II DECEMBER 1918
Economisth~wStatistische
Berichten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL NIJVERHEID. FINANCIËN EN VERKEER
3E JAARCANG
WOENSDAG 11 DECEMBER 1918
No. 154
StOomvaart-lYlaatschappij
NEDERLilD
A M STER DAM.
–
Stoomvaart-lYlaatschappij
ROTTERDA1SCHE LLOYD
ROTTERDAM.
MAIL-., PASSAGIERS- EN
VRA CH Til 00 TENDIENS T
HOLLAND—JAVA
Vice versa
via
SUEZ KANAAL.
VRACHTBOOTENDIENST
van Java
naar
San Francisco
Vice versa, in
vereeniging met
de Java-China-Japan Lijn.
JAVA—NEW YORK LIJN.
Geregelde vrachtbootendienst van NewYork
naar
Nederlândscl:-lndië
vice versa,
in
samenwerking met andere Maatschappijen.
JAVA—BENGALEN LIJN.
Geregelde dienst van
Nederlandsc/,-Indië
naar
Rangoon
en
Calculla
vice versa.
De N.V.
Hypothecaire Credietbauk
Anna Paulownastraat 113
‘.-GRAVENHAGE
verstrekt credieten onder hypothecair
ver-
band. Geeft uit 5
/s
voor hoofdsom
en
rente verzekerde schuldbrieven in coupures
van fl000,—,
f
500,— en fl00,—.
De Directie,
Mr. J. J. BERGSMA.
C. PLOKHOOY.
F. & W. VAN DAM
Makelaars in Assurantiën
Wijahaven 63
–
Rotterdam
belasten zich met het
plaatsen van
Assurantiën,
onverschillig van wel-
ken aard, geene uit-
gezonderd.
N.V. Futness’
Scheepvaart-
en Agentuur batschappl
ROTTERDAM—AMSTERDAM
Telegram-Adres: ,FURNESS”
Telefoon Nos. ROTTERDAM 7744147
,,
,,
AMSTERDAM N 6868, N 1267
Reeders, Cargadoors, Expediteurs, Kolen-
handelaren, Stuwadoors, Assuradeurs etc.
Speciale afdeeling voor het bevrachten
van scheepsladingen per stoomende en
zeilende ruimte.
AAN- EN VERKOOP VAN SCHEPEN
GEREGELDE LIJNEN VAN EN NAAR:
BALTIMORE (Hoii.Amer. Lijn) elke
10/14 dagen
CARD1FF (en Birmingham Di8trict) wekelijks
‘MIDDLE8BROUGI
. .
.
eiken Zaterdag
STOCKTON ON TEES
. .
.
eiken Zaterdag
‘SUNDERLAND …….eiken Zaterdag
‘ALEXANDRIE …….eike 2/3 weken
CANADA (via Londen)
. . .
éike 10
dagen
AUSTRALIE (via Londen)
. .
elke 14 dagen
‘ZUID-AMERIKA (via Antwerpen) elke2/3weken
‘MAROKKO (via Antwerpen).
elke 14 dagen
CUBA (via Liverpool).
. . .
elke 10 dagen
Doorvrachten naar en van alle deelen
der
wereld.
Levering van Engelsche Stoomkolen en Gaskolen.
• Diensten tijdens
den
oorlog
gestaakt.
Nationale
Levensverzekering-Bank
OPGERICHT 1863
TE
ROTTERDAM
ROTTERBANSCHE
BANK VEREENIGING
Rotterdam ‘8-Gravenhage
Boompjes
Mauritakade
Delfshaven
Bezuidenhout Feijenoord
Kneuterdijk Glashaven
Naaldwijk
Schiedam
Rijswijk
Vlaardingen
Scheveningen
Amsterdam
Rokin
Zaandam
KAPITAAL
EN
RESERVEN
/ 66.000.000
9
–
NATIONALE
BANK VEREENIGING
Hoofddirectie en Centrale
Administratie te Utrecht
Alkmaar, Aimelo, Alphen a. d. R., Atners-
foort, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Barne-
veld, Bodegraven, Borculo, Boskoop, Den
Burg(Texel), Coevorden, Culemborg, Delft,
Deventer, Doetinchem, Dokkum, Dordrecht,
Drachten, Ede, Emmen, Franeker, Gelder-
malsen, Goes, Gorinchem, Gouda, Groenlo,
Groningen, Haarlem, Harlingen, Heeren-
veen, Den Helder, Hengelo (0.), Hooge-
veen, Hoogezand, Hulst, Katwijk, Leeuwar-
den, Leiden, Lochem, Meppel, Middelburg,
Nijmegen, Oostburg, Purmerend, Ridder-
kerk, Schagen, Schoonhoven, Sliedrecht,
Sneek, Stadskanaal,Terneuzen,Tholen,Tiel,
Uithoorn, Utrecht, Veendam, Veenendaal,
Vlissingen, Wildervank, Woerden, Ijmui-
den, Zeist, Zierikzee, Zutfen, Zwijndrecht.
KAPITAAL
EN
RESERVEN
/ 7.200.000
9
–
De aandacht wordt gevestigd op de afgifte
van Binnenlandsche Credietbrieven,
waardoor in ruim 80 plaatsen in Nederland gelden franco kunnen worden opgenomen.
ZUID-NEDERLANDSCHE
HANDELSBANK
Kapitaal
f
3.000.000,-
EINDHO VEN
–
TILBURG
–
‘s-HERTOGENBOSCH
BREDA
–
MAASTRICHT SITTARD
–
VENLO
HANDELSCREDIETEN
Incasseering van Wissels
–
In- en
Verkoop van Buitenlandsch Papier
Effecten
–
Coupons
DEPOSITO’S
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK
AMSTERDAM
BATA VIA
–
‘s-QRAVENHAGE
AMPENAN, BANDOENG, CHERIBON, HONGKONG, INDRAMAJOE,
MEDAN, MENADO, PEKALONGAN, PROBOLINGGO, SEMARANG.
SINGAPORE, SOERABAYA, TEGAL, TJILATJAP, WELTEVREDÈN.
Kapitaal /35.000.000,—
Reserven /17.400.000,-
–
N.V. W. van Upiel’s-
Stoomboot
en Tpanspoptondepnomingon
OLIEFABRIEKEN
,,
CAL VE
–
D ELFT!
ROTTERDAM
:
TE DELFT
Reeders, Cargadoors, Expediteurs, Zeebevrachtillgsagdntdll
ARTIKELEN
Telegramadres: FIAT.
Telefoonnummers: 1958,
1977,
1997.
Delftsche Slaolie
Arachide.olie
Sesam.olie
GEBROEDERS SCHEUER
olie
Assuradeurs en Assurantiebezorgers
Plantenvet
Delfia
Expediteurs en Cargadoors
Cocos-olie N. 0. F.
AMSTERDAM EN ROTTERDAM
Grondnotenkoeken en -meel
Verzekering van Koopmansgoederen tegen
Sesamkoeken en -meel
transport, molest, brand en diefstal tegen
Cocosmeel
concurreerende premiën.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
Wilton’s
ROTTERDAM
Scheepsbouw en Machinefabriek
Speciale inrichting voor reparatiën van eiken omvang
Drie droogdokken met lichtvermogen tot
14000
ton
Dwarshelling
–
Drijvende kranen met lichtvermogen tot
120
ton
Telefoon: 7303 en 7304
Telegramadres: ,,WILTON” Rotterdam
WERKSPOOR,. AMSTERDAM
Land- en Scheeps-Machines
–
Dieselmotoren
Installatiën voor Suikerfabiieken
–
Polderbemalingen
Rollend Spoorwegmateriéel
–
IJzerconstructién
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1HENGELO
Telefoon Nos. 54, 82 en 119
Telegram-Adres: HEEMAF-HENGELO
HEEMAF
Ii!
MAF
ELECTRISCHE
ELECTRO.
