Ga direct naar de content

Gemeenten en onrechtvaardige rechtvaardigheid

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 30 2013

Torenhoge bestuurdersbeloningen, achtergestelde flexwerkers en scheef wonende middeninkomens ten spijt: het Nederlandse beleid is zo onrechtvaardig nog niet. Neem nu de gemeente waar u woont.

Het bulkt van de schoolgaande kinderen, riolering is dikwijls aan vervanging toe. En kapitaalkrachtig is de gemeente niet bepaald, als je zo kijkt naar de vele jongeren en werklozen die geen bijdrage aan de gemeentekas leveren. Uw gemeente zou daarom tussen een lager voorzieningenniveau en een hogere belastingdruk kunnen schipperen dan uw beter bedeelde buurgemeente, ware het niet dat we dit onrecht rechttrekken via een landelijk verdeelsysteem voor rijksuitkeringen aan gemeenten. Verdeling van zo’n vijftien miljard euro moet ervoor zorgen dat inwoners van gemeenten met ongunstige omstandigheden niet worden benadeeld. Wat zijn we dus rechtvaardig met zijn allen.  Toch?

In de ESB van deze week maken Maarten Allers en Wouter Vermeulen duidelijk waarom dit niet helemaal zo is. Sommige groepen mensen profiteren namelijk meer dan andere van hogere uitkeringen aan gemeenten (bij een ongewijzigd takenpakket). En dat heeft alles te maken met de woningmarkt.

Hun analyse begint met de logische economische veronderstelling dat verhoging van de uitkering aan een gemeente leidt tot hogere woningprijzen in diezelfde gemeente. De reden hiervoor is dat een gemeente voorzieningen kan verbeteren of belastingen kan verlagen, wat de gemeente aantrekkelijker maakt om te wonen. In theorie stijgen de woningprijzen totdat de gemeente voor nieuwe inwoners net zo aantrekkelijk is als daarvoor. En daarmee komt een probleem in zicht: van extra uitkeringen zouden bestaande woningeigenaren meer profiteren dan toekomstige woningeigenaren en  huurders in het vrije segment. Ze hebben betere voorzieningen waarvoor ze niet extra hoeven te betalen, terwijl nieuwe woningeigenaren en vrije huurders dat wel moeten.

Op basis van analyse van eerdere wijzigingen in het verdeelstelsel bewijzen Allers en Vermeulen dat woningprijzen inderdaad meebewegen met veranderingen in de algemene uitkeringen. De woningprijsstijging blijkt gemiddeld net zo groot als de contante waarde van de hogere uitkering per inwoner. De extra uitkering wordt dus volledig geabsorbeerd in woningprijzen.

Dit is een positief signaal over  de waardering die mensen toekennen aan de voorzieningen die gemeenten met extra geld aanbieden. Een negatief signaal is het over de rechtvaardigheid van het huidige verdeelstelsel. Wie profiteert van verhoging van een algemene uitkering aan een gemeente hangt volledig af van de positie die iemand inneemt op de woningmarkt. Beter af ben je bijvoorbeeld als woningeigenaar, terwijl je als huurder zonder huurbescherming naast betere voorzieningen helaas ook hogere woonlasten zult hebben. 

Hoe de auteurs precies tot deze conclusies komen, en welke belangrijke implicaties hun bevindingen verder nog hebben, leest u hier. Oók in de ESB van deze week legt Sjoerd van Bekkum uit waarom we minder zouden moeten discussiëren over de hoogte van bestuurdersbeloningen en meer over de prikkes die uitgaan van het beloningspakket (hier).

Verder is er bijzondere aandacht voor maatstaven om prijsconcurrentiekracht van landen te meten (hier), het mysterie van achterblijvende agglomeratievoordelen in Zuid-Holland (hier), een methode om bankresultaten beter in beeld te brengen (hier) en nut en noodzaak van een vleesbelasting  (discussie hier).   

Auteur

Categorieën