.71

100

San Salvador
4)
..
.

Azsë.
Colon
1.2440
1.23

Hoogste
d.w1)
29 Dec.

1930
2.48%
12.0584
59.10
9.754 34.71

100
Rupee
0.91
0.894
6

22

1930
,, 2.4811
16

2.485/
1
,
12.05+
59.174
9.754′ 34.684
100
Batavia

…………
Gulden
I.C.
1.-
1.00
44

Muntpariteit
2.4884
12.109/
4

59.26
9.75

134.59
J100

Calcutta
………..

Yen
Dollar
Taël

1.24
1.234
0.664 0.834

5.11

Data
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan Madrid
)
1)
rest’)
)
“)
Straits DolI.
Phil.
Peso
1.4125 1.214
1.394
1.224
30 Dec.

1030
49.26%
35.-
7.37 1.48
13.01
25.95

Shanghai

………

Bangkok
……….
Baht
1.10
1.125
31

,,

1930
48.26
31.97%
7.364
1.48

Kobe

………….

Singapore

………
Manilla

………..

Teheran (Perzië)
– .
Kran
0.2522 0.20
1

1931


Hong Kong

…….

Afrska.

.

2

1931
48:16
34.97% 1.364
1.48
13.004
26.024
Kaapstad
£
12.104
12.03
54
3

1931
48.16
35.-
7.364
1.48
– –
Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
12.374
5

1931
48.15
35.-
7.354
1.48
13.004
25.924
Australië.
Laagsted.w.’)
48.13
31.92% 7.354
1.47
22.985
1

25.80
Melbourne, Sidney

.

Hoogste
d. w !)1
48.19
3.-
7.374
1.49
13.02
26.60

en Brisbane

….
£
12.104 11.04
29 Dec.

19301
48.20%
34.9744
7.364
1.48
13.004
25.874
Nieuw Zeeland
– …
£
12.104
11.50
22

19301
48.29
35.-
7.37
1.48″
2
3.–
11Goudpeso.
2)
Milreis Goud.
5)
Not,
te A’dam.
0v.
not. part.opg.
48.-
.
35.10
7.371
1.488 13.09
48.
3

1 Sol.

10.97′;,.

4)
Zichtkoers.

44

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

KOERSEN TE NEW

(Cablel.

D
0
a
Londen
($
per £)
Parijs
($
p. IOOfr.)
Berlijn

Amsterdam
(8
P. 100 Mk.)
($
p. 100 gld.)

30 Dec.

1930
4,859
3,928,(
23,81X
40,26k
31

,,

1930
4,85o1,
0

3,9334
23,82
40,263
1

Jan.
.

1931

– –
2

1931
4,8551
8

3,92
5
18
23,81X
40,259/
,
3

,,

1931 4,8519/
33

3,92k
23,81
40,252%
5

1931
4,85w
3,92K
23,79%
40,25

6 Jan.1i30
4,87
11

3,935/
t

23,8634
40,34
Muntpariteit ..
4,8667
3,9051
8

23,81k
1

40I1

KOERSEN TE LONDEN.

Plaatsen en
Noléerings.. 20Dec. 27Dec. 29D.’3013Jan.’31 3Jan.
Landen

1
eenheden

1930

1930
LaagsteHoogstç
1931

Alexandrië..
Piast. p.,
9734
97
9771
35

9791,
5
973
p.0

375
375
37434
375k
375
Bangkok….
Sh. p.tical
1/93%
1(95/
95

1/9si
lilO
1110
Budapest …
Pen.
p £
27.751
27.74
27.72
27.78 27.75

Athene ……Dr.

Buenos Aires
d. p.$
3615
1

3516/s

3431
8

36
Calcutta
. . . .
3h. p. rup.
1/5k
115
5
11
64

1/5
5
%
1;5131
1/5
51
/
64

Constantin..
Piast.p.
3.025
1.025 1.025
1.025
1.025
Hongkong ..
Sh. p. $
1/1
11
/
33

11118133
11103
11134
110î
Kobe

…….
Sh. p. yen
2/0
37
/
94

2/0
35
1
2J0
7
/
210
19
1
99

210
35
1
33

Lissabon …
Escu. p.
£
10834
10834
10811
9

108s1
10834
Mexico

….
$
per
£
10.85 10.85
10.20
10.95
10.30
Montevideo
.
d. per
£
364
351 3434
36
3581
9

Montreal …
$
per
£
4.86il
4.86 irg
4.86(
4.8651
9

4.8634

Rio d. Janeiro
d. per Mii.
434
421/BM
”82
4s1
419/52
Shanghai …
Sb. p. tael
1/534
1/534
1434
1j591

Singapore ..
id. p.
$
2/33%
2/334
!j3il/
213181
2/334
Valparaiso
‘).
$
per
£
39.93
39.94
39.89
39.94 39.89
Warschau ..
Zi. p.
£
43s1,
0
432/s
4334
43
1
/
je

4311
1)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
)
Londenl)
N.York’)
Londen
29 Dec.
1930..
1451
9

3151
8

29 Dec.

1930….
851134
30

,,
1930..
1434
3034
30

,,

1930….
851151
s

31

,,
1930.:
1471
311/,
31

,,

1930….
851131
g

1 Jan.
1931…
14′

1

Jan.

1931….
85/134
2

,,
1931..
14
3134
2

,,

1931….
851-
7
/
94

3

,,
1931..
1471
3071
5
3

,,

1931….
85
/
1
‘1s
4 Jan.
1930..
2095/
99

4551
9
4 Jan,

1830..
. .
8411134
27 Juli
1914.
.
24t6/,
59
27

Juli

1914…..
84111
‘)in pence p.oz.sta:id.
1)
Forelgnsllverin
tc.
p.oz.flne. S)insh.p.oz.fine

STAND VAN ‘a RIJKS KAS.

Vorderingen.

1

23 Dec. 1930

1
31 Dec. 1930

Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne-
/
14.592.39,37
t

2.311.030,35
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
73.355,86
,,

482.985,53
Voorsch. op uit. November 1930 aid.

derlandsche

Bank……………….

gemeenten verstrekt op voor haar
door de Rilksadministratie te heffen
gemeentelijke

ink.bel. en

opc.

op
de

Rijksink.bei …………………
..34.625.746,75
,,

34625.746.75
Voorschotten aan Ned.-lndië ………
,

85.827.728.29
Id. aan

Suriname …………………
12.685.972,84
,

5.152.860,44
,,

4.881.495.39
Kagvord. weg. credletverat. ajh. buiteni
,, 102.303.077,16
,, 118.388.373,46
Daggeldieeningen tegen onderpand

..83.375.871,54
..12.379.79,94

12350.000,-
,,

17.350.000,-

Id.

aan

Curaçao …………….
…….