APPARATEN EN
MOTOREN EN
INSTRUMENTEN
GENERATOREN
COMPLETE ELECTRISCHE INSTALLATIES
INSTITUUT VOOR
MAATSCHAPPIJ
–
ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
voor
Sdheeps
–
en Werktuigbouw
WEEKBLAD
ECONOMI SCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Een polis der
,,FIJENOORD”
In
de
reeks afzonderlijke geschriften
zagen het licht:•
ROTTERDAM
NILLMIJ
Mr. G. VISSERING:
Krui8ers
–
Torpedobooten
Het vraagstuk van de geidruimte
Onderzeebooten
van 1859
in Nederland en de Goudpolitiek
Mail8toomschepen
van de Nederlandsche Bank
Vrachtatoomsche
p
en
Baggermateriaal
‘s.Gravenbage, Veenestraat
i
Mr. G.
J. FABIUS:
Machine-installaties
geeft
V
oh
e d
i
ge
Het Bankwezen in Nederlandsoh
tot 65000
P.K.
zekerheid en rust.
West-Indië
Scheeps-Zoelly-Turbjnes
Machines en apparaten voor
Prijs per nummer
f
1,50
Suikerfabrieken,
enz.
Verkrijgbaar bij den Boekhandel en bij NIJGH
&
VAN DITMAR’S UITG.-MlJ., Rotterdam
The Standard
‘
Bank
of South Africa, Ltd.
•
ROTTERDAM
–
15 COOLSINGEL
Telegr..Adree: Africorum
(HOOFDKANTOOR:
10 CLEMENTS LANE, LONDON,. E.C. 4)
F1. 12,—
=
£1.
MAATSCHAPPELIJK KAPITAAL.
F1. 74.329.200,-
GESTORT KAPITAAL …..
…
F1. 18.582.300,-
RESERVEFONDS ………..
F1. 24.000.000,—
NIET GESTORT KAPITAAL.
. . .
F1. 55.746.900,-
F1. 98.329.200,—
Meer
‘
dan 250 Kantoren
Behandeling van
Vertegenwoordigers en
in Zuid-Afrika
Correspondenten
en elders.
alle
Bankzaken.
over de geheele Wereld.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
ROTTERDAMSCHE
LJ
SCHEEPSHYPOTHEEKBANK
Wijnhaven 94a
Tel. No. 7846
De Bank geeft uit 5
‘
/
2
pCt. PANDBRIEVEN
in stukken van
f
5000,—,
f
1000,—,
f 500,—
en
f 100,-
De Directeur, Mr. W. C. MEES
NEDERLANDSCHE HANDEL-
MAATSCHAPPIJ
GESTORT KAPITAAL
f
70.000.000,—
STATUTAIRE RESERVE 112.760.286,-
Hoofdkantoor: AMSTERDAM
Agentschappen te ROTTERDAM en ‘s.GRAVENHAGE.
Vestigingen in NEDERLANDSCH-INDI:
BATAVIA, SOERABAIA, SAMARANG, MEDAN
en andere voorname plaatsen.
Vestigingen in de STRAITS.SETTLEMENTS, BRITS CHANDIP, en CHINA:
SINGAPORE, PENANG, RANGOON, HONGKONG
en
SHANGHAI.
In- en Verkoop van Wissels en Telegrafische Transferten,
Incasseeringen en Financieeringen, Schriftelijke of Telegrafische Credieten,
Reiscredietbrieven, Deposito’s, Rekeningen-Courant,
Administratie van Effecten en alle andere Bankzaken.
e,/
p
aw/
JÔ76frâz
3
o—’e,
J
L
Ç/Ja,ilT7/ssocfafie
CtL2erûeern
&
ornperfz 1834 en
rediet’vereenqirig
1853.
ALLE
BANKZAKEN.
Kapitaal en Reserves
f
11.500.000,—.
Twintig Kantoren.
HAARLEMSCHE BANKVEREENIGING
HAARLEM, AALSMEER, BEVERWUK, BLOEMENDAAL, EDAM, HILLEGOM,
HOOPDDORP, LEIDEN, LISSE, PURMEREND, IJMUIDEN, ZANDVOORT.
Gestort Kapitaal f4.050.000,—
Reserve /850.000,-
R. MEES
&
ZOONEN
ANNO 1720
BANKIERS
ASSURANTIE-MAKELAARS
ROTTERDAM
–
DELFT
–
SCHIEDAM
–
VLAARDINCEN
ROTTERDAM
–
AMSTERDAM
Behandeling van alle Bankzaken
Bezorging van alle Assurantiën
II DECEMBER 1918
‘AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economischp,Statistische
Berl* hten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
3E JAARGANG
WOENSDAG 11 DECEMBER 1918
No. 154
1
INHOUD
Uk.
BELASTINCPOLITIEK DER REGEERING
door
Mr. An. van Gjn
met een antwoord van
Mr. G. W. J.
11
………….
1089
Economische Voorlichtingsdienst aangaande liet Buitenland
door
Mr. G. 11′. J. Bruins
……………………
1092
De Koers der Pandbrieven onzer Hypotheekbanken door
Mr. R. R. van Maasdijk ……..
…………… ….
1093
De Vetrantsoeneering van
1919
………………….
1095
De Economische Toestand van Japan
…………….
096
Moeilijkheden in de goudproductie
………………
1097
AANTEEKENINCEN:
De handel van Engeland gedurende den oorlog…….
1098
Engelsche belangstelling voor België
…………..
1099
Vijziging der Federal Reserve Act……………..
1099
OVERZICHT VAN TIjoscHiuFrEN
…………………
1099
RECEERINCSMAATRECELEN OP HANDELSCERIED
…………
1100
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
1101-1107
Geidkoersen.
Effectenbeurzen.
Wisselkoersen.
I
Goederenhandel.
Bankstaten.
Verkeerswezen.
INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
Algemeen Secretaris. Mr. G. W. J. Bruin.s.
WEEKBLAD ECONOMISCI1-STATI$TISCHE BERICHTEN
$ecretaris-Rcdacteur: G. E. Huffna.qel.
Secretariaat: Pieter de Hooghweg 12, Rotterdam.
Aangeteekende stukken.: Bijkan.toor Ruige Plaatweg 37.
Telef. Nr. 3000. Telegr.adres: Economisch Instituut.
i’ostcheqne en girorekening Rotterdam No. 808.
Abonnenientsprijs voor hei weekblad franco p. p. in Nederland f 15,—. Buitenland en Koloniën f 17,-
per jaar. Losse nummers 30 cents.
Leden en donateurs van het Instituut ontvangen het
weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut uitgaande
ontvangen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor zoover daaromtrent niet anders wordt beslist.
Advertentiën f 0,35 per regel. Plaatsing bij abonne-
ment volgens tarief. Administratie van abonnementen
en advertenties: Nijgh & van Ditmar’s Uitgevers
Maatschappij, Rotterdam, Amsterdam, ‘s- Grav enhage.
BERICHT.
De bij voortduring aanzienlijke stijging van papier-
prijzen en drukkosten, gepaard aan de geregelde uit-
breiding van den inhoud noopt den Raad van Beheer
van het ,,Instituut voor Economische Geschriften”
er toe den abonnementsprijs voor het weekblad
,,Economisch-Statisiische Berichten” – in overeen
–
stemming met de contributie der leden van het Insti-
tuut – met ingang van 1 Januari a.s. te bepalen op
f 15,—,
buitenland en koloniën
f
17,—.
9 DECEMBER 1918.
Aan de geldvraag voor de maandwisse]ing was deze
keer al zeer snel voldaan. Desniettegcnstaande bleef
de stemming tamelijk vast. De prolongatierente noteeide
regelmatig 4 percent tegen 3
it
334 pOt. de vorige
week, terwijl de markt zeer gevoelig bleef en op min-
der gunstige politieke berichten direct sterk aantrok,
zoodat een oogenblik tot 4% pOt. betaald werd. Slot
4 A
,
4%
pOt.
Ook voor wissels bestond er minder vraag. Eerste
klas papier was nog wel betrekkelijk gemakkelijk te
plaatsen, hoewel de rente toch ongeveer ‘4 pOt. hoo-
gel was dan cle vorige week. Maar papi-c-e van minder
kwaliteit en vooral gemeentewissels wa’:en op ver-
schillende dagen slechts moeilijk onder te brengen
en alleen indien in een beduidend hoogere rente
werd toegestemd. * * *
In de weekstaat van de Nederlandsche Bank zijn de
grootste veranderingen weder vöor rekening van de
schatkist. Het tegoed van de regeering ad 7% miilioen
veranderde in een schuld van bijna
15
mi]lioen. Deze
onttrekkingen dienden gedeeltelijk tot aflossing van
schatkistwissels, waarvan
f 9
millioen minder door de
;rgeering bij de Neclerlandsche Bank zijn onierge-
.bracht dan de vorige week.
