Ga direct naar de content

De omkeerregel moet blijven

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 2 2014

In zijn recente blog van 31 mei j.l. laat Bas Jacobs zien dat de huidige ‘omkeerregel’, waarbij de pensioenpremie van het belastbaar inkomen mag worden afgetrokken en de pensioenuitkering mettertijd belast wordt gezien kan worden als een subsidiëring van het individu. Jacobs stelt dan dat deze inpliciete subsidie zou leiden tot daling van het arbeidsaanbod, omdat mensen eerder met pensioen gaan als hun pensioensituatie verbetert.
Een soortgelijke analyse wordt vaak gebruikt als argument door diegenen die de omkeerregel willen afschaffen, zoals bijv. de Commissie Van Dijkhuizen  voorstelde in haar interim-rapport. Hoewel Jacobs mij verzekerd heeft dat hij voor de instandhouding van de omkeerregel is, zou zijn  analyse ‘gefundenes Fressen ‘ kunnen zijn voor de tegenstanders.  Hierbij enige argumenten die pleiten voor de instandhouding van de omkeerregel.
In de eerste plaats is er een omvangrijk herverdelingsmechanisme ,waarbij de staat allerlei groepen van  burgers subsidieert . We denken aan het gebouw van  de sociale zekerheid, de subsisides op onderwijs en sport, enz..Het is dan bepaald onduidelijk waarom juist deze door Jacobs gesignaleerde subsidie zou moeten worden afgeschaft.
In de tweede plaats stimuleert  de omkeerregel het betalen van hogere pensioenpremies dan zonder aftrekbaarheid. De meeste werkers zijn immers geen ‘mieren’ maar ‘krekels’ om met Lafontaine te spreken. Het is  in ieders belang dat ouderen een goed pensioen bij elkaar sparen, want anders moet de overheid in de welvaartsstaat, dus de belastingbetaler, er later voor opdraaien via bijstand, etc.
In de derde plaats valt te betwijfelen of de werker niet juist gedemotiveerd wordt om langer door te werken als hij er na zijn pensionering minder van overhoudt.
In de vierde plaats lijkt het verstandig om naar de positie van de Staat zelf te kijken.
Het is bekend, bijv. Uit berekeningen van ABP/APG , dat elke euro die aan pensioenpremie betaald wordt tot een veelvoud aan pensioenuitkering leidt. Dit komt omdat op de geinvesteerde pensioenpremie rendement wordt gemaakt. Meer precies leidt een betaling van P aan premie tot een pensioen van 5xP. De belastingontvangst van de staat is dus bij het bestaan van de omkeerregel tp x 5 xP, terwijl bij het niet bestaan van de omkeerregel de opbrengst tw  xP is.Bij een belasting van gemiddeld ca. 52% voor werkers en 35 % voor gepensioneerden in het cijfervoorbeeld van Bas krijgt de staat dus 52 cent per euro pensioenpremie zonder omkeerregel en €1,75 per euro pensioenpremie wanneer we de omkeerregel in stand laten. Voeg daar nog bij dat het aandeel van gepensioneerden in de totale bevolking zal stijgen en het aandeel van de actieven zal afnemen , dan lijkt het opheffen van de  omkeerregel op langere termijn desastreus uit te werken voor de staatsfinanciën.
Tenslotte impliceert een afschaffing van de omkeerregel, zoals door de Cie. Dijkhuizen bepleit, een langdurige en pijnlijke transitieperiode , waarbij vele oudere actieven niet meer voldoende pensioen bijeen kunnen sparen.

Auteur

Categorieën