Saldo der postrekeningen van Rijks-
comptabelen

…………………..
25.123.317,59
,

21.146.602,34
Vord. ojh.Algem. Burg. Pensioenf.
1)
..
,,

314.032,38

Vordering op andere Staatsbedrijven’)
12.028.330,68
,,

12.824.703,84

Verplichtingen.

Voorschot door Ned. Bank ingevolge
art. 16 van haar octrooi verstrekt


Voorsch. d. Ned. Bank verstrekt’)

Waarvan direct bij de Ned. Bank



Daggeldieeningen

Schatkistbiljetten in omloop ………./ 157.380.000,-

/
157.380.000,-
Schatkistpromessen in omloop ……..82.790.080,-

78.790.000,-

Schuld aan het Alg. Burg. Pensloenf.’)

37.769.095,17

……………………
Zilverbons in omloop ……………..3.655.384,50

,,

3.624.1(8,-

,
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.’)..,

6.008.654,70

8.670.623,95
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ……….757.157,04

732.157,04
Id. aan diverse instellingen’) ………..8.341.742,13

7.965.078,20
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH.IND1SCHE VLOTTENDE SCHULD.

t

27Dec. 1930
1

3 lan. 1931
voraeringen:
Saldo bij ‘s Rijks kas …………….
Saldo bij de Javasche Bank……….
Verplichtingen:
Voorschot ‘s Rijks kas ……………
Schatkistpromessen …………….
Betasimiddelen in ‘s Lands Kas …..
Waarvan Muntbiljetten ………….. Muntbiljetten in omloop ………….
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
Idem aan de Ned,-Ind. Postspaarbank.
Voorschot van de javasche Bank….

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 5 Januari
1931
4ctiva. Binnen!. Wis-(Hfdbk.
f

39.205.101,79
sels, Prom.,
Bijbnk. ,,

447.936,56
enz.in disc.Ag.sch.
,,

10.775.884,15

f
50.428.922,50
Papier o. h. Buitenl. in disconto

……

Idem eigen portef.
,
f
246.937.008,-
Af:Verkocht maar voor de bk. nog nietafgel.


246.937.008,_
fleleenlngen

Hfdbk.
f

54.553.274 70
)llcl.
vrsch.
Bijbnk.

5.634.298 50
In rek.-:rt.
Ag.sch. ,,

55.304.289,58 op

f
115.491.862,78

Op Effecten

……
f
114.596.100,04 Op Goederen en Spec. ,,

895.762,74
115,491.862,78
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
500.393,60
Munt en Mun tm ateriaal
Munt, Goud ……
f

64.647.890,-
Muntmat., Goud
.. ,,
361.493.960,37

f
426.141.850,37
Munt, Zilver, enz..

,,

23,974.397,18
Muntinat., Zilver..
450.116.247,55)
Belegging
81,
kapitaal, reserves en pen.
25.826.231,38
sioenfonds

………….. …. ……

,,
Gebouwen en Meub. der Bank
………,,
5.000.000,-
Diverse

rekeningen
………………,,
44.288.928,82

Paaaiva.

f
93s.589.594,63

Kapitaal
……………. …………
f
20.000.000,-.
Reservefonds
…………………..
.,,
7.199.946,44
Bijzondere

reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

…………..
……..,,
6.762.535,66
Bankbiljettei

in omloop…………..,,
861.190.955,-
Bankassignatiën in omloop

……….,,
420.115,43
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f


saldo’s:

Anderen,, 25.853.988,43
25.853.988,43

Diverse

rekeningen
………………,,
9.162.053,67

f
938.589.594,63

Beschikbaar metaalsaldo
………….
f
94.742.820,95
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is ,,
236.857.050,-
1)
Waarvan In het buItenland
/
28.846.779,33.
Vooruaaniste posten in duizenden
guldens.

Dala
Goud

Munt
1
Muntmal.
Cir’ulalle
Andere
opeischb.
schulden
Beschikb.
Metaal- saldo
2)

Dek-
kin ga
perc.

5 Jan. ’31
64.648
361.494
861.191
26.274 94.743
51
29 Dec. ’30
64.670
361.494 842.974
30.700
100.475
51
22

,,

’30
64.681
361.496
822.360
39.648 106.120
52
15

,,

’30
64.697
361.496 818.417
42.976 105.900
52
8

,,

’30
64.713
361.496
826.577
27.757
108.811
53
1

,,

’30
64.631
361.504 854.999
32.949 94.907
50

8 Jan.
1
30
65.011
382.444
845.623
23.865
123.312
54

25

Juli

‘t 41
65.703 96.410
310.437
6.198
43.521
54

Data

bedrag 1 promessen

flj

buitenl.

ningen 2)

Totaal 1 Schatkist- 1

Pajï7

?veT
Belee-

disconto’slrechtstreeksl

op liet

reke-

5 Jan. 1931

50.429

115.492

246.937

44.289
29 Dec.

1930

49.501

98.550

246.821

47.065
22

,,

1930

49.077

89.655

247.314

43.023
15

,,

1930

48’680

89.187

247.876

43.147
8

1930

48.857

85.809

247.895

39.019
1

1930

4’8.378

118.542

247.866

40.839

6 Jan. 1930

72.648

94.175

219.271

37.565

25 Juli

1914

67.947

61.686

20.188

509
‘ seaert den Danksiaat van 14 Jan. ’29 weaer op ae Dasis van ‘j
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data

Metaal

latie

j/flfl)
Andere
Circu-

opeiSchb.

Discont
schulden

6 Dec.

1930-

800

1.386

463 –

886

553
29 Nov.

1930..

910

1.429

462

886

544
22

,,

1910-

900

1.228

514

890

564
15

1930..

901

1.288

566

886 –

561

7 Dec.

1929..

6858

1.632

702

1.060

509

5 Juli

1914..

645 1

1.100

560

735

396
1 SIultp. der sctiva. 2) fl00.000 bij de Ned. Bank gedeponeerd en
f
7.800 goud gekocht.

/

3.499.000,-

83331.000,-
f
92.489.000,-
3.000.000,

13.865.000,-
13.414.000,-
3.105 000,-
.