De binnenlandsche wissels vermipderden verder nog
met 15 millioen en de beleeningen met ca. 2 millioen,
terwijl het tegoed in rekening ,,van anderen” met 6
inillioen toenam.
De voor de maandwisseling onttrokken gelden zijn
dus weder snel aan het terugvloeien. De omloop van
bankbiljetten verminderde met 10 millioen.
*
*
*
De wisselmarkt was de afgeloopen week zeer flauw.
De centrale wissels, die de vorige week prjshoudend
waren en waarvan het scheen, dat de daling tot staan
was gekomen, waren uiterst zwak. Marken daalden
van 30.50 tot 27.55 en Oost. Kronen van 16.— tot
14.40 en kwamen hierdoor zeer belangrijk onder den
laagsten stand sedert het uitbreken van den oorlog.
Ook ententevissels waren flauw en weder in het bij-
zonder Londen, waarvan groot aanbod voor Belgische
rekening bestond.
BELASTINGPOLITIEK DER REGEERING.
Naar aanleiding van het belangrijke artikel van
Prof. Bruins in het nummer van 4 ])ccember, ver-
oorloof ik mij even terug te komen op het verschil
van meening tusscheu ons beiden omtrent de wen-
van zeer hooge belastingen naar het in-
komen.
De vraag, dooi mij behandeld, was: Gegeven, dat
er door het leenen op groote schaal tot dekking van
staatsverteringen veel kapitaal is vernietigd, hoe
wordt dan kapitaalvorming tot heïstel van den achter-
uitgang beter bevorderd, door ten behoeve van de
S
1090
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 December 1918
rentebetaling van die leeningen (eventueel ook tot
aflossing) hoofdzakelijk naar het inkomen te heffen
(boven en behalve de heffingen naar het inkomen, die
er reeds
zijn),
dan wel door een deel van het benoo-
digde te vinden door sterke belasting van de vert&-
ringen. En ik bestreed het te veel heffen naar het
inkomen, omdat dit de productie belemmert en het
éverleggen tegengaat.
rr. Bruins neemt het voor de inkomstenbelasting
op door er op te wijzen, dat het beter is, als de Staat
zeer groote buitengewone verteringen moet maken,
om dan de middelen daartoe te vinden dooi middel
van een belasting naar het inkomen, dan door middel
van leeningen. Ik zal zulks voorzeker, binnen zekere
grenzen althans, niet tegenspreken. Door de indiening
en verdediging van de Verdedigingsbelastingen, wel-
ke destijds mèt de oorlogswinstbelasting beloofden de
nog te wachten crisis-uitgaven voor een groot deel te
zullen dekken, heb ik zulks wel getoond.
Maar dat een belasting naar het inkomen beter is
dan een leening tot dekking van buitengewone staats:
verteringen, bewijst – geloof ik – niets omtrent de
kwestie, waarom het gaat, als de crisis-uitgaven
voorbij zullen
zijn,
en het streven moet zijn om in te
halen de kapitaalvernietiging van de crisisjaren (om
de cijfers van Mr. Bruins te nemen, als liet er on
gaat om in te halen,
dat
er
f 700
millioen in den vornt
van leening of wel van inkomstenbelasting door den
Staat voor
zijn
extra-verteringen zijn genomen
uit
het
bedrag, dat de ingezetenen onverteerd lieten, met het
gevolg, dat er niet, zooals anders het geval ware ge-
weest,
1250 of
1200
millioen werd opgelegd, doch
slechts
f 550
of
f 500 millioen).
De
becijfering
van Mr. Bruins leert omtrent di
volgende phase niets. Er mQge hier een dergelijk voor-
beeld volgen als dat van Mr. Bruins, dat wèl op die
phase slaat (echter met cijfers, die iets .waarschijnlij-
ker zijn wat de verhouding van verteing tot beleg
ging betreft).
Stel v66r den oorlog – of beter nog,
than,s,
indien
ei
geen oorlog
was geweest – ware de toestand al
volgt:
totaal inkomen ……..
f
2000
millioen.
vertering
…………,, 1800
11
nieuw kapitaal ……….
f 200
millioen per jaar.
Er is echter een milliard extra verteerd, dat in te
halen is, en nu worden de cijfers:
Ja.
als er in hoofdzaak zeer hooge inkomstenbelas-
tingen worden geheven, die de productie eenigszins
belemmeren en tevens ook alle soorten van verte-
ringen: .
totaal inkomen ………………
f 1975
miliioèA
vertering …………..t
1725
inkomstenbelasting
tot
dekking der rente van
het milliarr.l ……….,,
50
1775
nieuw kapitaal ………………
f 200
millioen
zoodat
wiets
wordt ingehaald.
15.
hooge verteringsbelasting, matiger inkomsten:
belasting:
totaal inkomen …………’ ……
f
2000
millioen
vertering …………..
f
1700
belasting voor de rente . . ,,
50
1750
nieuw kapitaal ………………
f 250
millioen
zoodat er
f
50
millioen extra wordt overgelegd en, na
zeker aantal jaren, het milliard is ingehaald.
Of, wil men de crisisschuiden 66k aflossen, dan
wordt de belasting b.v.
f 70
millioen en worden de
cijfers wellicht als volgt:
Ila.
hooge inkomstenbelasting:
totaal inkomen ………………
f 1905
millioen
vertering …………..
f
1720
belasting voor rente en
aflossing . ………… .,
70
1790
nieuw kapitaal
bij
ingezetenen
f 175
millioen
kapitaalvorming door den Staat . . ,,
20
1)
totaal kapitaalvormin
g
……….
f 195
millioen
lib.
.bij hooge verteringsbelasting:
totaal inkomen ……………….
f 2000
millioen
vertering …………..
f 1095
–
belasting ……………..
70
1705
millioen
kapitaalvorming ingezetenen
. . . . f
235
millioen
kapitaalvorming door den Staat . . ,,
20
1)
totaal kapitaalvorming ……….
f 255
mi1lioe
d.i.
f 55 millioen bdven
f
200
millioen normaal.
Hierbij is aangenomen, dat de gewone staatshuis-
houding verloopt zonder een tekort op den gewonen
dienst en, dat de Staat misschien wel leent, maar dan
uitsluitend voor zaken, die in volgende jaren in een
of anderen vorm haar rente en aflossing opbrengen,
zoodat de leeningen economisch geheel gelijk staan
niet die van particuliere lichamen.
Natuurlijk zijn deze
cijfers
phantasie, zij geven
slechts weer wat naar mijne meening de vermoedelijke
gevolgen zijn van heffingen van het inkomen alléén
– of van de vertering tevens – om de rente – en
wil men de aflossing— van de crisisschulden te dek-
ken. Feitelijk moet niet alleen het milliard ingehaald
worden, dat de Staat voor crisisuitgaven leende, doch
ook wat hij door belastingen gedurende de crisis ont-
trok aan hetgeen anders zonde zijn opgelegd.
Bij de beoordeeling van dè schadelijke werking van
de belasting naar het inkonen, moet er om gedacht
worden, dat de Staat 66k al naar het inkomen heft
voor den gewonen dienst en wellicht nog een paar jaar
voor rechtstreeksche betaling van crisisuitgaven. Naar
gelang het percentage hooger wordt, dat in totaal van
het inkomen wordt geheven, wordt de belemmerende
werking op de productie en tevens het belemmeren
van verteringen, die noodig zijn voor de volkskracht,
erger.
Ik handhaaf dan ook mijne meening, dat er om te
bevorderen, dat het door overconsumptie in de oorlogs-
jaren verloren gegane kapitaal, ook in het belang der
arbeiders, weder bijeen wordt gegaard (hetzij dan, dat
de ingezetenen zulks doen en de Staatsschuld blijft
bestaan, hetzij dan door de bemiddeling van den Staat,
die zijn schulden afdoet) de heffing van een groot
bedrag door middel van verteringsbelastingen beter is
dan heffing van het geheele bedrag door middel van
belastingen-naar het inkomen en dat de plannen van
Minister De Vries uit dien hoofde onvoldoende zijn.
