Ga direct naar de content

Economentop 40 2014

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 17 2014

De ESB top 40 slaat dit jaar een nieuwe weg in en rangschikt personen nadrukkelijker naar hun bijdrage aan de economische wetenschap.

ESB Onderwijs & Wetenschap

onderwijs 

&  Wetenschap

Economentop 40
2014
De Economentop slaat sinds dit jaar een nieuwe weg in. Iedere in
Nederland werkzame wetenschapper die fundamentele bijdragen
heeft geleverd aan de ontwikkeling van de economische en bedrijfseconomische wetenschap dingt mee. De beste veertig zijn zij,
die met hun vijftien meest invloedrijke studies het hoogst scoren.
Dit levert verrassende nieuwkomers op.

Sandra
Phlippen
Hoofdredacteur ESB

786

H

et moment is weer aangebroken waarop
ESB bekendmaakt wie de best presterende economen van Nederland zijn. De
echte topeconomen dus. Deze top heeft
een flinke aanloop gehad. De discussie
ging over kwaliteit versus kwantiteit en over publish or parish. Over de eeuwige discussie wie er wel of niet aan de juiste
faculteit met de juiste naam verbonden is om mee te dingen.
Zelfs over of iemand een echte econoom ís en ten slotte welke
bijdragen academisch genoeg zijn (brieven aan Nature?) en
waar de grenzen van de economische discipline liggen.
Er is daarom besloten om niet langer personen te selecteren en hun werk te ranken, maar om de meest invloedrijke bijdragen aan de economie te selecteren en vervolgens personen
te ranken naar gelang hun voornaamste bijdragen daaraan.
Dit is een subtiel maar belangrijk verschil. Ten eerste staan
niet de poppetjes centraal maar de economische wetenschap
zelf. De ESB Economentop 40 is namelijk bedoeld als stimulans voor wetenschappers om bij te dragen aan het vakgebied.
Een tweede belangrijk verschil is dat de nieuwe telmethode
een signaal geeft aan bestaande en aanstaande wetenschappers dat er meer waarde wordt gehecht aan het verbeteren en
scherpslijpen van je beste vijf artikelen in een jaar, dan dat je

je energie besteedt aan het schrijven van zes of meer artikelen
per jaar. De kwaliteitsimpuls die hiervan uitgaat past in de recente academische ontwikkeling.
De toppers

Uit de resultaten vallen ten minste vier zaken op. Om te beginnen is er een nieuwe winnaar! Daan van Knippenberg, hoogleraar Organizational Behavior aan de Rotterdam School of
Management. Zijn onderzoek gaat over leiderschap, creativiteit en teamprestaties. Een van zijn meer saillante onderzoeksbevindingen luidt: “Je hebt een groot ego nodig om kwaliteit
te leveren.†Hm.

De nieuwe telmethode
geeft het signaal, dat er meer waarde
wordt gehecht aan het verbeteren
van je beste vijf artikelen dan aan het
starten van een zesde paper

Een tweede opvallende uitkomst is de dominantie van
onderzoekers van de Universiteit van Tilburg. Maar liefst
zeven van de tien beste economen werken in Tilburg. Ook
komen er een aantal nieuwe toppers op het netvlies van ESB.
Jan, Jaap en Arthur zijn natuurlijk alom bekend, maar wie
is Wolf Wagner? Wolf is een jonge (39 jaar) supergedreven
hoogleraar. Hij was een van de eersten die onderzoek deed

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
Jaargang 99 (4699 & 4700) 18 december 2014
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Onderwijs & Wetenschap ESB

ESB Economentop 40
Ranking Auteur

tabel 1

AIS 15

Affiliatie

van Knippenberg, Daan

26,943

EUR

2

Wagner, Wolf

25,384

UvT

3

Huizinga, Harry

23,696

UvT

4

Van Soest, Arthur

21,546

UvT

5

Driessen, Joost

20,602

UvT

6

Bronnenberg, Bart J.

20,345

UvT

7

Menkveld, Albert J.

19,926

VU

8

Oosterbeek, Hessel

19,844

UvA

9

Abbring, Jaap H.

