Ga direct naar de content

Jrg. 13, editie 637

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: maart 14 1928

14
MAART 1928

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN

E

Ben bten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER

ORGAAN
VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOÖR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

13E JAARGANG

WOENSDAG
14

INHOUD.

BIz.

XVIIE ZITTING VAN HET INSTITUT INTERNATIONAL DE
STATISTIQUE
door
Prof. Mr. H. W. Met horst ……226
De slotakte inzake Belasting van Nederlanders in den
Vreemde door Mr. E. H. von Bai.nnhauer ……….228
Eendalende tendens voor het grootbedrijf? door
J. Ratté 229
Over de Balans van het Ouderdomtonds door
K. Lindner

met Naschrift door
H T. Hoven ………………231
Statistiek van de bedrijfsuitkomsten in den Landbouw
door
J. de Jong Saakes
met Naschrift door J.
H.

Hageman
………………………………..
233

BUITENLANDSOHE MEDEWEREING:
Het
Rapport
van de ,,Liberal Industrial Inquiry
Committee” III. De hervorming van de begrooting
en van het belastingsysteem door
F. W. Forge 234
AANTEEKENINGEN:

De Jaarvergadering der Chamber of Shipping

235
Indencijfers van scheepsvrachten …………….
237

BOEKAANKONDIGINGEN:
Rectificatie ……………………………..
238

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
238-244

Geidkoersen.

Bankstaten.

Goederen hndeI.

Wisselkoersen.

Effectenbeurzen.
1
Verkeerswezen.

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Seoretaris: Mr. Q.
J. Terpetra.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van 13f om; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rangers;
Prof.
Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedclegeerd lid: Prof. Mr. Jr.
G. M.
Verrijn. Stuart. Redacteur-Secretaris: S. Post hurna.
Secretariaat: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.

Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.

Abonnementsprijs voor het weekblad franco p. p.
in
Nederi and f20,—. Buitenland en Koloniën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratie.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande ont-
vangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoo-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruige plaatweg.

MAART 1928

No. 637

‘ De binnenlandsche uitzetti-n-gen van De Nederland-
iche Bank zijn in de afgeloop-en week weder Vrij aan-

merkelij:k teruiggegaan. De post binnenlandsch-e wis-

sels daalde van
f
59,4 miljoen tot f56,3 miljoen. De

beleehingen geven een vermindering van
f
14,8 mii-

l-ionn te zien. Het rentetoos voorschot aan het Rijk vei-

.toont een kleine stijging. Het klom van
f
6 mil]ioen

ot
f
6,3 millioen.

De goudvoorraad der Bank bleef
vrijwel
onveran-

d•erd. De Voorraad zilveren munt verminderde met

f
100.000,—. De post pap

ier op het buitenland bleef

o dezelfde hoogte, terwijl de diverse rekeningen op

‘de -actiefzijde der balans een tij’ging van
f
3 .illioen

e aanch-ouwen geven.

De biljettoncirculatie daalde met
f
15,3 niill.ioen.

‘De reken ing-courant-sal’di van anderen verm-eerderden

niets een kleine
f
400.000,—. Het beschikbaar metaal-

‘saldo steeg met
f
2,8 millioen. Het dekkingspercentage

ibedraagt ruim 56.
* *
*

In den toestand van ‘de -wisselmarkt ‘kwam deze week

vein.ig verandering. De meeste gotidwi.ssels noteerden

vrijwel ied’eren -dag gelijk; ‘alleen een i1eine daling

van de Skandinavische w-issêls valt te vermelden. De

• eenige wisselkoers, die nog getegeld aan groote sch-o-

melingen on-derherig is, blijft de Peseta. Geopend op

circa 42,—, werd zij aan het ände der week voor 41,60

verhandeld, maar gisteren was -de steniming wder

plotseling gekeerd en werd 41,92% betaald.

‘LON-D-EN,
12 MAART 1928.

– De geldm-arkt was veel- vlugger -ontdaan van de be-

gin Maart, in den vorm van •dividenden en aflosbare

obligafdes, toegevloei’de bedragen •dan -algenieen ver-

wacht werd, zoodat -gedurende .de .geheele vorige week

-geld eeni-gszins schaarsch was.

Goéde prijzen worden dientengevolge voor het over-

night geld betaald. Met het oog -op het inc-a’sseeren van

verdere belangrijke ‘bedragen aan

belasting voor het

einde van de maand en de betalig van de door Italië

en Frankrijk aan Engeland verschul’digde bedragen

aan oorlogsschulden zullen de volgende weken -getuige

zijn van zeer belangrijke geldvnrschuiingen en ont-

trekkingen aan -de markt.

Disconto bleef onveranderd op

bij ‘geringen

omzet en klcin-e -vraag voor buitenl-andsche rekening.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnemenf
vol gans tarief. Administratie van abonnementen en adver-tenties: Nijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-terdam, Amsterdans, ‘s-G-ravenhage. Postchèque- en giro-
rekening No. 6729.

13 MAART
1928.

Het aanbod van geld voor particulier disconto bleef

ook deze week weder vrij- belangrijk, zoed’a.t de noten-

ring vrijwel onveranderlij.k op 3% â 3
13
116
pOt. stond.

Daarentegen bleef -de vraag naar caligeld aanhouden

en werd er herhaaldelijk 4% en 4% pOt. betaald. Ook

de prolongatiarente bleef vrij -va’st; de noteering

schommelde tu’svchen 3% en
4%
pOt.

* *
*

226

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1928

XVIIE ZITTING VAN HET INSTITUT

INTERNATIONAL DE STATISTIQIJE.

Bcwenv.ermeide vereeni ging – is een interna’tionaaÏ

lichaam, bestaande uit hoogstens 200 gewone en ,20′

eoreleclen, dat volgens de in 1885 vastgestelde sta,tu-
ten telkens om -de twee jaren zijn zittingen’hou.dt in

cle ho’ofclplaatsen der verschillende landen. Ditmaal
kwam het op uitnoodiging der Egyptische R
egee
i.i
ng
L

van 29 December 1921 tot en met 5 Januari 1928 te’
Caïro bijeen. Nadat. de leden op 21′ December te’ Alex-

andrië door den Gouvdrrceur ófficieel waren ontvan-

gen, opende Koning Fo’uad 1 persoonlijk de XVIIe

zitting te Caïro, waarna de Minister-President, Sardi.t
Pacha in een welverz&rgde openingsrede in de Fran-

sche taal de leden namens de Egyptische Regeerings

welkom heette. De ontvangst, was allerhartelijk.st. Zoom

wel de E’gyp.tische Regeeiin en ‘officieele lichamen
als particuliere instellingen en private personen be-

ijvercien zich om in dit land, met zijn van Europa g&C
heel afwijkeüde mentaliteit, met zijn oude beschaving,’s

zijn onnoembare kunatschatten, het verblijf voor de’

60 leden ‘en 49 invit6 (in totaal ‘dus 100 deelnemers,v.

waaronder 10 officieele gedèlege’ei’den), die-aan ‘de zit-‘l
ting deelnamen, zoo aangenaam mogelijk te maken.

1-Jet Egyptische ‘orgadisatie-comité had voor een goede £

regeling ‘en uitnemende vergaderlokalen gezorgd. Er
is flink -gewerkt. Ouder gewoonte werden de rappor-v

ten, na door speciale sub-commissies uit het In-stitut
te zij’0 voorbereid, behandeld in 3 verschillende sec-d

ties, nl. die voor methode en dernographie, die voor

economische statistiek en die ‘voor sociale stati’stiek,ij

waarna do voorzitters der ‘secties verslag deden van
1

het verhandelde in de secties en de rapporten in dej
plenaire zitting verdedigden. De ‘besluiten zijn zoov
spbedig mogelijk na de zitting in den vorm van-,
,V.oeiix” ter kennis van de regeeringen der ershil-

iend’o landen gebracht. Deze •,,V.oeux” hebben geen
bindende kraèht, doch worden door alle ambtelijke,.

bureau x gerespecteerd o’m ‘het, aanzien, hntw’elk hat
lnstit.ut, als een ‘der oudste wetenschappelijke inter-,
nationale instellingen geniet.

Met voorbijgaan van een aantal on’derwerpen, welke,
in cle eerste en de derde sectie’ werdeil behandeld, zoo-•

al’s de ‘internationale nomenclatuur ‘der dood’soorzaken
(nomenclatuur-Bertillon), ‘de registreering van ge-
1

boor’te en sterfte, da statistiek •der, migratie, ‘de sta’-,
(

bis’tiek van het goederen- en personenverkeer, de sta-
tistiek der n’ationali’teiten, de verhouding van statis-
tiek tot eiiquête, de ‘statistiek der s’teden boven 250.000,.
in w’oners, de internationale i ntellectueele statistiek,

het onderwijs in ‘de statistiek aan instellingen van
Hooger Onderwij:s en cle crimineele statistiek; zullen we hier laten volgen den inhoud ‘der conclusies waar-toe men ten aanzien van economische onderwerpen is.
gekomen.
* *
*

Op de voorlaatste zitting van het Insti’tut, te’

Rome, varen een aantal resoluties aangenomen, waar-
bij •de ven’sc.helijkheid uitgesproken werd, dat pe

riodiek algenieene tellingen van de
vooribrengin.g en,
het verbruik van de wijverheid
‘in har.en -vollen
om-
vang zouden gehouden worden. Daarbij werd nauw-
keurig aangegeven, welke gegevens van .de onderne-
mers. gevraagd zouden moeten worden. Een van de
laatste resoluties sprak de wenschelij’kheid uit om,
indien kullc een algemeene ceusus niet met korte ‘tus-
schenpoozen ‘gehouden wdd.t, bij’v. om ‘de twee ‘jaar,
bovendien nog jaarlijksche of maandelijksche ge-
gevens over ‘de bruto-productie van -de voornaamste
bedrijfstakken te verzaele’n. .
in Cairo heeft het Institut nu. een aantal resolu-
ties vastgesteld met betrekking tot de verzameling van
dergelijke ind-ices van de indu’sti-ieale bedrijvigheid.
Aanbevolen word-t, dat 66k in landen waar geen al-
gemeene census géhou.den wordt, zoo mogelijk maan-
delij’k’sc.he statistieken zuilen worden samengesteld

van de waarden en hoeveelheden der verschillende
producten van de belangrijkste takken van industrie
en wel zou vaak als .dit met. ‘den aard van ‘clie indus-

trieën strookt. Deze statistieken w’aren aan te vullefl

me-t andere ‘indices betreffende cle productie der nij-
verheid’ als ‘grondstoffen, aantal ovens, ‘spil-uren, man-
uren, ene., mo’to.ri-sc’he kracht, sterkte personeel, totaal

1 oonbedrag, aanta.l gew erkt.e -dagen of uren. Boven-dien
ware t-e vragen naar waarde en hoeveelheid van de
ontvangen orders, van den afzet en van de onuitge-
– voerde orders.

Ten einde internationale vergelijkingen mogelijk te
maken, zou E.e’t wen.schelijk zijn te beginnen met cle

– samenstelling van statistieken – en–indices van de pro-
ductie voor de navolgende takken van nijverheid in

alle landen, waar zij van vol-doende belang zijn, nl.
mijnindu:stri.e, metallurgi.sêhe nijverheid, de stalen-

scheepsbouw, de fabrieken van locomotieven, rollend spoorwegmaterieel en locomotieven, zoomede de vèr-
schillende ‘branches van de texti-elnijverhéi-d
mcl.
kunst.zij’de. Niet alleen met. het- .00g op een vergelij-

king van de voornaamste takken van industrie in de
verschillen-de landen, maar ook voor een bhoorljk

overzicht vn ‘de geheele industrie in elk land, is het
wenschelij’k, -dat ook -gegevens verzameld worden, om-
trent -de takken van nijverheid, welke in het algemeen

aan accijns onderworpen zijn, als de fabrieken van
bier, gedistilleerd, -tabak, suiker, lucifers en verder

omtrent de fabrieken van meel, plantaardige oliën,

zeep, leder, schoenen, kunstmeststoffen, ho’ut-slijp eiï
cellulose, papier en karton, glas, cement, ateen’en en

pannen en de petroleurnraff-ina.derjen.

Aangedrongen wordt op maan’delijksche statistie-
ken van ‘de voortgebiachte hoeveelheden. Zijn maan-

delijks slechts niet rechtstreek’sche indiees van de toe-of afnemin.g van de produc-t-ie te geven, dan moet de
statistiek ten minste éénmaal per jaar verschijnen. De resoluties
over.
de ‘statistiek van -de
werkelijke
banen,,
d.w.z. de l’ooneu, –
waar
bij: rekening -is- gehou-
den met. -de waarde vn het geld, beginnen met de

algemeene opmerking, dat het noodzakelijk, is, om
tegelijk met -de berekende werkelijke bonen ook de
elementaire gegevens te publiceeren over de nominale
bonen, over de prijzen en -de arbeidersbudgets en een
uiteenzetting te geven van -de wijze van berekenen,
zoodat -de’ lezer in staat is zich een oordeel -te vormen
van -de waarde der cijfers en ‘bij’ onderlinge vergelij-
king de noodi-ge reserves in acht te nemen. In het
algemeen is een vergelijking van de seh’ommeling in

de werkelijke bonen in gelijksoortige beroepen in een
zelfde land en over een zelf-de tijdperk van meer be-
teekeni-s -dan een vergelijking van de hoogte van de

werkelijke loon en op een gegeven tijdstip in verschil-
lende landen. Toch kan laats’tbedoel-de vergéljicing
met het oog op bepaalde onderzoekingen volkomen
gerechtvaardigd zijn.

Daarop volgen de reedluties o’er ‘de
werkelijke loo-
nen als indices vara de lcoopkrach.t der arbeiders. Voor-
op wordt gesteld, -dat de te hezigen nominale loon-en
in beginsel betrekking moeten hebben op dezelfde
arbeidseenheden, rekening houdend met -den duur, de
intensiteit en de productiviteit van dien arbeid. Al’s
loon moet niet het even’tuee]e tariefloon genomen wor-
den, doch het totaalontvangen salaris, zooveel moge-

lijk met inbegrip van alle bijverdiensten, premies, ‘bij

dragen voor sociale verzekering ten laste van den
werkgever, ui tkeeringen, voordéelen in natura, -d.e
laatste in geld’ uitgerekend etc. Beschikt men niet ‘over
gegevens betreffende het totale loon, dan kan men
desnoods ook gegevens benutten betreffende normaal-
loon of loonschalen. ‘ –

Het type-budget, .dat gebruikt wordt als grondslag
der berelcen’in.g voor -de kosten van levensonderhoud,
nioed ‘in beginsel omvatten alle noodzakelijke uitgaven,
welke noodi.g zij.n om aan de even-tuéele behoeften van een arbeidersgez-in te voldoen, -ten einde op -deze wijze
de koopkracht van het nominale loon te kunnen meten
aan het -totaal der goederen, en diensten, -die in het

14 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

227

nörnlale leven van zulk een gezin voorkomen. Is’ het

slechts mogelijk met een deel dezer uitgaven reke-
ning te houden, dan m’oet duidelijk aangegeven wor-
den, welke reserves daaruit voortvloeien.

Vergelijking van de weikeWke loeren kan eerst

plaats hebben, indien ‘do levenswijze
T
van
de onder-

zochte groep gedurende het geheele tijdperk van waar-
neming niet te ‘veel afwijkt van het. type-budget, dat

de grondslag der berekening is geweest. De vor.gelij-king is nog toelaatbaar, wanneer men geen groote ver-

schillen krijgt, indien de type-bu’dgets van de onder-
soheidene onderzochte groepen telkens op dezelfde

wijze op elk ‘diei- groepen worden toegepast. Het ge-
m’iddel’d’e (liefst het geometrisch gemiddelde) kan be-
schouwd worden als een goede benadering van het ge-

zochte res’ultaat.

Heeft ‘de vergelijking betrekking op groepen van

arbeiders, voor wie de normale levensstandaard ‘sterk

verschilt ais gevolg van den algemeenen economi-
sc’hen ‘toestand, ‘of van rasversch’illen of klimaatver-
schillen of voor wie deze zich ‘gedurende het tijdvak

van waarneming aanmerkelijk heeft
gewijzigd,
dan

kunnen de uitkomsten slechts beschouwd worden, als een eerste benaderde aanwijzing van de betrekkelijke
hoogte in de werkelijke bonen, hetzj gedurende den
tij’d van’ waarneming, hetzij van het eene land tegen-
over het andere la,n’d. Het is dan ‘noodzakelijk ,de
statistische resultaten aan te vullen met verklaringen
‘der gegevens, met omschrijving der’ methoden van
onderzoek en dor in acht ‘te nemen reserves, waar-
doör een betere appreciatie verkregen wordt van •de
strekking der verzamelde cijfers.

Met betrekking tot de
werkelijke bonen als i’n’dices

van het levenspeib der’ arbeiders,
wees het Institut

op ‘de noodzakelijkheid om al’s basis ‘de werkelijke in-
komsten ‘te nemen. Zoo mogelijk make men nog een
tw’eed’e vergelij’k’in’g, d’oor bij de inkomsten van ‘de ar-
beiders, die te voegen van de leden van zijn gezin,
met dien. verstan’de, dat als, basis ‘der berekening de
totale inkomsten van het. gezin worden genomen, met in’begrip van alle bijverdiensten.

In verban’d met de verscheidenheid ‘der elementen,
welke de levenswijrze van een ‘gezin ‘kara:kteriseeren, is
het onmogelijk om enkel door het naast elkaar plaat-sen van twee getallen een vergelijking te treffen tus-

schen den levensstandaard van de verschillende groe-
pen arbeiders, ‘ook dan, wanneer
bij
‘de berekening geen

belangrijke reserves behoeven te worden gemaakt. De

statistische methode kan te deren opzichte zeer goed
aangevuld wordbe door’ de beschrijvende methode en
door monographien, waarin d’e ‘details worden ver-
meld nood’ig voor een behoorlijk inzicht in het levuns
peil der arbeiders, mede in verba’nd met d’e zeden en
gewoonten, economische omstandigheden en toestan-
den ten aanzien van bedrijf, klimaat en ras.

Ook nog van, andere zijde is het probleem eener
internationale loon’sta’tistiek door het I.nstitut be-
keken. In de ‘in 1925 te Rome gehouden zitting was
een commissie benoemd om de bonen ook te beschou-
wen als element der productiekosteiv.
Hierbij’ ‘doen

zich uit den aeid der zaak weer an’dere moeilijkheden voor bij het streven ‘naar internationale vergelijkbaar-
heid. Gelet moet o.m. worden op de hoeveelheid der

vo’ortgebrachte goederen en op de kosten, welke in
verschillen’don vorm ‘gemaakt moeten worden om die goederen voort te brengen. Een ‘belangrijk voorberei-
dend rapport van ‘de hand van Prof. Bowley van de

London Schoo’l of Economics and Political Science

is te Caïro in ‘behandeling genomen en gaf aanleiding
tot interessante gedachtenwisseling. Besloten is, ten
aanzien van dit punt, aan de Commissie te verzoeken
haar onderzoek voort ‘te zetten en verschillende ‘spre-
kers uit te noodigen ‘hun .meeni’ngen nadei- uit te wer-
ken. In de XVIIIe zitting, welke einde’ Augustus
1929 in Polen’s’ hoofdstad, gehouden zal worden, komt dit hoogst belangrijke onderwerp ‘dus ‘opnieuw in dis-
cussie.

Ten aanzien van’
voorraadst’atistieken
van
graan en

1
suiker is
nog het volgende besloten.

Het Institut erkende de groote moeilijkheden,
verbonden aan ‘de ‘samenstelling van een volledige en

geiogelde statistiek’ der grwsnvoo’rraden
en’ waa’rdeer-

‘de ‘de pogingen, reeds door sommige Regéeringen en
particulieren in het werk gesteld. Echter bestond be-

hoef te aan aanvullin.g en verbetering van ‘de ‘bestaande

i
statistieken.
1
tDaartoe is aanbevolen:

1. nauwkeurig ‘na te gaan, voor ‘elke graansoort af-
zonderljk:
‘de plaats, waar de voorraden zich bevinden (bij’ den

lan’dbouwer, in de elevatoren, op weg, in de molens,

‘ens.), het tijdstip, waarop ‘de gegevens ‘betrekking
‘hebben en den aard der voorraden (graan, dan wel

meel, h’erleid tot graan);

. op 1 Januari, 1 Augustus en zoo mogelijk ook

‘op 1 Maart, opgaaf ‘te doen van ‘den voorraad, aanwe-

zig o’p ‘de
boerderijen
(afzonderlijk de ‘hoeveelheid be-

‘stem.d voor uitzaai, en, zoo mogelijk, die voor eigen
gebruik, voor voedering en voor verkoop), in molens,
in elevatoren en andere entrepôts, en onderweg;

bij
‘gebreke aan rechtstreeksche gegevens of ter
aanvulling daarvan, indirecte gegevens te gebruiken,
welke berekend zijn op den grondslag van den laatst
vastgestol’den voorraad, zoomede de sindsdien voort-
gebrachte en verbruikte, in- en uitgevoerde hoeveel-

heden;

in he’t wereldoverzicht voor de verschillende
landen, naast de beschikbare, ‘ook de benoodigde voor-
raden ‘aan te geven, zoomede te vermelden of deze
al’s normaal of al’s minimum moeten worden opge-
vat, en over welk tijdvak de behoeften zich uitstrek-
ken, en de voorraden moeten ‘dienen (eventueel voor
elk land afzonderlijk);

dat ‘een centrale instelling (bij’v. het Institut In-
teiat,ion al d’Agricul’ture) grafieken zou samnste1-
len, die voor elke ‘graa’n’soort, maar in het. bijuonder
voor de tarwe, ‘zouden weergeven:

de normale
seizoenschommel’ingen van ‘de bruto
wred’dproduc.tie, ‘de ‘hoeveelheid, bestemd voor u’itz’aai,
‘en als het verschil ‘hiervan de netto wereldpro’ductie en
de
afwijkingen
tu’sschen de
werkelijke
cijfer’s

in ‘het boopen’de jaar en ‘de bo’ven’bed’oelde
normale,
om

op die
wijse
den invloed van het jaargetijde in rêke-

ning te kunnen ‘brengak.

.
Ten aanzien ‘van de Statistiek ‘de’r
Suikervoo’rrcvden

‘was het Inst.itut van oordeel, dat ‘in ‘de landen; waar
alle binnen- en buitenlajn’dsche suiker aan een fiscaal toenicht is onderworpen, de inachtneminig der .navol-
•gende regels aanbeveling verdient.
Het is wen’schelj’k officieele statistieken samen te
stellen en te publiceren van de voorraden suiker,
voor welke betaling van invoerrecht of accijns nog
niet heeft plaats gehad. Als suiker is te beschouwen
de ruwe ‘suiker uit ‘de centrifuges en de d’oor raffi-
nage verkregen gezuiverde ‘producten; hieronder val-
len niet de melssë, glucose en’ suikerhoudende arti-
kelen. Voorts ware een jaarlijk’sche telling te houden
van alle voorraden aanwezig ‘in ‘de entrepôts, met in-

begrip d’er fabrieken enz
Daarbij zou gebruik gemaakt kunnen worden van
‘de registers van de belastingambtenaren, ‘belast met
het toezicht op de ‘douane- en andere entrpôts (fa-
brieken enz.), in’ welke registers zijn ingeschreven de
op- en uitalag uit entrepôt en ‘de productie’ van ruwe
suiker iii deze fabriekén, ton einde aan de ha’nd van’
deze gegevens in samenhang met de
cijfers
der jtar-‘
lijk’ichè telling, geregeld voorraadstatistieken te kun-nen samenstellen met t.usschenpooien van een maand
of een andere periode. Ook’ is het in beginsel wen-
icheljk, ‘dat
bij’
vervoer van suiker geen afboeking
uit d’é voorrakdregisters van het entrepôt o’f de fa-
briek, enz.,’ van *aar verzending heeft plaats gevon-
‘den, .eschiedt, alvorens bericht is ‘ontvangen ‘van aan-
komst dp’ de plaats van bestemming (of van verlies

228.

S

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1928

‘onderweg) en dat de betrokken instellingen in de

verschillende landen de voorraa.dcifers bij publicatie
uitdrukken in geraffineerde suiker; in ieder geval

moet steeds worden aangegeven, welke factor gebe:
zigd is bij de om’rekening van iedere afzonderlijke.
kwaliteit iii geraffineerde of ruwe suiker.

De op deze wijze bewerkte statistieken van suiker-voorraden moeten betrèkking hebben op ‘den laatsten

dag der maand en moeten worden gepubliceerd in den
loop der volgende maand.

