Ga direct naar de content

Denk nú mee over de herziening van het economisch bestuur van Europa

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: november 3 2021

De economie van de Europese Unie is, dankzij krachtige beleidssteun en een geslaagde vaccinatiecampagne, de COVID-19-crisis goed te boven gekomen. Er zijn nog grote onzekerheden en risico’s, maar het herstel zet door. Dit jaar zou de groei flink hoger kunnen uitvallen dan de in juli voorspelde 4,8 procent, en de werkloosheid is bijna terug op het niveau van voor de crisis.

Nu Europa in rustiger vaarwater komt, is het moment rijp om de discussie over het economisch bestuur van de Unie – die vorig jaar vanwege de pandemie onderbroken werd – opnieuw op te starten. Met deze bijdrage in ESB, en vergelijkbare bijdragen in andere Europese landen, en met een openbare raadpleging doen wij dat.

Uitkomst evaluatie

In februari 2020, toen we aan deze discussie begonnen, hebben we een evaluatie van het bestaande regelgevingskader gepubliceerd.

Er zijn duidelijke resultaten geboekt. Het kader heeft geholpen om de overheidsfinanciën onder controle te houden: met name het maximum begrotingstekort van 3 procent heeft buitensporige tekorten weten te vermijden. Het heeft ook bijgedragen tot de vermindering van de externe tekorten, die onder andere hebben geleid tot de crisis in de eurozone die rond 2010 begon. En het vormde een onmisbaar kader voor de coördinatie van economisch beleid.

Maar er was ook een keerzijde: in een aantal landen bleef de schuld hoog, het begrotingsbeleid bleef de natuurlijke conjunctuur versterken en maatregelen bestonden vaak uit het snijden in de overheidsinvesteringen. Veel EU-landen leden ook onder lage potentiële groei en aanhoudend lage inflatie. Ook zijn de EU-begrotingsregels zeer complex, wat de transparantie niet en goede kwam en ertoe leidde dat nationale politici zich de regels niet eigen maakten.

Noodzaak herziening

Intussen is de noodzaak om het economisch bestuur te hervormen nog prangender geworden, zoals we uiteen zetten in onze nieuwe mededeling.

Ten eerste zijn investeringen dringender geworden. Door de groene en digitale transitie zijn volgens schattingen de extra investeringsbehoeften in de private en publieke sector gestegen tot bijna 650 miljard euro per jaar tot 2030. De groene transitie alleen al is goed voor 520 miljard euro per jaar. Neem alleen al de energie- en vervoerssector, waarvoor naar schatting 390 miljard euro per jaar nodig zal zijn, 50 procent meer dan in het verleden. De herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, RFF) zal een heel eind in de financieringsbehoefte voorzien: tot en met 2026 is er 338 miljard euro aan subsidies en 386 miljard euro aan leningen beschikbaar voor de lidstaten. Maar we moeten nu nadenken over de vraag hoe nationaal beleid deze investeringen, die zowel door de private als de overheidssector zullen moeten worden gefinancierd, zo doeltreffend mogelijk kan bevorderen.

Ten tweede hebben EU-landen bijna 19 procent van het bbp besteed aan de bestrijding van de door corona veroorzaakte gezondheids- en economische crisis. Dat was mogelijk dankzij de algemene ontsnappingsclausule van het stabiliteits- en groeipact. Deze begrotingssteun, in combinatie met krachtige monetaire steun van de Europese Centrale Bank, bleek van vitaal belang voor Europa. Maar het heeft ook geleid tot een stijging van de schulden en tekorten in de EU. Daarom zal in deze herziening onder andere worden onderzocht hoe onze begrotingsregels kunnen zorgen voor een geleidelijke vermindering van de overheidsschuld als percentage van het bbp (schuldquote). Dit is belangrijk omdat we met gezonde overheidsfinanciën adequaat zullen kunnen reageren op mogelijke toekomstige schokken, en zo voor duurzame groei kan worden gezorgd doordat financieringskosten laag blijven.

Ten derde heeft de coronacrisis de ongelijkheden vergroot en een aantal bestaande zwakheden versterkt. De particuliere schuld is toegenomen. De opwaartse trend in de huizenprijzen heeft zich doorgezet en de hypotheekschuld is in bepaalde landen aanzienlijk gestegen. De tekorten op de lopende rekening zijn groter geworden in landen die van het toerisme afhankelijk zijn, en de correctie van de overschotten op de lopende rekening is tot stilstand gekomen. De pandemie zal onze economieën blijven veranderen en er kunnen nieuwe risico’s ontstaan. Wij moeten dus nadenken over de vraag hoe deze vraagstukken met het economische bestuurskader het best kunnen worden aangepakt.

Oproep

Tot het einde van dit jaar zullen we standpunten en bijdragen aan deze discussie verzamelen via een openbare raadpleging. De Commissie zal vervolgens in het eerste kwartaal van volgend jaar richtsnoeren geven voor het begrotingsbeleid in de komende periode. In deze richtsnoeren zal rekening worden gehouden met de economische situatie in de wereld, de specifieke situatie van elke EU-lidstaat en de discussie over het economisch bestuurskader. Wij zullen advies geven voor mogelijke wijzigingen van dit kader, met als doel om ruim op tijd voor 2023 een brede consensus te bereiken over de vervolgstappen.

De Europese economie herstelt zich. Wel moeten wij ervoor zorgen dat de groei de komende jaren en daarna zowel duurzaam als blijvend is. Dat is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid: de discussie over hoe we dat gaan doen, begint nu.

Auteurs

Categorieën