Ga direct naar de content

Benutting arbeidspotentieel ouderen nog ver weg

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 28 2012

Het kabinet Rutte heeft op het gebied van de arbeidsmarkt het een en ander in gang gezet, maar veel is het niet. De pensioenleeftijd is flexibeler geworden (de leeftijd wordt versneld verhoogd naar 67 jaar). Daarnaast zijn er verbeteringen in de toegang tot de arbeidsmarkt door verhoogde exameneisen en toenemende aandacht voor universitair geschoolde leraren. Voorts is een rekentoets voor PABO-studenten ingevoerd.

Het verhogen van de pensioenleeftijd zat er al een tijd aan te komen en past in een trend: de afgelopen tien jaar is de arbeidsdeelname van 55-plussers verdubbeld. Dat doen ze ons alleen in Duitsland na. De reden voor de toename van arbeidsparticipatie van ouderen ligt in de hervormingen van de Vut- en prepensioenregelingen en de veranderingen in de WAO. Verhoging van de pensioenleeftijd levert een hoop geld voor de schatkist op, maar op het gebied van de arbeidsmarkt voor ouderen is er nog een hele weg te gaan. De winst is vooral gepakt door ouderen langer in hun eigen baan te laten doorwerken, maar daarmee zijn we er nog lang niet.

De groep ouderen in de leeftijd rond de 65 is heel divers. Sommigen participeren nog volop en kunnen gemakkelijk doorwerken tot hun 70e. Anderen werken ook door, maar op een lager intensiteitsniveau (minder uren) of lager productiviteitsniveau. Weer anderen participeren wel maar niet meer in dezelfde baan: zij benutten vaak andere vaardigheden.

De maatregelen van het kabinet Rutte doen weinig voor grote groepen ouderen die zich nuttig voor de samenleving willen en kunnen maken. Voor de ouderen die na hun 65e (en later 67e) willen doorwerken, zijn de praktische problemen werkelijk enorm. Werkgevers die deze mensen maar al te graag willen houden, zien zich onder meer geconfronteerd met hoge verzekeringspremies. Dat staat niet in verhouding tot het verzekeringsrisico, aangezien vanaf 65 jaar nog maar een gering aantal jaren tot het pensioen te gaan is. Demissionair minister Kamp heeft plannen aangekondigd, maar door de val van het Kabinet heeft men nog weinig concreets kunnen doen. Het nieuwe kabinet zal het werkgevers zo makkelijk mogelijk moeten maken om ouderen aan te nemen, omdat juist deze productieve groep ouderen niet gedemotiveerd moet worden.

De groep ouderen die wel participeert maar niet meer op het oude niveau, is dankzij het Kunduz-akkoord makkelijker te ontslaan. Maar de vraag is of je deze ouderen wel zou willen ontslaan. De belangrijkste reden voor ontslag is dat het loon met de leeftijd meestijgt, ongeacht het niveau van productiviteit. De meeste CAO’s kennen nog een systeem met periodieken, met weinig mogelijkheden om daar waar gewenst af te wijken. Het nieuwe kabinet zou met de sociale partners de periodieken moeten ombouwen naar een systeem met minder loonverschillen naar leeftijd.

Dan is er ook nog de groep ouderen die na de loopbaan andere vaardigheden wil benutten, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen of door jongeren te trainen en te begeleiden. We onderschrijven het pleidooi van de Utrechtse hoogleraar Joop Schippers om te zorgen dat ook dit waardevol potentieel van ouderen benut wordt. Hij haalt terecht het zogeheten use it or lose it -perspectief aan en pleit voor een programma dat ouderen (werkend en werkloos) de mogelijkheid biedt hun menselijk kapitaal in deeltijd in te zetten. Schippers refereert daarbij aan experimenten waaruit blijkt dat ouderen soms nieuwe talenten bij zichzelf ontdekken die hen ook in hun betaalde baan of andere bezigheden verder helpen.

Werk aan de winkel dus om het arbeidspotentieel van ouderen te benutten, maar hoe verhoudt dit zich tot de jeugdwerkloosheid, die nu al zo hoog is? In de discussie over de arbeidsmarkt voor ouderen komt vaak de zogeheten lump of labour fallacy terug. Ouderen worden dan gezien als een belemmering voor jongeren op de arbeidsmarkt. Gelukkig is de arbeidsmarkt geen stoelendans. Het inzetten van productieve ouderen zal namelijk eerder banen creëren, omdat de economie productiever wordt en bedrijven nieuwe kansen zien om het arbeidspotentieel te benutten. De SP zegt niettemin dat het niet zinvol is om de pensioenleeftijd te verhogen als ouderen nu al niet aan het werk komen en de jeugdwerkloosheid groeit.

Alleen bij instellingen die door een budget worden geregeerd, zoals scholen, dreigen ouderen jongeren te verdringen. In het onderwijs staat de totale hoeveelheid banen immers ongeveer vast en is het dus inderdaad zo dat een doorwerkende oudere docent de doorstroom bemoeilijkt. In het onderwijs kunnen ouderen beter ingezet worden als mentor van jongeren, zodat beide generaties kunnen profiteren en kennis en ervaring beter behouden blijven.

Wat zeggen de politieke partijen over de arbeidsmarkt voor ouderen? Vooral heel weinig. De VVD zelfs helemaal niets. Veel andere partijen zeggen wel iets aan de arbeidsmarktpositie van ouderen te willen doen, maar laten na te zeggen hoe ze dat gaan aanpakken. Alleen D66 en de CU zijn voor lastenverlichting om oudere werknemers aan het werk te helpen en zijn voor het toestaan van demoties, terwijl de SP meer ziet in een verregaande rol voor sociale partners. Hier ligt een mooie kans voor het nieuwe kabinet, want anders blijft een groot en potentieel waardevol arbeidspotentieel onbenut.

* dit is de eerste in een serie artikelen over verkiezingen die ik samen met een aantal Ecorys collega’s maak.

Auteur

Categorieën