2.937.000,-
766.000,-
,,

834.000,-

,,

1.665.000,-

7 Januari 1931

ECONOMISCH-STATISTISCIE BERICHTEN

45

JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. be
aamengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data

Goud
1
Zilver
1
Circulatie
opeischb.
metaal-

schulden saldo

3Jan.1931

17j0

253.700

45.600 59.380
27 Dec. 1930

– •178.700

252.500

47.100 58.860
20 ,, 1930

178.200

256.000

42.800 58.680

6Dec. 1930 138.763

38.000 260.392

37.351 57.685
29Nov.1930 138.771

37.340 254.501

41.885 57.556
22

1930 138.759

37.248 255.934

40.308 57.510
15

1930 138.405

35.838 259.911

42.067 53.452

4 Jan.1930 139.469

29.225 291.028

38.579 36.853
5Jan.1929 169.669

21.977 311.405

69.312 39.359

25Juli1914 22.057

31.907

110.172

12.634

4.842

Data
_____________

Dis-
conto’s

Wissels,
buiten
N.-Ind.
betaalb.

Belee-
nin
gen
Diverse reke-
ningen’)

Dek-
kings-
percen-tage

3 Jan.1931
101.400
••
60
27Dec.1930
97.500
60 20

,,

1930
99.700
•’
60

6Dec.1930
43.437
59
8.988
1

31.784

1
43.429
29 Noi.1930
9.016
1

31.259

1
42.843
42.180
59 22

1930
9.095
1

30.585

1
44.289
41.791
59
15

1930 9.129
1
30.675
44.695
42.164
58

4 Jan.1930
8.429
28.526 1102.418
27.728
51
5Jan.1929
7.613
41.491

1
95.730
49.373
50

25Juli1914
7.259
6395
75.541
2.228
44
‘) Sluitpost activa.

BANK VAN ENGELAND.
‘r,nrnHsmste postan in duizenden pouden sterling

/
Data
Metaal
1
Bankbilj.
in
circulatie

Bankbilj.
in Banking
Deparini.

1

Other Securities
Disc,
and
Advances

48.962

s

ii
ecur

es

23.690
31 Dec.

1930
148.271
368.802
38.824
24

1930
148821
379.677 28.525
14.199
23.014
17

1930
151.316
372.141 38.440
5.341
23.783
10

1930
152.449
364.474
47.124
4.911
22.191
3

,,

1930
155631
359.219 55.430
4.606 21.791
26 Nov. 1930
157.573
351.125 65.444
6.081
22.238

1 Jan. 1930
146.116
389.783
36.178
42.171
18.014
22 Juli

1914
40.164
29.317
33.633

Daia
00v.
Sec.
1
Public
Depos.

Other
Deposits
1
1
Reservel
1

Dek-
kings- Bankers Other
I
Accountsl
1
perc.
1
)

31 Dec.’30
81.021
6.581
132.449 36.159
39.4701
22 24

’30
51.736
10.285
56.217
33.688 29.145
29
17

’30
53.886
6.524
64.295
33.479
39.175
373.
10

’30
54.291
5.891
72.112
33.483 47.975
43
3

.,

30
54.966
7.843
81.858
34:227
56.412
45
26Nov.’30
34.596
18.869 55.901
36.813
66.448
59K

1 Jan.’30
81.659
12.350
110.297
37.523
36.333
22
19
/,

22 Juli
’14
11.005 13.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK..
Voornaamste posten – in -millioenen franco.

lZilverI
1
Te goedl
Wis-
1
Waarv.
&iee-
Renteloos
Data
Goud
in
het
1

iets

1
op het
1
ningen
1
voorschot
1
buitenl.I
Ibuifenl.I
Ia.d.
Staat

26Dec.’30
53.578
582
6.792
27815
19.3871
2.901
3.200
19

’30
53.284
576
6.684
26.676
19.408
2.930
3.200
12

’30
52.900
559
6.376
26.451 19.407
2.973
3.200
5

’30
52.352
554
6.912
26.249
19.142
3.000
3.200

27Dec.’29
41.668
222
7.249
27.317
18.693
2.521
3.200
23 Juli’14
4.104
640

1.541
8
769

Bonsv.
d.
1
Diver-
RekgCour
Data
zeijst
sea
1)
Circulatie
2elfst.

Part!.’-
Staat
lamort.k.Iculleren
amort.
k.

26Dec.’30
5.304
2.127 76.436
4.639
7.986
11.698
19

,,

’30
5.304 2.038
75.369
5.534
8.043
10.135
12

’30
5.304
2.050
75.299
5.639
7.945
9.498
5

’30
5.304 2.298
75.838
5.575
7.500
9.347
27Dec.’29
5.612
1.461
68.571 7.582
4.155
7.851
23Juli’14


5.912
401

943

1
1

1) Sluitpost activa..

DIJITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichsmark.
Daarvan
Deviezen
A ndere

a a


0
bij bui-
als
goud-
wissels
Belee-
tent.
circ.
dekk
ing
e.

ningen
banken
1)

geldende
cheques

31 Dec.

1930
2.215,8
222,2
469,2
2.365,6
256,0
23

,,

1930
2.215,6
222,0
536,1 1.965,0
91,3
15

,,

1930
2.215,7
222,0
550,9
1.775,8
81,4
7

,,

1930
2.190,3 222,0
536,9
2.000,2
75,7
30 Nov. 1930
2.180,0
221,8 524,8
2003,1
.231,5
31 Dec.

1929
2.283,1
149,8 403,6
2.607,7
250,6
30 Juli

1914
1.356,9


750,9
50,2

D
a a
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa)
lafie
Cr1.
Passiva

31 Dec. 1930
102,5
496,7
4.77R,3
651,8

326,6
23

1930
102,5
479,5
4.275,3
451,3
381,3.
15

,,

1930
102,5
470,5
4.256,1
301,3
379,7
7

1930
102,5
465,7
4.439,6
344,4
320,3
30 Nov. 1930
102,5
486,2
4.601,3
381,4
314,1
31 Dec.

1929
92,5
563,2 5.043,7 755,2
293,2
30
Juli

1914 330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0 ‘J unoelast. ., w.O. Rentenoankschelne 31, 2j, 15, 7 Dec., 30 rov. ’30,
31 Dec. ’29, resp. 7; 50; 37; 37; 10; 14 miii.

NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen Belgas.

Data

Goud
0.
.

ts
u

Rekg. Cr1.