Of nu verhooging van de personeele belasting het
meest gewenscht is (natuurlijk met flinke verhooging
van den kinderaftrek) dan wel beter is een algemeene
verteringsbelasting, systeem Elster-Mombert, laat ik thans daar. Slechts wil ik er opmerkzaam op maken,
dat ten ônzent de algemeene verteringsbelasting reeds
in Maart
1917
in de ,,Vragen des Tijds” is gepropa-
.geerd door Mr. Van Ketwich Verschuur. Na lezing
van de artikelen van Elster en van Mr. Verschuur
komt mij liet denkbeeld lang niet onuitvoerbaar voor. Men kan de personeele belasting vooroopig daarnaast
handhaven met vrijstelling in de algemeene verte-
ringsbelsting van hetgeen in de personeele belasting
reeds getroffen is. Het plan Elster is in beginsel ge-
lijk aan dat van den heer Duyvis ), doch het schijnt
Volgend jaai met oploopende rente.
[Men zie het Ingezonden Stuk in het vorig nummer. — Red.]
11 December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1091
mij niet aanbevelenswaardig te trachten de regeling
in de Inkomstenbelasting te wringen.
Zeer belangrijk zijn de mededeelingen van Prof.
Bruins omtrent de veranderingen in de verdeeling
v&n het volksvermogen en het volksinkomen. Als
echter de groote vermogens en inkomens z66 zijn toe-
genomen en de kleine en middelmatige z66
zijn
afge-
nomen, dan is er kans, dat de onnoodige verteringen
worden uitgezet en schijnt het mij nog te meer wen-
schelijk, dat die verteringen sterk worden belemmerd.
Willen de bezitters van nieuwe groote fortuinen daar-
van op grooten voet leven, dan moeten zij ook maar
bloeden en dan zal de verteringsbelasting ook veel op-
brengen en in staat stellen de inkomstenbelasting zeer te matigen.
Dat men bij een belasting naar het inkomen van
90 pOt. op den duur hard blijft werken om te produ-
ceeren, lijkt mij alleen aannemelijk, zoolang ook pa-
triottische gevoelens tot het voortzetten van het werk
aansporen, maar niet n’a den oorlog.
Men moet ook niet voorbijzien, dat wat het groote
publiek, dat zich zelf bekrimpen moet met ergernis
vervult tegen de rijken, niet zoozeer is hun groot in-komen (dat
blijkt
op zich zelf niet en is ook geen
kwaad, als het niet verteerd wordt, maar aan de pro-
ductie wordt toegevoerd) doch hun groote verteringen.
Psychologisch
zijn
verteringsbelastingen ook zeer noo-
dig. Of het plan Balfour zoo onbruikbaar was als
Puuch het voorg’esteld heeft, schijnt mij ook nog vel
nader onderzoek waard; men kon althans reusachtige
invoerrechten heffen van zuivere weeldeartikelen.
6 Dec. ’18.
ANT. VAN GUN.
Prof. Van Gijn zal mij iveroorlooven aan boven-
staande beschouwingen mijnerzijds nog enkele uotitics toe te voegen.
Bij mijn waarschuwing tegen het hanteeren van
het argument van dc kapitaalvernietigende werking
(ier hoogc inkomstenbelasting had ik de financieele
positie op het oog, waarin als zoovele andere landen
ook Nederland thans en vermoedelijk nog gedurende
een reeks van jaren zal verkeeren. De omstandigheden
dwingen den Staat nu eenmaal zeer belangrijk hoo-
gerebedrageu& van
zijn
burgers te vorderen dan voor-
heen. Gaat de Staat in zoodariig geval naar Engcisch
voorbeeld over tot een belangrijke en progressieve ver-hooging der inkomstenbelasting, dan ligt liet schijnbaar
voor de hand speciaal bij de’zen vorm van heffing een
sterken druk op de vorming van nieuw kapitaal te
vreezen. Hiertegen meende ik in de eerste plaats een
woor.d van waarschuwing te moeten doen hooren. In
werkelijkheid toch doet deze druk zich evenzeer gevoe-
len bij andere wijzen van heffing en kan men ‘zelfs
volhouden, dat bij nog verdere opvoering der inkom-
stenbelasting in verband met de daardoor voor deii
Staat. geschapen mogelijkheid tot minder leenen of
sneller aflossen, het voor het bedrijfsleven beschikbaar blijvend nieuw kapitaal niet kleiner zal zijn, doch wel-
licht zelfs grooter. Waar het toch in de eerste plaats
0
1)
aankomt is dc druk op de verteringen. De vraag,
welke heffing liet grootste overschot aan beschikbaar
nieuw kapitaal laat, hangt af van deze andere, welke
heffing dc vertering het best inperkt en aan den
anderen kant
– t.
Van Gun wijst hierop terecht –
dc productie liet minst stoort.
Met Mr. Van Gijn, die uit de’zcn hoofde aan een
hooge en doelmatige verteringsbehasting de voorkeur
geef t, ben ik het in het afgetrokkene geheel eens, dat
aldus de beste, immers directe druk op de vertering
wordt gelegd. Of intusschen dit tot zoodanige ver-
schillen aanleiding zou geven als Mr. Van Gijn be-
cijfert, blijft mij voorshands twijfelachtig toesohijnen.
Zou een verteringsbelasting met matige inkomsten-
belasting tot een gezamenlijk bedrag van
f 50
mil-
lioen de vertering met
f 25
millioen méér doen afne-
men dan een inkomstenbelasting alleen van
f 50
mii-
lioen? En omgekeerd, zou deze laatste belasting de
productie zoodaizig drukken, dat het volksinkomen
met
1
25
milhioen en meer achteruit gaat, terwijl de
erteringbelasting met matige inkomstenbelasting
productie en volksinkomen ongemoeid zou laten? Is
in deze voorstelling zeLfs niet, onafhankelijk ‘van de
hoogte der bedragen, deze directe eontradictie gele-.
gen, dat de belastingvorm, die de vertering, de con-
sumptie dus, het meest zou drukken, de productie
onaangetast zou laten?
Intussoheri wil ik op de gegeven cijfers niet ver der
ingaan, te meer niet, waar bij de verteringsbelasting
de groote moeilijkheid ligt bij de goede uitvoering van
het denkbeeld. De meest ideale oplossing – een heel
svat betere dan onze personeele belasting – is onge-
twijfeld het Engelsche denkbeeld eener luxe-verte-
ringsbelasting: schifting van de wijzen van verteiiing
en hooge belasting van de onnoodige en moreel scha-
delijke. Helaas geeft Punch in zijn teekening het een-
stemmig oordeel der critiek voorzoover deze mij in
weekbladen en andere periodieken onder de oogen is
gekomen. Bij de massa der belaste .goederen en dien-
sten moest een stelsel van banderolles en tickets als
onuitvoerbaar ter zijde worden gesteld, zoodat slechts
de aceountantscorttrôle, dus achteraf uit de boeken,
zou zijn overgebleven. Welke ongelimiteerde mogelijk-
heden van ontduiking hiermede geopend zouden zijn,
behoeft wel geen betoog.
Het andere denkbee]d, waarnaar Mr. Van Gi.jii met
een beroep op Elster en het Vragen des Tijds-artikel
van Mr. Dr. E. van Ketwich Verschuur verwijst, de
algemeene verteringsbelasting zonder onderscheid van de wijze van vertering, is veel minder deugdelijk, doch
daarentegen ongetwijfeld beter uitvoeibaar. In zijn
wezen kan men .het kenschetsen als een differentiatie
van de inkomstenbelasting, thans niet naar de wijze
van verkrjging van het inkomen; doch itc.hteraf naar
de wijze van besteding. Een differentiatie ten gunste
van het voor belegging gebezigd inkomen en die in zoo-
verre dus reageert tegen het in den laatsten
tijd
meer
en meer op den voorgrond tredend •denkbeeld van
extra belasting van den vermogensaanwas, een denk-beeld, dat Mr. De Vries zich,m.i. terecht voorstelt tot
uitvoering te brengen. Hierbij komt, en dit blijkt dui-delijk uit de voorstellen, waarnaar Mr. Van Gijn ver-wijst, dat de regeling eener algemeene verteringsbe-lasting al een zeer deugdelijke en weinig eenvoudige
zal moeten zijn, wil zij niet voor een deel lijnrecht
tegen liet beginsel ,,belasting naar draagkracht” in-druisehen en vertering treffen, die zoowel noodig is
als slechts met moeite bekostigd.
