Ga direct naar de content

Kantoorconvenant: stap in de goede richting

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 29 2012

*** dit is deel 2 in de serie over de verkiezingen***

Wat is het probleem?
Al jarenlang kampt de kantorenmarkt met leegstand. Door de financiële crisis houden financiers en beleggers hun hand op de knip. Dat maakt het niet gemakkelijker uit de impasse te komen. Deze is onder meer ontstaan omdat gemeenten tegen elkaar opbieden om bedrijven te lokken, of er alles aan doen om grote bedrijven te behouden. De saga rond de verhuizing van KPMG binnen Amstelveen is het meest in het oog springende voorbeeld. De gemeente stond  KPMG toe een fonkelnieuw gebouw neer te zetten op een prestigieuze locatie enkele honderden meters verwijderd van haar oude gebouw, daarbij op de koop toenemend dat het verlaten pand vrijwel zeker jaren zou gaan leegstaan, nota bene in dezelfde gemeente.

Wat is er aan gedaan?
Gemeenten die in een gevangenendilemma zijn verstrikt en beleggers die de kat uit de boom kijken: dat vraagt om coördinatie op een hoger niveau. Gelukkig heeft het kabinet Rutte een belangrijke stap gezet op weg naar een betere afstemming. In juni werd door alle relevante betrokken partijen het convenant ‘Aanpak leegstand kantoren’ ondertekend. Hoofddoel van het convenant is om de leegstand van kantoren terug te dringen door de kantorenvoorraad te verkleinen en de bestaande voorraad beter af te stemmen op de gebruikersvragen. Om dit te bewerkstelligen, zijn er betere ruimtelijke planning en programmering nodig en regionale of lokale compensatiefondsen.

Waarom is het dan nog steeds niet opgelost?
Hoe goed deze stap ook is, er zitten twee zwakke schakels in het convenant. Ten eerste is het te vrijblijvend. Gemeenten die door het convenant zijn aangewezen als zogeheten Balans-, Beperkings- of Transformatiegebied zullen geconfronteerd worden met herinrichting en sloop, maar niet met nieuwbouw. Hierdoor lopen zij mogelijk aanzienlijke inkomsten mis. In een wereld van vrijblijvendheid zullen de verleidingen voor deze gemeenten toch heel groot blijven, alle goede bedoelingen ten spijt. Een tweede zwakke schakel in het convenant is dat de leegstand primair tegengegaan wordt met het verkleinen van de voorraad, lees sloop. Leuk voor de sloopsector, maar het is niet maatschappelijk gewenst om kwalitatief goede gebouwen te slopen. Het slopen van oude gebouwen is daarnaast belastend voor het milieu omdat sloopmateriaal moet worden gestort, verbrand of gerecycled.

Wat moet er gebeuren?
De twee zwakke punten uit het convenant kunnen eruit gehaald worden. Er zal een hardere afspraak moeten komen hoe de kwetsbare gemeenten tegemoet te komen. Het instellen van de zogeheten regionale kantorenfondsen kan hierbij een goed instrument zijn, maar vereist sluitende afspraken over goed bestuur en afdrachten. Ook is draagvlak bij alle betrokken partijen noodzakelijk om dit tot een succes te maken.

In plaats van de nadruk op sloop te leggen, kunnen bestaande leegstaande gebouwen een nieuwe functie krijgen. Dit vermindert de milieubelasting en leegstand, waardoor de leefbaarheid toeneemt en de energieprestatie van de bestaande voorraad verbetert. Bovendien kan het knelpunten elders in de economie (studentenhuisvesting, zorg, ateliers voor kunstenaars) oplossen zonder dat nieuwbouw nodig is.

Hoe reëel is het dat dit ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd?
De discussie over leegstand houdt ook de politieke partijen bezig. Zo zegt het CDA: “Herbestemming van bestaande panden heeft de voorkeur boven sloop of extreem langdurige leegstand. In dit kader dienen gemeenten snel meer bevoegdheden te krijgen.” Bij D66 lezen we: “Om te bereiken dat enkel naar behoefte gebouwd wordt, wil D66 dat gemeenten, maar ook middenbestuur en rijk betere regie voeren en perverse prikkels wegnemen.” De SP vindt dat: “De woningmarkt kan worden gestimuleerd door kantoorpanden om te bouwen tot woonruimte en om te schakelen naar energiezuinige woningbouw.” En de VVD meent dat: De overheid de markt mogelijkheden moet geven om verouderde terreinen weer rendabel te maken. Daar waar de markt transformaties niet oppakt, moet de overheid niet schromen boetemogelijkheden van de Wet Kraken en Leegstand te hanteren om druk op te voeren door boetes op te leggen aan eigenaren van vastgoed.

De verkiezingsprogramma’s laten zien dat alle partijen het erover eens zijn dat er iets gedaan moet worden. De wijze waarop varieert van volledige overheidsregie tot het overlaten aan de markt. De verkiezingen zullen uitmaken welke rol het rijk zal gaan vervullen. Duidelijk is wel dat met het huidige convenant ‘Aanpak leegstaande kantoren’ de markt haar rol serieus neemt. Nu nog de weeffouten eruit.

Auteur

Categorieën