1930
0
i
.

31 Dec.
1372
9.70

896
42

3.284
21

273
23
1340
882

787
32
312
3.159
33
;70
18
1318
900

760 32
312 3.132
46
154
11
1298
903

749 30 312
3.158
2
143
4
1297
896

743
39
312
3.172
42
85
2 Jan.
1175
613

869
40

2.787
42
197

VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANK S.
Voornaamste josteu in millioenen dollars.

Goudvoorraad
Wettig
Wissels

Data
betaal-
middel,

Totaal
Dekking
In her-
1
disc. v. d.
1
In de
open
bedrag
F.
R.
Notes
i

Zilver
etc.
member
markt
banks

t
gekocht

17Dec.’30
2.958,9
1.699,0
132,2
331,3 251,6
10

’30
3.005,0
1.684,3
136,5
257,1
243.7
3

’30
3.007,5
1.625,3
137,3
250,9 218,9
26Nov.’30
3.025,0 1.627,6
138,8
233,9
176,1
19

,,

’30
3.041,0
1.624,1
150,3
205,0
178.3
12

,,

’30
3.028,5 1.632,5
148,7
191,7
207,3

18 Dee.’291
2.882,8
1.756,1
143,3
.
737,0
309,4

Data
Belegd
in u. s.
Notes
Totaal
De
p

Gestort
3-‘
Dek-
Algem.
t

Dek-
Gov.Sec.
in
circu-
it’

Kapitaal
kings-
kings-
latie
1



perc.i)
1

perc.
1)

17Dec.’30
629,4
1.596,2
2.483,5
170,3
72,5
75,8
10

,,

’30
637,0
1.475,7
2.489,7
170,3
75,7 79,2
3

;,

’30
602.2
1.450,9
2.492,3
170,8
76,2
79,8
26Nov.’30
595,6 1.421,9
2.463,4
170,5
77,8
81,4
19

,,

’30
595,8
1.383,6
2.514,2
170,5
78,0 81,9
12

’30
601,3
1.371,1
2.539,7
170,5
77,4
81,2

18Dec.’29
533,3
1.926,0
12.439,1
1

170,1
66,0 69,3

vernoualng totalen goudvoorraad tegenover opetaclibare schulden: F. R. Notes en netto depoelto.
2)
Verhouding totalen
voorraad muntmateriaal en wettig betaalmiddel tegenover Idem.

PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.

Data Aantal
banken

Dis-
1

con
to’s

1

en
beleen.

1 1

Beleg-
g
in
g
en
1

krt”e
bij de
F.
R.
banks

1.849
Totaal
depo-
siio’s
deposits

Waarvan
time

10Dec.’30
106
1

16.426
6.816 21.269
7.355
3

,,

’30
98
1

16.516
6.800
1.816
21.280
7.372
28Nov.’30
84
1

18.527
6.854
1.814
21.403
7.487
19

,,

’30
62
1

16.690
6.804
1.830
21.494
7.486
12

’30
61
1

16.668
6.767
1.881
21.649
7.552
11 Dec. ‘291
493
1

17.375
5.547
1.747
20.501 6.698
Aan net eind van ieder Itwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen baukstaten.

46

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

6 Januari 19.11.

Gedurende de afgeloopen week zijn op de meeste dagen de koersen aan de termijnmarkten van Noord-Amerika ge-
stegen, terwijl op sommige dagen weder een gedeelte dier
verhooging verloren ging. Vergeleken bij een week geleden
sloot de termijnmarkt voor t ii r we te Winnipeg gisteren
voor Mei 2 dollareents per 60 lbs. hooger. Canadeesehe hou-
ders van tarwe hopen, dat de Canadeesche regeering maat-
regelen zal nemen om een verderen val der tarw’eprijzen te verhinderen. Geruchten over te nemen maatregelen hebben

op sommige dagen steun aan cle markt gegeven, terwijl op
andere dagen teleurstellende mededeelingen van regeerings-
wege de markt flauwer stemden. Berichten over regen in
Argentinië en Australië zijn mede oorzaak geweest van een
verbeterde stemming aan de termijnmarkt te Winnipeg.
Fluctuaties te Chicago waren kleiner, daar tarwe in de
.Vereenigde Staten niet op export-pariteit staat en door de
activiteit van den Farm Boarci kunstmatig op prijs wordt
gehouden. Overigens gaf Chicago eenzelfde beeld als te
Winnipeg. De Maart-termijn sloot
Y
4
dollarcents per bushel
hooger clan een week geleden. Ook de Argentijnsebe tarwe-
koersen waren op de meeste dagen, op enkele uitzonderin-
gen na, hooger. Te Buenos Aires sloot Februari-tarwe 59
cents per 100 KG. en te Rosario 60 cents per 100 KG.
hooger.
I)e i’erhoogingen aan de Argentijnsehe markten waren echter voor een groot gedeelte ht gevolg van ver-
lagi ig van den pesokoers. welke op verschillencie (lagen sterk is geJauld. In het begin van deafgeloopen week was
de pesokoers zeer flauw- en werden de prijzen in Europa
verlaagl, u icttegenstaande verhoogingen aan de Argentijn-
sche tertnijnniarkten, welke van minder belang waren dan
de verlaging van den pesokoers. Sedert is de Argentijnselme
regeering een steunactie voor den pesokoers begonnen en
deze heeft wel canige uitwerking gehad, doch na een niet
onbelangrijke verbetering is we

ler een daling ingetreden,
hoewel liet laagste punt in het begin der afgeloopen week
niet weder werd bereikt. ilet binnenhalen van den nietwen
tarwe-oogst in Argentinië wordt vertraagd door hevigen
regen, terwijl de weerherichten verderen neerslag doen
verwachten. Vertraging bij het oogsten heeft de stemming
voor tarwe helpen verbeteren; voor zoover bekend, is aan
den oogst geen schade toegebracht. Alleen wordt gespro-
ken van eenige lichte schade tengevolge van hagelslag. Ook
in Australië heeft het sterk geregen.d, waardoor het bin-
nenhalen van den oogst is vertraagd, vooral in Nieuw-Zuid-
Wales en Victoria. Men blijft in Australië een recordoogst
van 215 millioen bushels verwachten, welke opbrengst aan-
merkelijk grooter is dan nog ooit werd bereikt. De vorige
grootste oogst w

