Voor economen is carnaval geen gewoon onderwerp, zeker niet in Nederland. Maar met het feest weer voor de deur wilden wij dit ongebruikelijke onderwerp eens onder de loep nemen. Terwijl in andere delen van de wereld grote economen als Mariana Mazzucato zich buigen over het onderwerp carnival economics, is het bij ons een bijna onontgonnen terrein (Mazzucato en Barrington, 2024). Dit terwijl Nederland toch een carnavalsland bij uitstek is.
Dat is toch vreemd. Het gaat om een eeuwenoude traditie, waar carnavalsvierders het hele jaar naartoe leven, waar volop voor gespaard, gebouwd en (kostuums) genaaid wordt. Een traditie die een deel van de economie tijdelijk op slot zet en een ander deel in bloei. Natuurlijk loopt de ernst niet voorop in de polonaise, maar dit is een serieus te nemen feest! Waarom is het onderwerp in de economie dan zo onderbelicht? Boven de rivieren leeft het minder, maar er zijn genoeg economen die zelf carnaval vieren. Mogelijk is die laatste groep steevast te druk met veldonderzoek om aan de uitwerking van hun bevindingen toe te komen. Wij proberen dit op te lossen door samenwerking over de rivieren heen – gebruikmakend van het economische principe van comparatieve voordelen – met in dit geval een Brabander en een Hollander (ondergetekenden) in de pen.
Met het festijn weer in aantocht, vonden wij het zaak de leemte in het onderzoek te verkleinen. We maken de balans van carnaval op en presenteren hier op basis van – wel zo toepasselijk – berekeningen op de achterkant van een bierviltje een eerste beeld van de kosten en baten. Natuurlijk doen we dat niet – zoals mensen dat misschien gewend zijn van economen – om het feestje te verpesten of om daar meteen zware beleidsconsequenties aan te verbinden. Ons idee is dat we nog meer bewust kunnen genieten als we alles eens goed op een rijtje zetten.
Geldpolonaise
Het gaat om een feestje, dus we beginnen met de baten (de kater komt later …). Sommige zijn heel tastbaar, andere meer indirect. Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft in 2019 op verzoek van het televisieprogramma Stand van Nederland (2019) onderzoek gedaan naar het grootste volksfeest van ons land en vond een ware geldpolonaise. Volgens die berekeningen geven de ruim 1,5 miljoen carnavalsvierders gemiddeld 180 euro per dag uit (voornamelijk aan acht miljoen liter bier). Als de uitgaven het algemene prijspeil hebben bijgehouden (+23 procent sinds 2019) dan zouden we nu uitkomen op 221 euro per persoon per dag, oftewel 884 euro gedurende vier dagen carnaval. Dat cijfer ligt overigens in lijn met cijfers van de Boston Consulting Group (2020) over het Keulse carnaval. In 2020 ging het om 718 euro per deelnemer, in prijzen van vandaag om 870 euro.
Terug naar het zuiden van Nederland. Gaan we ervan uit dat de carnavalspopulatie de bevolkingsgroei van acht procent heeft bijgehouden, dan tellen we inmiddels 1,6 miljoen feestneuzen, die samen 1,4 miljard euro uitgeven (= 4 dagen × 221 euro × 1,6 miljoen). Dit is een conservatieve schatting, want de aanloop naar carnaval begint al de 11e dag van de 11e maand. Ook zijn de horecaprijzen iets harder gestegen dan de inflatie waarmee we hebben gerekend (25 procent tegen 23 procent).
De toegevoegde waarde van de carnavalsuitgaven vloeit grotendeels volgens de route van het bier. Zowel het horecapersoneel, de kroegbazen als de toeleverende brouwers hebben er een goede boterham aan. Merk op dat een groter deel van de toegevoegde waarde in Nederland blijft, dan bij aanschaf van bijvoorbeeld een televisie, laptop of elektrische gitaar.
De kostenkater komt later
Na een paar dagen feestvieren komt de kater. De meest voor de hand liggende kostenpost zijn de ziekmeldingen na het feest (tijdens het feest nemen Brabanders en Limburgers veelal verlof op). En daar is ook wel enig bewijs voor. Cijfers van ArboNed laten een piek rond carnaval zien (figuur 1).