Dat de besluiten van het Institut Inteimationa1d

Statistique ook door den Voikenbond op prijs gesteld

worden, blijkt wel uit het feit, ‘clt op uitnoocliging
van dien Bond in het, najaar een conferentie zal plaats

hebben van chefs van statistische diensten der ver,l
schillende landen, teneinde onderling overleg te ple-

gen over de beste wijze, waarop aan de na den oorlog
genomen resoluties van het Institut inzake de econ’o
;

niische statistiek gevolg kan worden gegeven. 01) 19,

Maart as. heeft te Genève een voorbereiclende con-
ferentie plaats, w’aartoe door de Ecori•oniisèhe Sectie
van den Voikenboncl, behalve vier harer leden, te
weten Sir Sydney Ohapm J
an. ahn, Nec.uicea, en Dr.
Trendelenburg, uitgenood’igd zij’n de heeren Prof,
Pribram, Hoofd der Statistische Afdeelin.g van het

Bureau Int.eirnaoional du Trava,il, Olivetti van de In
;

ternatioriale Kamer van Koophandel, Dore van het
Internatioji ale Landbouw Institut, onder.geteek-en de

als Secretaris-Generaal vân het Inteimation,aal Sta-
tistisch Iiistituut, zoomede de h’eeren Fr of. Flux, Hu

her en Prof. Wagemann. resp. Ohef van de Statistiek

van het Departement van Handel te Londen, Dii-ec-
teur van de Algemeene Statistiek te Parijs en Preri
;

dent van het.Duiitsche Statistische Bureau te ]3erlijn.
den Haag, 28 Febr. 1928.

H. W.
METHORST.

DE SLOTAKTE INZAKE

BELASTING VAN NEDERLANDERS IN DEN VREEMDE.

Volk en parlement hebben gelukkig tijdig ingezien
dat het wetsontwerp ten deze ver beneden het pej.l
bleef van wat men ‘had mogen verwachten van het
Departement van Financiën, dat toch zoo vele ha
kwame figuren telt.

Terecht meent nu de heer Zuijderh’off tot dubbele
voorzichtigheid bij’ ‘de beordeeling van het onver-
hoeds ingediend nadere ontwerp, dart zich ‘nu tot suc
cessieheffirng beperkt en ‘in zooverre dus slechts ‘in
beperkter mate kwaad kan ‘doen, ‘doch het blijkt nog
kwaad genoeg.

Wanneer men zich nu maar tot de Nederlanders had
beperkt, die slecht’s kort in elk land blijven en ner
‘gens domicilie kiezen en welke in ‘het Parlement niet
‘onaardig ,,Zi’geuners” werden gedoopt,, dan zou men
juist en ‘alléén de klap1oopers treffen en tèch het
systeem van onze eigen fiscale wetgeving kunnen
trouw blijven door Nederlanders zèn’der een positief
domicilie elders een fictief domicilie binnen ‘de lands-
grenzen toe te kennen.

Immers ii i’et het gezochte na’bionaliteitsbeginsel,
‘doch wèl het fictieve domicilie past in het kader onzer
fiscale wetgeving. Wi.J nlemen als voorbeelden den Ne-
derl’andschen ‘diplom’atieken dienst, binnenschippers of
v’erlofgangers, die desnoods een domicilie ‘mogen ide-
zen of anders Nvorden aangeslagen, daar waar zij wor-
den aangetroffen, wat dan ad’s ‘domicilie geldt; wie in
het buitenland ‘verblijft, wordt geacht ‘domicilie te
hebben, daar waar
zifrr
gezin zich ophoudt enz. Het
simpele aanhouden van een giro-rekening h.t.l. door
een in en buiten Nederland reizend Indisch verlof-
gainger werd in mijn praktijk al reeds als een domi-
cilie uitgelegd, bijl het ontbreken van een positief
‘ander ‘domicilie. zooda’t – voortgaande in ‘dien lijn, –
de Ned’erlandsche pas, aangevraagd bij ‘de Nederland-
sche Regeerin g, ‘die te ‘s-Gravenhage zetelt, ook wel
als ‘domicil iegroncl voor zulke anders ‘domicilieloöze

zigeuners kan gelden. Immers al of rniet domicilie
wordt de omstandigheden ‘beoordeeld” . Men
treft aldus alleen en in ‘het kader ‘der eigen wetge-
ving, wie men toch eigenlijk alleen treffen wil ‘en
naar b.ilhjkheid mag en niet ook al ‘degenen, ‘die m’et

een werkelijk domicilie bui’tenslands daar al reeds in
alle lasten ‘hrnnen een an’der ‘kader ‘deelen.

Men behoeft aldus ook. niet de ‘d.waashei’d te be-
gaan een paar helastiuggionden, willekeurig uit o’s
beisstingsys’teem gegrepen, met eenige gelijkmatige,

doch ongelijke ‘belastiuggronden uit een geheel ander
vreemd systeem te vergelijken, instede van ons ge-

hel.e ‘systeem met een ander fiscaal systeem in zijn

gehèèl te vergelijken. Slechts ‘dit laatste zou kunnen
hewijizen in hoeverre Holland fiscaal een ‘duur land is.

Ten onrechte echter nam men ‘die inogeljkhei’d in

‘cle Tweede Kamer ook aan uit vergeljkin.g van cle

enkele cijfers van het Comité van Verzet, waarop
krachtens het Wetsontwerp de ‘aftrek i’ns gebaseerd.

Deze bewezen aillèèn hoe willekeurig clie ‘aftrek zou
zijn ‘geworden en juist hoe ‘wèuriig “die rekening ‘h’iel-
den niet het totaal verschil van belastingdruk tuaschen
hier. en elders.

Ware
dit, wetsontwerp i,iet verworpen, ‘dan zou de
fout van onver’goiij’kbare cijfers téch te willen ve.rge-
lij:ken, zich in feitelij:lce toeneming van ‘dubbele be-

lasting hebben gewroken, d’ie Volkenbonid en Inter-
nationale Kamer ‘juist terecht poogden tegen te gann.
Vermij!ding van dubbele belasting was ‘daarbij hoofd-

doel, waarbij de ,,évasion fiscale” slechts ‘de secun-

daii-e plaats irmam van complemeniteerenci tegenwicht,
tegenover dubbele heffingen, die in ‘de eerste plaats

‘dienden afgeschaft.

Met ‘de évas’ion fiscale wvrcl bovctdien daar nièt
bedoeld ‘de vestiging in het buitenland, doch al•lèèn
het zwerven van zigeuners zonder èènig ‘domicilie om

aan elke ‘d’i recte belasting, in welk land ‘dan ook, te
en ten appen.

De Regeeringsgemachtigde, ‘clie onis.ngis in de Ka-
mer dit ontwerp verdedigde, heeft eis Hollands be-

‘kwa’am expert ‘destijds ‘te Genève er zelfs niet weinig
toe bij’ged.i-agen, dat ‘deze beperkte opvatting van wat
inderdaad évasi’on fiscale wèl i’s in ‘de bekende Volken-
bondsresol uties werd vastgelegd.

Vijf fouten in het klein bestek van wat van dit
ontwerp nog overbleef, schijnen mij ‘dus andermaal te
zijn gemaakt:

lo. Iceaze van nationaliteit iin,piaat,s van (fictief)
‘domicilie bij aparte wet instede van -wijziging van de
Successiewet en ‘daar dan ‘volgens den rechtsgrond,
d’ie ‘hier ±ot ‘dusver gol’d en ook el’ders wordt voorge-
staan, ja, zelfs grondslag ‘werd van het zich ontwik-
lelend ‘internationaal fiscaal recht;

2o. vergelj’king ‘van. onvergeljkbare heffingen, die
tot willekeur, •onvol’doen’den aftrek en ‘dus toeneming
van ‘dubbele heffing zal leiden.

Het eene land heft
bijv.
weinig succes’sierecht, ‘doch
is ‘duur met an’dere heffingen; Amerika heft pro-
gressief naar ‘de grootte van het bedrag en Holland
voornamelijk naar ‘den graad van verwantschap Schenkingen zijn. hier steeds belast, in Amerika
‘slecht’s, indien ‘zij’ kort véér den ‘dood plaats vinden.

De auccessieperoentages zijn t’en o’nzent rechten s al
zeer hoog, ‘doch in
werkelijkheid
eigenlijk nog hoo-
ger, ‘doordat cie heffing in korten tijd ‘moet worden
voldaan, zoodart snelle v.rij’ma.king ‘daartoe van min-
‘cloi’ courant vermogen de opbrengst vooral bij ‘groote
hoedels sterk schaadt en dus nog extra ‘kapitaalver-

nieüi’gend werkt.

Principieele foiten hebben bij successie ‘dus ook

practisch groote gevolgen.

3o. De bepaling, dat ‘de Nederlander in den Vreem-
cle een vreemde heffing
niet
mag aftrekken, die hij
èèk verschuiclig’d zou zijn, indien hij wèl h’ier te lande
domicilie had.
INiet alleen als sub
2,
‘doch nog sterker en oobillij-

14 Maart. 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

229

ker zal bijl krachtens deze nieuwe bepaling dubbel

worden getroffen.
Wil nert iètis van de Vokenjban’dsresoluti’es over
dubbele belasting in p’ractij’k brengen, ‘dan moet men

niet met de évasion fiscale en nog minder met dit
ontwerp beginnen, maar wel met ‘de wijziging van ‘de
Successiewet ‘ter ‘vermij.d.iing van dubbele belasting,

òòk voor ingezetenen, opdat uftrek mogelijk word’e
van wat een ‘erfgenaam over het, zèlfcie object ook nog

aan den vreemden fiscus moet betalen. Door deze
grove, veelvuldig voorkomende, onbillijk’hmd ‘in onze

Successiewet voort te laten bestaan, voert Nederland de genoemde percentages voor haar ingezetenen ook

pI di’kiveif. tot ver ‘daarboven ‘op, als ‘de boedel onroe-
ren’d goed in ‘den vreemde omvat of ander vreemd
aot’ief, al’s bij’v. somniige effecten,ivaaro’ver d’e Fede-
ratie en Staten vain Amerika veelal ‘ook, dus dubbel,
s ucces’sJerecht heffen, waa’rdoer tevens kostbare .d u.b-

hele formaliteiten ii oodi’g worden.

Door bijl dit wetsontwerp ‘die dubbele heffing tot. Nederlanders in den Vreemde u’it te breiden, brë,i’dt
men een onbillijkheid en ‘dubbele .heffing niet alleen

uit, doch ‘treft men nièt-‘in.gezetenen en hun erfge-
namen ook veel zwaarder. Immers deze zullen als
regel hun vermogen geheel of voor een veel groo’tiei
percentage in het vreemde land hunner vestiging
hebben belegd, dan een hier w’on end Nederlander.
Veel vaker en, veel zwaarder wordt ‘de uibwonen’cle
Nederlander aldus getroffen.

4o. Onjuiste uitbreiding van &vasion fiscale waar-
onder ‘d’èor ‘den V.olienbon’d alleen zwervende ,,zigeu-
ners” worden verstaan, tot hen, die in ‘het ‘buitenland
gevestigd zijn en daar in alle lasten en lusten reeds
m ededeelen.

5’o. Wel te regelen ‘cle bijzaak van ‘cle.évasi’on fiscale
en ‘dus wat in, ‘het voordeel van den fiscus is,, doch
niet eerst wat in ‘het belang van den con’tri’buab’ele is
en ook bij ‘den V’oiken’bond de hoofdzaak ‘was, ‘die toch
minstens gelijktijdig en ‘dan bij’ de juiste wet tevens
‘diende te worden geregeld, ul. vermijdin’g van ‘d’ub-
hele belasting. Zônder ‘dat zijn ‘de sohenkings’- en
successierechten hier op zichzelf toch al reeds o’n.ma-
ti.g hoog.

Het beste schijnt ‘mij’ toe de zaak geheel te laten rus-
ten en’door m’a’tiger belasting en meer c’oulaince die
zigeuners tot wedervesti.gin’g te brengen. Zij zijn
trouwens minder ben ijdenswaard en ‘minder talrijk clan velen ‘denken. Notarissen en advocaten weten,
‘dat een goed deel hunner bestaat uit de nieuwe
armen, die te oud zijn of ‘de kracht missen om er ‘zich
weder beven op ‘te werker. Tin een vreemde omgeving verzonnen zij’ zich ‘met minder schroom met het harde
feit, d’at zij thuis ‘den ouden stand ‘niet ‘meer kunnen
ophouden en zij vegeteeren dan’ elders, hoezer ook
heimwee hen bekruipt. Den geboren iuxe-ren.tenier mi bel’asti’n’gvluchti’ge
treft ‘men ‘ook ‘hier niet gemakkelijk. M’useum-Direc’-
touren weten reeds van opvra.giin’g van ‘in bruikleen, af-
gestarte stukken; notarissen ‘van abnormale opvr’aging
‘van uitstaande hypotheken. Gun ‘hun het zwer’ven en
heimwee!
Een wet ‘voor hen a.11èn ‘weegt niet tegen ‘de be-
zwaren o’p. Het blij’ft integendeel waar’cieerin.g ver-
‘dienen als door het Parlement aan ‘de ‘overl’ad’ing met nieuwe ‘wetten ook door verder ‘veelvuldig afstemmen
eenig paal en perk wordt gesteld. Wil men ons ‘tôch per se weer met een ‘wets’bepa-
Ing verrijken, dan doe men ‘zulks hij ‘cle ‘S’uccess’iewet
en ‘in het ‘kader ‘daarvan door uitsluitend belasting-‘
zigeuners een ‘domicilie h..t.i. ‘toe te kennen. Daarbij
‘diene men nog op ‘te passen, ‘da.t ‘trekken’den uit hoef-
cle van hun beroep (zeevaart ed.) niet mede worden
getroffen, bijr. een Nederlander zonder vreemd fis-
caal domicilie wordt ‘geacht h.t.i. te ‘wonen, behoudens
‘tegenbewijs. Wil. nico. echter tch ook Nederlanders
radt.
‘domicilie in ‘den Vi’eern’c!’e treffen, clan ‘dienen de
bepalingen, ‘die niet eIken aftrek toelaten toch min-

sten’s te” vervallen. (dus beid’e laatste alinea’s van
art. 4).
1.
Volgens ‘ons is echter alléén wetswijziging tot ver-
mijidinig van dubbele ‘successiebel’asting ook voor in-
gezetenen urgent.
Mr. E. E.
VONBAUMRAJE.

EEN DALENDE TENDENS VOOR HET

CROOTBEDRIJF?

Aan ‘de dezer ‘dagen door ‘de Rijks’verzekerin.gbank

gepubliceerde ,,Stati.stiek ‘der ondernemingen” moge

nat meer annd’acht dai gewoonlijk worden geschori-
ken; niet zoozeer, omdat deze publicatie met bekwa’

dien spoedT is verricht en thans de gegevens over hat jSér 1025 zijn verschaft, dan wel, omdat d’e .gepubli-

ceei’de statistieken cle vraag ‘doen rijzen, of in on’s’ lan’d
de positie van het ,,grootbed’rijf” een ‘dalende tendens
verto(nnt.
rWT
anncej
. ‘mèn ‘toch uit’ deze gegevens een algemee-

‘de conclusie kan trekken ‘ten aanzien van ‘de ontwik-k’el’in’g ‘van den ‘omvang ‘der ‘ondernemingen, dan is
dat geen andere, dan dat het ‘kleinbedrijf ‘de laatste
jaren aan betee’kenis wint en het grootbedrijf aan be
teekenis verliest.

Wij ‘zullen uit ‘de ‘door ‘de Rij’ksverzekeringbank ge-

publiceerde statistische gegevens het niet onwaar-
söhij’nlijke ‘dezer conclusie toelichten. Niet zonder op-
zet i.s een .zoo ‘vage uitdrukking vooralsnog geboden.
Er is immers slechts vergelijking mogelijk der jaren
t’o’t en met 1921 en 1925. De statistiek der onderne-
mingen ‘over de jaren 1,022, ’23 en. ’24 is nog nit ge-
p u’bliceer’d.

Bovendien – en hierop wijst het ‘verslag met na-
druk – zijn ‘in de On’ge’valle’nwet wijzigingen aange-
bracht kraclatens’de wet van 2 Mei 1921. De voor-

naamste wijziging betreft de’uibbrei’din’g van dort ver-
zekeriugsp’lich’t ‘tot alle ‘bedrijven, voor zoover zij niet
bij! ‘de wet zelve van den verzekeringsp’licht zijn vrij’-
gesteld.
Het. valt, ‘daar ‘de statistieken ‘der jaren 1922f’24
niet beschikbaar zijn, niet met een’i’ge zekerheid te zeg-
gen, .of de uitbreiding der wet van grooten invloed i’s
geweest op ‘de verhouding tussc’hen degroepen onder-
rt’emingen, welke statistisch bewerkt zijn, ‘maar, om-
dit de groote ‘toeneming ‘eau zoowel het ‘aantal ‘onder-
nemingen, ad’s’ ,,type-werklieden” gevonden wordt in
clan bedrjfsgroep XVIII ,,H’andel en verkeerswezen”, kan men aannemen, dat voor’ ‘de andere bedrijfsgroe-
pen ‘de wetswijziging van betrekkelijk bijkorns’ti.gen
invloed is geweest.

1921

1

1925

aubUlutc
cijfers
Aantal ondernemingen.

Totaal
……………..
108.196

100,

169.166

100

Handel en verkeer
………
25.632 23,69

65.927 38,97
Overige bedrijfsgroepen,,,

82.564 76,31

103.239 61,03

Aantal type-werklieden’)

Totaal
………………..
974.499

100

l.l8a671

100
Handel en verkeer

•. 263.374 27,03

405.094 34,25
Overige bedrijfsgroepen

711.125 72,97

777.577 65,75

Verzekerd loonbedrag.

Totaal
………………
1.417.536.384

100

1.447.133,618

100
Handel en Verkeer
………
433.708.651 30,60 538.084.076 37,18
Overige bedrijfsgroepen ..

983.827.733 69,40 909,049.542 62,82
1)
1 type-werkman = 300 arbeidsdagen per.
jaar.

Met inachtne.mimg van de hiervoor ‘aangeduide be-
perking, blijkt in ieder geval ‘ een sterke toeneming
van het aantal on4ern,enri’rrgen
naast een ‘heel wat ge-
ringer toeneming van het aantal type-werklieden. Ook
de l’oo’ncijfers vertoonen een ander beeld, waarover
straks echter nog een enkele ojmerking.
Vergelijken wij th’an’s allereerst den omvang ‘der ver-
schillende bedrijfsgroepen in 1921 en in 1925, hetgeen
het beste geschieden kan in de volgende tabel, waarin
men ‘vindt ‘de verhou’clingscij’fers en de absolute cijfers
der type-werklieden, d’e ‘beste na’atstaf van ‘den om-
vang der groen, naast het ‘aantal en ‘de verhou-
din’gscij’fers ‘der ondernemingen.

230

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1928


Aantal type-werk-
.
Aantal
lieden in
0
/0 van
Absolute cijfers.
ondernemingen
Absolute cijfers.
het, totaal.
in
o,
van het totaal.

Bedrijfsgroep.
1921
1

1925
1921
1

1925
1921
j

1925
1921
1925_

Aardewerk, glas, kalk etc ………
2,81
33.663
33.291°
1,20
0,69
1.301
1.160
.

6,39

0,45
r
1.437
5.330
0,52
0,20
560 345 Boek en steendrukkerijen

….3,46

2,53
,

2,17
24.680 25.632
1,25
0,89
1.357
1.506
Bouwbediijven………………..
12,55
)
159,749 148.398 27,62
21,32
29.879
36.070

Diamant

etc
…………………….0,15

Chemische nijverheid.. …………
2,50
2,861
24.385 33.782
1,46 1,04
1.584 1.763 Hout- kurk- stroobewerking

3,79
..
3,161

36.937 37.382
1,55
3,63
7.089
6.147
Kleeding en

reiniging ………….
3,93 4,70
T

38.334 55.636
°

1,53 4,29
1.660
.7.265
0,02
0,01
)
189 129
0,05 0,03
58 55
Leder, wasdoek, caoutchouc ……..
2,17
1,86j
21.143
21.961
5,06
2,97 5.472
5.020
Oer,

steenkolen,

turf…………..
,

3,29 3,05
32.008
36.083
1,51
0,72
1.639
L216
3,84 3,35
37454
39.588
8,38 4,08
6.902
6.902

Kunstnijverheid

…………………

Verv. van stoomen anderewerktuigen
5,49 4,68
(
53.493 55.347
4,04 3,04
4.368
5.137
Scheepsb.,vervaardigingvanrijtiiigen
4,10
2,67


39977
31.582
1,99 1,27

2.149
2.145

Bewerking van metalen

…………

Papier

enz …………………..
1,52

1,44
)
14.791
17.003
0,69 0,45
748
758
5,96
5,61 t
58M98
66.387
1,17
0,55
1.261
931
Vervaardiging gas en electriciteit
1,92
1,451
18.698 17.094

0,42
0,41
453
685

Textiel-nijverheid

………………

Bereidingvoedings-en genotmiddelen 11,91

..

12,93
)
116091
152972
14,87
15,45
16.084
26.134
Handel en verkeerswegen
27,03
34,25
263.374
405.094
23,69
38,97
25.632
65 927
Totaal
°
974.499
1.182671
108.196
169.166

In de sta’tistiek dor Rij’ksverzekerin!gbank werden,
naar den ovang, ‘de ondernemingen verd’e1d in VII
‘groepen:

1 met minder dan
5
werklieden per onderneming
II

5- 9

III ,,

10- 49

IV

50-199
V

200-499

VI

500-999

VII ,, 1000 of meer

De eerste groep noemt men
kle’inbedrijf;
groep II
en III te
ramen
niddeabedrijf;
groep IV, V, VI en
VII vormen het
grootbedrijf.

Een overzicht van den omvang ‘dezer groepen vindt
men over de periode 1903-1925 (met onderbreking

1922-’24)

hierna.

Gemiddeld aantal type-werklieden per onderneming.

2 8 8
2

1903
142
509
1 501
69
245
563
2.985
142
984
140
682
1913
130
561
1.795
84
298 645 2.773
130
1.109
194
.
750
1914 117
585
1.882
87
298 652
2.957
117
1.165
209
674
1915 116
565
1.824
86
292
631
2.870
116
1.135
202
696
1916
120
574
1.839
86
289 635
2.959
120
1.154
203
750
1917
121.
579
1.865
84
294
627
3.134
121
1.174
200
763
1918
113
574
1.847
83
294
599 3.058
113
1.189
188
741
1919
120
561
1.814
83 293
632
3.052
120
1.159
197
816
1920
124
577
1.872
87
291
664
2.981
j

124
1.196
218
937
1921
128
576
.1.859
86
297
648
2.929
1

128
1.182
212
903
1925
143
604
1.872
89
294
613
2.513
1

143
1.132
214
700

Naast deze absolute cijfers volgt ‘de t’abel.sgewijze
opgave der verh’oudingscijfers, •dw.z. de percentages van het totaal.

Verdeeling van de ondernemingen naar gelang van het
‘aantal type-werklieden over de verschillende grootte-klassen
1903-1921
en
1925.

t type-werkman = 300 dagen

Grootte klassen.
1
in
°Io
van het totaal per jaar.

1925

1 minder dan
5 werklieden
9
15,1 13,5 13,6 13,4 12,7 12,5 12,1 11,5 10,2 10,9 16,4

115- 9

n 10,2 8,3 7,7 7,6 7,6 7,6 7,2 7

6,5 6,8 9
III

10- 49

25,5 21,i 20,7 20,4 20,5 21,1 21,9 20,6 19,3 19,6 19,9
IV

50-192

20,4 19,8 19,7 19,6 19,9 19,7 20,9 20,7 19,9 20,1 17,7

V 200-499

0
10,6 12,2 12,5 11,8 11,8 12,4 12,3 12,5 12,5 11,9 10,7
‘VI 500-999 5,1 7,2 7,7 8,9 8,7 7,9 7,1 7,8 9,8 9,2 7,1
VII 10000f meer
0.
13,1 17,9 18,1 18,3 18,8 18,8 18,5 19,9 21,8 21,5 19,2
Kleinbedrijf 15,1 13,5 13,6 13,4 12,7 12,5 12,1 11,5 10,2 10,9 16,4
Middenbedrijf
(5,49 werklieden) 35,7 29,4 28,4 28 28,1 28,7 29,1 27,6 25,8 26,4 28,9

Grootbedrijf

49,2 57,1 58 58,6 59,2 58,8 58,8 60,9 64 62,7 54,7

Deze tabellen ‘geven aanleiding tot ‘dé conclusie, dat
de heteekenis van ‘het kleinbedrijf na èen aan’vanke-
lij’ke daling, wederom toeneemt en ‘het peil van. 1903
heeft ‘overschreden, zoowel ‘wat betreft het aantal on-
dernemingen en vehouding ‘tot het geheel, als het
gemiddeld aantal type-werklieden per onderneming.

• Ten einde ook voor ‘de andere ‘groepen deze ontwi’k-

keliing nog ‘duidelijker te de
m

on
.st
r
ee
r
en, is deze weer-

‘gegeven in een grafiek (1). In a. ziet men de curve

van het gemiddelde aantal type-werklieden in het
kleinbedrijf in cle periode 1903-1925; in
b.
voor het

middenbedrij’f; in
c.
voor ‘het grocytbedrijf.
In
d.
evenwel is de curve gegeven voor de aller-

grootste ondrnemingen en daaruit blijkt een vrij

sterke ‘daling van ‘den
omvovg
der groot-ondernomin-

gen in ons land.