as in 1915/’16, toen de opbrengst 179 mil-
lioen bushels bedroeg. Ook de regen in Australië heeft
meegewerkt tot het verbeteren der stemming op de tarwe-
markt in de eecportlanden, waar houders van tarwe gaarne gebruik maken van elke aanleiding, om de abnormaal lage
priizen eenigszïns te kunnen verhoogen. Koopers in Europa
hebben weinig vertrouwen en trekken zich terug, wanneer
tot verhoogtme prijzen wordt aangebolen. Ze houden de
groote voorraden voor oogen, welke in Noord-Amerika aan-
wezig zijn en de groote opbrengsten. welke in Argentinië
en Australië worden verwacht. Zelfs wanneer regen in
beide landen schade zon veroorzaken en de opbrengsten zou
verminderen, dan zou nog een zeer ruim aanbod van bui-tenlandsehe tarwe blijven bestaan. Bovendien houdt men rekening met le mogelijkheid, dat de aanvoeren van Rus-
land w’eder zullen toenemen. Rusland heeft voor graanver-
lading van de Zwarte Zee verscheiden booten bevracht, zoo-
dat mag worden aangenomen, dat Rusland voort zal gaan
met verschepen. In de beide voorafgaande weken waren de
wereidverschepingen van tarwe, mccle tengevolge van de
feestdagen, niet groot, doch de stoomende en in West-Euro-

peesehe havens aan-n’ezige voorraden waren ruim voldoende
om aan cle vraag te voldoen. Uit die voorraden dekken koo-
pers ziel al naar hun behoefte. Bovendien w’erden eenige
la dingen Australische tarwe naar Britseb-T.ndië verkocht.
De vooruitzichten van wintertarwe in Europa zijn niet bij-
zonder gunstig. Het regenachtige weder gedurende de laat.
ste maanden
is
niet van goeden invloed geweest op de ont-
wikkeling van wintertarwe in Europa. In verschillende
landen is de bebouwde oppervlakte kleiner dan een jaar ge-
leden. In de Vereenigde Staten zijn de vooruitzichten van
svirctertarw’e over het algemeen gunstig, hoew’el in sommige
streken naar regen w’ordt verlangd en in andere de ont-
wikkeling der planten wordt vertraagd door koud weder.
in Kansas zijn de vooruitzichten zeer gunstig en bedekt een
beschuttende sneeuwlaag de velden. In den laatstgenoemden
staat berekent men, dat de met wintertarwe bebouwde op-
pervlakte slechts 1 pCt. kleiner is vergeleken bij het vorige
jaar en 12.229.000 acres bedraagt tegen 12.353.000 acres in
1929.

])e verbetering van de stemming op de tarwemarkt heeft
slechts zeer weinig uitwerking gehad op die voor r o g ge.
De groote voorraden Russische rogge, welke in de West-
Europeesche havens aanwezig zijn, maken blijkbaar andere
clan zeer kleine prijsverbeteringen onmogelijk. De consump-
tie dekt haar roggebehoefte uit deze Russische voorraden en
in andere soorten zijn de omzetten zeer gering, daar..die
boven den prijs worden gehouden. Dit geldt speciaal voor
])onau-rogge en Poolsche-rogge, welke laatste soort echter
geregeld wordt uitgevoerd naar Seandinavische landen.
En het begin der afgeloopen week zijn cle prijzen voor
Plata-maïR sterk gedaald tengevolge van de verlaging,
welke op clie dagen de pesokoei-s onderging. Eenige ver-hooging aan de termijnmarkten in Argentinië werd tenge-
volge van de verlaging van cle peso racer dan te niet ge-
daan. De pesokoers is sedert smeer vester geworden en ook
cle koersen aan cle termijnmarkten iii Argentinië stegen,
waardoor aflaclers huis prijzen vrij helangi-ijk r’:oesten ver-
hoogen. Dc consumptie voor mnaïs is groot en voorraden
worden in cle aankomsthaveiis nog steeds niet gevornmcl,
doordat dc aankomende partijen geregeld hun weg naar
cle verbruikers blijven vinden. In de laatste dagen van Dé-
camber en & eerste dagen van Januari zijn de aanvoeren
echter zoo groot geweest, dat houders daarvoor lagere prij-
zen moesten accepteeren dan- waarvoor zij deze per later
konden remplaceeren. Tot den lageren prijs bestond echter
levenclige kooplust. Ook voor latere levem-ing in de volgsnde
maanden bestaat veel belangstelling en kwamen flinke
zaken tot stand tot verschillende guldens per last hoogere
prijzen clan waartoe in liet begin der afgeloopen week werd verkocht. Tengevolge van cle feestdagen searen de versche-
pingen van mais uit Argentinië kleiner dr.n in de vorige week en de zichtbare voorraad in Argentijnsche aflaad-
havens nam weder toe. Deze zichtbare voorraad is buiten-
gewoon groot, terw’ijl ook de in liet binnenland van Argen-
tinië nog aanwezige voorraden van den ouden oogst van
giooten omvang zijn. Men kan er dus op rekenen, dat de
verschepingen van Argentinië gedurende de eerstvolgende
maanden van ruimen omvang zullen blijven. Van den nicu-
ven oogst zijn de berichten goed. Het regenachtige w’erler
is gunstig voor het voortgaan met liet planten van mais
en eoom- zoover ci’ over geoordeeld kan w’orden, staan de
groeiende maisplanten er uitstekend voor. Vergeleken bij
een week geleden waren de prijzen aan de termijnmarkt te
Buenos Aires voor meïs per Januari 29 cents en te Rosa-
rio 30 cents per 100 KG. hooger. Argentinië is op het oogen-
blik het eenige land, vami waar mais in belangrijke hoe-
s’ecelheden wordt verscheelit. Van Zuid-Afrika komt geen
maIs in hoeveelheden van eenige beteekenis meer en van
den Donau zijn de verscliepingen klein. Tengevolge van het
lage prijsniveau zijn ook de aanvoeren van mais in de Roe-
meensche aflaadhavens klein; de boeren brengen niet meer

AANVOEREN
in tons van 1000 EG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal

Artikelen
28131 Dec.
Sedert
Overeenk.
28131 Dec.
Sedert
Overee.mk.
1930
1929 1930
1
Jan. 1930
tijdvak 1929
1930
1Jan. 1930
tijdvak 1929

20.607
1.877.82:1
1.646.192 4.949
136.074
105.659
2.013.897
1.751.851
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
830
578.077
208.918 50
71.383
2.413 649.460
211.331
Boekweit ……………….
684
20.325
20.517

2.440
1.282

.
22.765
21.799
MaIs ………………
19. 886
1.131.416
860.276
1.947
200.007
208.465
1.311.423 1.068.741
16.042
722.001
515.381 2.869 64.692
12.595
786.693
527.976
12.477
253.834
219.826

3.214
2.994
257.048
222.820
206

.