19,264

UvT

10

van Ours, Jan C.

19,22

UvT

11

Pieters, Rik

18,696

UvT

12

Koopman, Siem Jan

18,648

VU

13

Wakker, Peter P.

17,463

EUR

14

Beetsma, Roel

17,303

UvA

15

Bulte, Erwin

16,579

UU

16

Bleichrodt, Han

15,649

EUR

17

Dur, Robert

15,593

EUR

18

Giuliodori, Massimo

15,479

UvA

19

van der Klaauw, Bas

15,201

VU

20

Verhoef, Erik T.

15,037

VU

21

van Soest, Daan

14,881

UvT

22

Franses, Philip Hans

14,839

EUR

23

Sonnemans, Joep

14,825

UvA

24

Verwijmeren, Patrick

14,729

EUR

25

van Ommeren, Jos

14,46

VU

26

Renneboog, Luc

14,414

UvT

27

Spalt, Oliver G.

14,292

UvT

28

Bakker, Arnold B.

14,269

EUR

29

van Doorslaer, Eddy

13,857

EUR

30

Dekimpe, Marnik G.

13,763

UvT

31

Lucas, Andre

13,647

VU

32

Kok, Nils

13,493

UM

33

Leeflang, Peter S. H.

13,411

RUG

34

Timmer, Marcel P.

13,074

RUG

35

van Dijk, Dick

13,054

EUR

36

Werker, Bas J. M.

12,625

UvT

37

Van Kleef, Gerben A.

12,425

UvA

38

Herings, P. Jean-Jacques

12,248

UM

39

Lindeboom, Maarten

12,181

VU

40

De Dreu, Carsten K. W.

12,146

UvA

Wat helaas ook opvalt is de
complete afwezigheid van vrouwen in de
economentop. Maar niet getreurd,
in aantocht zijn, Laura Spierdijk,
Wendy van Ginkel, Kirsten Rohde.

Een derde opvallend verschijnsel is de opkomst van gedragseconomie in Rotterdam. Maar liefst drie gedragseconomen vinden elkaar binnen de ESE en in de top: Peter Wakker,
Han Bleichrodt en Robert Dur.
Wat helaas ook opvalt is de complete afwezigheid van
vrouwen in de economentop. Maar niet getreurd, in aantocht
zijn Laura Spierdijk, Wendy van Ginkel en Kirsten Rohde.
Zet hem op dames!
Tenslotte vallen twee individuen op. De winnaar van
onze eigen ESB Award 2014, Marcel Timmer van de Rijksuniversiteit Groningen en Philip Hans Franses. Marcel zijn
winnende ESB-artikel over de concurrentiepositie van Nederland in mondiale waardeketens is een zeer lezenswaardig
stuk. Philip Hans was natuurlijk jarenlang al aanwezig in de
top omdat hij heel veel publicaties heeft in een jaar. Nu zijn
veel veelschrijvers uit de Economentop verdwenen nu alleen
de 15 beste artikelen in vijf jaar meetellen. Philip Hans is een

Institutentop
Totale AIS score in (bedrijfs)economie

1

naar de besmettingsrisico’s tussen banken en de fragiliteit van
het systeem als gevolg daarvan. Wolf is voorzitter van de European Banking Center in Tilburg en werkt al sinds 2004 in
Tilburg.

Figuur 1

2000
1800
1600
1400
1200
1000
800
600
400
200
0

UVT

EUR

UVA

UM

VU

RUG

UU

RUN

KDPT_KaderBron

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
Jaargang 99 (4699 & 4700) 18 december 2014
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

787

ESB Onderwijs & Wetenschap

van de weinigen die gebleven is en dus publiceert hij niet alleen veel maar ook goed.
De strijd tussen de instituten