Andere bronnen geven aan dat in 2012 ongeveer vijftien procent van de carnavalsvierders zich ziek meldde (Binnenlands Bestuur, 2012). In totaal ging dat daarbij om 1,8 miljoen ziektedagen. Bij een constant bevolkingsaandeel en verzuimgedrag van carnavalsvierders komen we op een huidig niveau van 1,95 miljoen dagen aan ziekteverzuim. Met een gemiddeld kostenplaatje van ongeveer 400 euro per dag per medewerker aan ziekteverzuim komt dat op een kostenpost van 780 miljoen euro (omdat carnaval een feest is van iedereen, rekenen wij hier met de gemiddelde verzuimkosten).
Naast het verzuim kunnen er nog directe medische kosten zijn. Ter illustratie: in 2023 werden in Maastricht 77 carnavalspatiënten behandeld bij de spoedeisende hulp, vaak in verband met overmatig alcoholgebruik, in lijn met andere jaren (L1 Nieuws, 2023). Zo’n bezoekje kost volgens de Zorgverzekeringwijzer (2025) gemiddeld 350 euro. Als de cijfers uit Maastricht representatief zijn voor Limburg en Brabant dan komen deze kosten in totaal uit op 850.000 euro. Omdat het nog vroeg in het jaar is, zal dit voor de meeste verzekerden onder het eigen risico vallen.
Vanzelfsprekend zijn er ook andere kosten. Nemen we de gemeente Breda (Kielegat). In het onderzoek van de Stand van Nederland gaf de gemeente Breda aan in 2019 ruim een ton kwijt te zijn aan carnaval: 116.000 euro, verdeeld over 80.000 euro subsidies aan verenigingen, 18.000 aan schoonmaak en 18.000 aan handhaving. De rekening is de afgelopen jaren een stuk harder gegroeid dan de economie en het prijspeil. Voor carnaval in 2025 gaat het volgens de verantwoordelijke wethouder om 7,5 ton (BN De Stem, 2025). Alleen al de extra diensten van de handhavers kosten 94.000 euro. Daarnaast gaan de nodige middelen op aan taxi-stewards, EHBO, sfeerbeheerders, cameratoezicht en de plaatsing van dranghekken met heftrucks. Het opruimen van 35.000 kilo aan zwerfafval kost nu naar schatting 22.000 euro.
Niet alle gemeenten maken zo’n inschatting van hun directe uitgaven en meer indirecte kosten. Om een grove inschatting van de totale kosten te maken, nemen we Breda als uitgangspunt, waar de bevolking ongeveer vijf procent van die in Noord-Brabant en Limburg bedraagt. Vermenigvuldiging met twintig zou de totale kosten op vijftien miljoen euro brengen.
Naast de publiek gefinancierde kosten voor bijvoorbeeld handhaving maakt de horeca zelf ook nog kosten voor private beveiliging, maar voor de beveiligingsbranche zijn dit juist weer baten. Deze uitgaven tellen we niet apart. Voor de carnavalsvierder – en ons sommetje – maakt het namelijk niet zo veel uit welk deel van zijn euro’s in de kassa van het café, in de fooienpot van het personeel of in de zak van de beveiliger belandt. Voor de totale toegevoegde waarde maakt het geen verschil, alleen voor de verdeling ervan.
De financiële carnavalsbalans
Met de kosten en baten in euro’s op een rijtje kunnen we in ieder geval de financiële balans opmaken. De totale uitgaven vormen een economische impuls van 1,4 miljard euro. Omdat het geld voornamelijk opgaat aan ter plekke getapte biertjes, blijft de toegevoegde waarde grotendeels in eigen land. De grootste kostenpost is het ziekteverzuim, dat een waarde van 780 miljoen euro vertegenwoordigt. Gemeenten zijn naar schatting vijftien miljoen euro kwijt aan handhaving, schoonmaak en dergelijke. Vergeleken hierbij zijn de kosten van de spoedeisende hulp met minder dan één miljoen euro beperkt. In financiële zin slaat de balans positief uit: het verschil tussen baten en lasten bedraagt ruim 600 miljoen euro (tabel 1).

Breder kijken
Niet alles is in ‘pieken’ uit te drukken: wat is bijvoorbeeld de monetaire waarde van plezier? Aanvullend op de pecuniaire kosten en baten kijken we nog vanuit een aantal andere invalshoeken.
