Ga direct naar de content

Is delen samen spelen of het nieuwe stelen?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 25 2015

Dingen met elkaar delen was nog nooit zo gemakkelijk. Aangedreven door informatietechnologie en onze massale online aanwezigheid in netwerken, is de hoopvolle verwachting gewekt dat we ons in de deeleconomie misschien wel anders — lees: socialer — gaan gedragen.

Peerby

Wie voor het eerst op het deelplatform Peerby rondneust, kan de indruk krijgen dat dit ons inderdaad stimuleert om meer te delen. Zonder een tegenprestatie te vragen, lenen buurtbewoners spullen aan elkaar uit, van koffiekannen tot bakfietsen. Het enige wat daarvoor nodig is, is slimme technologie, de bereidheid om tijd te investeren in het reageren op elkaars oproepen en de spullen netjes over te dragen.

Gevaren

De technologische mogelijkheden bergen evenwel gevaren in zich, van het misbruiken van marktmacht tot het schenden van privacy. Ook kan het vermarkten van diensten die eerder in het domein van het vrijwilligerswerk lagen de algemene moraliteit aantasten en een voor-wat-hoort-wat-cultuur genereren. Volgens NRC-columnist Arjen van Veelen is het nieuwe delen eigenlijk stelen.

Delen?

Vorig jaar is een grote investeerder in Peerby gestapt. Die lanceerde meteen in 2015 zijn eerste betaalde diensten, waaronder ‘Peerby Go’: een parallel deelplatform waar je kunt huren van je buren. De instap van een investeerder en de verschuiving van delen naar huren maken duidelijk dat dit deelplatform ons niet per definitie tot virtuoze, immer delende mensen zal bevorderen. Je kunt kiezen.

Sociale normen

De welvaartswinst van de deeleconomie hangt sterk samen met de mate waarin de sociale normen op deelplatformen gericht zijn op waardecreatie in plaats van puur op transacties of winst. Zijn de sociale normen ‘relationeel’ dan ontstaat geef- en deelgedrag. Is het netwerk meer ‘transactioneel’, dan neigt het al snel naar platte commercie.

Twee kanten

Het online delen van tijd, kennis en goederen kan in een gunstig scenario leiden tot een hoger publiek kennisniveau, of tot beter beheer van collectieve hulpbronnen, door goederen en gebouwen efficiënter en duurzamer te gebruiken. Aan de andere kant kan de deeleconomie ons gedrag ook zo sturen dat onze omgang met goederen en met elkaar juist minder sociaal en duurzaam wordt. Gebrek aan eigenaarschap kan leiden tot het slordig omgaan met spullen, goedkope toegang tot auto’s, tot meer CO2-uitstoot, en onderlinge verhuur tot verminderd sociaal kapitaal in een gemeenschap wanneer het ‘gratis’ delen verdringt.

Airbnb

Het klassieke voorbeeld van deze verschuiving is Airbnb. Kan een kennis nog bij jou komen logeren als je diezelfde kamer ook via Airbnb verhuurt? Dat is niet meer vanzelfsprekend als je voor je inkomen afhankelijk bent geworden van je verhuuractiviteiten. Al krijgen ze wellicht korting.

Optimisme

Factoren die bijdragen aan een optimistisch deelscenario zijn het geven van het goede voorbeeld en monitoring.Uit recent economisch en psychologisch onderzoek blijkt dat ‘gevend’ gedrag aanstekelijk werkt. Onderzoek uit 2012 naar gedrag op online platformen laat zien dat mensen die lid werden van een weggeefplatform omdat ze wilden nemen, zich vervolgens ook als gever gingen gedragen als ze eenmaal hadden ervaren hoe het was om te ontvangen. De voorbeeldfunctie van een platform wint aan invloed als de eigenaars of initiatiefnemers zelf actief de gewenste cultuur vertonen en uitdragen. Gaat een beursgang van Peerby samen met een site waarop onbezoldigd wordt gedeeld? Of zien we liever het voorbeeld van de broodfondsmakers, die de administratieve vergoeding van broodfondsen uit zichzelf naar beneden bijstelden toen er steeds meer broodfondsen kwamen en de schaal zorgde voor meer efficiëntie? Ook de aanwezigheid van monitoring — lees: sociale controle — waarbij deelnemers die aantoonbaar niet in de geest van het netwerk handelen op enigerlei wijze aangesproken worden, kan sociaal gedrag bevorderen,

Hoopvol

Het hoopvolle aan de invloed van de deeleconomie op ons gedrag is dat ‘de echte ander’ meer zichtbaar wordt. Deze transparantie schept kansen voor empatisch gedrag. Omdat we in de deeleconomie interacteren met ‘echte mensen’, ongebonden aan callcenter-scripts, is er meer ruimte voor inlevingsvermogen. Wie bij een autoverhuurbedrijf de auto te laat inlevert, krijgt een fikse boete, terwijl je bij SnappCar met de eigenaar tot een oplossing kunt komen; daar heerst de menselijke maat.

Zelf kiezen

Met deze groeiende gedragsopties groeit ook onze verantwoordelijkheid, want als het effect van ons handelen op de ander zo veel transparanter wordt en onze keuzevrijheid groter, kunnen we ons niet meer verschuilen achter keurmerken en regels. Dan moeten we zelf kiezen hoe en tot wie we ons willen verhouden.

Verzacht

Een ander hoopvol aspect is dat de welvaartsverlagende effecten vaak verzacht kunnen worden. Niemand hoeft toe te staan dat Uber de arbeidswetten of de mededingingswet overtreedt. Als normen en waarden op een platform welvaartsverlagend werken, kan dat in het publieke discours aan het licht komen.

Relaties

De deeleconomie levert vooral welvaart op indien het eigenbelang (transacties, nieuwe markten, innovatie) gekoppeld wordt aan het meewegen met het effect hiervan op de ander. De kwaliteit van de aangegane relaties en de waarde die hierin wordt uitgewisseld zijn daarbij bepalend. Het mooiste is dat we als maatschappij en als individu zelf kunnen bepalen of delen samen spelen of het nieuwe stelen gaat worden. Zo krijgt ieder land de deeleconomie die het verdient.

FD essay 18 december. Helen Toxopeus is onderzoeker aan de Erasmus School of Accounting and Assurance ESAA. Deze bijdrage is een verkorte versie van een hoofdstuk in een nieuw boek, getiteld ‘Economie draait niet om geld’.

 

Auteur

Categorieën