92.301
139.269
6.932
256.935,
277.801 349 236
417.070

Gerst

…………….
Haver

……………..

Lijnkoek

…………..
130.682
228.521

100
700
130.782
229.221
Lijnzaad

………………
2.
.380
2.098
145.144
82.688
51
44.346
28.422
189.490
111.110
Tarwemeel

………….
Andere meelsoorten
116
27.856
22.974 239
7.342

35.198
22.074

7
Januari
1931

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

47

ter markt dan hetgeen noodig is om aan hun finaneiëele
verplichtingen te voldoen. Af laders aan den Donau zijn
niet geneigd om te verkoopen tot de in West-Europa maak-
bare prijzen, en cle omzetten bepalen zich in hoofdzaak tot
stoornende tweedehands partijen, welke van de hand-worden
gedaan. Ook w’ordt gerekend met de mogelijkheid, dat de
Donau zal dichtvriezen. Afladers offreeren daaom on-
gaarne en geen nieuwe booten worden den Donau opgestuurd
ter belading. Op het oogenblik lijkt het er echter niet op,
dat de Donau zal dichtvriezen, omdat het in Zuid-Oost-
Europa niet koud.is en tengevolge van veel regel een sterke
stroom in den Donau. staat, welke het dichtvriezen be-
moeilijkt. De in Roemenië nog aanwezige voorraden maïs
zijn zeer groot, .zooda.t, wanneer het ijsgevaar voorbij is,
zeker met nieuwe aanvoeren van Donaumaïs gerekend moet
worden.
De stemming voor g e r s t is in den loop der afgeloopen
week allengs verbeterd en de prijzen zijn een’ige guldens
per last verhoogd. Vooral in Plata- en in Donaugerst, als-
ook in Russische gerst, nijn geregeld zaken tot stand ge-komen. De uitvoeren van gerst uit Rusland namen in cle
a.fgeloopen week weder toe, terwijl ‘die van den Donau on-
veranderd en van hinken omvang bleven. Evenals van
mais wordt het aanbod van gerst geregeld opgenomen.
De zaken in h a v e r bepalen zich in hoofdzaak tot dis-
pon.ibele Russische partijen van verschillende kwaliteiten,
terwijl ook in Platahaver geregeld zaken tot stand komen.

SUIKER.
Hoewel F. 0. Lichts nieuwe ran”ing een c. 250.000 tons
grooteren Bietsuikeroogst aaiigeet, cltn de voorlaatste
raming, waren de Suikermarkten over het algemeen prijs-
houdend gestemd, in afwachting van verdere gebeurtenis-
sen met betrekking tot het plan-Cbadbpu

ne.
Na eenige schommelingen sloot
de
N.e w-Y o r k termijn-
markt vast met de volgende noteei-ingen: Januari 1.16;
Mrt. 1.22; Mei 1.31; Juli 1.38, terwijl de laatste noteering
voor Spot Gentrif. 3.18 was.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V. S. be-
droegen deze week 23.000 tons, de versmeltingen 36.000
tons tegen 38.000 tons verleden .jaa
.
r en •de voorraden
279.000 tons tegen 263.000 tons verleden jaar.

De laatste’ 0 uh a-statistiek luidt a.v.:

1930

1929

, 1928
tons

tons

tons
Productie …………….4.671.260 5.156.315

4.037.833
Overdracht per 1.1 …….321.928

131.044

280.890
Consumptie .. ………….154.504

130.315

181.046
Weekontv. afscheephavens . 34.224 33.499 26.285
Totaal’sedert 1.1………3.945.937 4.857.465 3.853.021
Weekexport …………..31.510 41.630 25.235
Totale export sedert 1.1. . . 3.361.874 4.676.005 3.728.618
Voorraad ascheephavens . . 687.056

181.460

124.403
Voorraad binnenland …..767.826

168.535

33.766

De bovengenoemde verhooging va,n de raming van F. 0.
L i c h t met ca. 250.000 tons komt op rekening der vol-
gende landen

Duitschla.ncl …………75.000 tons
Tsjécho-Slowakije ……25.0011 –
Oostenrijk ………….10.000
Frankrijk …………..35.000
Zweden ……………10.000
Polen ……………..20.000
Spanje …………….20.000
Roemenië ……………30.000 –
Groot-Brittannië …….15.000

Het totaal der raming zonder’ Rusland wordt thans
8.500.000 tons, terwijl dc opbrengst 1929/’30 7.311.860 tons
bedroeg of 16.2 pOt. vermeerdering en 27.1 pCt. vermeer-
dering inclusief Rusland.

‘En E n g e 1 a n d verlaagden Raff’inadeurs hunne prij-
zen met
61-
voor alle posities. De markt was met het
oog
01)
de jaarswisseling . uiterst kalm. De noteeringen op
de Londensche termijnmarkt brokkelden eerder iets af.

De J a. v a-markt verkeerde in lutelooze stemming en
kon de V.T.S.P. geen koopers vinden. …..

ii i e r’te 1 and e herstelde de markt zich na een zeer
flauwe opening langzaam. De termijnnoteeringen te Am-
sterdam luidden aan het einde der week als volgt: Mrt.

f
7/- Mal
.f
77/
s
; Aug.
f
8i, en Dec.
f8y
8
,
alles gebeden
met verkoopers
f Y
8
t
f
%
hooger.
De omzet bedroeg 1850 tons.

KATOEN.
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In dulzendtallen balen).

1 Aug.’30 10vereenkomstigeperiode
tol


26
Dec.’30

1929

1928

Ontvangsten Gulf-Havens.
11

Atlant.Havens
;
6819
6721
7009

Uitvoer naarGr.Brjttaunië
698
811
1073
‘t Vasteland etc.
2276 2633 2727
het Orient….
598
558
900

Voorraden.
(In dulzendtallen balen).