Bestaansrecht cafés
In het onderzoek van Stand van Nederland en CBS wordt aangehaald dat Brabant en Limburg een grotere cafédichtheid hebben dan de rest van het land. Nederlanders moeten gemiddeld 1,2 km lopen naar een kroeg. Maar in Maastricht vind je in een straal van 1 kilometer negen cafés. Of dat aan carnaval ligt? Uit het onderzoek van Stand van Nederland (2019) blijkt dat cafés in Den Bosch tijdens carnaval negen keer meer omzetten dan gemiddeld (25.000 euro tijdens vijf dagen carnaval, tegen 2.800 euro tijdens vijf normale dagen). Het is aannemelijk dat in andere carnavalssteden een vergelijkbaar effect optreedt. Natuurlijk is niet elk café een ‘marginale’ producent (cafés op de rand van winst/verlies). Maar voor menige kroeg kan de carnavalsweek het verschil tussen rode en zwarte cijfers betekenen – waardoor hij ook in de rest van het jaar zijn sociale functie kan vervullen.
Productiviteit
Bovenstaande analyse kijkt vanuit de vraagkant, maar carnaval zou via de productiviteit ook de aanbodkant van de economie kunnen beïnvloeden. Mogelijk is productiviteitswinst niet het eerste waar je aan denkt bij carnaval. Grote delen van de economie vallen immers tijdelijk stil. Maar wat gebeurt er na carnaval? Moeten werknemers weer langzaam op gang komen of staan ze weer opgeladen en fris aan de start?
Bij gebrek aan gedetailleerde en hoogfrequente productiviteitsdata hebben we ons gewend tot data die wel beschikbaar zijn: voetbalstatistieken van de afgelopen vijftien eredivisieseizoenen (Soccerway, 2025). Doen clubs uit de carnavalsprovincies Noord-Brabant (PSV, NAC, RKC en Willem II) en Limburg (Fortuna Sittard, Roda JC en VVV) het in de speelronde na carnaval beter of slechter dan in de rest van het seizoen? Het antwoord over die periode is: beter.
In de jaren dat ze deelnamen aan de eredivisie behaalden de clubs gemiddeld 1,29 punten per wedstrijd (figuur 2). Het moyenne van de 65 potjes die meteen op carnaval volgden, bedroeg 1,38 punten. Dat lijkt meer de ‘frisse-koppies-these’ te ondersteunen. Toch moeten we hier streng zijn. Die extra 0,1 punt kan ook toeval zijn geweest. Een paar ballen op de paal in plaats van in het doel en het verschil verdwijnt. Het goede nieuws: we vinden in ieder geval ook geen bewijs van een productiviteitsdip. We beseffen dat de afwezigheid van bewijs niet hetzelfde is als bewijs van afwezigheid. Toch sterkt dit ons in het vermoeden dat eventuele schadelijke effecten op de productiviteit beperkt zullen zijn.

Vrienden, relaties, lief en leed
Carnaval is een sociaal gebeuren – in de polonaise loop je niet alleen. De meerderheid van carnavalsvierders maakt tijdens carnaval nieuwe vrienden, soms voor even (31 procent), maar een op de drie (33 procent) heeft er blijvende vrienden aan overgehouden. Dit blijkt uit Het Grote Carnavalsonderzoek 2019 onder 2.000 carnavalsvierders (Feestkleding365, 2019). Een op de zes feestgangers (17 procent) heeft weleens een relatie overgehouden aan carnaval, een op de dertien (7,5 procent) zelfs zijn of haar huidige partner. Dat is een behoorlijke score voor een feest van een paar dagen. Ter vergelijking: volgens het CBS (2014) had in heel Nederland 32 procent van de partners die tussen 2008 en 2013 gingen samenwonen elkaar bij het uitgaan of op vakantie ontmoet (en 13 procent via internet, 15 procent via werk en 15 procent via vrienden of kennissen).
Uit het genoemde onderzoek onder carnavalsvierders geeft vijf procent aan dat hun relatie tijdens carnaval wel eens stukgelopen is. Mogelijk is vreemdgaan een van de oorzaken. Uit het onderzoek van een jaar later geeft tien procent van de feestneuzen toe dat te doen, wat zich overigens in driekwart van de gevallen beperkt tot zoenen (Feestkleding365, 2020).