ROE
was

gin
oma

ii•uu•auuuu

li-do

Ook nog andergz’in.s ‘ijs de ve’rzwakken’de positie van
het .gr’oobbedrijf na te gaan.
Wanneer wijt vergelijken de posities der Bedrij.fs-
groepen, onderscheiden in klein-, midden- en grootbe-
drij’f, dan merken wij daarbij: ook op, dat de omvang

der bedrij’fsgroepen, waarin het ‘grootbedrijf het sterkst
ontwikkeld is, verhoudingsgewijs ongunstiger word’t.

14 Maart 1928

ECONOMISCH-STAT.ISTISHE BERICHTEN

231

Verdeeling van het aaptal type-werklieden der bedrijfs- groepen naar klein-, midden- en grootbedrijf.

Bedrijfsgroep

Kleinbedr.
minderdan5
Middenbedr.
-_
5…49
Grootbedr.
50 en meer

absoluut

010
absoluut

O
absoluut
1
0
10

Aardew. glas en kalk
710
2,1
9.051
27,2
23.530
70,7

242
4,5
1.830
34,4 3.258
01,1
Diamant

…………
Boek- en

steendruk-
1.392
5,4
10.639 41,5
13.601
53,1

39.070
26,3
67.209
45,3
42.119 28,4

Chemische Nijverheid
2.119
6,3
7.447
22
24.216
71,7

kerijen

…………
Bouwbedrijven …….

Hout-, kurk en stroo-
6.352
17
16.795
44,9
14.235
38,,l

Kleeding en reiniging
7.804
14
23.772
4,7
24.060
43,3

Leder, wasd., caoutch
5.256
23,9
5.837
26,6
10.868
49,5

Oer,

steenkolen, turf
564
1,6
2.542
7
32.977
91,4

Bewerking v. metalen
9.077 23
9.307 23,5
21.184
53,5

Stoom- en andere

bewerking ……….

5.625
10,2
9.225
16,6
40.497
73,2

Scheepsb..rijtuigenetc
2.252
7,1
4.731
15
24.599
77,9

728 4,3
4.296
25,3
11.979
70,4

werktuigen

……..

Textiel-nijverheid
684
1,0
5.126
7,8
60.577
91,2

Gas en electriciteit
605
3,5
3.466 20,3
13.023
76,2

Papier

…………….

Bereiding voedings-
en genotmiddelen
35.242
23
40.312
26,4
77.418
50,6

Handel en verkeer.

.
75.600
18,9
118.745
29,6
206.317
51,5

Bedrijfsgroepen, waarin het grootbedrijf meer dan 70
0
/0
type-werklieden omvat.

van het tot. absolute cijfers

1921
1
1925

1921
1
1925

Oer, steenkolen, turf . . .

3,29

3,05

32.008 36.083
Textielnijverheid ………5,96

5,61

58.098

06.387

Scheepsbouw en rijtuigb..

4,10

2,67

39.977 31.582
Stoom enanderewerktuigen

5,49

4,68

53.493 55.347
Chemische Nijverheid – . .

2,50

2,86

24.385 33.782
Aardewerk, glas en kalk

3,46

2,81

33.663 33.291
Papier ………………
.1,52

1,44

14.791

17.003

Gas en electriciteit …….1,92

1,45

18.696

17.094
28,24 24,57 275.111 290.569

Bovenstaande cijfers iliustreeren ook een bepaalde
tendens tot verzwakking van die bedrijven, waarin

het grootbedrij’f overheerscht..

In het overigens verschafte sta’tistishe mnteriaal
ten aanzien van de dagloonen, kan men moeilijk aan-
wijzingen vinden, welke de door ons opgemerkte ten-
dens nader demonstreeren. Het loon in de bedrijven
met sterk grootbedrijf – volgt vrij nauwkeurig het g
e

middelde loonpeil. In 1003 was het loon in die bedrij-
ven lager dan het gemiddelde; in 1913 was het er wei-
nig boven en dit bleef zoo tot. 1921, toen in deze be-
drijven het loon beneden het gemiddelde zonk, zij ht
een betrekkelijk geringe fractie. In 1925 is de oude

verhouding weer. ‘terug.

In,tusschen lijkt
het
mij,
dat hier geen aanwijzingen

zijn te vinden.
Daar is wel een ander opmerkelijk verschijnsel.
Wanneer men, zooal’s in de navolgende tabel, ge-
middelde dagloonen vergelijkt, dan blijkt, dat de 7 be.
drij’fsg’roepen; welke in 1903 boven het ‘gemid’dlde
uitgingen, in den loop der jaren er vrijwel st’nds

boven bleven’ en er ook in 1925 nog hoven uitgingen:;
slechts 2 groepen kwamen er bij’.
Deze gelijkmatigheid wijst er vel op, dat ei n de
laatste 25 jaar i’n de onderlinge loonsverhoud.in.gen

betrekkelijk weinig veranderd is.
Resumern’d, meeu6n wij dus, op ‘grond der hier
behandelde statistische gegevens, te kun.nen conelu-

deeren:
tot een :stijgenden ‘omvang van het kleinbedrijf;
tot een dalenden omvang der ,,grootondèrne-

mingen”.
Intusschen is
deze
conclusie te aanvaarden met een
zeker ‘voorbehoud. ZooaLs wij reed’s opmer’kbeit, missen
wij de jaren 1922-’24 en bestaat niet voldoende over-
zicht omtrent de gevolgen der wetswijziging 1921.
Maar de hier geconstateerde – en ook elders reeds’ op-

emerkte,

tendehs voornaelij’k die ‘der uitbrei-

Gemiddelde dagloonen.

0
/0
Bedrijfsgroep

1903 1913 1921 1922 1925 groot-


Aardewerk etc ………… 1.40

167 413 385 3-17 70,7
Diamant etc ……… ….328 279 713 685 672 0,1
Boek en steendrukkerijen 156 181 477 470 434 53,1
Bouwbedrijven ………..171 200 540 515 437 28,4
Chemische Nijverheid …. 168 196 480 466 425 71,7
Flout,kurk,stroobewerking 149 174 439 421 371 38,1
Kleeding en reiniging 107 123 309 311 288 43,3
Leder etc. …………..
.132

143 :361

347 314 49,5
Oer, steenkolen, turf .. 141 215 605 549 489 91,4
Bwerking van metalen. 141 166 397 374 349 53,5
Stoom- en andere werkt 185. 212 482 455 409 73,2
Sbeepsbouw, rijtuigbouw. 169 207 519 459 417 77,9
Papier etc ……………
.136 165 397 397 371 70,4
Textiel ……………..119 146 362 356 ‘337 91,2
Gas- en electriciteit ……
.177 218 595 586 578 76,2
Voedings-engenotmiddelen 155 174 418 390 357 50,6
ifandel en verkeer …….188 211 549 467 443 51,5
Gemiddelde …………..
.162 189 485 445 408

ding van het kleinbedrijf, is toch een te opmerkelijk

verschijnsel, da’n d’at er geen aandacht aan zou worden
geschonken.

Men nam algemen aan een steeds ‘grooter worden-

de beteekeni’s ‘van de ,,grootondernemin’g”. Moet,men
te dien aanzien ‘komen tot een herziene opvatting?
Kan men reeds nu speuren naar ‘de oorzaken?
Zal wellicht blijken, dat. deze ,,innin:kin’g” slechts
van tijd’elijkien aard is?
De ,,grootondernemi-ng” ‘had reeds aardig burger-
recht verkregen in’ons land, ‘zooal’s blijkt uit het vol-
gende, samenvattend staatje

Aantal
met meer dan , met 500-999
Soort onderneming
:

1000 arbeiders

arbeiders

Overheid en smi-overheid.
9

Fabrieken

……………..
23 48
Mijnen………………
6

Metaal-industrie c.a.

……
10
18
-Textiel-industrie
11
21
ankiersbedrijven
6

2
Transportbedrijven
1)
8
.

4
Tramwegondernemingen ….
4
2
Handelsondernemingen

….


10
,

5
Ziekenhuizen…………..
2 2
annemerij

…………..

1
3
Winkelbedrijf

…………
1
3
‘ypografie

c.a…………..

4
1)
Exclusief zeevaart.reederijen.

Hoe dit alles oo’k zij, de hier geran’gschik’te gege-
ven’s zijn belan’gwekkend, prikkelen tot overwegen, en
wellicht tot een verder onderzoek. Er is – ook in
-het bedrijfsleven – voor ieder, verschijnsel een oor-zaak; het is ‘alleen vaak buitengemeen moeilijk, die
oorzaak op te sporen ‘en zoo zal het vermoedelijk hier
ook het geval zijn. Naar die oorzaak te zoeken is ech ‘ter mi. wel ‘de moeite waard.
J. RrË.

OVER DE BALANS VAN HET OUDERDOMSFONDS.

Het naschrift, ‘dat de heer Hoven aan ‘mijn opmer-
kingen op de biedzij’den 192-194 heeft toegevoegd,
bewijst, ‘dat, ‘sommige van die opmerkingen verkeerd
‘begrepen konden word’en. Of dit geheel aan mij te
wijten is, meen ik te mogen betwijfelen. Tot mijn leed-
wezen mag ik den heer Hoven zijn nog niet beleden
vergissingen echter niet sc’henkn. Het is van publiek
belang, dat het bedrijf der
V.O.V.
althans in gezag-
hebbende tijdschriften niet op onjuiste gronden wordt
aangevallen zonder dat daarop een ‘weerlegging volgt.
De ‘indeelii’g van het navolgende is die van het na-

schrift
– ad 1. De heer Hoven meent – hoewel ik het tegen-
dêel. uitdrukkelijk heb geconstateerd – te kunnen
volhouden, dat, mij
bij
de samenstelling van mijn ver-
slag voor de Commissie-van Vuuren gebleken was,
dat ‘de sterfte ‘bij. ‘de
V.O.V.
(groepen ‘b en c) beneden

232

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1928

de verwachting zou ijn gebleven. Zijn citaat uit blz. 21 van mijki ‘inleiding tot de balans van het, Ouderdom’s-

fonds stelt althans een der oorzaken van zijn ‘misvat-
‘tmg in het licht. Uitde daarin voorkomende opmer-
king, dat, voor cle afleiding der premin, geheven van
de groepen b en c, gebruik is gemaakt van de kansen

dr vijfde amb’ten.aren.tafel, trekt hij ten onrechte de
slnbsom, dat deze tafel zonder meer als sterftegrosid-
slag gekozen ws. D’e grondslag der premiën van de

groepen b en c is vo’lledg omschreven in het den heer
Hoven bekende ,,Verslag betreffende ‘de premiën
én
,,uitkeeringen bi, de Vrijwillige Ouderciomeverzeke-
,,ring” van Maart 1919. Daaruit
blijkt,
dat ‘de vijfde
amhtenaren’tafel inderdaad gebruikt is, doch als een

tafel, welke de sterfte weergeef’t onder actieven n
gepensnynneerd’en (validen en invaliden) •te zamen.

Ju’ist omdat werd aangenomen, dat ‘de onder de ve-

zekerden der V.O.V. te verwachten sterfte gemi’d’déld
lager zon kunnen zijn, is op deze tafel met behulp Vin

invaliditeitskansen en ,sterftekan’sen van invaliden
– een berekening gegrond, welke practisch neerkomt ‘op
een aanmerkelijke verlaging ‘der als uitgangspu’at ge-

kozen sterfte. Aanvankelijk, d.w.z. gedurende de eer-
ste jaren na sluiting ‘der verzekering, ligt de aldus
geconstrueerde ‘sterfte (op ‘hoogere leeftijden zelfs

aanmerkelij’k) beneden de ‘sterfte onder actieven vol-
gen’s ‘de ervaring van het pensioenfonds. –

Ik he’rhaal thans, dat een vergelijking der ervaring
met den sterftegrondslag der tarieven ‘b en c noch op

•de bladzijiden 85 en 86 van het rapport der Commissie-

vann. Vuuren noch in ‘de balans van het Oude’doms-
fonds plaats vond. Het komt mij voor, ‘dat ‘de heër

Hoven, althans v66r zijn repliek, zich had op de hoog-
te moeten stellen eer hij’ mijn uitdrukkelijke verkla
ring tegenspiiak.
ad 2 en 3. Wie van ‘eeni’g verzekerin’gsbedrijf –
al is het ‘dan een Staatsbedrijf – beweert, dat zijn
netto-premiën ‘op onvol’doen’den grondslag zijn berekend

en hooger hadden moeten zijn, moet in staat zijn .vo6f die bewering ‘aannemelijke gronden te noemen.

Als noodanig kan niet gelden een losse en onbewe-‘
zen opmerking over den ‘s’terftegrondslag. Ieder weet
dat juist in de pensioenverzekering rente en sterftd
al]een in onderling verbasid mogen beoordeeld worden

Evenmin kan het bewijs ‘geleverd worden ‘door
v
e
j
L

gelijilting met het tarief van een ander bedrijf. Ware
dit niet zoo, dan zou in elken verzekeri’ngsvorm het
hoogste der gelijktijdige ‘tarieven door rijEn bestaan
alleen ‘de ‘onv’oidoendhei’d van alle andere be’wijaen.
Een soo’tgelijke opmerking treft het beroep op ‘de
verhooging van het tarief •d’er V.O.V. op 1 ff’anuari
1927. Wie niet wenscht te aanvaarden, dat een tarief-
verhooging naar aard, en bedoeling is een tijdige aan-
passing aan veranderde omstandigheden, kan ‘deze zijn
persoonlijke en uiteraafd’willekeuri’ge opvatting ailleeEn
bescihouwen als ook voor anderen geldende ‘bewijgrand
voor het ‘tegendeel; indien hij beweren en bewijzen
verwart.
Meer dan de simpele herhaling dezer ‘onbewijskr.ach
tige vert;oogen treft mij’ echter ‘de stelligheid, ‘waar-mede de heer Hoven’ volhoudt, dat ,,onomstooteljlk”
vaststaat, dat de contante waarde van het ‘verlies op de verzekeringen tegen bruto-premie ten minste 7
ton bedraagt. Ook hier geen schijki van argumentatie
en toch kan de schrijver nu niet meer als verontschul-
digi’ng laten ‘gelden, dat hij den aard der iekerheids-
reserve niet heeft ‘doorzien.
In ‘het onmiddellijk voorafgaande is reeds «opge-
merkt,, ‘dat in ‘de pensi oen’verzekrin’g overrente de»
natuurlijke bes’tenming heeft ‘de gevolgen eener even-
tueele on d’ersterfte op te heffen. Onder de normale
overschotten van het ‘bedrijf der V.O.V. behoort een
deels reeds gerealiseerde, ‘deels’ toekomstige maar niet-
teenin verzelterdo ren’tewinst, die uiteraard alleen uit
belegging van ontvangen en ‘nog te ‘ontvangen premie-
bedragen ‘voortvloeit. Deze ‘op 9.4 millioen gulden becijferde rente-winst heeft onder meer in staat ge-
steld een bedrag van 5.7 millioe’n te ‘reserveeren voor
dekking der financieelo gevolgen eener mogelijke en-
ders’terfte. Van dit bedrag heeft 7.5 ton ‘betrekking

op de zoogenaamde self-zupporting verzekering. Of dit
cl oo r normale bedrijfewinsten gedekte reservebedrag

inderdaad geheel of ten deele zal moeten worden ver-
bruikt, weet thans niemand. Mijn persoonlijke mee-

ning, clie naar mij’ bekend is ‘ci’ëor andere actuariss’en
gedeeld wordt, is, ‘dat de sterftegron’d:siag, waarop de

zekerhei’d’sreserve voor de self-s’upporti’ng verzekering

beru’st, het uitermate onwaarschijnlijk ‘maakt, ‘d’at ze
in haar geheel zon noodig blijken.

Het is uit ‘deze mogelijkheid om uit ‘de premiën en

de daarvan te kweeken renten onder meer een fonds te

vormen, ‘dat te zamen met de prem’iereserve verlies op
cle self-zupporting verzekeringen nagenoeg uitsluit,
dat de heer Hoven concludeert, tot een verlies ‘ten be-

drage van 7.5 ton. Ook thans nog volhar’d’t de ‘heer
Hoven hij’ zijn – overigens ‘door geen enkel woord
nader toegelichte – bewering. Onder deze ‘omstandig-

hed’en kan ik slechts – stelligheid plaat’sende tegen-
over stell ighe’i’d – constateeren, dat on’om’stootelijk
vlaststaat, dat ‘de heer Hoven een fout niet gem’a.kke-
lijk erkent.

Waaiop wordt echter ‘gedoeld, als ons op bldz. 195

wordt medegedeeld, dat hetgeen nu als ex’tra-n als
zekerhei’dsreserve op de balans ‘voorkomt, hoofdzakelijk
ter beschikking had kunnen worden gesteld van den
‘Staat, indien de grondslagen van het tarief oorispron-

kelj’k voldoende veilig genomen waren? Ik laat nu
buiten ‘beschouwing de door ‘on.vermoeide herhaling
alleen toch niet bewij’sbare ‘bewering, dat de grond-
slagen van het oude tarief niet voldoende veilig zou-

d’en ‘geweest zijn. Maar bedoelt ‘de heer Hoven, dat als

een hooger tarief was vastgesteld, het fonds
thans
reed’s
door het ‘Rijk
als
w’ins’tobject zou geëxploiteerd
kunnen werden? En ‘moet nu de omstandigheid, dat
dit op het oogenblik, indien misschien al mogelijk,

toch in de ‘balans als niet raadzaam wordt voorgesteld,
dienen als bewijs, dat er een verlies ‘geleden wordt?
Is rn.a.w. het reserveeren van winst een verlies? Zoo ja, dan is ‘deze gedachtengang toch niet zoo vrij van

geheimzinnigheid als ‘de heer Hoven ‘schijnt te meenen.
Het veiwon’dert. ‘mij’ eeuigerm’ate, ‘dat de ‘heer Hoven
in mijn opmerkingen aanleiding ‘heeft gevonden
ve]-
komen overeenste,mmjn te zoeken tusschen de door
hem vergeleken maar niettemin on’vergelj’k’bare aan-
tallen verzekerden. Mijn opmerkingen hadden Juist
ten doel hem te ‘doen inzien, waarom geen overeen-
stemming verwacht m’ocht ‘worden. Inderdaad moge

d
hij er zich van overtuigd houden, at alle ‘afwijkingen,
welke hij meende te con’s’tateeren, ‘zonder één uitzon-
dering te wijten waren aan de vluchtigheid van zijn
oordeel. Het volledige bewij is reeds in mijn eerste
opmerkingen vervat.

In de laatste vijf alinea’s van het naschrift zet de

schrijver onder verwijzing naar zijn bekend,hed’d met
‘deze materie uit ‘hoofde van een vorige werkkring uit-

een, dat eenigen tijd na 1 Juli 1925 aan de R.V.B.
het juiste saldo op 31 December 1924 ‘der postrekening van ‘het Oud erdom:sfon.ds bekend was. De schrijver is
op ‘dit punt ongetwijfeld een betrouwbaar informant
en men zal hem gaarn,e toegeven, dat ‘de bekendheid
van het juiste saldo niet was een kwestie van prin-
cipe maar van ‘goede administratie. E’eni’g verband
tusschen deze op ‘zichzelf wellicht ‘belangwekkende uit-
eenzettingen en het onderwerp onzer controverse
treedt echter niet ‘aan ‘het licht.. Op de ‘beide laatste
alinea’s mijner opmerkingen van 29 Februari ‘kunnen
ze geen betrekking hebben, want ‘daarin werd ‘de
evi-
‘dente waarheid, waaraan dit ‘deel van het naschrift
gewijd is, niet in twijfel gesteld.

Ik zou nu, hoewel eënigermate verbaasd en ‘dus niet
geheel bevredigd, ‘hebben ‘kunnen nalaten op dit ge-

brek aan samenhang ‘de aandacht ‘te vestigen, indien
niet mogelijk een of ander belangstellend lezer den
indruk zou ‘kunnen krijgen, dat de ‘heer Hoven ‘had
betoogd of willen betoogen, dat er aan de juistheid
der fin’ancieeie administratie van ‘het Ou’derdom’sfonds

14 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

233
iets’ zou hebben ontbroken. Daartoe zou dan aanleiding
kunnen gegeven hebben de verzekering, welke de heer

Hoven aan 2ij:n uiteenzetting toevoegde, dat medio
1926 het juiste ‘saldo van het Ouderdonisfonds be-

kend kon zijn geweest. Men vraagt zich aJlicht af: was
het destijds dan niet bekend? Zulk een belangstellend

lezer moge ik dan ‘geruststel•l•en. De heer Hoven moet
iets anders ‘bedoelen. Het is nl. na de inlichtingen,

welke ik . ‘hein in mijn eerste opmerkingen gaf, vol-
strekt uitgesloten, dat een roo onjuiste voorstelling
van zaken zich bij hem zou hebben gehandhaafd.

Waarom trekt de heer Hoven ziji bewering, dat de

finjancieele administratie onjuist en niet bij zou zijn
geweest, dan ook niet ii ever ri,iitarljk in?

‘* •*

K..LINDNER
*

N as c h r i f t. Een enkel woord naar aanleiding
van het hierboven geschrevene door den heer Lindiner.

Ongeveer in het midden deelt de heerLind.ner
mede, dat ‘zijn persoonlijke meening over het daar ter

plaatse behandelde door andere actuarissen wordt ge-
cleeld.

W’elnu. Ik kan ‘daartegeiover stellen, dat ook aan
mijn aijde een actua.ris staat en wel Prof. H’olwerda.
Ik had nl. mijn ajti:kel, dat in liet nummer van 8 Fe-

bruari ji. van ‘dit Tijdschrift is opgenomen, denen
ter aanbieding aan de Redactie gezonden, ‘hem de
vrijheid verleenen’d’e veranderingen in den tekst aan
te brengen.. Prof. H’oiwerda schreef miji per 4. Fe-
bruari ji.: ,,Ik acht uw ‘artikel zeer geslaagd en zou
er geen woord aan willen veranderen. Het ‘is U m.i.
gelukt, de zaak voor den on.des’kun’digcn lezer helder
te belichten.”
Door deze med’edeeiin.g wil ik mij’ volstrekt niet
oat,trokken. aan de verantwoordelijkheid van het door
mij’ ‘geschrevene, noch ‘daarmede te kennen geven, dat
Prof. Hiolwerda zich zou vereeni’gen met elk woord
en iedere zi’niswending van mijn artikel.
Het gaat immers niet om een meer ‘of minder juist
ge,redigeerden ‘rio of om de een of ‘andere spitsvondig-
held,
doch
wel om ‘de strekking.

Naar aanleiding ‘van het artikel van ‘den. ‘heer Wit-
tent van Hoog]’ancl, ‘heb ik in ‘h’oofdnaak ‘gepoogd aan
te toonen voor ‘de lezers van dit Tijdschrift: le. dat
‘de lasten ‘der r.g. self-supporting verzekeringen niet
voldoende gedekt wonden door ‘de baten en zti’lka in
strijd met de door ‘de Regeering afgelegde verklaring;
2e. ‘dat veel ontbreekt aan de administratie en het
beheer der V.’O.V.
Het is mij’ niet gelukt, den heer Lim’dner te over-
tuigen, evenmin ‘hen i’k bekeerd ‘door de ‘door hem ‘aan-
gevoerde argumenten. Ik ‘zie er geen nut in de ‘dis-
cussie’ voort te zetten. Slechts één punt moge ik nog
onder ‘de aandacht brengen.
Ik heb ul. ‘nog mijn licht opgestoken ter bevoegde
plaatse of ‘inderdaad de uitvoering van ‘de Bedrij’en-
wat medebrengt, dat ‘alle posten, die op rekening van
het bedrijf voorkomen, om ‘en bij de helft van het vol-
gend jaar wod’anig bekend zijn, dat ook ‘degene, met
wien hat bedrijf in ‘betrekking staat, door ‘het bedrijf
daarvan. op ‘de hoogte is gesteld. Op ‘die vraag heb ik
bevestigend antwoord ‘ontvangen.
Het cijfer van
f
31.760.912,65, zijnde ‘de schuld van
‘het Onderdonijsfonds aan het Hoofdbestuur der Pos-
terijen en Tclegra.fie welk cijfer vermeld is op de

Wisk’um’di.ge Balans op 31 December 1924, was in de’
‘tweede helft van 1925 aan ‘de R.V.B. bekend. Boven-

dien ‘had het verkregen kunnen worden uit de kwitan-
ties, ‘die, gesteld ‘door het Hoofdbestuur voornoemd,
voorzien van het renten’ummer van ‘d’en rentetrekker
en door deze voor voldaan geteekand, door de postkan-
toren ‘opgezon’d’en zijn aan ‘de R.V.B.
Het cijfer van
f
40767.523,78, op ‘d’e voorloopige
lyal’ains van het Ou’derdomsfonds voorkomende ‘in het 3a’arv’enslag over 1924 ‘der R.V.B. was niet juist, niet-
‘tegenistaan’de het juiste ‘bedrag op ‘den datum der pu-
blioeering, Au’gu’sti.iis, 1926, bij ‘de R.V.B. beken’d’
was.

H. T. HOVEN.

,,STATISTIEK VAN DE BEDRIJFSUITKOMSTEN

IN DEN LANDBOUW’.”