26
Dec. ’30 Overeenkomstig tijdstip

6

1929

1928

Amerik. havens ………
..4208

2675

2395
Binnenland ………….1801

1493

1256
New York ……………229

95

50
New Orleans ………….783

515

370
Liverpool ……………446

377

546

KOFFIE.
De markt, welke sedert het vorig Overzicht tengevolge
van den overgang van het jaar weder slechts enkele dagen
geopend is geweest, was tamelijk flauw gestemd. In Bra-
zilië liepen de kost- en vrachtprijzen van Sautos ongeveer
1/- 11 1/6 en van Rio in de meeste gevallen -16 t 1/- per
owt. terug. In Nederlandsch-Indië zakten do cif-prjzen der
ongewasschen Sumatra Robusta-soorten
Y
t
5%
ct. in, doch
die der gewasschen Robusta-soorten bleven onveranderd.
Ook aan de termijnmarkt alhier was de stemming dien-
tengevolge kalm met geringen omzet.
Op den eersten dag van het jaar werd via New-York
telegrafisch bericht ontvangen, dat de Federale Regeering
van Brazilië het plan zou koesteren den geheelen voor-
raad, welke in het binnenland van Sao Paulo wordt terng-
gehouden en die ongeveer 22 millioen balen bedraagt, op te
koopen, indien het haar gelukt te Londen een leening voor
dat doel af te sluiten. Contrôle op volgend,e oogsten zou
clan van die zijde niet meer uitgeoefend worden. Dit bericht
bevestigt een in het begin van December van half-offieieele ‘zijde in Brazilië gepubliceerde meciedeeling, dat de Regec-
i-ing overw’oog om op 30 Juli 1931 tot den hierboven
omschreven maatregel over te gaan. Daaraan w’erd toen
toegevoegd, dat dit zou beteekenen het uit de markt nemen
van een enonhie hoeveelheid koffie en tevens een grootere
vrijheid voor den internationalen handel. Wat den finan-
cieelen kant dezer aangelegenheid betreft werd betoogd, dat
veel zou afhangen van de prijsbasis, waarop de transactie
zou plaats hebben, daar, indien de verkoop tot stand zou
‘komen tot matigen prijs, er een in verhouding niet groot
be:Irag voor nooclig zou zijn, gezien het feit, dat op bijna
alle koffie’s in de binnenlandsche pakhu’izen reeds door de bank van tien Staat Sao Paulo ongeveer 50 Milreis per zak voorschot is verstrekt en men meende, dat daarom de zaak wellicht met 20 M’ilreis per zak, te betalen door de Regee-ring, zou kunnen tot stand komen.
Dat de toestand voor den w’ereld-koffiehanclel door de’ze
transactie, indien zij werkelijk tot uitvoering mocht komen,
]LOaflienswaardI zou verbeteren, valt voorloopig nog niet in
te zien, temeer daar in de bedoelde mededeeling ook werd
gesproken van verkoop van den op te koopen voorraad
binnen tien jaren, wat ook in de conditiën van de in 1930
gesloten leening was vastgesteld. De omstandigheid, dat die
voorraad dan geheel eigendom zou geworden zijn van het
Braziliaansehe Gouvernement, brengt bij overigens onver-
anderie plaiiien ten opzichte van een gedwongen realisa-
tie van
1110
gedeelte per jaar, in de vooruitzichten van het
artikel feitelijk geen verandering. Bovendien blijft de on-
zekerheid betreffende de opbrengst van de volgende oogsten
in vollen omvang bestaan.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt
liepen sedert verleden week ongeveer % t -f, ct. terug. Dinsdag 6 dezer des voormicldags varen zij als volgt:
Januari
23’%,
Maart
20
1
/8, Mei 19½, September 18½, De-
cember
17v/s
ct.
Aan de loco-markt bleef de afzet beperkt ‘bij onveran-
derde of ficieele noteeringen van 31 ct. per 34. K.G. voor
Superior Santos en 29 et. voor Robiista.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos op pronipte verschoping zijn thans ongeveer 421. t 431- per
cwt. en van ‘dito Prme ongeveer 4316 t 44/6, terwijl zij van
Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 2813 t 2819.
Nederlandsch-Indië was voor Palembang en Mandheling

48

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

7 Januari 1931

Robusta
i/
ct. per % K.G. gemakkelijker, voor Benkoelen
Robusta zelfs % ct. Gewassehen Robusta daarentegen
bleef onveranderd genoteerd. Op het oogenblik zijn cle
prijzen in• de eerste hand:
Palembang Robusta, Januari-verscheping, 16% et.; Ben-
koelen Robusta, Januari-verscheping, 16% ct.; Mandheling
Robusta, Januari-verseheping, 18% ct.; W.I.B. faq. Ho-busta, Januari.verscheping, 28 ct., alles per % K.G., cif,
u.itgelevercl gewicht, netto contant.
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Maart.
1

Mei

1
Sept.
1

Dec.

5 Jan. …..
..$ 5,66

$ 5,34

$ 5,30

$ 5,22
29 Dec.

…..
..,, 5,90

,, 5,67

,, 5,44

5,33
22

,……..,,

5,83

,,

5,66

,,

5,46
15

,……..,,

5,88

,

5,72

,,

5,43

De dezer dagen verschenen Statistiek van de Firma G.
Duuring & Zoon te Rotterdam geeft aan, dat in December
de aanvoer geweest is als volgt:

1930

1929

1928
balen

balen

balen
in Europa …………922.000

840.000

696.000
,, Ver. Staten v. Amerika 1.111.000

970.000

933.000

Totaal…. 2.033.000

1.810.000 1.629.000

De Aanvoeren in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende het jaar 1930 bedroegen 22.827.000 balen tegen
21.325.000 balen in 1929 en 22.014.000 balen in 1928.
De Afleveringen in December varen:

1930

1929

1928
balen

balen

balen

inEuropa ………….915.000

894.000

740.000
Ver. Statenv.Amerika

99.000

875.000

901;000

Totaal….