Het vraagstuk der verteringsbelastingen, een der
oudste op belastinggebied, heeft teveel zijden, dan dat
er hier diep op kan worden ingegaan. Voorshands
blijf ik echter van meening, dat practisch het dubbele
doel: beperking der vertering en belasting naar draag-
kracht het best te bereiken is door een verhoogiug,
maar dan vooral ook Voortgezet progressieve verhoo-
ging, der algemeene inkomstenbelasting.
Dat naast dit alles nog andere middelen kuiiueu
worden aangewend, die tot beperking van zekere vor-
men van vertering kunnen bijdragen, behoeft geen
nadere toelichting. Terecht wijst Mr. Van Gijn hier-
voor op de mogelijkheid van zeer hooge invoerrechten
op zuivere weeldeartikelen. Ook in dit opzicht heeft
al weder Engeland den weg gewezen. Reeds in de
eerste maanden van den oorlog heeft het voor ver-
schillende zoodanige artikelen, ik herinner mij auto-
mobielen en piano’s, een invoerreeht vastgesteld van,
naar ik meen,
50 en 100 pOt. der waarde.
In het algemeen zou ik het verschil Lusschen Mr.
Van Gijn en het door mij ingenomen standpunt voor
een niet onbelangrijk deel willen terugbrengen tot een
verschil in appreciatie van de mate, waarin de Staat
zich bij zijn belastingpolitiek door het belang van een
zon ruim mogelijke toevloeiïng van nieuw kapitaal
naar het bedrijfsleven behoort te laten leiden. Ik out-
ken dit belang allerminst. Zou het echter in botsing
1092
ECONOMISCHSTATISTISCHE BERICHTEN
II December 1918
komen met het beginsel belasting naar draagkracht –
iets wat mij als gezegd nog de vraag lijkt – dan zou
het m.i. behooren te wijken.
Tegenover het standpunt van den heei Van
Gijn, dat men hier als het klassieke mag ken-
schetsen, zou ik mij bovendien op dc ervaring
van dezen oorlog willen beroepen. De wijze,
waarop onze maatschappij zich aan dezen nieu-
wen toestand heeft aangepast cii met name in de
ontzaglijke kapitaalbehoeften dci oorlogvoerende lan-
den en ook ten onzent heeft weten te voorzien, wijst
er op, dat onze economische maatschappij in haar
moderne structuur ook in dit opzicht een elasticiteit
bezit, die wij ons vroeger niet konden voorstellen. Tijd-
perken van hooge rente
zijn
na den oorlog wellicht te
wachten. Ook zonder nog te wijzen op de honderden
millioencn Nederlandsch vermogensbezit, die, thans
in temporairen vorm gehuld, in rustiger tijden den
weg naar de beleggingsmarkt zullen trachten te viii-
den, geloof ik mitsdien, dat ook na len oorlog het
vraagstuk van de voorziening in de behoefte aan ka-
pitaal zoodanig zal
zijn
samengesteld, dat een ietwat
sterker of mindër sterke prikkel op belastinggebied
hierbij slechts een betrekkelijk ondergeschikte rol zal
spelen.
Sterk opgevoerde inkomstenbelastingea zullen, dit
geef ik ten slotte Mr. Van Gijn gaarne to6, op den
prikkel tot volle werkzaamheid een verzwakkenden
invloed kunnen uitoefenen. Gelukkig echter behoeft
men hier te lande zoo ver niet te gaan als met de En-‘
gelsche inkomsten- en oorlogswinstbelitstingen het
geval is. Ook van Engelsehe zijde is, het ligt voor de
hand, meermalen de vraag gesteld, welken invloed
deze belastingen, naar men weet 80 pOt. der oorlogs-
winst en maximaal ongeveer 50 pOt. van het inkomen,
daar te lande op den arbeidszin der betrokken bevol-
kingsgroepen hebben uitgeoefend. Getroffen heeft het
mij hierbij, dat men vrijwel zonder uitzondering dezen
invloed gering acht en dat, voorzoover men een oplos-
sing tracht te vinden, men deze in den regel zoekt
in de richting, waarin Alfred Marshall ieeds ander-
half jaar geleden wees, toen hij dc vergelijking op-
stelde, die ik op blz. 773 van den vorigen jaargang
weergaf en mij veroorloof thans opnieuw aan te halen:
,,’rhe zeal of a yaehtsman in a race is not lessened
,,when an unusually unfavourable tide retards the pro-
,,gress of all; and so the business man of high faculty
,,would not be much less cagei for sncccss, if taxation
,,took from him and his compeers a considerable por-
,,tion of their gains.” Een uitspraak, die, voorzoover
ik kan oordeelen,
0
1
)
een psychologisch juist inzicht
berust.
Ten slotte mag ik van de gelegenheid gebruik ma
ken een onjuistheid in mijn vorig artikel te herstellen.
Sprekend over de som van de particuliere vermogens
in Engeland, noemde ik in de noot op blz. 1007 als
cijfers van voor den oorlog en thans £ 1.2,5 millioen en
£ 15 millioen. De lezer zal reeds begrepen hebben, dat
hier in plaats van ,,millioen” ,,milliard” gelezen moet
worden.
B.
EO ONOMLSCH]j VO O1?LIOIIT1NOSDIENST
AANGAA NDE HET BUITENLAND.
De dezer dagen versohenen Memorie van Antwoord
nopens de hegrooting van Buitenlandsche Zaken voor
het jaar 191.9 bevat omtrent de inzichten en plannen
van Minister Van Karnehêek verschillende meded’ee-
lingen, die ook in deze kolommen een plaats verdienen.
Herinnerd wordt in do eerste plaats aan de reeJs
in October j.l. in de dagbladpers medegedeelde op-
richting van de Directie van Economische Zaken, ver-
bonden aan het Departement van Buitenlandsche
Zaken. De leiding der directie, wier eerste taak is in
zich alle economische aanrakingen en ondeiihandelin-
gen met het buitenland te centraliseeren, is opgedia-
gen aan een chef en een Raad van Bijstand. De
oprichting der directie zal er toe leiden, dat de werk-
kring van organen als de N.O.T. en de N.U.M. nader
zul moeten worden afgebakend, terwijl aan cen ande-
ren kant nauw overleg zal bestaan met het Ministerie
van Landbouw, Nijverheid en Handel.
Eenheid van internationaal economisch beleid, een
reeds zoo dikwijls, ook in deze kolommen, naar voren
gebracht desideratum, zal dus, naar men liepen mag,
thans metterdaad verwezenlijkt worden.
Ook voor den economischen voorlichtingsdienst
opent de Minister een belangrijk perspectief.
01) liet oogenblik is de Directie no geheel in be-
slag genomen door en tengevolge van do ondenhau-
clelingen te Londen en ook in het overgungstijdperk
zal in verband met de internationale regelingen, die
dit tijdperk zullen beheerschen, haar in dit opzicht
een gewichtige taak wachten.
,,Tegelijkertijd ligt ‘het – aldus de Memorie van
Antwoord – in de bedoeling van den ondergeteeken-
de den verdoren uitbouw der Directie alsdan ter hand
te nemen, opdat het Departement door dit orgaan
zoo spoedig mogelijk aan de eischen eener degelijke
wetenschappelijke en practische economische voor-
lichting zal kunnen voldoen. De verhouding tot do
organen, die zich reeds thans met die voorlichting
bemoeien en wel in de eerste plaats niet de afdeeling
Handel van liet Departement, van Landbouw, Nijver-
heid en Handel, zal daarbij onder oogen zijn te ‘zien.