– i)e bedrij’fsuitkom.sten van ‘den ‘landbouw zijn van
een ieer ‘groot aantal factoren ‘afhankelijk. Op som-
1
‘mige van ‘d’ie factoren kan invloed uitgeoefend wor-

den, terwijl vele andere te een’en male ‘aan den invloed
van den bedrj’fson’dernenier ontgaan en ‘sommige zelfs
niet ‘zijn na te speuren.

Het gevolg hiervan is, da’t de uitkomsten van be-
“drijven, welke oo’genschijn’lij’k onder dezelfde onistan-

ll’igheden werken, toch zeer uiteeuloopende resultaten
kunnen opleveren.

‘ Die met den landbouw ook ‘maar eenigermate op de

h’oogte is, zal «van ‘de waarheid van ‘het bovenstaande
zeker ten volle overtuigd ‘zijn en za.1 ‘begrijpen, dat ‘het
onmogelijk, ja absurd zou zijn, te trachten een ,,’statis-
ti’ek van ‘de bed]’ijfsuitkomsten ‘in ‘den landbouw”
amep ‘te stellen.

” Daaron ‘dient er met een enkel woord tegen opge-

komen te worden, ‘da:t – zooals in. ‘het artikel in het
nummer van 29 Februari 1928 ‘gebeurt – aan ‘de Di-
.i’eetie van ‘den Landbouw wordt toegeschreven, dat

‘zij in haar Verslagen over den Landbouw een d’erge-
ljke statistiek opneemt.

Uitgaande van deze onjuiste veronderstelling oefent

‘de ‘schrijver van het ‘genoemde artikel critiek uit op
:
do w’e.in.ig >systematische samenstelling” der gegevens,.
hetgeen hij ‘dan met eenige v’oorbeel’dèn aantoont.

Het kan :o’atuunij’k geen nut hebben op deze critiek
in te gaan, omdat zij’ zich richt tegen iets, dat niet of
1 leen in
‘dio
‘gedachte van dien sehrij’veir bestaat.

Blijkbaar heeft de schrijver de beteekenis van het
beschrijven’d gedeelte van het Verslag ‘over ‘dan Land-

bouw niet begrepen. Dit beschrjvend gedeelte, waar-
van het’ door hem ‘becritiseerde stuk een onderdeel is,
tracht
ekn
te geven d’en invloed, welken ‘onderschei-
den factoren in een jaar uitoefenden ‘op de financieele
resultaten, om zich uit
al die in.’vloeden te zoenen
eeni’g
beeld omtrent ‘den toestand ‘te kunnen vormen.
Aan ‘de weersin’vioedeu, de oogsti”esu1taaten met de
verschillende gewassen ‘verkregen, den in- en uitvoer
der producten, de prijzen ‘dier producten, het vereen’i-

.gingsleven, de coöpe’ratie, de landpri.j’zen, ‘de ‘arb,eids- –
bonen, het gebruik van’ kunstmeststoffen, van
inge-
voerde vo®dei’artikeien, van l’andbouw’werk’tuigern en
i,neer wordt achtereenvolgens de aandacht gewijd.

Toen voor eenige jaren ‘de Centrale l’andbouwiboe’k-
houdbureaux in liet leven werden geroepen en de taak

‘dezer bureaux in korten tijd een beteek’enen’d’en om-
vang begon ‘aan te nemen, meende ‘de Directie van

Landbouw goed te ‘doen, uit de verslagen ‘di’er bureaux
en in ‘overleg met hen een samenvatting op ‘te nemen
en deze in de rij van de ‘andere genoemde factoren
een plaats te geven, ‘daar onteenzeggeljk ‘die gege-

ven’s mede van belang zijn voor de ‘beoordeeling van
den toestand van d’en landbouw.

Aan deze op’nemin g ‘moet ‘ec’hter geen verkeerde be-
teekeni’s ‘worden toegekend ‘door haar als ‘op zichzelf
staande en buiten verband van ‘het. ‘geheel te ‘beschou-
ive n. ‘Hiertegen ‘wordt gewaarschuwd, zooaLs trouwens
ook gedaan wordt bij ‘het gebruik van ‘andere factoren, welke in ‘d’e rji van het ‘geheel van onmi;sken.’bare be-
teeleeni’s zijn, doch op zich-zelf ‘met voorzichtigheid
dienen te worden gebruikt. Ik noem hïer bijv. de
indexcijfers, waarover op blz. LXI van het Landbouw-
verslag over 1926 wordt ‘gesproken.

Mocht het feit, ‘dat een ,,statistiek van de bedrijfs-
uitkomsten van ‘dan landbouw” zich – ‘zooal’s reeds
werd gezegd – ‘met het wezen van ‘den ‘landbouw
moeielijk laat verstaan, aan den schrijver van ‘de cri-
tiek on’bekei’d
zijn,
dan had toch ‘de in’d’eeling van ‘de
stof in het ,Lan’d’bouwverslag, gepaard met ‘de waar-
schuw Ing te’u veykeer’d gebruik van bepaalde onder-
deden, ‘voldoende’ moeten zijn, om ‘d’e beteeken.is van
het ‘becr.i’ti’seerde gedeelte te verstaan en had zijta arti-
kel – zoo ‘dit dan nog werd geschreven – ‘daarvan
de vruchten kunnen dragen. j.’
DE JONG SAAKES.
,* *
*

234

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1928

Naschrift.

Gaarne maak ik gebruik ‘van de

gelegenheid mij
.
..geboden tot het plaatsen van een kort

wed’erwoord.

De’ heer De Jong Saak’es ‘heeft eenige bezwaren
tegen mij;n’ artikel onder gelij’ken naam opgenomen

in het No. van 29 Februari, blz. 191, en verdedigt

zich tegen het bezwaar, dat ‘ik in dat artikel in het
voorbijgaan opperde tegen ‘de Dire’ntie ‘van den Land-

bo’u’.

Ik moet zeggen, ‘diat ik zijne bezwaren niet begrijp,

terwijl mijin bezwaar m.i. niet w’eerlegd is.

Wat is toch ‘het ‘geval? Ik ben
mij’
niet bewust,

cri’tiek te hebben geleverd op iets, dat alleen in ‘mijn
verbeelding bestaat. Ik heb evenmin bedoeld criti,ek

te. oefenen op de publicatie van ‘de afdeeling Land-

bouw. Ik heb gesproken over de regelmatig in de Pers
opgenomen Overzichten van de Resultaten in het

Landbouwbedrijf. Deze Overzichten ‘zijn dus zeer

concreet. Ten overvloede zijn zij afzonderlijk verm,él:d
‘o den Titelom:slag van het Lan’dboirw-verslag. Ik

meende, ‘dat dit duidelijk genoeg uit kwam in ‘mijn
artikel, al droeg dit den titel: De Statistiek in plaats

van de Overzichten.

Ik heb gemeend ‘deze gepubliceerde Overzichten

aan critiek te moeten onderwerpen. en wel om de vol-
gende redenen:

le. zijn de gepubliceerde cijfers te weinig represen-

ta’t’ief;

2o. kan ik mij niet vereenigen met de verwerking

ervan; .
3e. biedt de bron, waaruit ze verzamald zijn, de

boekhoudingen ‘der O,oi4rôle Bureaux ‘voor het Land-
bouwbeekhou’d’en, onvoldoende waarborgen voor ‘de
zoo noodige betrouwbaarheid.
Op deze gronden, die ik uitvoerig u’itee.zette en
waaromirent ik toegeef, ‘dat verschil van meenin.g me-

gelijk is, kwam ik tot de conclusie, dat ik niet begreep,
hoe men kon verwachen, ‘dat ‘die concrete cijfers de
gelegenheid zullen gaan bieden om eruit gevolg-trek-
kingen te maken, laat ‘sta’gevolgtrekkingen, welke

op den duur de leer der landbouweco’nomie ten goede
kunnen komen, zooals ik uit de inleiding in het Land-

bouwverslag citeerde. .
• Ook hieromtrent ie verschil van meening mogelijk.

Men zou ‘kunnen betoogen, ‘dat uit deze cij’fers wel
degelijk en ‘zeer gewichtige conclusies te trekken zijn.
Ook dan zou discussie mogelijk zijn.
Doch hierover spreekt de heer de Jong Saa’kes niet. Integendeel, hij zegt, ‘dat hét absurd zou zijn te
trach-,

tea een statistiek . ‘van de bedrij;fsu’itkomsten in den
Landbouw samen te stellen. Dit. pessimisme zou ik
ni’et -voor mijne rekening willen nemen. Maar dan
vermag ik zijne bestrijding niet te begrijpen, tenzij
hij’ meent, dat ik een statistiek •zou wenschen zoo-
danig sanae’nges’tel’d, dat men •da’aruit conclusies zou
kunnen trekken aangaande het inkomen van een
bepaald bedrijf, doch dat heb ik nergens ‘beweerd en

zal niemand beweren.. Evenmin
begrijp
ik zijn tweede bezwaar, dat ik
de beteekenis van ‘het ‘besc’hrijv’end ‘gedeelte van het verslag van ‘den Landbouw niet begrepen zou hebben;
daar ik ‘anders mijn artikel in ‘de pen zou hebben ge-

houden. Ik heb echter over de samenstelling van het
Verslag ‘als zoodan:i’g . met geen enkel woord gespro-
ken. Ik kan mij zeer goed voorstellen, dat een ov’erl

zicht ‘van de bedrijfsiesultaten van een zeer groet
aantal landbouw’bedrjven zou ‘kunnen
‘bijdragen
tot

het vormen van eenig beeld aangaande ‘dien finan-
cieelen toestand, t’e meer ‘als ‘dit ‘kan geschieden in
onderling verband met de gegevens van een aantal

zeer
belangrijke
factoren van ‘die bedrijfsresultaten
op
andere wijze verzameld. Ik vraag echter i’s het ‘daar
om overbodig, de samenstelling van •die cijfers te be-
oordeelen of te critiseeren. Ik meen te hebben aan-
getooii’d, ‘dat ‘de opgenomen overzichten geen juist’
beeld geven ‘en ook geen juist beeld kunnen geven,

vooral niet wat betreft ‘de ‘deployeering der factoren

‘der ‘bed’rjfskosten, ‘zoolang ze zijn samengesteld iit de’
boekhoudingen, z’eoals ‘die thans gevoerd worden, uit-
‘sluitend om fiscale redenen, ‘zoodat deze alleen ant-

w’dord geven op ‘deze ôéne vra’ag, hoeveel ‘de totaal-
tvinst van een bepaald bedrijf ‘bedraagt. Ik ‘ben
‘hierbij’
reeds eenigszi,ns vooruitgeloopen op

de bespreking van mijne opmerking ‘in mijn artikel,

dat ik ‘het minder juist achtte, ‘dat deze ‘overzichten
in hunne .tege’nwoordige samenstelling reeds een

plaats hadden gevonden ‘in ‘de officieele gegevens. De

heer ‘de Jong Saakes’ ‘volstaat met ‘te poneeren, dat
‘deze’ ‘overzichten ontegenzeggelijk van belang •zijn

voor ‘de beoordeeling van den toestand van ‘den land-

bouw. Metiveeren ‘doet hij het niet, daar hij’ niet in-

‘gaat op mijne critiscbe beschouwingen van ‘de’ze
cijfers.

Ik blijf ‘gel’ooven, ‘dat men beter had gedaan, eerst

met ‘d’e Boekhou’d-Bureaux te overleggen «h’oe de a’dmi-
niatraties zoo te wijzigen, ho’e ‘de
‘cijfers
zoo te rang-
schikken, ‘dat men zoov’eel mogelijk gegevens en ‘daar-
bij’ zoo juist ‘mogelijke gegevens zou kunnen ‘verschaf-
fen, die beter ‘dan, de thans opg.enomene d’e’ ‘gelegen-

hei’d zullen ‘bieden om ‘daaruit gevolgtrekkin’gen te

‘maken, die ‘de leer ‘clir ian’dbouweconemie ‘ten goede
kunnen kôm’en, en eerst daarna was overgegaan tot
opneming.

Ik ‘geloof echter, ‘dat men ‘hiertoe niet zal kunnen
komen, indien, men begint en eindigt te verklaren,

,d’at e’en statistiek ‘der bedrijfsresultaten (‘bedoelt men
‘eigenlijk ook niet een accurate boekhouding?) ‘zich met

het wezen van den Lan’dbouw ‘moeilijk laat verstaan.
Hoe men ‘dan ‘echter zoo apod’ictisch het ‘nu.t van de
opneming ‘dezer ‘overzichten kan decreteeren, is mij

‘niet ‘duidelijk.
J. }T. HAOEMAN.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.’

HET RAPPORT VAN DE ,,LIBERAL INDUSTRIAL

INQUIRY COMMITTEE”.

III:

De Hervor’miin,g voi’n, de begrooting en van het
belasti’,vgsysteem.

De ‘heer F. W. Forge te Londen ‘sch’rjft ons:

De ‘derde en ‘la’atste groep financieele onderwerpen,

die ‘door de bovengenoemde commissie behandeld zijn,
betreft de veelbesproken kwestie van ‘de hervorming
van ‘de begrooti’n’g en van ‘het belasting-systeem. Ver-
schillende, hiermede samenhangende, problemen zou-
‘den op elk willekeurig oogenblik dringen’d wijziging

behoeven; ‘than’s echter meer ‘dan ooit nu ‘de Brit-
sc’he industrie srtijdt voor h’et behoud van ‘haar posi-
tie j:n ‘den interna’tionalen handel in weerwil van het
snel afnemend ‘differentieele voordeel, dat zij eens be-
zat. In het ‘kort zijn ‘de problemen, die onder oo’gen

gezien moeten worden:
lo. een vermindering van het totale ‘bedrag aan ge-
meente- en rij’ksbel’asti’ngen;
2e. een nieuwe verdeeling van ‘de uitgaven, en
3o, een nieuwe verdeeling van ‘het totaal geïnde be-
cl r.a’g t u sschen gemeen te- en rijk’sbel’asti,n’gen.
De voorstellen van ‘de commissie zijn beperkt tot

maatregelen’, ‘d’ie on.middellijik in werking kunnen ‘tre-
‘den, ofschoon ‘de volledige resul’taten ‘niet direct ge-

voeld behoèven te worden.
E’en vermindering van •db totale uitgaven is reed’s
herhaaldelijk door een of andere partij of ‘door ‘allen
tegelijk onder den naam van bezuiniging ‘dringend ver-
zocht en voor zoeverre men werkelijk bezuinigen ‘kan,
behoeft het ‘nauwelijks ‘gezegd te worden, dat ‘de ver-tegen’w’oordi’gers van ‘de Liberale partij volkomen in-
stemmen ‘met hare ‘tenuitvoerbrengin.g. On’gelukkiger-
wij’s nemen ‘voorgestelde bezuinigingen’ bijna altijd
den vorm aan van’een opheffing of alikan’s inkrim-
ping van een’ ‘ta:k van staats’dienst en zij leidt pr’ac-
ti’sch nooi’t tot een betere organi’satie met insta,ndhou-
‘ding van zoo”n dienst’. Van de ongéveer £ 800 millio’en,

die. op .de’laatste ‘begrooti’n’g voor de jaar’lij’ksche uit-

14 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

235

gaven uitgetrokken. zijn, is bijna de helft bestemd voor

interest en het. ‘amortisatie-fonds van de nationale
schuld, tervijl .de verschillende pénsioenen ongeveer
£ 129.000.000 absorbeeren en het bedrag .voor locale
uitgaven, met inbegrip van het wegeuf ouds, bijna even

groot is. Wanneer men de uitgaven voor de staats-
bedrijven, zooals ‘de post en telegraf ie, er aftrekt,

blijft practisch niets anders over dan £ 120 mii-
lioen voor defensie. Op dit bedrag zou men aanzienlijk

kunnen besparen, maar dat is bij de tegenwoor’dige
regeering weinig waarschijnlijk. De oorlogspensio’enen

zullen automatisch verminderen en eveneens .de last
van de nationale schuld, wat gezo.nd’ere financieele
toestanden zal scheppen, maar de mogelijkheid ven be-
sparing is op het ‘obgenblik
werkelijk
zeer gering. Men

moet echter niet de conclusie trekken, dat de toestand
geen verbetering eischt, want bij de bestaande om-
standigheden is er een duidelijke ‘tendens waarneem-

baar om nieuwe uitgaven te doen en er ‘bestaat geen•

middel om ‘deze uitgaven afdoende te controleerun.
Om den toestand te verbeteren stelt de commissie

een radicale hervorming van ‘de begrooting voor. Wij
moeten er even op wijzen, dat de begr’ootingsstaat een
geidrekening is, ‘die alleen de, in den ioop van het
jaar, ontvangen en ui’tbetaal’de .gel’dbedr’agen aantoont.
Er is geen duidelijke onderscheiding ‘tusschen de pos-

ten kapitaal en inkomen en men kan niet zien of
de, ‘in ‘den loop van een jaar, geïnde bedragen aan die
of aan een andere periode ten goede ‘moeten komen,
noch kan men aan’gegane, maar nog niet voidan’e
verplichtingen onderscheiden. Zelfs een bekwaam ac-

oointant kan op gron’d van de gepubliceerde rekenin-gen. ‘de werkelijke positie niet beoordeelen, en onder
deze omstandigheden is het een klucht te veronder-
stellen, dat het Lagerhuis ‘den toestand ‘kan controlee-
ren, zelfs indien de verleende hulp en de tijd voldoen
de waren, wat niet het geval is. Daarom heeft men
voorgesteld om 3 rekeningen op te stellen: een, ‘die
de ontvangen en betaalde gel’dbedragen op ‘de inkom-‘s’tenrekening ‘toont, een andere, ‘die de werkelijke in-
komsten en uitgaven in tegenstelling met de ontvan-
gen en betaalde gel.dbedragen laat zien en ten slotte

een kapit.aalreken ing.

indien ‘dit voorstel ingevoerd werd, zou iedereen,
die goed op de h’oogte was, de juiste positie kunnen
beoordeelen en zou het gegoochel, d;a’t zoo’n markante
trek van de laatste begrootingen i’s geweest, een en-
mogelijkheid worden. Verder aou de gewoonte, die
Minister Churchill ‘zelf ‘tot op zekere hoogte ‘ingevoerd
heeft, nl. om de uitgaven op d’e juiste rekeningen aan

te geven, uitgebreid en verplichten’d gemaakt kun,nen
worden. Dit zou bijvoorbeeld beteekenen, ‘d’at het mo-
gelijk zou zijn om de pe’nsioenbe’talin.gen van haar
adm’ini.stra’tiekosten te scheiden, wat reeds voldoende

bijzonderheden zou geven voor een
redelijke
critiek

op ‘de aanwezige
cijfers.
Men denkt, ‘dat ‘dit de be-
.langstelling voor ‘het onderwerp zal aanmoedigen en

het. ‘begrootin’gsdeib’at, dat nu vaak gelegenheid ‘geeft
tot het uiten van persoonlijke en partijgrieven, zou
opvoeren tot een wetenschappelijke discussie over
,
de
nationale financieele politiek. Indien dit bereikt w.erd,

zou het niet alleen leiden ‘tot een ‘vermindering van
de total’e uitgav.en, maar het ‘zou de verschuiving in
betere banen vergemakkelijken. Dit is belangrijker dan
het eerste, want het h.effen van belasting is niets
anders .dan een verschuiving van ‘den nationalen rijk-
‘dom en noodig is juist, ‘dat het ‘doel, waarvoor de uit-
gave gedaan wordt, zoo waardevol
mogelijk
behoort te
zijn en ‘dat de verschuiving met zoo weinig mogelijk wrjving gepaard ‘gaat.

Wij komen nu tot de belangrijkste kwes’tie, ‘namelijk
de hervorming van het systeem van gemeentebelasting.
Het hui’dige systeem ‘heeft een historische afkomst en
werd langzamerhand ingevoerd om de kosten van ‘de
plaatselijke admi’nistratie te bestrijden. Voor zooverre
het d.e locale belangen bevordert en tot een aanzien-
ljke mate van decentralisatie leidt, zijn haar resulta-

AANTEEKENINGEN.

De Jaarvergadering der Chamber of Shipping.

Enkele weken geleden werd in ‘de Lethersellers’
Hall, St. Helen’s Place te Lon’deh, ‘de vijftigste jaar-
vergadering ‘der Chamber 6f Shipping gehotiden. In
‘de plaat’s ‘van den aftredenden President, the Hen.
Alexander Sh’aw, werd op voorstel van Sir Frederick
Lewis Bart, tot Voorzitter benoemd Sir William
Seager, een bekende figuur’
in
reedeiskringen te Car-
‘diff, die in ‘een neer beiengwekk’ènde presidéntieele

ten uitsteken’d. Maar de belastingen, geheven ‘door de

.-plaatseljke autoriteiten, ‘dienen voor een groot en
steeds toenemend deel voor sociale doeleinden, zooals
de ondersteuning’ van personen, die – ofschoon werk-

joos – lichamelijk geschikt zijn om te werken en niet onder de bepalingen van de rijksverzekering vallen.

,Dit heeft ten gevolge, dat in ‘districten, die onder
– depressies lijden, de belastingen .de ten’dens tot stijgen

vertoonen en daar deze voor het grootst.e ‘deel door de
industrie betaald ‘worden – onverschillig of zij winst

gemaakt hebben of piet – leidt ‘dit systeem .tot een
subsidie aan ‘de gunstiger gelegen gebieden door ‘die,

welke niet ‘d.it voordeel hebben. (Een nien’swijze, ‘die
C
n
i
e
t valt te weerleggen, indien men’ erkent, ‘dat de
Staat ‘de verantwoordelijkheid voor ‘den werkioc’sheids-
steun op zich genomen heeft). Beiastin.gen, anders dan
inkomstenbelasting, ‘die betaald worden uit ‘de winst,
zij’n een deel van de productiekosten en de hooge ‘oelas-

;t.ingen in ‘de minder welvarende gebieden verhinderen

– de opkomst van nieuwe industrieën en bijgevo1g het op-

nemen van een deel ‘der werkloezen. Niet alleen dit,
maar ook het feit, ‘dat’de belasting geheven wordt van de

geschatte waarde ‘der installaties en dat geen verlich-
ting wordt gegeven voor gedeeltelijk werkende of stil-liggende installaties’, vergroot den last. Over ‘het alge-
meen ‘drukken de gemeentelijke belastingen, in teg6n-
stelling met an’dere vormen ven directe belastinghef-
fing, zeer zwaar op ‘de kleine ondernemingen en op
de armen vergeleken met ‘den last, ‘dien zij op d’e
.rjken leggen. –
Drie ‘groote voorstellen ‘zijn gedaan om dezen toe-
rstan
,
d te veranderen. In ‘de eerste plaats heeft men
voorgesteld ‘de ‘sha’ttingsmethode te veranderen, zoo-
dat ‘de belasting ‘op ‘de waard.everm’eer’dei’ing van het
‘eigendom, voor een ‘deel ten minste, gedragen zou
moeten worden ‘door ‘den eigenaar en ‘niet ‘door den
“‘huurder. Di.t is vanzelfsprekend het oude i’dee van een
belasting ‘op ‘de waarde van ‘den grond. Verder heeft
men het ‘voorstel gedaan, om ongeveer een derde van
het totaal ‘d’er plaatselijke belastingen over -te bren-
gen naar de rjksbelast.ingeu. Dit ‘zou een verlich-
ting van de
plaatselijke
bela’sti’ngbetalers van £ 50
– ’70 mi’llioen per jaar beteekenen, een bedrag,
‘dat, ruw berekend, overeenkomt met ‘den last van
de in’dustrieele werkloosheid, vermeerderd met een
-aanzienljk gedeelte van :de kosten voor ‘onderhoud en
‘verbetering van de voornaamste wegen, evenals voor
het aanleggen van nieuwe.-I.n .1926—’2’7 is ongeveer
een derde ‘van de totale kosten van onderhoud en ver-
boteri’ng van wegen ‘door het Wegenfon’ds ‘gedragen.

De aanvallen van Minister Churchill op ‘dit fonds heb-
ben een deel van de noodzakelijke uitgaven naar de
plaatselijke autoriteiten ‘doen overgaan, maar men
heeft voorgesteld, ‘deren reacti.onnairen maatregel, ‘die ook ‘toepassing gevonden heef.t
‘bij
de sociale dien-
sten, te ‘herzien en meer ‘dan de helft van ‘de onder-
hou’dskosten en ‘de totale .kosten voor het nieuwe we-
.gennet ‘voor rekening van ‘den staat ‘te brengen. Ten
slotte ‘heeft men, om den onevenredigen ‘belastingdruk

op ‘de armen op te heffen, voorgesteld, een deel van
de plaatselijke belasti’n’gen te heffen ‘volgens progres-
sieven maatstaf, zooals dat •op het oogenblik gebeurt
met al ‘de voornaamste belastingen van de centrale regeerin’g, namelijk met de inkomstenbelasting, de
super-tax (.belasting op inkomen’s van meer dan

1
£ 30.000) en de gron’dbelasti’ngen.