1.914.000

1.769.000 1.641.000

De Afleveringen in Europa en in Amerika tezamen ge-
durende het jaar 1930 waren 22.603.000 balen tegen
21.681.000 balen in 1929 en 21.779.000 balen in 1928.
Vanaf 1 Juli tot 31 December varen de Aanvoeren in
Europa en in Amerika tezamen 10.448.000 balen tegen
10.039.000 balen in 1929 en 9.803.000 balen in 1928, terwijl
de Afleveringen bedroegen 10.892.000 balen tegen 10.629.000
balen in 1929 en 10.201.000 balen in 1928.
De zichtbare voorraad was op 31 December 1030 in
Europa 1.590.000 balen tegen 1.583.000 balen op 1 Decem.
ber. In Amerika bedroeg hij 920.000 balen tegen 817.000
balen op 1 December. In Europa en in Amerika tezamen
was de zichtbare voorraad dus op 31 December 1930 –
2.519.000 balen tegen 2.400.000 balen op 1 ])ecember. Hij
tedroeg op 31 December 1929 – 2.295.000 balen en op
31 December 1928 – 2.651.000 balen. –
De zichtbare wereldvoorraacl was op 31 December 1930
– 5.186.000 balen tegen 5.054.000 balen op 1 December
en 5.094.000 balen op 31 December 1929 (in deze cijfers
zijn niet begrepen de voorraden in het binnenland van
Brazilië, waarvan het cijfer van 31 December 1930 nog
niet bekend is, doch die op 1 ])ecember bedroegen 24.393.000
balen en op 31 December 1929 – 19.969.000 balen).

Rotterdam, 6 Januari 1931.
Statistiek der firma G. Duuring & Zoon.

Zichtbare voorraad op 1 December in duizenden balen.

1930
1929
1928 1927
1926
Voorraad in Europa…
1.583
1.656 1.912 1.504
1.491
StoomendfBrazilië …
555
642 413
702
551
mi. Europa ‘LOost-Indië.
85 85
106
167
64

2.223
2.383
2.431 2.373
2.106
Voorraad Ver. Staten
817
598
751
688
888
Stoomend
razi1ië …
418 508 493
708 763
naar
oost-Indië
Ver.StatenIB
21
9

3.479 3.496
3.675 3.767 3.757
Voorr. in Pernambuco
20
6
10
– –
Bahia

….
30
21
33
44 35
Victoria

..
87
41
94
123

RiodeJaneiro
266
315 319
279
260
Santos

.
..
.
1.141
1.007
1.138 1.152
727
Paranagua
.
31
.
83


Totaal …
‘5.054
‘4.9119
‘5.269 ‘5.385 ‘4.779
Op 1 November

t
‘5021
‘5.069
•5.332
‘5.240 ‘4.849
Op

1

Juli

……..
t
‘5.593
‘5.338
‘5.729
‘4.720
‘4571
• Niet inbegrepen de binnen!, voorraden in Brazilië.

f
Niet inbegrepen de gouvernementsvoorraad v. Sao Paulo.

De binnenlandsche voorraden te
Santos
Rio de Janeiro
1

Juli
1926

2.833.000
balen
1 November
1928

6.144.000
1 1)ecember
1926

6.397.000
1

Juli
1927

3.312.000
1 N
1
vember 1927 11.049.000
1 December
1927 12.271.000
1

Juli
1928 11.62.000
1.180.000 balen
1 November
1928 13.669.000
714.000
1 December
1928 13.205.000
608.000
1

Juli
1929

8.785.000
136.000
1 November
1929 17.158.000
,,
1.407.000
1 December
1929 17.251.000
1.642.000
1 Juli
1930 21.210.000
1.621.000
1 November
1930 22.188.000
2.157.000

VRACHTENMARKT.
Door de vele vacantiedagen
ging op cle
vrachtenmarkten
slechts weinig om en vertoonden de vrachten nagenoeg geen
veranderingen sinds het vorige bericht.
Onderstaand staatje geeft een overzicht
van de hoogste
en laagste vrachten, welke gedurende het
afgeloopen jaar
op de verschillende vrachtenmarkten werden betaald.

Engeland (Wales).
KOLEN:
Hoogste vracht:
Laagste vracht:
Rouaau

……….. . …
6/.
31.
Oporto

…………….
7(3
61
10%
West-Italië

…………
7/3
5/4 Port-Saici

…………..
111-
613
Las Palmas of Teneriffe
.
8/6
71-
Beneden La Plata ……
17/6 10/3
ITooi.dA1nerika
KOLEN:
West-Italië

…………
$2.35
$1.50
Beneden La Plata ……
,, 3.75
,, 2.90
Rio

de

Janeiro

……..
,, 3.60 ,, 2.50
GRAAN (North. Rangc)
UK.

………………
2f3p.q.
116p.q.
Continent

………….
9 c. p. 100 lbs. 7 c. p. 100 lbs.
Middellandsche Zee …..
.
11%.c. p. 100 lbs.
10e.
p
100 lbs.
U.K./Cont. (N.-Pacif ie)

. .
2416
201.
Znid-Amei’j/ca.
tJ.K./Cont.

(San Lorenzo)
21/.
10/-
Miciciell.

Zee

,,
20/6
11/-
tJ..1./Oont. (Buenos AirCs)
201-
9/6
U.]../Oont. (Bahia Blanca)
181.
SALPETER:
Continent

…………..
23/-
16/-
Ver. Staten (Atl. havens)
$ 4.-
$
3.75
Oosten.
Br..IndiëfMidd.

Zee/U.K.
Continent

………..
21/6 d.w.
13/-
Saigon UK/Continent ..
26/.

.
19/-
Burmali

,,

,,
201.
1619
Vladivostock

id.

(volle
lading)

…………..
26/3
19/-
id. Rotterdam &/of Ham-
.burg

(partijen)

…….
26f-
141.
Dalny/U.K.

Cont.

(volle
lading)

…… . …….
22/-
19/.
id. Rotterdam &/of Ham-
burg (part.)

……….
21/-
13/.
Australië (Z.. of Victoria)
fMidd. Zee U.K. Cont.
.
37/6
22(6
Z.-Afr.:

Durb.fSingapore
Mauritius:
101.

.
9/-
U.E.

…….
23(6
201.
I)onau.
GRAAN: Continent ….
17/-
12/.
Zwarte Zee.
GRAAN: Continent ….
13(3
10/3
Mid4ellandsche Zee.
ERTS:
Hornillo Baai/Middlesbr.
8/.
6(6
Eluelva/Antwerpen

…..
9/6
6/3
Melilla/R’dam of Vlaard.
513
411%
Bona(Garston

……….
6/7%
6/3
KATOEN ZAAD
Alexandrië/Hull ……..
10/-
8/6
per 60 cbf t.
Noord iS pan je
ERTS: Bilbao/Cardiff
6/_
51-
id. fR’dam of Vlaard.
5/3
4(134.
id. /Tyne

Doek of Sun-
derland

………
6/

.
4/9
Time Charter.
Oostzee-vaart, 416 rund.,
41-
tot 516,
naar grootte.

Auteur