Sneuvelende relaties zijn pijnlijk – voor beide partners, maar ook voor eventuele minderjarige kinderen die ermee moeten dealen. Toch hebben we de nodige twijfels of we dit zomaar als ‘kostenpost’ mogen opvoeren. Mogelijk gaat het om een verschuiving in de tijd. Het kan zijn dat die relaties toch al niet zo goed waren en anders ook wel op de klippen waren gelopen. Er zijn meer relatietests in het leven: de zomervakantie of kerst zijn ook break-up-hoogtepunten. Het is zelfs denkbaar dat beide ex-partners na een ongelukkige relatie een betere match vinden en er dus op vooruitgaan. Vanuit het oogpunt van betere matching zou de extra dynamiek op de relatiemarkt toe te juichen zijn, maar er zullen altijd winnaars en verliezers zijn. Bovendien gaan transities nu eenmaal gepaard met de nodige ‘afschrijvingen op opgebouwd kapitaal’ en bijkomende kosten. Maar omdat relatievorming (17 procent) hier de break-ups (5 procent) duidelijk overtreffen, noteren we hier per saldo een plus.

Conclusies
We hebben geprobeerd op basis van de beschikbare informatie de kosten en baten van carnaval op een rijtje te zetten, in euro’s en met een bredere blik. De 1,4 miljard euro aan uitgaven van carnavalsvierders overtreffen de kosten voor ziekteverzuim, handhaving, schoonmaakkosten en spoedeisende hulp met ruim 600 miljoen euro. De financiële balans slaat dus positief uit.
Als we verder kijken naar baten die we niet in euro’s kunnen uitdrukken, dan komen we tot plezier, het levensvatbaar houden van ‘marginale’ cafés, het maken van nieuwe vrienden en het (per saldo) ontstaan van nieuwe liefdesrelaties. Overlast – niet iedereen houdt van carnaval – is een duidelijke kostenpost. De mogelijke verspreiding van ziektes – denk terug aan corona in 2020 – is dat natuurlijk ook. Voor productiviteit vinden we geen overtuigend bewijs van positieve of negatieve effecten. Hoewel met deze grootheden niet te rekenen valt, slaat naar onze smaak de balans hier ook positief uit, uitgezonderd in de coronajaren (tabel 2).
Tot slot blijft het ons verbazen dat een volksfeest met zo’n impact op een deel van de samenleving zo beperkt onderzocht is door economen. Mogelijk speelt de beperkte beschikbaarheid van data hier een rol. Plezier, identiteit en verbondenheid vertalen zich nu eenmaal niet altijd in klinkende munt, of harde cijfers. Ook is een feest van enkele dagen mogelijk te kort om een stevige indruk achter te laten in macro-economische kwartaalreeksen. Maar misschien moeten economen ook maar eens wat dieper wroeten. Hoewel plezier voorop staat, verdient een serieus feest serieus onderzoek! Wij hebben nu een paar eerste speelse stappen gezet. Hopelijk volgt uiteindelijk een flinke optocht. Alaaf!
Literatuur
ArboNed (2020) Meer ziektemeldingen op dag na voetbal of carnaval? ArboNed Nieuwsbericht, 24 februari.
Binnenlands Bestuur (2012) De kater na carnaval: 1,8 miljoen ziektedagen. Binnenlands Bestuur Nieuwsbericht, 17 februari.
BN De Stem (2025) Gratis carnaval lijkt in Breda zijn langste tijd te hebben gehad, maar wat kost dat feest eigenlijk? BN De Stem, 28 januari.
Boston Consulting Group (2020) Cologne Carnival generates €600 million in economic value added. Boston Consulting Group, 25 februari. Te vinden op www.consultancy.eu.
CBS (2014) Steeds vaker relatie via internet. CBS Statistiek, 16 juni.
Feestkleding365 (2019) Het Grote Carnavalsonderzoek 2019. Feestkleding365.
Feestkleding365 (2020) Het Grote Carnavalsonderzoek 2020. Feestkleding365.
L1 Nieuws (2023) Ziekenhuizen: tientallen incidenten op SEH vanwege carnaval. L1 Nieuws, 22 februari.
Mazzucato, M. en A. Barrington (2024) Carnival Economics. Project Syndicate Nieuwsbericht, 22 augustus.
Soccerway (2025) Voetbalstatistieken. Te vinden op nl.soccerway.com.
Stand van Nederland (2019) De Geldpolonaise: wat kost het carnavalsfeest in Brabant? NPO Video, 8 februari.
Zorgverzekeringwijzer (2025) Kosten spoedeisende hulp en huisartsenpost. Zorgverzekeringwijzer Bericht.
Auteurs
Categorieën
1 reactie
Als ik het goed begrijp tanken carnavalsvierders ruim 5 liter bier per persoon weg en betalen ze daar meer dan € 30 per liter voor. Geen wonder dat ze de week erna met een kater in bed liggen.