236

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1928

rede heeft gewezen op tal van factoren, die in meer-rIem of mindere mate invloed op het scheepvaarthe-

drijf uitoefenen. Allereerst bracht Sir Williarn cle kor.

telings ‘door den B’oard of Trade gepubliceerde, schat-

tin’gsgewijs -voor het :afgeloopen jaar’ vastgestelde cij-
fers in herinnering, waaruit blijkt, ‘dat. de Engeische

handelsbalans ditmaal een batig saldo van £ 96 mii-
lioen toont tegenover een debetisaldo van £ 7 millioen iie 1926. in vergelijking ‘met 1925 toont de Engelsche

handelsbalans een verbetering van £ 42 millioen, ter-

wijl ‘deze verbetering in ‘vergelijking met 1924 £ 10 mii-
1 ioen ‘bedraagt.

Eén van de meest opvallende feiten van den dag,

,aldus Sir Williarn, wiens uitlatingen wij’ hier in het

kort samenvatten, is wei de groote verbetering in de
scheepsbouw-industrie. Bedroeg de totale per ulto.

1926 in Engeland in aanbouw zijnde scheepsruimte

760.084 bruto reg. ton, ‘op dit ‘oogenblik is de aanbouw
van nieuwe tonnage met 1.519.713 bruto reg. ton meer

clan verdubbeld en het stemt tot ‘tevredenheid, dat de
buitenlandsche reedeyijten, die weleer een wo belang-

rijke clientèle voor de En’gelsche scheepsbouw-i’ndus-
trio ‘vormden, wedetoni iii toenemende mate bestellin-
gen in Engeland plaatsen. Het ischeepvaartbeclrijf,

hoew& nog steeds gekluisterd in de ‘boeien der nog
allerminst tot het verleden bebooren’de economische

crisis, toont niettemin teekenen van, een ‘langzamer
terugkeer ‘tot meer normale verhoudingen. Gedurende

zes jaren genoten reeders het twijfelachtig ‘voorrecht

hun diensten te mogen verkoopen tot v66r-‘oorlogsprij-
zen, ofschoon de exploitatiekosten ‘het niveau van 1913
zeer aanzienlijk hebben overschreden, maar het stemt

tot groote voldoening, ‘dat het Engeische reederij’be-
d
rijif er niettegen;staaiide groote moeilijkheden noch-
‘tans in
n geslaagd is zi,ji vooraanstaande plaats’ te be-
houden. Slechts oingaaime leen ik mij’ voor het ondank-
bare ambt’van profeet, maar’ niettemin bat ik op grond

van mijn langjarige ervaring van meen’i’ng, .dat vraag
en aanbod hinrcen ‘afzien’baren tijd tegen e’lkan’der zult

len opwegen en ‘dat daarmede wederom corn periode
van meerdere stabiliteit op cle vrach’tenmarkt zal wor-
den ingeluid. Een nadere ‘studie
vn
de totale tonnen-
maat, ‘die gedurende cle laatste zeven jaren in de vaart

werd gebracht, doet zien, dat deze ziecht’s voldoende
was om de ‘gedurende dit tijdvak ‘verloren .gegaie
‘scheepsruim’t’e te vervangen. Ji[ieruit volgt, ‘dat de zich
geleidelijk ui’tbrei’den’de wereldhandel eerlain cle be-
hoefte zal doen, gevoeleir aan, meerdere tonnage, ge-
paard gaande met een verbetering van het -vrachten-
peil.

Ook ten aanzien ‘van het instituut der tol’barrières
maakte Sir William Seager ‘verschillende belarigwek-
kende ‘opmerkingen. Was ‘de vernietiging van econo-mische waarden tengevolge van den oorlog ongekend
groot, ernstiger nog is ‘de ontwrichting van den handel
in de na-oorlogsjaren. Niet, dat ‘de natuur]jke hulp-
bronnen zijn uitgeput of d’at ‘s m’enschen vermogen om
deze hu’lpbr.onn’en tot ‘on.bwik’keliin.g te bren’geo is ver-
mindei’d; enmin
. .is ‘d’e huidige toestand te wijten aan
onvoldoend productie-vermogen; neen, het zijn ‘veorna-
melijk zoo niet uitsluitend de belemmeringen door on-

juist economisch inzicht gecreëerd, ‘clie’oorzaak zijn van
‘de Intacte crisis waaronder Europa gebukt gaat. Het
zijn de handelsbelemmeringen, die de vrije uitwisseling
van kapitaal, en goederen ‘verhinderen ‘en die als d’e
pri’kkei’draadversperringen in den wereldoorlog het in-ternationale ‘hanrleisverkeer in een steeds enger keurs-lijf snoeren. De economische conferentie, die in ‘Mei jI

to Genève werd gehouden, sprak eeh onp.ar’tijdig en juist loordeel uit over de dwaasheid •der landen, ‘d:ie
eigen welvaart vernietigen door ‘die ‘der nabuurstate.n
‘te bedreigen. De GeiaeecEsche vergadering was een’s+iem.,
.mig van meaning, dat cle tijd ‘gekomen was om een

mn.de te maken aan de tariefver’hoogingen. Zonder dat’
men ‘zich behoeft te verdiepen in de vraag: vrijhand’el ‘of pro’te’ctie, moet het nochtans een ieder, ‘die de ont-
wiklceling van het economisch leven na ‘den o6rl’og headt

gadegeslagen, ‘duidelijk zijn, ‘da-t ‘de handelsbelemme-
ringen een steeds ernstiger bedreiging vormen voor

de vrije ontwikkeling van ‘den werel’dh’andel. In enkele

landen en met name in Duitsohiand. is in .gunsti’gen
zin gereageerd ‘op d’e conclusies van Genève en dit

wekt ‘vertrouwen, ‘dat men ‘ee’r]an’g in bre’ederen kring

tot het inzicht zal komen, ‘dat ‘koersv’eran’deri’ng een
o’iiafwijabare eisc’h is. Ook de ‘on’devvin’ding ‘der laatste
jaren met betrekki,n.g tot het -vraagstuk ‘der intern’atio-

nale wisselkoersen schijnt grond ‘te geven aan ‘de ‘hoop,
dat de geleidelijke ‘slechtiin’g ‘der ha’ndel’sbarrières in
een niet -te ver verwijderde itoekonist za] worden ‘ver-
wezenljkt.

Gij zult U herinneren, ‘aldus Sir William, dat de
Regeerin’gen, van een aantal Europeesche landen in

1920 ‘de Bru’s’selsche fi’n’anci’eele conferentie raadpleeg-

‘den omtrent ‘de vraag, hoe da wisselkoersen te stabi-lisee-

ren. Het antwoord luidde – ‘breng Uwe begrootingen
iie ‘evenwicht. Deze eisch ‘werd ‘des-tijde als vrijwel on-
uitvoerbaar ‘beschouwd, maar in, het licht der feiten
z’ooals wij deze thans zien, blijkt met hoe groot succes

verschillende landen ‘d’e raadgeving der Brus’s’elsche
conferentie hebben ‘opgevolgd. De veronderstelling,
dat eenzelfde weg zal worden ‘gevolgd ten aanzien van

het instituut der tol’muren is niet ‘onredelijk, ‘maar het
is te hopen, ‘dat de pijnlijke erva:rin.g der landen, die
-de ‘wenken der Bruss:el
,
sche conferentie in ‘den wind
sloegen en hun handelwijze met de totale ‘in’een.stortimg
‘van hun betalirngsmidd’el moesten ‘boe’tiern, voor Europa
een spoorsl’ag moge
zijn
om ‘d’en raad d’er Economische
Conferentie ‘van Genève met ‘bek-wamen spoed op te
volgen. Niets zal ‘den handel krachtiger bevorderen

‘dan een terugkeer tot het aloude beginsel van het Vrije
ruiiverkerr!

‘Sprekende over ‘de ontwikkeling ‘van het internatio-
nale scheepvaartbedrijf ‘herinnerde Sir Will’iam ‘S’eager
eraan, ‘dat ‘ook in Engeland ara -het einde vara den we-

reldoorlog stemmen opgingen, die blijvende ‘overheids-
exploitatie der ‘toenmalige Regearingsschepen bepleit-

ten. Gelukkig voor het land en …. ‘den belastingbe-
tal er stond ‘de E n.geische scheepvaart onder de con-
‘tv’ôle ‘van een man, die, zelf grootgebracht in het

scheep vaa’rbhedrjf, een beter ‘i’nzicht’toonde. Onder’zijn

leiding werd ‘de Regeer’irugsvloot ‘geleidelijk .geliqu’i-
deerd dooi- verkoop der ‘schepen aan particulierereede-
rijen. Hij wi’t op ‘oordeelkuri’digo wijze profijt, ‘te trek-Icen van de toenmalige gunstige mar’ktco’nstellatie, z.66
dat de geh’eele regeerixigsvl’oot een, totaal van £. 35
m’illioon, zijnde gemiddeld £ 37.10.0 per bru’to regis-

ter ton .opbracht. Andere landen verkeerden na den
oorlog i’n dezelfde ‘omstandigheden als’ Engeland; ook
zij’ hadden in het tijdvak 1914119 een ‘aan tal schepen in
eigendom verworven ‘en ‘in’dien de Regeerimgen dezer landen een zelfde gedragslijn al’s Engeland hadden ‘ge-

vol.gd en ‘de Regeeriings-‘handels’sc,h’e’pen eveneens aan
particuliere ondernemingen ‘hadden verkocht, zou zu’lics
het internationale reedevijbed’rij’f niet ‘slechts ten goede
zijn gekomen, ‘maar ook den belastingbetaleris dier lan-
den de – door hen te ‘dragen — exploitatieverliezen
zijn bespaard.

Spreker herinnert in dit verband aan het klassieke
voorbeeld van den United States Shipping Board. Af-
gezien van, hot zeer aanzienlijk kapitaalverlies, ‘door
Amerika gedurende de laatste zeven jaren op zijn han-
del’s-vloot geleden, bedragen ‘cle zuivere exploitatie-ver-
liezen gedurende ‘dit tijdvak ‘niet ‘minder dan 280 rriil-

heen ‘dollars! Ervarn Ameri’kaansche reeders hebben
hun regeering er bij ‘herhaling op. gewezen, dat een
hesten’digin’g

van het. instituut der ‘Staats-‘lcoopvaardij nadeelig is voor ‘de vrije ontwikkeling van het- particu-
lier
bedrijf,
n’adeeiig ook voor het land zelf en aller-
minst het juiste middel om te -kdmen tot ‘het -doel, ‘dat
immers bij ‘de Amerikaansch’e Regeering voorzat, ‘te’.
de schepping ‘van e’en moderne, aan ‘de ei’s’chein, die
het handel sverke’er onzer ‘dagen stelt, in alle opzichten voldoende ‘handels-vloot onder A’m’e’ri’kaansc’h’e vlag. Hun ‘stem was tot ‘dusver echter ‘die een,s roependen in

14 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

237

cle woestijn; de United States Shipping. B’oard blijft
bij voortduring een storend element, schadelijk voor

‘de geheele reedersgemeenschap en al’s zoodanig een be-
letsel voor een normale ontwikkeling van ‘het inter-

nationale reederibedrijf. Amerika ‘staat ‘trouwen’s niet

alleen; zoowel Canada als Aust,ralië hebben beide
eveneens aan zienlijke exploitatie-verliezen met hun

hzn’del’svioot geleden, terwijl ook d:e zeer belangi-ijke
vaa.rd’eve.rm’irideving der schepen ‘clezen beiden pioniers
van het S:t’aata-reederij.bedrijf ‘op aanmerkelijke verlie-

zen is komen te staan. Aus’tr’a]ië heeft tea slotte, ‘door

schade en schande wijs geworden, ‘tot liquidatie der
Staats-h’an’delsvloot besloten en wij’ ‘kunnen slechts ho-
pen, ‘dat ook ‘de overige landen van de dw’alin’gen huns

weegs zullen ‘terugkeeren en ‘het v’oorbee’l’d van Austr’a-
l’ië volgen.
,,Ïf socia’l’isati’on”, aldus Sir. W’i’lli’am, ,,be ‘dead cc-
operati’on, what we want is a c’o-‘operatio’n which is

vital’ised by the full play •of indivi’dual pers’on’ali’ty

and t’hat alone is to be found in the ‘co-operation of
business men depen’clernt for ,their livelihood upon the

success of ‘their enterpri’se, iuccess which ‘dep’end’s
upon giving the public the s’ervice it wamts at the
price it can afford to pny!”

Ook met betrekking tot de verhouding tu’sschen
werkgevers en werknemers had Sir Willi’am ‘Seager
gelegenheid enkele rake opmerldn’gen te plaatsen. Er
zijn, aldus ‘spreker, verschillende teekenen, ‘die erop
wijzex, ‘dat de i’ëi’dende fi’guren in de vakvereeniginen
tenslotte tot het inzicht ‘komen, dat kapitaal en ‘arbeid
op ‘elkander zijn, aangewezen, teneinde ‘s’ lands hulp-
bronnen tot volle ‘ontwikkeling ‘te brengen en- ‘den le-
vensstandaard te verbeteren. Men ‘begint te beseffen,

dat kapitaal in wezen niet anders is dan •geacdu’mu-leerde energie. Het gebruik van ‘kapitaal is ‘derhalve
het vrijmaken en toepassen van energie en hierdoor
slechts kan het ‘eenig wezenlijk bezit der natie; na-
melijk arbeid, aan zijn primaire functie beantwoorden.
De ervaring van Rusland en van China, waar rijken
arm ij ‘geworden en den ‘armen eik bestaan’smid’del
is ontnomen heeft ‘op wel zeer overtuigende wijze aan-
getoond, hoe groote behoefte bestaat aan samenwerking
en onderling begrijpen en waardeeren. D’e i.n’dnstrieele
horizon is in Engeland althans ‘helder’der ‘dan sedert
langen tijd het geval was. De desastreu’se uitkomst van
de algemeene ‘staking heeft de oogen ‘der extremisten
geopend en wat nôg belangrijker is, den goedwillenden
elementen in werknemerskringen, ‘di’e verreweg in •de
‘m’èerderheid zijn en die beseffen, ‘dat een huis, dat
tegen ‘zichzelf verdeeld is niet ‘kan bestaan, een riem
onder het hant gestoken.

Aan het slot zijer redevoering, waarin Sir William gelegenheid had ‘nog ‘vrschil’lende problemen te be-
lichten, die meer onmi.d;dellij’k verband houden met
Enge]sc’he toestanden en als zoodanig voor one van
minder belang zijn, werden door ‘hem nog enkele be-
schouwingen gewijd aan het emigratie-vraagstuk.
Niets, aldus ‘spreker, is meer bevorderlijk voor ‘de ‘ont-
wikkeling van het Bri’tsch Imperium dan een actieve
en vooruitstreveu’d’e emigratiep’olitiek. De bevolking
van Groot Brittannië en Ierland neemt
jaarlijks
met
300.000 zielen toe, waartegenover staat een jaarljks’oh
emigratie van 100.000 zielen; hieruit volgt, ‘dat’ ‘de be-
volking van het V’ereenigd Koninkrijk ‘per saldo met
200.000 ‘zielen ‘s jaars ‘toeneemt. Per ulto. Juni 1926
was de bevolking in vergelijking met ‘de resultaten
der vo’lkstel’ling in 1921 ‘geh’ou’den, met niet ‘minder
dan één m’illioen zielen toegenomen. Wij’ moeten ‘he-
dèu ‘derhalve rekening houden met de noodzakelijk-
heid van werkverschaffin’g aan een millioen meer
‘men’schen. Indin cle ‘bevolking van het Vereenigd

Koninkrijk op ‘het ‘huidig ‘bevolkingscijfer ‘zou worden
gestabiliseerd in ‘de ‘verwachting, ‘dat, gegeven een
geleidelijke verbetering van den ecouomi’schen toe-
stand, werk kan worden gevonden voor het tegenwoor-
dig aantal werk’loozen, is ‘het n’oodig, dat het aantal
emigranten verdriedubbel’d wordt! Wij moeten ‘derhal-

ve niet 100.000 maar 300.000 emigranten, per jaar uit-
zenden. Indien emigratie ‘kan plaatsvinden onder

voorwaarden, ‘die een tewerkstelling in Engelaud’
ov’erzeesche bezittingen op ‘normale wijze waarborgen,
kan dit ‘slechts ‘in het algemeen belang zijn. De totale
6ppervlakte van hetVereenigd Koninkrijk is 77.000′

vitrkante mijlen en deze oppervlakte telt een bevel-
‘kin’g van 48 m’illioen zielen. De oppervlakte van ‘de
Commonwealth of Australia bedraagt ‘drie millioen

vierkainte mij’len; de totale ‘bevolking bedraagt naar
schatting iets meer dan nes millioen. Canada heeft een

oppervlakte van 314 mil’lioen’ vierkante’ ziijlen en de
‘bevolking telde ‘in 1921 minder dan negen miljoen

zielen. Iedere Bnitische einigrant, die zich in ‘de over-
zeescbe bezittingen vestigt en zich in zijn nieuwe om-
geving een bestaan weet te veroveren, verhoogt ‘de wel-
vaart in die bezittingen, en beteeken’t voor ‘het moeder-
land een nieuwe afnemer voor zijn export.

t*Mutatis m’utandis geldt, ‘de ‘stelling van ‘S’ir Wil-
li’am Seager ‘t’en aanzien van het probleem der bevol-
ki’ngs-toeaeming ook voor ons land, dat immers niet

slechts heeft rekening te houden met een ‘aanzienlijken
jaarlj’leschen bevolkingsaanwas, maar ‘bovendien een
oplossing ‘moet vinden voor het , ‘brandend vraagstuk
‘der werkloosheid, waaraan wij’ kortgeleden in ‘dit tijd-
schrift reeds een beschouwing
w
ij:dd’
en
.

De knappe rede van ‘den nieuwhenoemd’en President
dr Ch’arnber of Shipping die, staande in, het volle
leven, bij uitstek tot oordeel’en bevoegd is, belicht tal
van vraagstukken waarvoor de reeder in onze dagen
zich geplaatst ziet. Eén indruk dringt zich bij het
lezen van Sir Willi’am ‘Seager’s redevoering’ krachtig’
aan ons op. Alle huidi’ge moeilijkheden ten spijt geeft
Sir William uiting aan zijn overtuiging, ‘dat er reden
tot voldoening is over ‘den vooruitgang, die ‘geleidelijk
in velerlei, opzicht is bereikt. De weg naar uiteindelijk
herstel is lang en bezaaid met voetangels ‘en klemmen;
hij werd nog slechts voor een ‘deel afgelegd maar..
the goal is in ‘si’ght! Moge het ‘gematigd optimisme
van één der leidende figuren van Engelan’ds scheep-
vaartbeclrj’f eerlan’g door de uitkomsten ‘gerechtvaar-
cligd worden! De rerel’d kan er in letterlijken en fi-
guurlij’ken zin slechts wèl bij varen!
c.v.

lndexcijfers van scheepsvrachten.

Het in’dexcijfer van scheepsvrachteai, voor volle la-dingen, ‘schrijft ,,The Econ,omis’t”, daalde de afgoloo-
pen maand met 4,21 pOt. na
een ‘daling van 3,76 pOt.

Datum

N

‘8


5t

2

.

Basis
(Qemiddeldev.
100 100
100
100 100
100.
100
(Gemidd.v.1913)
110,0
113,1
123,4 106,3
117,4
127,9
116,3
Febr.

1920
814,3 529,9
757,5 744,8
587,0
712,2
691,0
Dec.

,,’
268,9
277,2
244,1
256,8
286,7 347,2 280,1
Dec.

1921
160,1
164,1 163,7
144,4
141,3 166,5
156,7
Dec.

1922
137,1
135,2
129,2 122,6
136,1
159,3
136,6
Dec.

1923
134,0
132,7
120,1
124,4
125,1 144
1
2
130,1
Dec.

,

1924
117,4
129,2 119,5 119,8 129,3
161,1
129,4
Dec.

1925
117,0 121,6 117,0 110,1
110,1
154,9
121,8
Dec.

1926 139,7
156,1
145,9
132,9
129,2
179,8
147,3
Febr.

1927
125,0 132,6
140,1
130,4 145,2 168,2
140,2
Maart

,,
123,8
131,1
136,2
132,1
143,5
161,1
138,0
April

,,
118,9
133,0
133,0
124,4
128,9
137,1
129,2
Mei

,

,,
118,3
131,4
134,3
130,9
122,3 140,7
129,6
Juni

,,
114,0
118,1
121,6
126,2
121,4
142,4
124,0
Juli

,,
110,5
113,2
111,9
115,8
119,9 138,0 118,2
Aug.

,,
108,8
122,2 118,2
121,4
121,8
144,2
122,8
Sept.

,,
111,7
130,8 115,3 119,3
123,7 150,0
125,1
Oct. 109,8
128,1
116,4
116,4
123,8
1,44,2
123,1
Nov.
108,8 128,9
120,1
117,6
125,8 140,7
123,6
December,,
105,6 116,2
113,6 114,2 124,9
139,8
119,0
Januari1928
106,7
106,9 111,4 113,6
121,4
127,3
114,6
Februari ,,
105,6
106,4
106,2 112,4
114,1
114,0
109,7

238

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14
Maart 1928

iii
‘de vorige maand. Het in.dexcijfer voor Februari,

109,74, is ongeveer 22 pCt. lager dan het nvereenkom-
•stige cijfer van verleden jaar en staat tegenover 110,35

in Februari 1926 en 134,91 in Februari 1925. Voren-
staande tabel toont ‘de bewegingen var het ‘iu’dexcijfer

der verschillende groepen.

Onderstaande tabel geeft de veranderingen in het

in.dexcijfer van iedere groep en sub-groep gedurende

de afgeloopen maand, waarbij het
cijfer
100 telkens

‘het gemiddeld niveu van de periode 1898-1913 .voor

stelt:

+01-

Golf van Biscaye; uitgaande vracht

113,76

.f.
1,83

,,

thuisvracht ……..
..132,26

+ 6,45


Middeil. Zee’; uitgaande vracht …….121,11 – 1,64

thuisvracht ………. ….100,13

– 1,00
o

Nord.Amerika …………………106,40

– 0,54

Zuid-Amerika; uitgaande vracht

86,57

+ 3,98

thuisvracht…………125,76

– 14,38
Indië; uitgaande vracht ………….111,58

thuisvracht ……………….113,15

– 2,51

Het verre Oosten, enz ……………
.114,05

– 7,38

Australië ……………………….113,95

– 13,35

De kolenvrachten waren zwak, behalve naar
Zuid-

Amerika. De scherpe reactie in de ‘thuisvrachten, spe-

ciaal van Zui’d-Amerika en Australië, is een weer-
spiegeli.ng
van ‘de voortdurend flauwe vraag naar
ruimte voor gra’anverschepingen: Er werd veel meer

tonnage aangeboden dan noodig was om de behoeften
‘der verschepers te dekken en de reeders accepteerd’en
in vele gevallen, onvoldoende tarieven ‘voor thui’s.

vrachten om de schepen niet buiten dienst te behoe-
ven te stellen. De volgende tabel toont de verhouding
van het indexcijfer tot -het gemiddelde van 1913,
waarbij het jaar 1926 in verband met ‘de kol’enstalcing
is weggelaten:
(1913=100)

.


T’

Maand
1924 1925
1

1927 1928

117,11


114,49 118,59 98,47 123,78 115,96
120,54
94,33
122,09 106,63
118,58

Januari

…….
….

117,22
104,24
111,06

Februari……….
vIaart …………

114,27
.

98,23
111,41
108,62
lii,74
106,54

April ………….

103,75
94,90
101,61

4ei

…………..
Juni

…………

104,43 95,87
105,51
110,50
98,19
107.51

Juli

………….

115,55
99,49
105,78

Augustus ………
3eptember

……..

112,76 102,23 106,27
Dctober ………..
ovember

……..
111,21
104,67
102,31
December ……..
laan.
gemiddeld
113,44
102,22
109,64

Aan het einde
‘der maand
was de
stemmina
en de
markt onzeker. De .goede vooru’i’tziohten vor dan
Z’uid-A.meri.ka’ansc’hen maïsoogst ‘gaven hoop op leven-
diger “charterzaken voor late ‘voorjaarsverla’d’ing, ‘doch
bijna overal dreigden overvloedige voorraden tonnage.
zonder vaste bestemming iedere aanhoudende verbe-
1
tering der ,,tra.mp”-vraehten te verhinderen.

BOEKAANKONDIGING.

R
‘e c tt i f i c a t i e. In de bespreking van het boek’
van Prof. Dr. P. A. D’iepenhorst ,,Eerberstel ‘der1
Actieve Han’d’elspoliti’ek” in het nummer van ‘de vo-
rige week schreven wij, ten onrechte (pag. 216, 2e;
kolom, regel 13 e.v.), ‘dat ‘het cijfer .’an den Neder-. ln’d’sch’en .kaa’su.itvoer naar Spanje over 1927 nog

niet bekend was. Dit
‘cijfer
be’draagt 3397 ton. Men
gel’ieve ‘de ‘desbetreffende passage derhalve ‘als volgt te
lezen: De uitvoer van kaas van Nederland naar Span-
je, steeg echter van 1913 tot 1927 met
bijna
280 pOt.

S;P

ONTVANGEN:
Rapponl
inzake verbetering van de Ongevallen-wet en
de Invaliditeitswet
van •de commissie, benoemd
door de ‘besturen van het N.V.V. en de S.D.A.P.
1927. Amsterdam, 1928;
N.V.
,,Ontwikkeling”.