Hot ligt voor de hand, dat de algeheele uitvoering
dezer plannen eerst na eenigen tijd gereed zal komen en dat de voordeelen eener geleidelijke ontwikkeling
aan de inrichting der orgnisatie niet zullen mogen
worden onthouden. In ieder geval zal het streven
daarop gericht zijn, dat de economische belangen zoo
vlot mogelijk en met vermijding van iederen onnoo-
digen omslag worden gediend. Do ondergeteekende
hoopt, dat
bij
de actie op economisch gebied, ‘die in de
toekomst weer te verwachten is, de instelling der
directie goede vruchten zal afwerpen en het zal hem
aangenaam
zijn
bij de voorgenomen uitbreiding van
het personeel zoowel aan het Departement als in den
vreemde, die met liet oog op de nieuwe taak onver-
mijdelijk is, op de medewerking van ‘de Staten-Gene-
raal te mogen rekenen.”
Belangrijk uit hoofde van don geest, die er uit
spreekt, belangrijk ook wegens het verband, .dat de
Minister vervolgens legt met cle benoeming van
handelsattaché’s te Londen en te Washington, zijn
de mededeelingen van den Minister intusschen niet
van dien aard, dat voor nadere vragen geen ruimte
blijft.
Het vraagstuk van een goede organisatie van den
ecouomischen voorlichtingsdienst is in dit blad her-
haaldelijk ter sprake geweest. Op de lijdensgeschiede-
nis der afgeloopen jaren, aangevangen met liet wets-
ontwerp van 27 Tuni 1916, waarbij met een van voort-
varendheid en frisschen zin getuigende toelichting werd voorgesteld aan de begrooting-1916 een bc-
drag van
,f
100.000 voor economische voorlichting toe
te voegen, daarna echter zich voortsleepend, tot einde-
lijk in het nummer van 13 Februari 191.8 van dit
weekblad – blz. 133 – cle verzuchting moest worden
geslaakt, dat, hadden cle afgeloopen jaren niets ge-
bracht, thans blijkbaar de naderende verkiezingen het
voorloopig geheel onvruchtbaar maakten aan het
vraagstul aandacht te wijden, behoeft niet te worden teruggekomen. Zij heef t kostbare jaren van voorbe-
reiding doen verloren gaan, doch behoort thans, al
spreekt ook nu dc Minister helaas nog geheel in den
toekomendcn tijd, naar vertrouwd mag worden, spoe-
dig tot het verleden.
Wat echter uit deze geschiedenis wel is gebleken,
is, dat afdoende verbetering in de eerste plaats eischt
een zoodanige organisatie van den centralen dienst
hier te lande, dat zoowe] de leiding van den voorlich-
tingsdienst naar buiten als de aanraking met de be-
langhebben’den naar binnen in één hand worden
11 December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
‘093
gebracht. Zal dit beginsel, in deze kolommen reeds
1.2 December 1917, blz. 925, met kIom.van redenen verdedigd, thuis werkelijkheid worden? ,,De verhou-
,,ding tot de organen, die zich reeds thans met die
.,voorlichting bemoeien en wel in de eerste plaats met
,,de afdeeling Handel van het Departement van Land-
,,bouw, Nijverheid en Handel, zal daarbij onder
,,00gen zijn te 5jan.” Men ziet hot, houvast geeft de
Minister nog in het geheel niet. Toch zal in de eerste
plaats op dit punt een principieele beslissing dienen
te worden genomen.
Waar zelfs vragen als deze blijkbaar nog niet tot
definitieve oplossing zijn gebraciit, zou het praema-
tuur zijn thans nader op de uitwerking der plannen
iii te gaan. Een opmerking echter nog tot slot.
In de boven aangehaalde zinsneden wijst de Minister
er op, dat de Organisatie niet dan geleidelijk zich zal
kunnen ontwikkelen. Men zal, hoezeer men thans spoed
zonde wenschen, de juistheid hiervan moeten erken-
nen. Immers,wil de dienst van economische voorlichting
iii zijn centraal punt werkelijk voor zijn taak bere-
kend zijn, dan zullen niet alleen de leiders persoon-
lijk een buitengewoon omvangrijke ,,general know-
ledge” moeten bezitten, maar bovendien do beschik-
king moeten hebben over een groote menigte gegevens
van allerlei aard. Het economisch leven is nu een-
maal niet te vinden in handboeken of compendia; w’aar
het op aankomt, moet uit tal van bronnen worden
samengelezen, waarbij wat dood materiaal is gewor-den of elders beter is bijeengebraoht, onherroepelijk
verdwijnen moet, ivil het papier niet de baas worden.
Vooral voor een overheidsdienst schuilen hier groote
gevaren, gevaren waartegen ten slotte een frissche
geest onder de medewerkenden, gepaard aan veel per-
soonlijk verblijf in het buitenland, het beste voorbe-
hoedmiddel zal kunnen vormen.
DE KOERS DER PANDB1?IE VEN ONZER
HYPOTHEEKBANKEN.
in de discussies, waartoe het wetsontwerp betraf-
clende de nieuwe Staatsleening van 350 millioen in
dit blad aanleiding heeft gegeven
1),
is eenige malen
cene vergelijking getroffen met den koers van pand-
brieven van hypotheekbanken. Hierbij is echter
OJ)
de
factoren, die de koersen der laatste beheerschen,
slechts incidenteel ingegaan, want de gédachtenwis-
seling bepaalde zich niet alleen hoofdzakelijk tot de
vraag, of de verklaring van dat groote verschil in
koers in de zooveel hoogerc uitlotingskans der pand-
brieven kon worden gezocht, terwijl toch nog verschil-
lende andere factoren de stabiliteit van den koers
onzer pandbrieven in d hand werken; doch in die dis-
cussies werden bovcnd [en slechts de twee grootste onzer
binnenslands werkende instellingen, de Rotterdamsche
en de Nationale Hypotheekbank, betrokken, hoewel
het overgroot deel van onze andere hypotheekbanken,
hij welke eene zoo hooge uitlotingskans ontbreekt,
wat den koers harer pandbrieven betreft, thans even-
zeer een vergelijking met onze staatsobligaties met
glans kan doorstaan, al noteert haar -fonds dan ook,
gelijk zulks ook vroeger bijna steeds liet, geval was,
eenige procenten beneden de pandbrieven harer twee
voornoemde zusterinstellingen
2)
‘)
[Zie
Nos. 149, 150
en
151. –
Bed.]
2)
Deze omstandigheid is reeds terstond cciie aanwijzing,
dat het tegenwoordige groote verschil tusschen deii koers
onzer staatsobligaties eis dien onzer hypotheekbanken niet
uitsluitend kan zijn gelegen in de zooveel hoogere ititlotiugs-
kaiis bij de laatste. Bij de Nederlandsehe Hypotheekbank
te Veendam, de op de twee reeds genoemde banken terstond
iii grootte volgende hypotheekbank, wier fonds eveneens lecht.s ecilige procenten beneden dat van dee noteert, is
zelfs tot heden nog iii ‘t geheel geen verplichte uitlotiug in-
gevoerd. Deze bank bepaalt er zich toe den koers van haar
fonds te steunen door inkoop van het aanbod voor 4 pOt.
beneden den ten tijde van dat aanbod geldenden koers van
uitgifte.
Met het groote’ verschil in koers tueschen de pand-
brieven eiï”de staatsobligaties zijn onze hypotheekhan-
ken reclame gaan maken, meer in ‘t bijzonder in den
vorm eener beschouwing, opgenomen in het Amster-
damsch Effectenblad van 28 Maart j.l., in welke pand-
brieven als belegging boven onze Staatsfondsen ver-
den aanbevolen, en waarvan door verschillende hypo-
tiseekbanken een overdruk per circulaire onder hare
relaties is verspreid. Dit heeft den heer J. D. San-
tilhano, den redacteur van de rubriek ,,Financiën en
Economie” van de Amsterdammer, Weekblad voor
Nederland, uit den hoek doen komen om een lans te
breken voor onze Staatsobligaties in het nummer van
10 November van dat blad, met een artikel, dragende
tot opschrift: ,,Pandbrieven versus Staatsobligatiën”,
waarin door hem de voorkeur wordt gegeven aan aan-
koop van het 15 pOt. en meer beneden 4 pOt. pand-
brieven noteerende 43 pOt. Staatsfonds, boven eens
belegging in die pandbrieven, op grond, dat bij terug-
keer van normale toestanden het verschil in koers zal moeten verdwijnen. Hierdoor is een tweede discussie
in het leven geroepen, want de directeuren van twee.
onzer hypotheekbanken, de heeren Mrs. A. H. v. Nierop
en A. S. Miedema, hebben hierop terstond, eerstge-
noemde in het num’iner van 27 Nov.
ii.
van het Am-
sterdamsch Effectenbiad en de tweede in de Amster.
dammer, Weekblad voor Nederland, van 30 Nov. j.l.,
gereageerd en, zooais van deze vakmannen to verwach-
ten was, getracht op klemmende ivijze de aantrekke-
lijkheid van een belegging in paudbrieven naar voren
te brengen.
