Ga direct naar de content

Column: Pecunia non olet

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 1 2014

“Wat beweegt kinderen eigenlijk om naar het gymnasium te gaan en om daar ook nog jaarlijks 120 extra studielasturen te besteden, vergeleken met het atheneum, dat ook gewoon opleidt op vwo-niveau? (…) Een reden, waar weinig over gesproken wordt, is economisch.”

Column ESB

Pecunia non olet
J

doet over de waarde van veraarlijks breekt in het voorvolgopleidingen in het hoger
jaar voor veel leerlingen uit
onderwijs. Voor dit onderzoek
groep 8 van de basisschool
zijn de meer dan 40.000 responeen spannende tijd aan. Welke
denten gebruikt die vanuit de
middelbare school zullen zij de
basisschool (direct) zijn inge­
komende jaren gaan bezoeken?
stroomd in het vwo en die deze
Deze keuze is niet helemaal vrij.
vooropleiding ook hebben
Ouders willen meestal ook iets te
afgemaakt. Van hen had bijna
zeggen hebben en de keuze wordt
een kwart eindexamen gedaan
verder beperkt door schooladvies
in ten minste één klassieke taal.
en toetsresultaat. Kinderen die
Zij vulden een uitgebreide ennaar populaire scholen willen,
quête in over hun arbeidsmarkt­
zitten meestal nog langer in de
uitkomsten, (voor)opleidingen
rats: zou de school van hun vooren achtergrond.
keur wel genoeg plek hebben en
Boaz Cahn
Wat blijkt? Mensen met een
is het lot hun daarbij gunstig geScholier 3e klas Vossius Gymnasium
gymnasiumdiploma
hebben
zind? Met name bij de inmiddels
gemiddeld betere arbeidsmarkt­
populair geworden gymnasia
Mirjam van Praag
uitkomsten dan mensen met een
en gymnasiumafdelingen van
Hoogleraar aan de Copenhagen Business School
atheneumdiploma. Dus gemidscholen­emeenschappen en lyg
deld een hoger inkomen, minder
cea, meestal in de grote steden,
bestaat deze extra drempel. De zenuwenperiode is dit jaar net moeite met het vinden van werk en werk waarmee ze meer
tevreden zijn. Oorzaken? Vermoedelijk selectie: kinderen die
weer voorbij.
Het voornaamste verschil tussen gymnasium en atheneum is voor een gymnasiumopleiding kiezen (en die ook afronden)
dat je op het gymnasium klassieke talen leert, Grieks en/of zijn waarschijnlijk gemotiveerder, hebben een grotere culLatijn, zeg maar dode talen, terwijl je op het atheneum daar- turele belangstelling en ze komen (dus) vaak uit een hoger opvoor in de plaats vaak Italiaans of Spaans kan doen, of bijvoor- geleid gezin. Misschien zijn ze ook wel intelligenter.
beeld een extra bètavak. Wat beweegt kinderen eigenlijk om Om rekening te houden met selectiviteit zijn ook regressienaar het gymnasium te gaan en om daar ook nog jaarlijks 120 analyses uitgevoerd. Hierbij wordt gecorrigeerd voor geobextra studielasturen te besteden, vergeleken met het atheneum, serveerde factoren zoals geslacht, afstudeerjaar, ouderlijke
achtergrond, cijfergemiddelde en aantal (bèta)vakken. Ook
dat ook gewoon opleidt op vwo-niveau?
Vele mogelijke redenen hebben te maken met sociaal en dan hebben mensen met gymnasium een iets hoger inkomen
cultureel kapitaal. Een klassieke opleiding geeft een brede (ruim 1,5 procent) en ze schrijven (ruim 8,5 procent) minder
algemene ontwikkeling en inzicht in taalstructuur. Een an- sollicitatiebrieven om aan een baan te komen. Bovendien vindere reden, waar weinig over gesproken wordt, is economisch. den ze een baan die ze met meer plezier doen. Het significante
Leiden de opofferingen gedurende zes jaar tot een beter ar- verschil in bijvoorbeeld inkomen is in omvang vergelijkbaar
beidsmarktperspectief ? Pecunia non olet ofwel ‘geld stinkt met het verschil van één extra bètavak of een 1,5 punt hoger
gemiddelde op het eindexamen. Het is dus aanzienlijk.
niet’ is niet voor niets een Latijns spreekwoord.
Voor onderwijseconomen is het normaal om het rendement Nu kan het zijn dat de gebruikte correctiefactoren onvol­
van opleidingen te meten. Toch lijkt er weinig bekend te zijn doende corrigeren voor selectie. Of dat de steekproef niet
over de waarde van het gymnasium ten opzichte van het athe­ representatief is, want het gaat immers om een groep afgestuneum. Deze meting is relevant voor beleidskeuzes in het voort- deerden (wo/hbo). Maar mocht er inderdaad een positief
gezet onderwijs en voor de strategische planning van scholen rendement zijn, dan zijn er een aantal mogelijke verklarende
zelf. Waarschij­ lijk is het ook boeiend voor leerlingen, ouders factoren. Bijvoorbeeld de signaalfunctie van een gymnasiale
n
opleiding aan werkgevers of een positief effect van een klas­
en mogelijk zelfs werkgevers.
Daarom heeft de eerste van deze auteurs deze meting uitge­ sieke opleiding op arbeidsproductiviteit. Maar ook een grotere
voerd, onlangs op het Vossius Gymnasium in het kader van inzet en een positievere houding van leerlingen in een gymhet META-onderzoeksproject. Omdat econometrie niet in nasiumklas doordat peers in deze veilige omgeving een andere
het vakkenpakket zit van het derde leerjaar (zelfs niet op het invloed hebben, kan ten grondslag liggen aan dit rendement.
gymnasium) werd de hulp van de tweede auteur ingeroepen, Al met al lijkt er alle reden om het gymnasiale onderwijs nader
te bestuderen en eventueel op grotere schaal neer te zetten,
tevens de moeder van de eerste.
De data zijn ter beschikking gesteld door onderzoeksbureau mocht dit nadere onderzoek de voorlopige resultaten van de
SEO dat jaarlijks voor het tijdschrift Elsevier een onderzoek eerste auteur niet weerleggen.

Jaargang 99 (4684) 2 mei 2014

De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.

271

Auteur