STATISTIEKEN EN ‘OVERZICHTEN.

N.13.

beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.

BANKDISCONTOS.

N d 1Vrsch.

Disc.W
issels. 4413
Oct.’27
Zwits. Nat.Bk. 3422
Oct.’25
Bel.Binn.Eff. 5
13 Oct.’27
N.Bk.v.Denem. 5
23Juni’27
inR.C. 6
13 Oqt.’27
ZweedscheRbk
3431 Dec.’27
Javasche Bank…. 4
14 Juli’26
Bank v.Noorw. 6
1Feb.’28
Bank van Engeland
4421 Apr.’27
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 7
5 Oct.’27
slowakije .. 5
8Mrt. ’27
Bank
v.
Frankrijk.
3419 Jan.’28
N.Bk.v.O’rijk. 6
27 Jan.’28
Belgisèhe Nat. Bnk.
4416 Nov.’27
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Fed. Res. Bank N.Y. 4
2
Feb.’28 Bank v. Italië. 64
4
Mrt. ’28
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54
9Jan.’28

OPEN MARKT.

1928
1927

11

1926

11

1914


10 M t
5110
27Febr.1
20125
7112
8(13
20(24
Maart
3 Mrt. Febr..
Maart
Maart
Juli

Am8lerdam
Partic.disc.
33(
4
_7(
8

3314_7


3314.715
Prolong.
331
4

331
4
.411
4

3
11
(16.
7
(8
3314-4 31j
3
.31
4

3I1-
9
11
3l14_314
2118..u116

211
2
-3
3
1
19-
3
I1
211
4
314

Londen
Daggeld
. .
311
3
1
144
1
12
3-4
1
1
3
1
14..4
1
(3
3I4-5
3-5
1
3
14-2
Partic.
disc.
4
5
/32-
3
/16
4
132-1,6
4I3211s
4
1
18_31
1
6
4
1
1j_
8
1
4I16-1,6
21(
4
.31
4

Berlijn
Daggeld ..
61/8
6
1
139
6-10
4-71
2
37
56113


Partic.disc.
30-55 d..
.
6
5
/s
651
5
_31
4

614
2314

61(s-3(9
42/q814
5

56-90 d..
.
6
1
1s
6
2
15-
3
;4
611
2
31
4

6
1
18-319
41
I2
5
211_11
Waren-
wechsel.
6I8-7
61-7
6
1
/-7
6(-
7
/
47I8-5
61
4
_31
4


New York’)
Cali money
4
1
/4.
1
/2
4
1
14.
1
13
41
14_
8
14
4.
1
12
4.11
4

43j
4
1
3
14.2
1
12
Partic. disc.
351 351
s

351
3
1
19
1

3314
1

314

11

11
Cail money-koers van 9 Maart en daaraan voorafgaande weken tlm
Vrijdag.

WISSELKOERSEN.

KOERSEN IN NEDERLAND.

Da a
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Bafavia
York

*) •,)
•.)
1)

6 Mrt. ‘1928
2.489/,
12’12H
59.41
9.774
34.85
100.
7

,,

1928
2.48.j
12.125/
8

59.40
9.77k
34.65
LOO
8

,,

1928
2.4851
10

12.12
0

59.424
9.774
34.654
100
9

,,

1928
2.48k
2•12rv

59.39 9.774 34.65
100 10

,,

1928

12.12k
59.40
9.774 34.65
100
12

,,

1928
2.48k
12.12
59.41
9.78
34.65
100 Laagsted.w.1)
2.4871,
5

12.12%
59.374
9.76 34.62
99%
Hoogste d.w1)
2.48s
12.127
59.45 9.80
134.68
10034
5 Mrt. 1928
2.489,,
12.12h
59.394 9.774
34.644
100 27 Febr. 1928
2.48h
12.121
59.35
59.26
9.774
48.-
34.63
34.59
99431,
0

100
Muntpariteit
2.48%
12.10%
1

Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
•.
J
rest
1)

6 Mrt. 1928
47.86 35.02%
7.374 1.524
13.11
41.66
7

,,

1928
47.85%
35.02%
7.374
1.524
13.14
41.55
8.

,,

1928
47.85%
35.02%’
7.374
1.524
13.14 41:72
9

,,

1928
47.85
35.-
7.374
1.524 13.134
41.57
10

,,

1928
47.85
35._
7.364
1.524
‘-

12

,,

1928
47.85
35.-
7.374
1.524
13.1.3
41.93
LaagstecLw.1)
47.8234
34.90
7.34
1.50
13.10
41.45
Hoogste d.wl)
47.88
35.20
7.40 1.55
13.174
41.974
5 Mrt. 1928
47.85
35.0234
7.374
1.524 13.12 42.01
27 Febr. 1928
47.85
35.02%
7.3711
1.524
13.164 41.93
Muutpariteit
48.-
1
35.-
1


148.-
48.-
48.-

Data
Stock-
Kopen-

s o
)
Hel-
Buenos-
Mon
holm )
hagen)
f
s
05

)

Aires’)
treal
1)

6 Mrt. 1928
88724
66.60
66.221
6.26
106s/
2.4881
8

7

,,

1928
66.724
66.60
66.224
6.26
106’1
2.48a/
8

1928
66.70 66.60 66.224
6.26
106s1
2.48
3
!
9

,,

1928
66.70
66.574
66.224
6.26
106%
2.481
10

,,

1928
66.70
66.60
66.20 6.26

106%
2.48’1
12

,,

1928
66.70
66.60
66.224
6.26
10634
2.48’1
Laagsted.w.l)
66.65
66.524
66.124 6.24
106ij
s

2.481/
s

Hoogste d.w
1
)
66.75 66.65 66.25 6.28
106%
2.481
8

5 Mrt. 1928
66.724 66.60
136.224
6.26
1063/
8

2.4834
27 Febr. 1928
66.724
66.60
66.224
6.26
106%
2.48
Muntpariteit
66.67 66.67 66.67
6.264
105’1
2.48%
S) Noteering te Amsterdam.

) Noteoring te Rotterdam.
Particuliere opgave.
Wettelijk gestabiliseerd tusschen
7.534j
en 7.21113.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

14 Maart 1928

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

239

KÛERSEN TE NEW YORK. (Cable).

D a a
Londen
($ per £)
Parijs
(8
p. IOOfr.)
Berlijn
($ p. 100 Mk.)
Amsterdam
(8 p100 gld.)

6 Maart 1928
4,87181
86

3,933/
9

23,90k
40,23

7

1928
4,87i81
3,93
8
18
23,90k
40,23%

8

1928
4,8771
8

3,93
8
18
23,90
7
18
40,23%

9

,,

1928
±,88
3,93%
23,9034
40,24%

10
1928
4;871,

3,93′
23,9081
8

40,24

12

,,

1928
4,87i5
3,93w
23,90%
40,23%

14 Maart 19271


– –
Muntpariteit ..
4,8667
19,30
23,81%
4031
86

KOERSEN TE LONDEN.

Landen
Plaatsen en

INoteer/ng-125
eenheden
s

Febr.
1928
3
Mrt.
15110
1928
Maart
1928 110
LaagsteHoogsieI
Mrt.
1928

Alexandrië.
.
J?iast. p.
97
1
<
974
971
9791
9734

Athene

,. ..
Dr. p.
£
369
36811
8

367% 369 368

Bangkok …
Sh.p.tical
1j10
‘ 110
f
5
9

1110
6
15
11108/
8

1110
15
Budapest
.
..
Pen. p.
£
27.901 27.891
27.88
27.92
97.90

B. Aires’).
d. p.
$
4757J,
4771
471
18
Calcutta

.
Sh
.
p. rup.
1/565/
54

1/5G3/
1/568
1
64

1 /6
1
/
64

16

Constantin..
Piast.p.
£
96711,
970 950
975
957%

Hongkong …
Sh. p.
$
21071
21031
8

2/08/
8

20
15
II

2/0
18

Kobe

…….
1/11
1111
1
1
5

1111.
5

1111
1111

Lissabon’)
. .
d
.
per Esc.
251,6

9/
82
2%
25116
2171

Mexico
.
..
d.per$

.Sh.p.yen

24 24 23
25
24

Montevideo’)
d. per
$
51
5071
8

50
51% 50%

Montreal’)
.
$
per
£
4 88
4.88
7

15
487”
15
4.88% 4.88

R.d.Janeiro
1)

d. per Mii.
559e
64
5581
64
5591
64
5151
16
5″i
Shanghai
..
.
Sh. p. tael
217i1
2/71/,,
2:6
8
/
4
27
TI
078/
82
Singapore. ..
id. p.
$
2/4’/,
2/3
29
/
32

2/311/
16
2 338
15
2J37
1
Valparaiso
9. $
p. 39.39
39.38
39.30
39.38
39.36

Warschau ..
Zi. p.
£
43.45
43.46
43.25
43.75
43.46
1)
lelegralisCo translert.
‘)J
ag.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)

Londen’)
N.York’) Londen
5 Mrt.

1928..

26a
l
,
16

57i,

5 Mit. 1928….
841111/
4

6

1928..

263/
85

5711

6

,,

1928.,.
84110%

7

1928.. 26%
57%

7

,,

1928….
84/11%

8

1928..

2631
571,

8

,,

1928…
84111%

9

1928..

26’1
57′

9

,,

1928….
84111%

10

1928.. 26%
5711,

10

,,

1928W…
54/11%

12 Mrt.

1927..

25
,
1
16

54%

12 Mrt. 1927….
84/10%

20 Juli

1914..

24851
88

59

20 Juli

1914…
.

84111

t)
In pence p. oz. stand.

)
Foreign
silver In 9c. p. oz. line.
3)
in sh. p. oz. One

STAND
VAN ‘s
RIJKS KAS.

Vorderingen.

1
29 Febr. 1928

1
7 Maart1928.

Saldo bij de Nederlandsche Bank
– –
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
/

31.524,27
t

510.894,6e
Voorschotten op ultimo Jan. 1928 aan de gem. op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
Inkomstenbelasting en opcenten op
de Rijksinkomsten belasting ……..
36941.746,91
,,

36.941.746,91
m
Voorschotten aan Surinae ……….
10.426.744,64
,,

10.530.480,64
Voorscnotten aan Curaçao

….

Kasvord. weg. credietverst.a/h. buiteni
,, 134.781.233,36

,,135.321.369,97
Daggeldleeningen

tegen onderpand
van Staatsschuldbrieven


Saldo der postrekeningen van Rijks-
,,

13.695.381,31

13.437.447,40
comptabelen

…………………..
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
T.

en

La)……………………………
Id. op andere Staatsbedrijven 2)

3.255.348,03

,,

3.055.348,03

Verplichtingen.

Voorschot door de Nederi. Bank….

/

953.642,10
f

8.362.115,05
Schatkistbiljetten in omloop’) ……..

103.526.000,-
,,
103.526.000,-


Waarvan direct bij de Ned. Bank..
,,
,,

22.930.000,-

Schatkistpromessen in omloop ……..25.210.000,-
..

,,

11.715.052,50
Zilverbons in omloop
…………….,,

11.599.500,-
Schuld
a.
d. Bank
v.
Ned. Gemeenten 2)
Id. aan

Ned.-lndië

………………
.,,

40.348.491,16
,,

39.527.930,80
Id. aan

Curaçao……………………….323.200,89
,,

373.428,89
17.862.200,94
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds’)
..

17.260.904.54
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2)..,,

57.496.479,78
,,
,,

55.231.190,30
,,

1.315.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven2)………1.315.000,-
Id. aan diverse instellingen
8)

…….
…5.034.758,51
,,

5.036.188,41
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op 1
Juli 1929.
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH.INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

3 Maart 1928
1
10
Maart 1928

Vorderingen:
Saldo
bil
‘s
Rijks kas
…………….
f39.948.000,-
/36.123.000,-
,,
5.914.000,-
,,
7.575.000,-

Verplichtingen:
Voorschot uit ‘sRijks kasaanN.-Indi8

Saldo bij de Javasche Bank
………..

Voorschot Javasche Bank aan N.-lndië


,,

150.000,-

.

,

150.000,-
Schatkistpromessen in
omloop ……..

Muntfonds..
32.327.000,-
1.252
000,-
,32641.000,-
1.006.000,–
Muntbiljetten in
omloop

………….
Schuld aan het Ned.-Ind. Idem aan de Ned.-lnd. Postspaarbank.
,, ,,

785.000,-
,,
,,

902.000,-

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
op
12 Maart 1928.

Activa
Binnenl.Wis-f’Hfdbk.
f

43.098.792,69
se1s,Prom.,

Bijbnk.
,,

1.054.838,84
enz. in
disc.I
Ag.sch.
,,

12.142.231,57

f
56.295.863,10
Papier
o.
h. Buitenl. in disconto.
.. . .


.


Idem eigen portef..
f
181.262.448,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.


181.262.448,-
Beieeni.ngen

Hfdbk.
f

41.213.810
01
nc1. vrsch.Bij bnk.

5.906.278 89
in rek.-crt.


Ag.sch.

,

62.774.790 30
op
onder
p.
f
109.894.884,20

Op
Effecten..
. .. ..


106.322.884,20
OpGoederenenSpec.
,,

3.572.000,-
109.894.884.20
Voorschotten a. h. Rijk

,,
6.289.680,47
Munten Muntmateriaai
,Munt, Goud
…. …..
f

67.719.455,-
Muntmat., Goud
… ,,
367.464.300,99

,f
435.183.755.99
Munt, Zilver, enz..
,,

26.547.194,52
Muntmat., Zilver..


461.730.950,51
Belegging
1
1

kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds

……………………,,
23.829.208,52
Gebouwen en Meub. der Bank
… ……
5.000.000,-
Diverse rekeningen
… .._. .. . .. ……..,,
31.093.231,34

Passiva.

f
875.396.266,14

Kapitaal
…………

….. ….. .. ..

f
20.000.000,-
Reservefonds
………

,,
7.027.840,39
Bijzondere reserve
……………

,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………

.
4.841.436,58
Bankbiljetten in omloop…………

,,
781.681.670,-
Bankassignatiën in omloop………..,,
500.501,15
Rek.-Cour.j Het Rijk


saldo’s:

Anderen.
f
36.938.300,82
36.938.300,82
•Diverse rekeningen
. .

…….. .-.. ..

,,
16.406.517,20

f
.

875.396.266,14

Beschikbaar metaalsaldo
……. … _.

f
297.454.982,71
Op de basis van
21

metaaldekking

,,
133.630.888,32
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is


1.487.274.910,-

Voornaamste posten in duizenden
guldens.

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Circulatie
opeischb.
Metaal-
kings
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo
perc.

12 Mrt. ’28
67.719
367.464 781.682
37.439
297.455
56

5

,,

1
28
67.724
367.464
796.958
36.961
294.603
55

27 Febr. ’28
67.730
367.464
776.516
48.286
297.140
56

20

’28
67.745
367.472 768.564
63 875
295.758
55

13

,,

’28
67.748
367.472 774.327
74:200
293.425
54

6

’28
67.743
367.478
795.361 69.353
290.062
53

14 Mrt. ’27
59.891
359.055
795.409
44.724 278.099
53

25
Juli

’14
65.703 96.410
310.437
6.198
43.521
1
)
54

Totaal Schatkist-
B ee-
Papier
Diverse
Data
bedrag
disconto’s
promessen
rechtstreeks
nien g
op
het buiten!.
reke-
ningen
8)

12 Mrt. 1928
56.296

109.895
181.262. 31.093

5

,,

1928
59393

124659
181206
28067

27 Febr. 1928
64633

115.554 181.603
27.515

20

1928
69 951

110.459
190.675
t5.484
13

1928
79.459

113.427
190.553
28M54

6

1928
89.468 108.594
185.474 44.141

14 Mrt. 1927
98.631

130.502
146 247
53.374

25 Juli

1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509

) up ae basis van ‘I& melaaluekklng. ‘; OIUzIpost activa.

SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste oosten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Andere
opeischb.
Discont.
D

rk
nge
e
nz

4 Febr. 1928..
1.105
1.606
613
859
412

28 Jan.

1928-
1.111
1.428
511
848
391

21

,,

1928-
1.111
1.403
522 866
398

14

,

1928..
1.100
1.470 570
.

844
418

7

,,

1927-
1.108
1.582 592
855
432

5 Febr. 1927-

1.000
1.582
548
963
476

5
Juli

1914.
.
645
1.100
560
735
396
‘) OIUJLj)USL UC6 4CIIV4.

240

ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1923

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. De saniengetrok-
ken cijfers der laatste
weken
zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
J
Circulatie
1
opi

sc

b.
1
schulden
Irn.a’l
1

saldo

3Mrt.1928
T19,500
309.300
42.800
122.080
25Fbr.1928
192.000
309.400
1

40.200
122.080
18

,,

1928
191.300
312.400
1

44.800
119.860

11Fbr. 1928
173.755

ijï
317.445
40.375
121.061
4

,,

1928
173.766

18.394
314.554 44,934
120.671
28Jan.1928
175.835

18.474
314.890 45.109
122.726
21

,,

1928
178.060

18.081
318.243
46.611 123.568
5 Mrt.1927
195.319

30.569
306.987
56.951
154.Ô52
6Mrt.1926
202.848

39.753
338.434
54.315
184.688
25
Juli
19141
22.057

31.907
110.172 12.634
4.842
2
)

Data
i

Dis-
Wissels,
buiten
1
Belee-

1
Diverse
Dek-
kings-
Conto’s
N.-Ind.
ningen
reke-
percen-
betaalb.
1
ningeni)
far’,’

3 Mrt.1928
143’100
.
•••
55
25 Fbr. 1928
145.200
55
18

,,

1928
149.100
54

11 Fbr. 1928
12.775
.
29.530
94.141 35.112
54
4

,,

1928
12.678
28.454
97.880
34.036
53
28Jan.1928
12.788
29.714
95.878
32.871
54 21

,,

1928
12.872
30.471
100.772
30.154
54
5 Mrt.1927
13.536
19.670
70.330
41.162
62
6 Mrt.1926
8.799
20.006
42.594
80.811
62
25 Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘)
Sluitpost
activa.

2)
Basis
2/

metaaidekking.

BANK VAN ENGELAND.
Voornaaimste
posten, onder bijvoeging der Currenoy Notes,
in duizenden vonden sterling.

Data

Metaal Circulatü
1 1

Currency Notes
Bedrag
1
Bankbil/. Qov. Sec.

7 Mrt. 1928 157.898 135.115 289.839 56.250 240.210,
29 Febr. 1928 157.250 135.349 287.480 56.250 237.550
22
,,
1928 157.918 134.068 285.810 56.250 235.681j
15
,,

1928 157.997 134.282 287.199 56.250 237.174
8
,,

1928 157.565 135.267 289.060 56.250 238.978
1

,,

1928 155.878 135.836 288.423. 56.250 239.140

9 Mrt; 1927 150.753 137.057 286.150 56.250 235.193
22 Juli 1914 40.164 29.317

I
t
00v.
1
Other
1
Public
1
Other
Dek..
Data

Sec

Sec.

Depos.
1
Depos.
Reservel

7 Mrt. ’28

31.7621

55.322

8.462

102.879
42.533 38J
29Febr.’28

30.6831

54.587
.10.140

98.507
41.650 3851
t
,
22

,,

’28

31.903

52.276
15.033

94.538
43.600 39%
15

,,

’28

36.296

52.508
12.970

101.137
43.465 •38
8

,,

’28

35.576

53.197
15.351

97.305 42.045 3751
t6

1

,,

’28

35.258

55.027
14.341

97.583
39.792 35 9 Mrt. ’27

31.223

73.690
16.159

103.922
33.446 27?/
22 Juli ’14

11.005

33.633
13.738

42.185
29.297 52
1)
Verhouding
tusschen Reserve en Deposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten
iii
millioeueu

francs.

Data
Goud
Waarvan
in het
Zilver
Te goed
in het
1fi
Waarv.
op het
i
b.Itenl.
e ee-
buitenl.’)
buiten,!.
se 1
ningen

8 Mrt.’28
5.544
1.864
343
56
1.505
13
1.797
1

,,

’28
5.544
1.864
343
57
2.055
10
1.705
23 Fbr.’28
5.544
1.864 343
55
1.692
10
1.716
18

,,

’28
5.544
1.864 343
55 1.401
9
1.722
9

,,

’28
5.544
1.864
343
54
1.466
10
1.768
10 Mrt.’27
5.548
1.864
342
88
2.936
13
1.979
23 Juli
1
14
4.104

840

1.541
8
769

Buit.gew.
Schat-
,.

g.
C
oT
Data
voorsch.
ajd. Staat
kistbil-
Jetten
sen
Circulafie
~Rek a ti
lferen1
Staat

8Mrt.’28
23.200
5.926
26.893
59.271 7.829
121
1

,,

’28
23.500
5.914
26.298 58.433
7.710
28
23Fbr.’28
22.550
5.912
26.562
57.952 8.224
124
16

,,

’28
22.800
5.906
27.349
58.269
8.831
126
9

,,

’28
23.10.0
5.894
27.092
57.765
8.491
155
10Mrt.’27
29.300
9.308
9.307
52.784 3.360
59
23 Juli’141
– –

5.912
943
401
1)
Waarvan
beschikbaar
463
millioen.
2)
In disconto genomen wegens voorach. v.
d. Staat aan
buiten!.
regeeringen.
2)
Sluitpost
activa.

EFFECTENBEUR2EN

Amsterdam, 12 Maart 1928.
De
meeste
fondsenmarken
zijn in de
achter ons
liggende
berichtsperjode onregelmatig gws4. Met naîme geldt dIt
vast de beurs ‘te B e r 1
ij n, waar
in den aanvang van de
berich.tsweek de stemming bepaald 1uste1oo ‘is geweest, om
later, onder den invloed
van
verschillende factoren,
een
herstel te ondergaan. De lustelooze tendens is voorname-
lijk in het leven geroepen door de moeilijkheden met de
werknemers, welke in verschillende bedrijven een dreigend
karakter hebben aangenomen, zondej dat de zekerheid be-
staat, .dat de desbetreffende regeeringsoonimissarissen de
beide
partijen tot Overeenkomst zullen kunnen brengen.
Later is een verbetering van het algemeene koerspail inge-treden, toen bleek, (lat kunstzijtle-aandeelen sterk gezocht
waren. In de overige aancieelen was echter voornamelijk
de beroepshan.del aan het woord, welke uit den aard der
zaak met geringe winsten genoegen neemt en op
deze
wijze,
na een licht herstel,.
vaak
door real’i.sat’ies weder een ach.
t.eruitgang veroorzaakt.
Te L o n d e n is de stemming eveneens tamelijk onregel-
matig geweest. Op ‘den voorgrond stonden ,,gilt-edged’
fondsen en aan deelen in bin.nenl.andsche Spoorwegen; in beide afdeelingen is een verbetering van eenige beteekenis
naar voren gekomen. De verdeelde tendens is in de
eerste
plaats aan den
dag
getreden bij aandeelen in luclustrieele
ondernemingen. Allerlei geruchten hebben de ronde gedaan, in ‘welke nu eens aanleiding tot koopen, .dan weder tot
ver-
koopen werd gevonden. Bepaald lusteloos waren aandeelen
•in ru’bberondernemingen;
ondanks
de hoop, welke men om-
trent het

eventueel gewijzigd

voortbestaan van het
stelsel..Stevenson koestert, schijnt men in .het algemeen
‘de overtuiging te zijn toegedaan., dat aan een belangrijke
stijging van tIen ‘ru’bberrijs niet behoeft te worden kedacht.
Te P a r ij s is de beurshandel
tot
bijzonder geringe ver-
houdingen ingekrompen.
Noch
van binnenlandsche, noch
van buitenlandsche zijde bestaat eenige belangstelling. Men
schrijft, dit gebrek aan
lust
om iets te ondernemen toe aan
de onzekerheid, welke ten
aanzien
van de f.inancieele poli-
tiek .der regeering bestaat. De uitingen van den
beer
Poin.
car6 hebben er wel op gewezen, dat de stabilisatie van het
ruilnaiddel zoo spoedig mogelijk verwacht zal ‘kunnen wor-
den, doch daar niet is medegedeeld, ‘wanneer dit. ‘zal
geschie-
ten, geeft men de voorkeur aan een afwachtende houding.
Te N e w Y o r k is de stemming tegen
het
einde
van
de
berichtsweek opgewekt geworden. Men ‘is van meening, dat
een uitgebreide blanco positie in verschillende fondsen is
opgebouwd en ‘heeft hieruit de gevolgtrekking gemaakt, dat
de markt gemakkelijker zal kunnen stijgen dan dalen. In
verband hiermede zijn verschillende aankoopen uitgevoerd,
welke inderdaad het ‘koerspe’il vrij sterk omhoog hebben
gedreven.