1)at bij deze tweede discussie de factoren die do
koersen des pandbrieven beheerschcn, vanzelf meer
naar voren zijn gekomen dan bij eerstgenoemde, ligt
voor de hand.
Niettemin lijdt vaak juist het beste pleidooi voor
een goede zaak, wanneer dit moet worden gehouden
ten, koste van éene andere, aan onvolledigheid, want
men beperkt zich daarbij •tot de argumenten, die men
voor het bijzonder doel noodig heeft en bovendien ver-
zwakt het
wecierwoord dat
men van de tegen-
partij te wachten heeft,’ allicht den indruk dien men
wilde vestigen. Daarom bestaat er, nu eenmaal dc
pandbrieven als beleggingsfonds in meerdere bladen
in debat zijn gekomen, alle aanleiding voor eene prin-
cipieele bespreking van de vraag, waaraan het te dan-
ken is, dat de koersen der pandhrieven, zoowel van
onze 2 grootste als van liet nieerendeel der andere
hier te lande werkende instellingen, zich gedurende
de laatste 4 jaren zoo stabiel hebben gehouden en geeft
ondergeteekende – daartoe aange’zocli t – eenige, hier
volgende, voorlichting in deze. Hij doet zulks niet to
meer genoegen, omdat vele onzer banken getoond heb-
ben een open oog te hebben voor de gewijzigde tijds-
omstandigheden en de bakens hebben willen verzetten
toen dat noodig bleek. In deze toelichting zullen
echter slechts hoofdpunten worden .aangestipt, want
voor cciie werkelijke ,,studie” ontbreekt’hier de ruimte
en tevens de tijd, indien men althans liet onderwerp zijn actualiteit niet wil loen verliezen.
hierbij worde dan echter geheel in het midden ge-
laten de vraag, welk fonds als belegging de voorkeur
verdient, Staatsobligaties dan wel pandbrieven, en.
evenzeer deze, waarom eerstgenoemd fonds den laat-
sten tijd aan populariteit schijnt te hebben ingeboet
en lager noteert dan het andere.
Pandbrieven van hypotheekbanken zijn vrijwel ten
allen tijde, ook elders, beschouwd als een eerste klasse
rustig beleggingsfonds. Een hypotheekbank immers
heeft ten doel het mobiliseeren van het gronderediet
door liet ter leen verstrekken van geld op onroerende
goederen met gelden van derden – de pandbriefhou-
ders – die zij zich verschaft door de uitgifte van
schuidbekentenissen (pandbrieven), m.a.w., ]iet op-
treden als tusschenpersoou van den kapitalist aan den
eenen . kant, die zijn geld- op bepaalde wijze zeker
1094
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 December 1918
wenscht te beleggen en den eigenaar van onroerend
goed aan den anderen kant, die tegen verband daarop
geld tracht te leenen van anderen. Daar zij aan pand-
brieven niet meer in omloop mag hebben dan zij aan
hypothèken (en eventueel nog aan ingekochte onder-
panden) heeft uitstaan, hebben de pandbriefhouders de
zekerheid, dat bij de bank voor hunne vorderingen
een ten minste gelijk bedrag aan eerste hypotheken
aanwezig is, afgesloten met inachtneming van alle
noodige veiligheidsmaatregelen ‘), die een particulier
gewoonlijk niet in staat is even goed toe te pasen.
Verder geven het aandeelenkapitaal, dat in den regel
ten minste
1/10
gedeelte van het bedrag der in omloop
zijnde paudbrieven moet vertegenwoordigen en de
reserves den paudbriefhouders een extra-zekerheid,
voor zoover de hypothecaire dekking niet volledig
mocht
blijken.
De groote publiciteit in de jaarversla-
gen geeft den geldbelegger alle gelegenheid de gestie
onzer banken te controleeren of zich hieromtrent door
zijn commissionnair te doen voorlichten. Bovendien
bestaat voor de banken met een pandbrieven-circulatie
van ten minste
f
6.000.000 de gelegenheid haar be-
drijf onder extra-contrôle te stellen van de Rijkspost-
spaarbank en het meerendeel dezer heeft daarvan dan
ook gebruik gemaakt. De conservatieve politiek van
onze hypotheekbanken, gericht op eene voortdurende
versterking harer reserves, heeft den goeden naam nog
verhoogd en het is dan ook alleszins verklaarbaar, dat
hare pandbrieven een groote populariteit genieten en
niet alleen in de effeetenportefeuilles van onze geld-
beleggende instellingen en van de kapitaalkrachtige
particulieren, doch ook in de trommels van de kleine
geldbeleggers een plaats van beteekenis innemen.
De aard van het fonds brengt echter tevens mee
dat het onder de waardepapieren een bijzondere plaats
inneemt. Het leent zich absoluut niet voor speculatie.
Daar de hypotheken voor betrekkelijk langen duur
worden gesloten en bovendien de meeste onzer banken
de bevoegdheid hebben de door aflossing van hypo-
theken vrijkomende gelden weer in nieuwe hypothe-
ken te beleggen, beoogt de bank met de uitgifte harer
pandbrieven een leening op langen
termijn
en tracht
zij, wanneer zij haar belang goed inziet, geleidelijk
emplooi voor haar fonds te vinden bij die particulie-
ren en instellingen, die geacht kunnen worden haar
stukken te nemen voor ,,duurzame” belegging. Voor
belegging van tijdelijk uit handel of nijverheid vrij-
gekomen kapitaal
zijn
zij niet bestemd.
Van openbare emissies wordt dan ook door de hypo-
theekbanken voor de plaatsing zoo goed als geen ge-
bruik gemaakt, zeker niet van dergelijke emissies tot
een abnormaal hoog bedrag. De terugslag, die een
emissie vaak met zich brengt, komt haar niet van pas.
De bank brengt haar fonds ,,geleidelijk” onder, bij
voorkeur door tusschenkomst van een zoo groot moge-lijk aantal over het geheele land verspreide correspon-
denten, die de kleine zoowel als 4e groote beleggers
bereiken, dezen tevens hebben in te lichten over den
aard van deze belegging, er gewoonlijk eene eer in stel-
len de bank zoo weinig mogelijk weer met eenmaal
door hen ondergebrachte stukken lastig te vallen en
ci’ daarom op uit
zijn
de bij hen aangebodene weer bij
anderé cliënten onder te brengen, waardoor het aan- i
bod ter beurze zeer wordt beperkt.
De bank behoeft haar pandbrieven niet in te trek-
ken zoodra de rentestand zich
wijzigt.
Daar haar hypo-
theken voor meerdere jaren loopen, kan zij in den
regel met de intrekking harer pandbrieven van een
hoog rentetype rustig wachten totdat een ,,stabiele”
renteverlaging is ingetreden. De bank verplicht zich
zelfs vaak zoodanige intrekking niet dan na verloop
1) ilet register van Taxateurs der Vereeniging van
Di-
recteuren van Hypotheekbanken geeft den banken nog een
extra-gelegenheid om door wederkeerige inlichting van be-
langhebbenden geregeld van de bekwaamheid en betrouw-
baar heid harer deskundigen op de hoogte te blijven.
van een bepaalden termijn
te doen. Ook dit bevordert
de rust in het fonds.
Met deze omstandigheden houdt verband het feit,
dat de commissionnairs voor de plaatsing van pand-
brieven een hoogere provisie ontvangen dan voor
andere fondsen, bij welke dan ook veel vaker omzet is
en dus ook vaker provisie van hen inkomt.