Figuur 1 laat zien dat de Universiteit van Tilburg en de Erasmus Universiteit Rotterdam zoals altijd weer samen aan
kop gaan. De klassieke stadsderby UvA–VU gaat dit jaar
niet door. De Universiteit Maastricht komt daar met ferme
schreden tussendoor en nestelt zich tussen hen beide in op
de vierde plaats.
Een nieuw inzicht dat de institutentop oplevert is het gebruik
om samen te werken per faculteit (figuur 2). Het gaat hier
niet om coauteurschappen binnen de faculteit maar coauteurschappen in het algemeen. De verschillen zijn opvallend. Van
een vrij solistisch opererend Tilburg met gemiddeld 1,5 coauteur, tot aan het zeer groepsgeoriënteerde Nijmegen, waar

Voor het berekenen van de scores en het samenstellen
van de Economentop 40 wordt gebruik gemaakt van de
‘Web of Science’ database van Thomson Reuters voor de
periode 2009 t/m 2013. Geteld worden alle artikelen die
zijn verschenen in een tijdschrift binnen het domein ‘Economie’ waarvan ten minste 1 auteur op het moment van
publiceren een affiliatie had met een Nederlandse universiteit. Het domein ‘Economie’ is voor deze top gedefinieerd als alle tijdschriften die voorkomen op de Tinbergen
Journal List (www.tinbergen.nl) of de ERIM Journal List
(www.erim.eur.nl, alleen categorie P* en P). Alle andere
documenttypen in Web of Science worden niet meegeteld.
De score van ieder artikel wordt bepaald aan de hand van
de gemiddelde Article Influence Score (AIS) van het tijdschrift in de periode 2010 – 2013 en wordt gewogen voor
het aantal auteurs.

Pi = W(auteur) × W(influence),
met Pi = de score van publicatie i

W(auteur) = het gewicht van de auteur volgt uit de breuk

2
van
1+#auteurs

W(influence) = de gemiddelde AIS van het tijdschrift in de

periode 2010-2013

gemiddeld met maar liefst 3,3 coauteurs wordt gewerkt. ‘Spurieus’ of niet, het lijkt erop dat de prestatie van een faculteit
omgekeerd gerelateerd is aan de mate van samenwerking. Dat
een individualistische publicatiecultuur loont, valt hieruit natuurlijk niet af te leiden.

Hoeveel er wordt samengewerkt
Gemiddeld aantal co-auteurs per publicate

kader 1

De volgende formule is gebruikt om de score van iedere
publicatie te bepalen:

Van een vrij solistisch
opererend Tilburg met gemiddeld
1.5 co-auteur, tot aan het zeer
groepsgeoriënteerde Nijmegen,
waar gemiddeld met maar liefst
3.3 co-auteurs wordt gewerkt

788

De nieuwe telmethode

Figuur 2

3,5
3,0
2,5
2,0
1,5

Om de score per wetenschapper te bepalen zijn de individuele scores van de 15 hoogst scorende publicaties gesommeerd om tot een totaalscore per wetenschapper te komen. Ten slotte zijn de wetenschappers met een kleinere
Nederlandse aanstelling dan 0,5 FTE uit de resulterende
ranglijst verwijderd. De eerste 40 posities op de uiteindelijke ranglijst vormen gezamenlijk de Nederlandse Economentop 2014.
In tegenstelling tot voorgaande jaren is dit jaar dus geen
nominatiesysteem gebruikt, in plaats daarvan dingen alle
wetenschappers met een aanstelling groter dan 0,5 FTE
bij een Nederlandse universiteit mee voor een positie in
de top.
Deze selectie criteria zijn door de hoofdredacteur van ESB
voorgesteld aan alle decanen economie en bedrijfseconomie in Nederland en deze zijn unaniem met de voorgestelde wijzigingen akkoord gegaan. Voor de Institutentop is
uitgegaan van totale AIS score van alle artikelen in het domein ‘Economie’ waarvan tenminste een van de auteurs
aan het desbetreffende instituut verbonden is.

1,0
0,5
0

UVT

UVA

VU

EUR

UM

RUG

UU

RUN

De auteur dankt Pieter Vreeburg en Kayleigh Westerbaan
(Erasmus School of Economics) voor de assistentie bij het
samenstellen van de top.

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
Jaargang 99 (4699 & 4700) 18 december 2014
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

Auteur