De markt te ‘n o n z e
ii
t is grootendeela beheerscht door de koersfluctuaties in ‘de rubberafdeeling. Een uitzondering
dient te worden gemaakt voor de
beleggin.gsafcleeling,
waar
uit den aard der zaak geheel andere overiwegingen hebben
gegolden. De belangstelling, zoowel voor oude beleggings-
papieren, als voor juist gelutroduceerde fondsen, is om-
vangrijk gebleven, zoodat de stemming over het algemeen
bevredigend kon worden gedoemd. 6 pCt. Ned. Werk.
Schuld 1922 105%, 105/15, 105
5
/8; 4% pet. Ncd. Werk.
Schuld 1917:
10
0%, 100U/16,
1007/,
100%; 4% .pCt. Ned,.
Indië 1926: 98%, 98
9
/10, 98
38
; 5 pet. ‘Mexico
$
100-1000
(afgest.)
:
91132,
8% (ex coupon), S
°
/is; ‘5
pCt.
Mexico goud
£ 20-100: 39 (ex coupon); 5
pCt.
Brazilië 1903
£
100: 85%,
84%; 8 pCt.
Sao
Paulo 1021: 107, 106%.
De
r&,,ber’r&wrkt
daarentegen was gedecideerd flauw. Op
enkele dagen had het .vel den schijn, alsof eenige steun in
de markt
was
gekomen, doch al spoedig ibleek dan, dat van
kooplust in eenigen omvang geen sprake was en daalde het koersni,veau dientengevolge verder. Vooral op den laatsten
‘dag
van de berich.tsperiode zijn ruime verkooporders in de
markt gekomen.
Niet
‘alleen de voor groote variaties vatbare
minder oouran.te soorten, doch ook aan.deelen
Amsterdam
Rubber betaalden toen den tol aan de algemeen lustelooze
stemming, zoodat .de markt op het ‘laagst bereikte punt de
week heeft verlaten. Amsterdam Rubber: 2727%, 261%,
256%, .252%; Deli BatavïaRubber: .205, 191%., 184; ifessa
Rubber: 370%, 360, 353%, 365, 350; Indische Rubber:
311%, 303%, 307, 315, 307; Kadi Telepak: .291, 280, 286,
289, 286; Kendeng Lemboe: ‘37.2%, 357, 358%, 355, 350%;
Majanglanden: 315, 310, 305, 313, 312; Ned..Ind. Rubber
en Koffie: 301, 290, 297, 293; R’dam Tapanoeli: 147%,
1.42%, 147%,
14
0%; Serbadjad.i
.
271, 254, 258, 244%; Su-
matra Caou’tchouc: 202%:, 200, .208, 203; Snmatra Rubber:
249, 240, 231%, 231; Ver. md. Cu.ltuurontl.: 170%, 162%,
167, 161%,; Intercontinental Rubber: 15/
16
,
15h1
1
,
14f32

14 Maart 1928

ECONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN

241

Hiertegenover zijn in enkele andere afdelingen. wel ver-
beteringen op te merken geweest. Aanvankelijk was ook
de
tabaksrnarkt
in reactie, doch naarmate de datum van de eerste voorjaarsinschrijving voor Sumatratabnk – 16 Maart
– naderde, bleek eenige kooplust te ontstaan, zoodat een
v.ei’beteri.ng, kon untreden. Desondanks zijn dekoersverschil-
lan per saldo niet al te groot geworden. Arendeburg: 650,
649, 644, 634; Besoeki Tabak ‘Mij.: 515;- Deli Batavit:
59434, 588%, 604, 602; Dcli Mij.: 468, 462, 4653Ç, 459%;
Ngoepit: 453, 447, 440, 448; Oostkust: 254, 244
3
/
t
, 247%,
236; Se.nembah Mij.: 514, 510, 544, 506.
De
suikermarkt
is bijna, volkomen tot rust gekomen, na
•de schokken, welke zij, in verbaad met de obligatie-ui’tgif te
van de H.V.A., te doorstaan heeft gekregen. Aandeelen
H.V.A. zelf thebben nauweljks van eenige variatie blijk ge-
geve, terwijl voor de overIge soorten uit (leze afdeeling
‘de stemming eerder beter is geworden, in verband met de
vaste houding van de Cubaprjaen en de voortdurende ver-
koopen door de V.J.8.P. Cultuur Mij’, der Vorstenlanden:
183%, 182%, 184; H.V.A.: 769, 760, 77134, 772; Javasche Cultuur Mij.: 403, 404, 401, 409, 407; Kaiïbagor: 450, 452,
455; Maro’n: 279, 275, 270, 272; Ned.-Ind. Suiker Unie:
296, 295, 297%, 298; Poerworecijo: 121%’, 121¼, 122%,
121v/s; Sinclauglaoet:
40,
455, 465; Tjepper: 815, 790, 810.

De
pet’rolewinafdeeliiug
heeft ‘zich op den achtergrond be-
wogen. Bij uiterst kleinen handel zijn de koersverschillen
voor aandeelen KonInklijke Petroleum Mij. ook bijzonder ge-
ring gebleven. Dordtsche Petr. md. Mij.: 323%, 321, 324%,
324%; Kon. Ned. Petr. Mij.: 344%, 343%, 346%, 346
5
/8;
Perlak Petr.: 77%, 77,78; Peudawa: 27%, 27, 6% ; Mar

land Oi.1: 05
5
/8,
34%,
3511110,
3534
Meer aandacht hebben
aandeelen i,i industrieeic onder-
neniingen
getrokken. In overeenstemmin.g met de tendens
van de geheelo markt is hier aanvankelijk aanbod ontstaan, w’aarvan de uitwerking aleh het sterkste heeft doen gevoe-
len in aandeelen Philips en in de margarinesoorten. Voor
beide fondsen is echter spoedig een verbetering ingetreclen,
welke het geheele nadeelige koersverschil vrijwel heeft ge-
nivelleercl. Kuiistzijtlesoorten waren vooral tegen het einde
van ‘de beriehtsweek sterk gevraagd, in verband met de
reeds vermelde houding van dergelijke aaadeelen aan de
beuTs terBerlijn. Centrale Suiker Mij.: 104%’, 103¼, 10534, 102; Hollandsche Kunstzijde Industrie: 168
5
/á, 170%, 174%,
179%; Jurgens: 270%, 265%, 267, 266%.; Mackubee:
142
3
/8,
140, 14534, l46/s; Mijnibouwkundige Werken: 117%,
119, 116% (ex claim), 116; ‘Ned. Kabelfabrieken: 477, 475,
471, 485; •Necl. Kunstzijdefabr.: 426, 422, 428%, 436%,
44334; Philips Gloeilampenfabr.: 563%, 548 %Ç 559, ‘560;
Ziveedsche Lucifer Mij.: 363%, 360%, 353%, 352, 360.
Voorts is ‘iets van beteekenis omgegaan in enkele
,,publ’ic
utilit1j” aande.ele’n,
zooals A.N.I.E.M., Nederiandsch mdi-
sche Gas Mij., Cities Service, enz. ‘De stemming was hier,
na een aanvankelijke daling, opgewekt. Aniem: 328%, 322,
328%, 331; ‘Ned.-Ind. ‘Gas Mij’.: 282,
270%’,
277, 278%.
De
scheepvaartnsarkt
was stil en zonder noemenswaar-
dige koersveranderingen. Holland-Amerika Lijn: 85¼,
84%; Java-China-Japan Lijn: 136, 136%, 135%, 135; Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 95%, 94, 94%; Ned. Scheepv. Unie: 206, 207%, 205%, 206
34,
205%; Niëvelt Goudriaan: 133,
133%, 131, 130; Stoomv. Mij. Nederland:
197%,
196, 197%.
Van
mijnaendeeleu
zijn alleen aandeelen Algemeene Ex-
ploratie Maatschappij eu Boeton in eenigszins ruime mate
verhandeld. De vraag was zoodanig, dat een kleine voor-
uitgang van den koers kon worden geregistreerd. Alg. Ex-
ploTatie Mij.: 847%, 86%, 83%, 87; Bill.iton le Rubriek: 952,
945; Boeten Mijnbouw Mij: 168%, 165%, 169%; MUller &
Go’s Mijnb. Mij.: 01
2
/8,
90, 91
3
/8;
Red.jangLebong: 141%,
140
1
/2,
140; iSingkep Tin Mij.: 433, 428, 426.
De afdeeling voor aandeclen in bankiivstellingen
is rus-
tig gebleven en afhankelijk van slechts geringe orders.
A’dam Bank: 187, 186%, 184,
186%;
Incasso Bank:130,
129%; Koloniale Bank: 267%, 271%, 267, 271; Ned.-Ind.
Handelsbank: 178%, 176%, 178; Ned. Handel Mij. C. v. A.:
174%,
172%,
173%; R’damsche Bankve.r. 103%, 104%, 104.
De
Amerikaansche
markt heeft, na ‘de krachtige koers-
stijging te New York, eenige aandacht aan onze ‘beurs ge-
trokken. Wel is de handel gering gebleven, doch er bestond
een lichte neiging tot koopen, waardoor de koersen hier
af en toe vooruitliepen op de verdere verbetering, welke
van de markt te New York werd verwacht. American Can.
Cy.: 318% (ex div.); Anaconda Copper: 110%, 108¼,
109%, 109%; Cit.ies Service: 285, 287%, .290; Studebaker:
637%, 63% (ex ‘div.), 62%, 63¼, 61%; United States Steel
Corp.: 1417/
s
, 143¼, 1467%, 145
15
1
j
; Atchison Topeca:
183%, 183 (ex div.), 183%; Baltimore & Ohio: 112 (ex ‘div.),
11234, 111%’, 112%; Erie: 53%, 53%, 53tf18; St. Louis &
San Fransisco: 113, 113%, 116% ; Union Pacific: 191, 193,
192; Wabah Railway: 60%, 61
1
1,
61%, 60%.

GOEDERENHANDEL.

GRANEN.

13 Maart 1928.

Da Eni:opeesehe tar.weinarkt had (leze week weder een
levendig aanzien. Reeds .dadelijk in het begin derweek wer-

‘leui omvangrijke zaken gèclaa.n in Ecgeland,’ waarbij’ Cana-
.deesche tarwe een groote rol vervulde. Tot dezeii 1 linken
koopluit in Engeland hadden vaste markten van liet einde
der vorige week in Noord- en Zuid-Amerika ‘bijgedragen,
doch toen op 6 Maart wegens een hooge raming van den
bij de boeren in de vereenigde Staten nog aanwezigen voor,-
raad en betere berichten over
(10fl
stand der nieuwe Amen-kaansche winte:rtarwe eenige reactie aan de Ameri’kaansche
termij’nmarkten intrad, leidde die ook in Engeland tot een
afname der zaken. Op het vasteland echter bleef men in
ruime mate met inkoopen voortgaan en vooral trok het de
aandacht, dat vrijwel ‘geheel West-, Centraal- en Zuid-
Europa aaii de zaken deelnamen. Zelfs naar “Spanje werd
vrij ivat ‘tarwe verkocht en ook ‘de meer OosteJijke landen van de Middellandsche Zee, waarbij Griekenland, kochtmn
,ov.erzeesche tarive. Op deze algemeene Europeesche vraag
reageerden de markten in cleuitvoerlapclen spoedig weder
met prijsverho’ogingeii, lie in het n’iiclden (ier week ook in
Engeland den kooplust weder’ aanwakkerden, zooclat daar
spoedig w’ader zeer groote zaken werden gedaan. ‘Nu was
liet in veel sterkere mate ‘clan te v6ren Austra.lische en
Argentijnsche tarwe, welke werden gekocht, nadat op de
voorafgalande (lagen de zaken in Platatarwe voornamelijk
naar liet vasteland waren gedaan. Dat zooveel Australische
tarwe werd gekocht was vooral het gevolg van de omstan-
digheid, dat in verband met den kleinen Australische’n oogst
en de lage tarweprijzen het aanbod uit Australië zeer klein
was en voor het vervolg slechts op kleine verschepingen
iVordt gerekend. Ecriige vermindering onciergingen later de
zaken naar Engeland. weder, hetgeen voornamelijk als re-
actie moet h’ord’en ‘beschouwd ‘na den grooten omzet van de
vorige dagen, doch ook samerigalhangen heeft met seen
groote verschepingen uit Argentinië, terwijl desondanks de
voorraden iii de Argentijnsche havens nog weder aanzien-
lijk toenamen. Hierbij dient echter te w’orden genoteerd,
dat zij. nog vrij wat kleiner zijn dan het vorige jaar om
dezen tijd. In geheel Europa bleef ook, nu echter de vraag
naar tarwe vrij levendig met vaste markten in de uitvoer-
landen. Een uitzondering maakte de termijnmarkt te
Chicago, die dcii invloed ondervond van de groote Argen-
tijnsche verschepingen en van de omvangrijke hoeveelheid,
welke nog bij de boeren in de Vereenigcle Staten van den
laatsten oogst aanw’ezig is. Ook had tot cle voorafgaande
prijsstijging te Chicago een bericht over dan slechten stand
van den oogst in Duitschla’nd meegewerkt, welk bericht later
niet juist bleek, want over den stand van het Duitsche
wuntergraan valt niet te klagen. Bovendien werden de
‘meeste soorten tarve uit de Vereenigde Staten in Europa
‘als te duur ‘beschouwd tegenover andere soorten. Win.nipeg ‘daalde echter slechts zeer weinig en in Argentinië bleven de
termijumarkten vast met geleidelijk stijgende prijzen, als
gevolg van cle algemeene flinke vraag in’Europa cii het voor-
uitzicht, dat deze in haar vrbeterden omvang nog geruimen
tijd zal blijven bestaan. Op 12 Maart waren alle termijn-
markten in Noord- en Zuid-Amerika voor tarwe weder hoe-
ger. Chicago sloot echter nog
/2
t 134 dollarcent pen 60
lbs. lager dan een w’eek tevoren, terivijl te Wih.nipeg die
verlaging ¼ t % bedroeg en de Argentijnsche termijn-
markten 15 t 20 centavos per 100 K
.G. zijn gestegen.

R o g ge was oo’k deze week weder zeer vast. De verschepin-
gen zijn echter sterk toegenomen en bedroegen niet minder
dan 205.000 quanters, terwijl ‘den laatsten tijd cle wekelijksche
verschepingen uit ‘Noord-Amerika en Argentinië tezamen
gewoonlijk niet meer bedroegen dan 30.000 tot 80.000
quarteis. Bijna de helft van de ditmaal verscheepte hoeveel-
heid was uit Argentinië afkomstig, terwijl van het restant
bijna alles door de Vercenigcle Staten werd geleverd. Reeds
deze toename der verschepingen en van de Europeesche
vraag was voor Chicago voldoende aanleiding om zich op het hooge prijspeil, dat in het ‘begin der week was bereikt,
vrijwel geheel te handhaven. Wel trad in den loop der week
eenige verlaging in, doch de markt sloot toch in vaste
stemming. Maart was ten slotte 1¼ dollarcent ‘per 56 lbs.
gedaald, doch Mei sloot
34
hooger.
Het is ivel een verivonclerljk verschijnsel, dat juist bij de
sterke prijsstijging, welke ‘den laatsten tijd voor rogge heeft
plaats gevonden, de Europeesche vraag eno groot blijft,
ofschoon toch (le roggeprijs zich nu aanmerkelijk verheft
boven dien van vele der meeste verhandelde tanwesoorten.
In m a ï s is over liet algemeen de omzet clan’ laatsten tijd
tengevolge der hooge prijzen niet meer zoo groot als eenigen
tijd geleden het geval was, doch ‘bij de kleine verschepingen

242

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1928

en de waarschijnlijkheid, dat zij zich, vÔÔr de nieuwe Plata-
mais beschikbaar komt, niet meer belangrijk zullen kunnen
uitbreiden, blijft spoedige mais zeer vast. Verschillende
soorten zijn in den loop der week in prijs gestegen. Speciaal
geldt dit voor Platamais, waarvan de verschepingen deze
‘week uiterst klein waren (zij bedroegen slechts 69.000 quar-ters) en geheel op kosten van de in de Argentijnsehe, havens
aanwezige voorraden tot- stand kwamen. In de Vereenigde
Staten was mals niet vast ‘en te Chicago hebben de prijzen’
zelfs eenige ‘verlaging ondergaan. De aanvoeren •naar de’
Ameri’kaansche kustplaatsen zijn echter slechts klein en dien-tengevolge ondergingen de prijzen, welke yoor Noord-Amen-
kaansche mais naar Europa werden gevraagd, slechts weinig
verandering. Op 12 Maart was Chicago vaster en he.t slot
was slechts weinig lager dan een week tevoren. Ruim
3

100.000 quarters maïs zijn (leze week uit Amerika naar. Europa verscheept. Ook nu weder was de grootste helft
daarvan voor Nederland bestemd, doch de verschepingen
naar Engeland onderginge een vermeerdering, terwijl ook
naar Duitsebland meer Noord-Amerikaansche maïs werd.
verscheept, en daarheen tevens meer nieuwe zaken tot stapd:
kwamen. In Nederland is men daartoe nog niet weder over
gegaan en de zaken in Noord-Amerikaansche mais blijven,
daar vrijwel geheel tot verkoopen door wederverkoopers be-‘
perkt. Zeer goede belangtelling bestaat in Nederland nog
stee ‘s voor mais uit Oost- en Zuid-Afrika, waarvoor de
prijzen nog als zeer matig te beschouwen zijn en ook Neder-
landsch-Tnd’ische maïs werd deze week in Nederland gaarne
gekocht tot stijgende prijzen, vooral wat gele Javamaïs be-
‘treft.• Vast is de markt voor nieuwe Platamais in Argentinië
geweest. Door regenval werden vooral voor spoedige ver-
sch’pingen van nieuwe Platâmaïs hoogere prijzen gevraagd.
en aan het einde der week en op 12 Maart kwamen tot,
slechts weinig beneen het voor spoedige maïs geldende
prijspeil ruime zaken tot stand, vooral naar Antwerpén. De
regen, welke den laatsten tijd in Argentinië valt, dientƒ
eigenlijk niet beschouwd te worden als ongunstig voor den
maïsoogst, doch daar hij waarschijnlijk den oogst zal ver-
tragen, evenals’ het beschikbaar komen van voldoend droge-maïs voor verscheping naar Europa, hebben toch de Argen-tijnsche ‘termijnmarkten daarop met prijsverhoogingen ge-
reageerd, die zoowel in Engeland als op het vasteland tot,
toe’ame ‘er zake’n hebben geleid. Dat nog niet dadelijk ge-,.
rekend behoeft te worden met kwantitatieve schade aan.
den Argentijnschen maïsoogst, blijkt uit de dezer dagen ge-.
publiceerde particuliere ramingen der opbrengst, die 39.1;
millioen quarters bedroeg tegen 37.5 millioen, waarop in
het vorige jaar, de. Argentij’nsche maïsoogst officieel is ge-
raamd. Die ram.ing is echter te laag gebleken. In den loop
der week is nieuwe mais aan de Argentijnsche termijnmark-
ten 15 h 20 centavos per 100 KG. in prijs gestegen. Van ‘den Donau is deze week weder wat maïs afgeleden.
en, tot stijgende prijzen komen nu en dan ook naar West–.
Europa enkele zaken in Donaumats tot stand, doch ‘het aan-,
bol blijft klein en gi’oote ‘verschepingen uit Roemenië kun-
nen voorloopig allerminst worden verwacht.

Noteerinen.

Chicago
Buenos Aires

Data
.
Tarwe
Mais

Haver
Tarwe Maïs
ILUnzaad
Mei Mei

Mei
Maart Maart
1
Maart

10Mrt.’28
‘1-36

)!93%
2
)

5451
11,35
2
)
7.80
2
)
15,15
2
)
3

,,

’28
1357181)1

937131)

5671
8
1
)
10,85

770
2
)
‘14,95
I0Mrt.’7
139v
4
Y
4

45s1,
11,30
2)
6,-
14,85
2)
lOMrt,’26
1597/
8

78%

397/
8

12.15
6,80
15,_
10Mrt.’25
187i1
3

130Jç

507/
8

16,85 10,10
23,70
20 Jti’1f’f
’82

.563/
5

36%
9,40
5,38
13,70
1)
per Mrt.
2)
per Mei

G e r st was aan d termijnmarkt te Winnipeg deze week
lager dan de vorige, ‘doch prijsverlaging op de Europeesche
markt is daarmede nauwelijks gepaard gegaan. Ten slotte
was Winnipeg ‘echter wat beter, doch in vergelijkig met de
noteering van 5 Maart bedroe
g
de prijsdaling toen toch nog
1%
t 2
1
, dollarcent per 48 l’bs. In Noord-Duitsnhland be-
stond wat meer kooplust voor gerst, doch anderzijds waren
naar Rotterdam’ toch nu en dan ‘weder Duitsche wederver.
koopers ‘met naar deze haven stooniende partijen Argentijn-
sche gerst aan de markt. De crisis in den Duitschen land.
bouw houdt een flinke verbetering van de Duitsche vraag
naar voedergranen nog steeds tegen, doch in Nederland is
de vraag naar gerst niet slecht en in Engeland en België
bestond meer belangstelling. Tegenover een afname der ver-
schepinge’n uit Argentinië stond een vermeerdering der
Noord-Amerikaansehe hoeveelheid en ook uit Noord-Af ri’ka
werd meer gerst afgeladen, evenals uit Roemenië, dat bij
de onlangs tot stand gekomen heropening der ‘scheepvaart,
ook in de eerstvolgende weken wel in wat ruimere mate
gerst zal afladen. Het aanbod uit Roemenië .blijft echter ‘bij
voortduring klein.

H a v e r is vast en in Du.itschland en Nederland werden
in Platahaver tot sterk stijgende prijzen meer zaken ge-
daan. Het aanbod in Platahaver is bij de verminderde ver-
schepingen aanzienlijk afgenomen en van andere soorten
blijft het aanbod eveneens klein. De bij de boeren in de Ver-
eenigde Staten nog aanwezige hoeveelheid ‘haver ‘is van ‘be-
perkten omvang en blijft bij die van vorige jaren ten achter.
Zoowel te Winnipeg als te Chicago echter is den laatsten
tijd de haverprijs aan de termijnmarkten nog al wat ge-
daald maar to’t zaken naar Europa heeft die verlaging nog
steeds slechts in zeer beperkte ‘mate geleid.

SUIKER.

De verschillende suikermarkten waren de afgeloopen week
kalm doch prijshoudend gestemd.
In A m e r i k a schijnen raffinadeurs na de groote in-
koopen van verleden week voorloopig weer voldoende ge.
dekt te, zijn; toch ging nog het één en ander om i’n ruw-
suiker. Op de termijnmarkt waren de fluctuaties gering en
‘de slotnoteeringen waren als volgt ‘.Sp. Centrifugals 4.46;
Mrt. 2.78; Mei 2.72; Juli 2.80; Dec. 2.96; Mrt. 2.80.
De ontvangsten in de Atlantische havens der V.S. be-
droegen deze ‘week 62.000 tons; de versmeltingen 52.000
tons tegen 64.000 tons in 1927 en de voorraden 254.000
tons tegen 217.00’0 tons.
Voor C u ‘b a en andere koloniale suiker werden prijzen
betaald om en ‘bij 2
5
/8
dc. c. & Ir. New York.
De laatste C uh a-s’tatistiek is als volgt:

1928

1927

1926
Tons

Tons

Tons
Cubaansche prod. tot 613 …. 1.700.000 2.012.280 2.019.867
Cubaansche consumptie tot 613

11.550

19.000

25.500
Weekontv. afscheephavens ..

222.598 215.334 195.110
Totaal sedert’ 1/1 tot 313 . . . . 1.188.127 1.467.464 1.697.038
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

12
Maart1 5 Maart 1 14 Maart
1928

1

1928

1

1927

Tarwe (Hardwinter II) …
1

14,50

14,60

15,25
Rogge (No. 2 Western) .

14,-

13,50

12,90
Maîs (La Plata) ………
2
235,-.

232,-

l64,_
Gerst (No. 2 barley)

.

253,-

252,-

219,-
Haver (Canada 3)………
1

13,70

13,50

11,75
Lijnkoeken (Noord-Amen.

kavanLaPlata-zaad),.’

15,_
1

15,-12,20
Lijnzaad (La Plata) …..

347,_

348,-

354,-
1)
per 100 KO.
1)
per 2000 KG.
5)
per 1960 KG.

AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam

Amsterdam
Totaal
Artikelen
4110 Maart

Sedert

Overeenk.
1928

1
927
4110 Maart
•Sedert


Overeenk.
1928′
1
Jan.
1928
tijdvak
1927
1928

1Jan.
1928

tijdvak
1927

‘66.131
396.190 336.160
4.613
,
13.055 12.634
409.245

348.794
Roggé

………..
‘4.730
25.193
46.750

,


25.193

46.750

Tarwe………………

597 6.291
6.068

-‘
67
6.291

6.135
34J22
223.546 306.523
8.420 55.697
55.184
279.243

361.707

Boekweit ………………

8.388
77.423
85.722

3.240
1.204

80.663

87.016

Mais ………………..

Haver……………..
,
.
4.158
46.810
21.574


630
‘46.810

22.204

Gerst

………………….

3.922
32.605
40.723
24.544
,
83.859
38.722
.116.464

79.445
5.702
48.246
30.190

450

,
48.696

30.190

Lijnza44

…………….
Lijukoek

………………
2.896
30.663 24.758
1.529
‘9.375
,

,
8.318
,
40.038

33.076
Tarwerneel

……………
iadere meelsoorten ….
436

,j
2.688
3.642

,
2.688

3.642

14 Maart 1928

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

243

Werkende fabrieken

170

176

175

Weekexport …………….80.093

82.277

114.954

Totale export sedertl/1 tot 313

375.2:13 631.674 932.619
Voorraad afscheephavens

812.894
835.790
764.419

Voorraad Binnenland

500.323 830 813 610.022

In En ge 1 a n cl was de termijnmarkt de afgeloopen week
over het algemeen traag gestemd, terwijl. de noteeringen
slechts zeer weinig ‘fluctueerden.
Op J a v a kwamen deze week verdere afdoeningen door
de Visp. lot stand van suiker uit oogst 1928 tot bekende
prijzen; in totaal bedragen hunne verkoopen uit dezen
oogst thans ongeveer 390.000 tons Superieur, 317.000 tons
Bruine suiker.
Voor tweedehanc1s-suker fluctueerden prijzen slechts
weinig. Volgens voorloopige gegevens bedroeg cle uitvoer van
Java gedurende Februari 120.250 Metr. tons.
H i e r te 1 a n d e was de markt in sympathie met het
buitenland deze week eveneens kalm gestemd. Het slot was
prijshoudend op de volgende noteeringen:
Mrt.
f 16%;
Mei
f
17.—; Aug.
f
17% en Dec.
f
175/8.
De omzet bedroeg deze week 3200 tons.

KOFFIE.

De stemming bleef vast bij grootendetels onveranderde
prijzen voor de Braziliaansche soorten. De prijzen van Pa-
lembang Robusta daarentegen liepen in Indië dagelijks
hooger en de noteeringen aldaar te lande zijn bij het afslui.
ten van dit bericht voor Maart-verscheping ongeveer 3 ct.
hooger dan de prijzén, waartoe een week geleden werd aan-
geboden. Deze rij.zi.ng
schijnt hoofdzakelijk toe te schrijven
te zijn aan dekkingsvrang van de zijde der Indische afla-
ders, .die zich voor de uitvoering van vroeger afgesloten
contracten voor een deel nog niet van de .benoodig le kof-
fie hadden voorzien en nu – genoodzaakt hij stijgende
prijzen aan cle markt te komen – het artikel veel sneller
opdrijven dan anders het geval zou zijn geweest. Het abnor.
male van den toestand komt ten .duidelijkste uit bij ver-
gelijking van de prijzen van Palembang Robusta met die
der andere en in elk geval betere ongewasschen Robusta-
soorten. Tegenover een rijzing van eerstbedoelde soort van
3 ct. staat een zoo goed als onveranderd gebleven noteering
van Benkoelen en MandheNug Robusta, waardoor zich thans
weder het merkwaardige geval voordoet, dat – althans in
Taclië – de prijs van Pa!embang Robusta slechts weinig
lager is clan de minstens eenige centen betere Mandheling
Bobusta en zelfs ongeveer 1 ct. hooger dan ‘de toch altijd
iets betere Benkoelen. Het gevolg hiervan is, dat aan de
consumptiemarkten de rij’zing van Palembang slechts o.p
een afstand gevolgd wordt en dat prompte verscheping on-
geveer 134 ft 2 ct. en stoomen’de koffie zelfs 2% ct. onder de Indische prijzen te koop is, terwijl reeds in Europa op-
geslagen koffie met nog grootor prijsverschil wordt aange.
boden.
Zooals hierboven reeds gezegd, bleven de prijzen in Bra-.zilië, zoowel voor Sa.ntos als voor Rio zoo goed als onver

anderil. Se:lert 1 dezer is de limiet der dagelijksche aanvoe-
t-en te Santos, die vanaf begin December 1927 op 30.000
balen was vastgesteld, door het Instituut tot Permanente
Verdediging van de Koffie gebracht op 35.000 balen, De
verwachting (uitgesproken in het weekoverzicht van 21 Fe-
bruari), dat’ deze aanvoeren weldra verhoog’:l zouden wor

den, is cltis spoe.:lig bewaarheid geworden. Reeds vroeger was
te dezer plaatse uiteengezet, dat de voorritad te tantos in den laatsten tijd tot zôsdanig laag cijfer was gedaald, dat
de uitvoerhuizen aldaar zich slechts met groote moeite kou-
den voorzien valt ‘de verschillende kwaliteiten, die zij nee-
dfg hadden om aan de reeds afgesloten contracten te kut,-tien voldoen. De verhooging van het cijfer der lagelijkscae aanvoeren heeft dan ook hoofdzakelijk ten doel dien voor

ras 1 weder eenigermate te doen toenemen en dit is dan
ook gelukt, want, waar deze iin het begin dezer maand op
884.000 balen was gevallen, had hij, toevallig gesteund door
eene tijdelijke vermindering van den uitvoer in .het begin
dezer maand, op 12 dezer reeds weder het cijfar van
1.011.000 balen bereikt, hetgeen echter nog ver is onler het
indertijd door het Comité vastgestelde minimum van
1.200.000 balen. Het staat te ‘bezien od (lat minimum zonder
verdere verhooging van de limiet zal kunnen worden be-
reikt wanneer de uitvoer naar Europa en naar Amerika
spoedig weder mocht toenemen, iets waar, na den betrek-
kelijk geringen export der laatste weken, veel kans op is.
De prijzen aan de termijnmarkt schommelden met zeer
kleine verschillen in navolging van New-York en zijn ten
slotte bij het afsluiten van dit bericht voor het Gemengd
contract slechts een fractie onder die van verleden .ve’èk.
De prijzen van gewoon goed beschreven Su.perior Santos
op prompte verscheping ‘zijn thans ongeveer 1031-
a
1041.

per cwt. cii van .dito Prime ongeveer 1051- It 1071-, terwijl
zij van Rio type New-York 7 met beschrijving, prompte ver-
seh.eping, bedragen 7116
It
72/6.
Van Rohusta op aflading van Nederlairdseh-Indïë zijn de
prijzen in de eerste hand op het oogenblik:
:Palem’bang Robusta, Maa.rt-verscheping, 39 ct.; Palem-
bang Robusta, April-verschepiiig, 38% ct.; Mandheling R
o-
busta., Mrt.fApr.-verscheping, 3934 ct.; Benkoeen Robusta,
Mrt./Apr.-verscheping, 38 ct., alles per
l/
KG., eif., uitge.
leerd gewicht, netto contant.
De officieele loco.noteeringen bleven onveranderd 63 ct.
per
34
KG. voor Superior Santos en 47 et. voor Robusta,
bij regelmatigen doch niet uiterma e grooten afzet.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt va-
ren aan de ochtend-call als volgt:

Santo,l.contract

Gemengd contract
basis Good

basis Santos Goud

tlrt.
1
UPi
1
Sopt.1
Dec.
11
Mrt,

Septj Dec.

13 Maart 5251

50


43

43t
4il/ 40

6

,,

52

51

50

43

43V,
41
h 404f
93 Febr.

52

51

50

4351
413,

42

41
1
1,

21 ,,

487f, 47

46

43t,
8
42’j
40
7
18
39
IM
De slot-noteeringen te New-Vork van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:

Maart
1

Mei

1
Sept.

Dec.

12 Maart …… ..$15,99

$ 14.83

$ 13,79

$ 1:1.50

15.05

,, 15.03

,, 14,15

,, 13,00
27 Febr. ……
.,, 15.52

14.84

14,20

,,
1
3.i9
20

,,

……
………,, 14,20

,, 13,58

,, 13,40

Rotterdam, 13 Maart 1928.

(Mededeeling van de ‘ereeitiging voor den Goederenhandel
te Ilotterihim.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.

te Rio

te San tos

Wisselkoers
Data

– – –
te Rio

1
Voorraad Prijs Voorraad Prijs op Londen
(In Balen)No.7
1
)(InBa!en)No.4
1
)

12 Mrt. 1928

239.000 26.425 1.011.000 33000 6
1
1
128

5

,,

198

309.000 25 875

914.00(1
33.11o0

6
27 Febr. 1928

38 000 26 900

9411.0110 331
1
0(1

6
1
1,
29

14 Mrt. 1927

219.000 25.750 1.048.000 26.01)0

5
01

Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.

te Rio

te Santos Data

Afgeloopen 1 Sedert

Tjj!oo,pen

Sedert

week

1Juli

week

1Juli

10 Mrt. 1928….

42.000
1
2.793 fl00

209.000
1
7.305.000
12 dirt. 1927….

41.000

2.778.000

180.000

6.730.0(iO

t
) In Reis.

THEE.

De theemarkt gaf in de afgeloopen week een ‘vaste ten-
•ctens te zien. De aangeboden partijen in de Londensche
veilingen vonden grif koopers’ tot volle prijzen der vorige week, dikwijls nog met verhoogingen die
34
á
34
d. he.
liepen.
Ook voor bladthee voor exportdoeleinden was ‘goede vraag
en deze werden veelal tot iets verhoogde prijzen uit dé
markt genomen.
De verschepingen van de Noordelijk Britsch-Indisehe ha.
vens naar het Vereen.igd Koninkrijk in de tweede helft van
Februari bedroegen slechts 1.2 millioen lbs. tegenover 3.3
millioen lbs. in hetzelfde tijdvak van 1927. De verschingen
uit Noordelijk Britsch-Indië schijnen dus vrijwel op het
einde te loopen.
De weerberichten uit de Noordelijk Britsch.Indische thee.
districten maken melding van abnormaad droog weer, met
uitzondering van Sylhet en Darjeeling waar het normaal
was.
Amsterdam, 12 Maart 1928.

COPRA.
De markt was aanvankelijk vast gestemd, met veort-
durende goede vraag voor stootnende partijen, vooral naar
Hamburg en Marseille.
Later in de week offreerde Indië ruimer, en liepen de
prijzen plotseling zeer sterk terug.
De slotnoteeringen zijn:
Nederl.. Indische fm8, stoomend naar Hamburg / 33%

11

,,

,,

,,

,,

Holland

3334

,,

,,

Februari/Maart aflading

3:t

0

pp

Maart/April

,,

99
33ij

244

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

14 Maart 1928

STEENKOLEN.

Sinds enkele dagen is het laatste rapport gepubliceerd geworden van den South Wales Goal Conciliation Boarj voor-de drie maanden, ein.digende Januari ji. Het blijkt,
dat over die periode de kolenindustrie van Zuid-Walei
£761.000.—,— verloren heeft of per ton uitgedrukt ca. 1 sh.
5 -d. oWanneer men weet, (lat het verlies van het vooraf-
gaande kwartaal slechts’ 1 sh per ton bedroeg, kan men
zich een beeld-vormen van de wanhoop, waaraan mdn iii
Wales nabij is. Inderdaad staat de kolenindustrie in West-
Eurpa voor een crisis, die waarschijnlijk hare weerga niet vindt -Ter illustratie diene, dat op verschillende mijnen in Northumberland en Durham partieele stakingen uitgebro-ken zijn. in verband: met de loonsverlaging en dat, niette-
genstaande de leiders van de mijnwérkersbon.den zelven
wel inzien, dat de verk.00psprijzen de betaling van hoogere
looie niet toelaten.
Dd prjien zijn verder afgebrokkeld en zijn thans als
volgt:

Northumberland Ongezeefde ………
f
9,25
– –

.Durham Ongezeefde …… ……….. ..10,—

.-

Card-iff 213 large 1/3 smalls ……….11,75
Schotsehe Gezeefde ……………..,, 9_.__
– ‘Yorkshire Gewasschan Doubles ……,, 11,25
– .. .. Westfaaische Vetförder ………….,, 13,15

Vetstukken

……………14,40
Smeenootjes ……….. ..13,90
Gasvlamförder ………..13,15
Gietcokes

……………1625
Hollandsche Eierbriketten ………..,, 14,50
alles per tod van 1000 KG. franco station Rotterdam/Am
sterdam.
Ongezeef

le buakerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
f 10,—.
Markt flauw.

IJZER.
De oploopende beweging der staalprijzen heeft zich de
laatste weken niet verder voortgezet, doch de markt heeft
haar vaste stemming behoudan. Dit laatste geldt ook voor
de ruwijzer-markt. De Fransche binnenlandsche prijzen
zijn met ingang van 1 Maart met 10 frs. verhoogd, de Duit.
sche blijven ongewijzigd.

Noteering in de week-van

7F./4Mt. 5111 Mrt. 7/l3Mrt.
1928

1928

1 1927

Ruwij zer.

f.o. t. furnace
Sh.
5h.
Sh.
Cleveland Foundry no. 1
6734
67j,
88j-
3
651-
65 831-
4
641-
64
821-
Hematite East Coast
mixed numbera
69
.

693
87.

Wagon départ Longwy

(Lot haringen)
Frs.
Fr8.
Fre.
– .

Moulage

………….
445,_
445,—
510,-
1

•..
Seiniphphôreuse …
.

480,—
480,_
545,_

ab Werk Rheinl.-West falen
.

Mk.
Mk. Mk.
Giessereiroheisen no. 1
86.50 86.50
88.-
1;

3
82.— 82.—
86.-
87.50
87.50 93.50

f.ob. Antwerpen

.

…..

Sh.
.

5h.-
Sh.
Gieterij ruwijzer no. 3..;
63-64
634 -643.
70-72K

Hitmatit……

………….

Walsproducten.
f. o. b. Antwerpen (vrijbi.)
Sh.

.
Sli.
Sh.

Stafijzer

………..
107h
107 100
;126
126
1127j-l291

121
7
122

Plaatijzer 5 mM……….
3

,……..
131
131

METALEN.


L000.Noteeringen te Londen:

Data
Koper
Stan-
daard

Koper
Electro-
lytisch
Tin
Lood
Zink

12 Mrt. 1928..
61.10/_
66.126
228.1716
19.1716
25.51-
5

,,

1928.. 60.126
66.319
232.7,6
19.151-
25.-/_
272ebr. 1928..
.60.1716
66.10/
232.1716
20.51-
25.216
20

,,

1928…
61.101-
66.15_ 230 26
19.1716
25.51_
1

Mrt: 1927..
55.151-
62.1716 312.716
282,6
31.-/_
20 Juli 1914…
61.-/-6
145.151-
19.-/-
21.101_

VRACHTENMARKT.

– De Noord-Amerikaansche graanvrachtenmarkt was leven-
loos. Er is nagenoeg alleen vraag van St. John N.B. naar
de Middellandsehe Zee per Ivlaart en April op basis van
1534 cents per 100 lbs: Van de Northern Range is per
prompt naar de Middellandsche Zee 1434 cents gedaan.
Van de St. Lawrence zijn de eerste bevraohtingen tot stand
gekomen, doch over het algemeen zijn bevrachters slechts weinig belangstellend. Een boot van 35.000 qtrs, werd per
25 Mei/10 Juni gedaan van Montreal near Antwerpen of Rotterdam tegen 1334 cents, optie Hamburg/Bremen 14
cents. De Golf van Mexico is zeer kalm, doch zou een
boot kunnen paatseii naar Rotterdam tegen de betrekke-
lijk goede vrachtvan 16 ets.
Er is een vaste vraag naar tonnage voor suiker van
West-Indië. Tonnage is voldoende beschikbaar en de vrach-
ten zijn onveranderd gebleven. Van Cuba en San Domingo
naar de gebruikelijke UK/Continent havens werd 17/- tot
1713 betaald voor kleine booten en 16/- voor 7000 tonuers
en grooter, Maart belading. Er zijn nu weinig orders aan
de markt voor verschepiug vOOr 9 April. Vrachten vanaf
dezen datum tot Mei/Juni belading zijn gelijk aan de voor
genoemde, terwijl een tweede helft April boot 1616 heeft
bedongen.
De graanvrachtenmarkt van -cle North Pacific was veel
kalmer met slechts beperkte vraag en een flink aanbod
van tonnage per April/Mei. Dientengevolge zijn de vrach-
ten verder gezakt en Apiil tonnage van 7/7500 tom werd
bevr.acht op basis van 27/- van Vanoouver naar An.twerpen/ –
Rotterdam. en 2716 naar TJ.K./Con.tinent (6d minder Ant-
werpen/Rotterdam). Een groote boot per Mei werd gedaan
naar UP. /Continent op basis van 27/3.
Ofschoon van de La Plata flink bevraoht werd gedurende
de afgeloopen week, was de vraag naar tonnage toch mid-
-der dan verwacht was. Tegen het einde was de tendens echter beter en de vrachten werden vaster. Naar Maart/
April tonnage was de meeste vraag. Van hoven La Plata
is per Maart tot 21/. gedaan voor handige tonnage naar
UK/Continent en 20/- naar. Antwerpen of Rotterdam
direct. Van Bali-ja Blanca werd -tonnage van middelmatige
grootte gedaan naar U.K./Contineizt tegen 19/9. Per April/
Mei werd van boven La. P.lata havens 22/6 gedaan naar
.

UK/Continent, terwijl een Mei-boot naar Canada is be-
vracht tegen 22[6 één, 2316 twee en 2416 drie loshavens.
Van de chulisalpeter-vrachtenmark.t kan geen opleving
worden gerapporteerd. Naar Europa is geen . definitieve
vraag en de vracht is nominaal 25/6 tot 261- basis Bor-deauxfHamburg range. In partijen ging ook weinig om.
Naar Antwerpen/Rotterdam/Bremen/Ha.mburg wordt . per
April 22/6 in uitzicht gesteld.
De oostelijke af.deelingen waren kalm, doch het tekort aan tonnage hield de vrachten op peil en in sommige ge-
vallen zijn de vrachten zelfs vaster geworden. De vraag
naar tonnage voor soyaboonen van – Wladiwostock was
gering. Er werden ecuige maandelijksche partijen van 1000
tons geboekt per April/Mei tot Augustus naar Rotterdam
of Hamburg tegen 2716. De vraag van Australië was flauw,
doch bet tekort aan tonnage had een vastere stemming
van de vrachten tengevolge. Van Zuid-A.ustralië werd een
5800 .tonner bevracht naar de Middell. Zee/U.K./Cont.
tegen 33/9 per Maart, optie Bergen/Oslo range i.ncl. Dene-
marken tegen 2/. extra. Burmah was kalm. De eenige
boeking is een partij naar Hamburg tegen 2613, terwijl een
818500 tonner naar Gdynia, Danzig of Stettin tegen 301-
werd bevracht per midden Maart. Britsch-Indië versehaf te
iets meer vraag naar tonnage en van Karachi naar
Continent werd ‘tot 22/6 betaald per Maart- en naar
E.C.U.K. 23/6, optie Cont. 22/7
34
per Maart/April.
De vraag van den Don-au is beter geworden en naar Ant-
werpen/Hamburg werd 15/- per Maart betaald, hetgeen zon–der twijfel kan worden -herhaald, ofschoon 3 d. lager wordt
genoteerd. DeZvarte Zee bleef •lusteloos.
De Middellandsche Zee was kalm. Voor erts werd o.m. be-
taald: Melilla/IJmuiden 5/434; Benisaf/Rotterdam 4/3, Hor-
nillo/Middiesbro 7/-, La Calera/Rotterdam 5/434, Benisaf/
Philadelphia 8/-. Voor fosfaat werd betaald: Bona/Belfast
8/3, Sfax/Rotterdam 71134.
De uitgaande Engelsche kolenvrachtenmarkt was flauw
géstemcl voor alle bestemmingen. Van Zuid-%Vales werd
o.m. betaald: Rouaan 3/6, Alexandrië 9/9, Las Palmas 81-
en van de Oostkust: Hamburg 4/3; Genua 71734, Las Pal-
mas 8/-. –

RUN VAART.

Week van 4 t/m. 10 Maart 1928.

De aanvoeren van zeezijde waren tamelijk levendig.
De vraag naar particuliere ruimte vas over het algemeen
matig. Scheepsruimte was voldoende beschikbaar, nam
echter in het laatst der week af. Zeer vele schepen sleepten
ledig naa.r de Ruhrhaens om aldaar kolen te laden.

14 Maart 1928′

245

»

DE TWENTSCHE
.
– BANK.

Amsterdam Rotterdam – ‘s-Gravellhage – Almelo – Dordrecht – Enschede – Aellglo –

Oldenzaal –Utrecht – Zaalldam – Zwolle

.

Maandstaatop 29 Februari 1928

DEBET

.

.

Aandeelhouders nog te storten 90 pOt. op aandeelen B,
waarvoor waarborg gedeponeerd ………………….. .

. .

f

961.200,—.
Deelneming in de firma

.

B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen ………….

7.020.006,—
Deelneming in bevriende Bankinstellingen ….
f
.9.405.075,01
waarvoor iii geld gestort …………………………

7.083.375,01
waarvoor effecten gedeponeerd …………………….
f
2.324.700,-
Effecten van Aandeelhouders

gedeponeerd’ bij bevriende instellingen ……………..

3.000.000,..
ten eigen gebruike …………………………….

Wise1s en Coupons …………………………

39.293.576,57
Nederi. Schatkistbilletten en prömessen

2.607.648,61
Saldo’s bij Bankiers

………………………………
.,,

25.972.512.23
Eigen Effecten en Syndicaten

………………………..

14.478.609,98
Saldo te leveren en te ontvangen fondsen

,;

126.809,10
Prolongatiën gegeven ………………………………

15.840.240,-
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht èn SaldiRek.-Crt .f 115.585.059,91
Af: loopende Promessen

……………….. . …………..
7.593.000,-

, 107.992.059,91
Voorschotten op Oonsignatiën ………………………..

1.680.336,96
Gebouwen …………………………………………

5.880.465,51

Totaal ……
f
267.166033,88

CREDIT

Kapitaal …..
……………………………………..
f
36.000.000
;

Reservefonds
.
………………………………………

9.265.825,78
Buitengewone Reserve

……………………………..

Credietvereeniging ……………………………

2.912.803,24

f49.978.629,02
Aandeelhouders voor gedeponeerde Effecten als waarborg


voor 90 pOt.

.
storting op aandeelen B ……………………….
f

961.200,—

in Leen-Depot ……………………………….
……

37.268.000,-
38.229.200,—
Zieken- en Pensioenfonds …………………………..

3.198.636,35
Deposito’s ……………………………………….

57.615.935,32
Prolongatie-Deposito’s

…………………………
…..

7.478.300,
Saldi Rekeningen-Courant …………………. .
………
f

77.420.840,26

voor gelden in het Buitenland . .

7.981.491,64
85.402.331,90
De Nederlandsche Bank …………………… . ………….

.

1.428.509,35
Daggeldieeningen ………………………
.
.

.. 7.100.000,-
Te betalen Wissels ………………………………….

10.202.424,68
Geaccepteerd door derden………………………………..
.

3.630.296,94
Diverse Rekeningen……..
.

.,

.

,,

1901.770,32

Totaal:……
f
267.166.033,88

In verband met de jongste wijziging onzer statuten zijn op dezen maandstaat de posten, betrekking
hebbende op de afdeeling ,,Credietvereeniging” gecombineerd met andere overeenkomstige posten, met uit.-
zondering van het ,,Reservefonds Credietvereeniging”, over welks bestemming in de in April as. te houden
jaarljkeche algemeene vergadering van aandeelhouders eene beslissing zal worden genomen.
Het ,,Waarborgfonds Credietvereeniging” is inmiddels, door restitutie aan de rechthebbenden, komen te vervallen.

14 MAART 198

18
9
JAARGANO No 37

NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK

AMSTERDAM

‘S-GRAVENHAGE

ROTTERDAM

BATAVIA

AMOY,AMPENAN, BANDOENG,BOMBAY, CALCUTTA, CHERIBON, GORONTALO,

HONGKONG, KOBE, MAKASSAR, MEDAN, MENADO, PALEMBANG, PEKALON-

GAN, PROBOLINGGO, SEMARANG, SHANGHAI, SINGAPORE, SOERABAYA,

SWATOW, TEGAL, TJILATJAP, TOKIÖ, WELTEVREDEN, YOKOHAMA.

EFRrnJnnlE

GEZONDHEID IS DE GROOTSTE SCHAT

Wees op uwe hoede! Bewaak uwe gezondheid als een bezit dat, éénmaal

U ontnomen, nimmer ongeschonden tot U wederkeert. Zie toe, dat

hetgeen ge eet en drinkt altijd zuiver en frisch is, vooral in den

Zomer, opdat geen kiemen van hederf het lichaam kunnen binnen-

treden. Installeer een FRIGIDAIRE, de koelkast, die voedsel en
De moderne
dranken voor onhepaalden tijd versch hudt en tJ hvendien

Frigidaire ,.ijs-

in staat stelt !Jsptiddingen, Plomhiéres, Sorbets en andere koiide

‘0’ger

komt
[)élicatessen iii uw eigen keuken te bereiden.

FRIGII)AIRE werkt elctrisch. automatisch en geruischloos zonder

/
6

dat U er eenige aandacht of noenienswaardie kusten aan behoeft

I
te besteden.

De kostprijs van een F R 1 G 1 DA t R E is luttel,

vergeleken met de onschathare waarde van.een goede gezondheid.

FRIGIDAIRE MAAKT IJS ZONDER IJS

çlecl,ts e’e’nmaa/

en liet ijs blijft

altijd in de kast

FHQId&
re

Product

of General Motors

Vraagt onze geïllustreerde brochure 105 J

Plantage Middenlaan 62 – Amsterdam

NIJOR & VAN DITMARS BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ, ROTTERDAM

Auteur