Daar de bank vrijwel voortdurend pandbrieven uit-
geeft en hoc langer zij bestaat, meer en meer houders
harer pandbrieven op een gegeven moment in de nood-
zakelijkheid komen stukken te realiseeren, terwijl het
vermogen harer correspondenten tot herplaatsing bij
andere cliënten een grens heeft, moet zij het excédent
zelve opnemen, hetzij rechtstreeks, hetzij over de
beurs. Want de hooge plaatsingsprovisie belemmert
aldaar de vraag en hierdoor den reëclen handel. Wan-
neer de bank nu maar een voldoenden afzet heeft, of
genoeg hypothecaire aflossingen ontvangt, is
zij
ook
in staat het aanbod op te nemen.
Bij onze twee oudste hierboven genoemde banken
staat het met deze zaak anders. Zij zijn volgens haar
statuten verplicht alle door aflossing op haar hypo-
thekenportefeuille vrijkomende gelden aan te wenden
tot intrekking van pandbrieven na uitloting, met dit
gevolg, dat gedurende de tot en met 1916 laatstver-
loopen 10 jaren door de Rotterdamsche Hypotheek-
bank gemiddeld 5,66 pOt. en door de Nationale gemid-
deld 7,06 pOt. per jaar van beider gemiddelde circu-
latie over deze periode werd ingetrokken.
1)
Het spreekt vanzelf dat deze sterke uitlotingskans
niet alleen het aanbod ter beurze sterk ontlast, doch
ook de vraag naar haar pandbrieven, wanneer deze
beneden pari noteeren, zeer bevordert, met dit gevolg,
dat in het fonds van deze banken ter beurze meesten-
tijds wèl reëele handel bestaat en de noteering daarvan
gewoonlijk eenige percenten hooger is dan die der
zusterinstellingen. Ook de oude reputatie is zeer
zeker een factor, die de vraag naar haar fonds bevor-
dert en den koers steunt.
Van de andere banken is een groot gedeelte gaan-
deweg gaan inzien dat, sedert tengevolge van de stij-
ging van den rentestand hare 3Y pOt., 4 pOt. en 4
pOt. stukken beneden pari zijn gaan noteeren, een
vlotte inkoop niet meer voldoende was. Verschillende
zijn toen begonnen met het invoeren voor die stukken
van een geleidelijke opwaartsche conversie, doch sedert
korten tijd hebben meerdere op voorbeeld van de twee
oudste zusterinstellixigen de verplichte uitloting voor
haar fonds ingevoerd, zij het dan ook eene op anderen
grondslag, n.l. een verplichte uitloting
t
pari voor
elke serie in uiterlijk 25 jaar met een zooveel mogelijk
vast percentage van 4 pOt. per jaar, berekend over het oorspronkelijke bedrag dier serie. Daar de jaarlijksche
aflossingen aan hypotheken bij de banken gewoonlijk
belangrijk meer dan 4 pOt. bedragen, belet deze uitlo-tingsverplichting haar niet om zoo noodig nog een ge-
deelte van de aflossingsgeldex1 te besteden voor inkoop
van die stukken, welker houders het tijdstip, waarop
zij hun geld dooi- de uitloting ,,integraal” terugkrijgen,
niet kunnen afwachten.
Het is echter niet uitsluitend deze nieuwe maat-
regel – in vereeniging met de andere hierboven ge-
noemde factoren – waardoor de koers der pandbrieven
ook in den laatsten tijd zoo stabiel bleef. De zeer groote
geldruimte, het wegvallen van vele buitenlandsche en
andere obligaties als concurrenten en de meer en meer
op den voorgrond geti-eden voorkeur van het geidbe-
1)
In die periode bedroeg voor eerstgenoemde bank het
geringste percentage, dat in een jaar van haar circulatie
werd uitgeloot 3,36 en het hoogste 8,83, voor de andere
resp. 3,92 en 10,75.
Nog een tweetal banken heeft de verplichting tot volle-
dige uitloting, doch bijzondere omstandigheden, die de
plaatsruimte belet hier nader te ontvouwen, zijn oorzaak,
dat deze zich niet voldoende uitspreekt in een hoogeren
koers.
11. December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1
1095
leggend publiek voor binnenlandsche fondsen, zijn be-
langrijke factoren, die hebben meegewerkt tot een
sterke verhooging van de vraag naar de pandbrieven
onzer hypotheekbanken, terwijl die geidruimte zich
tevens bij de debiteuren onzer banken heeft uitge-‘
sproken in een buitengewoon aantal vervroegde aflos-
singen, eensdeels als gevolg van den belangrijken han-
del in onroerend goed, als ook tengevolge van extra-
winsten, welke velen hunner in hunne zaken hebben
kunnen toucheerem
Dat het onze binken in een dergelijk
tijdperk
van
bloei van haar bedrijf niet zwaar viel de hand te hou-
den aan den koers harer pandbrieven, behoeft geen
nader betoog. Dat meerdere harer er echter niet voor
terug zijn gedeinsd tot de invoering var een verplichte
regelmatige uitloting van haar fonds over te gaan,
een verplichting, waaraan zij nu voortaan, ook dus in
minder goede komende jaren, waarin de te groote ge-
deeldheid van het bedrijf zich allicht ook weer zwaar-
der zal doen gevoelen, gebonden zullen zijn, strekt
haar tot eer, want het getuigt van een ernstig streven
om rekening te houden met de eischen van den tijd en
om het hypotbeekbankbedrijf hier te lande op gezon-
dere leest te -schoeien.
H. R. VAN MAASDIJK.
Den Haag, 5 December 1918.
DE VETRANTSOENEERING VAN 1919.
Een medewerker schrijft:
Dat ook ten onzent de vetvoorziening te eeniger tijd
buitengewone moeilijkheden zou opleveren, is van de
zijde der Regeering pas heel laat ingezien. Zelfs nog in
de op 18 Januari dezes jaars verschenen Memorie van
Antwoord in zake de beschikbaarstelling van levens-
middelen klinkt omtrent de rvetvoorziening over 1918
geen toon van ongerustheid door; een rantsoeneering
van mar.garine en Joter werd daarin nog uitdrukkelijk afgewezen. Trouwens, tot in Maart 1918 vond er uit-
voer van boter plaats; in 1917 -had deze uitvoer zelfs
nog -ca. 25.000 ton bedragen. Eerst bij de mon:deliuge
hehandeling van het levensmiddelenontwerp 1918 in
Maart j.l. kwam minister Posthuma aan met zijn sedert
verwezenlijkte plannen betreffende rantsoeneering van
alle vetten.
De groote vetrijkdom, die -de drie eerste oorlogsjaren
in ons land gevonden werd, geeft de verklaring, waar-
om eerst in den loop dezes jaars bij het vetverbruik de
noodige spaarzaamheid in acht is genomen. Tijdens
de eerste oorlogsmaanden legden de geallieerde mo-
gendheden onzen vetaanvoer geen enkele moeilijkheid
in den weg. Lijnolie werd uit Engeland -hier gedu-
rende 1915 in igroote -hoeveelheden geïmporteerd;
zelfs in Decemher 1916 kwam uit Argentinië nog
25.000 ton lijnzaad aan. Toen in dan loop van 1916 de
uitvoer van ljnolie naar Duitschland door de N.O.T.
verboden werd, was zulk een enorme voorraad er van
aanwezig, dat de houders er wanhopig van werden:
,,we verzuipen in de ljnolie”-, heette het toen, ,,in -geen
tien jaar komen we er door heen”. Het geroep over de
onuitputteljke hoeveelheden ljnolie hield tot het
vierde kwartaal van 1917 aan en e,erst daarna -begon de Regeering met het betrachten van matiging bij het
beschikbaarstellen van lijnolie voor de zeepfabricage.
Wat margariiae aangaat, bezaten we een machtig
wapen in het ontbreken van een krachtige margarine-
industrie in Engeland; voor de margariue-v-oo-rzjenjng
was Engeland nu eenmaal op Nederland aangewezen
en het feit, dat 30 pOt. van de aangevoerde grondstof-
fen voor eigen gebruik mochten gebezigd worden,
scheen voldoende te waarborgen, dat we althans âan
margarine nimmer gebrek zouden hebben. De mede-
deeling, dat Engeland door den aanbouw van eigen
fabrieken zich spoedig geheel – onahankehijk zou ma-
ken, vond slechts bij weinigen geloof; de in den loop
van 1917 gestelde en niet aanvaarde eisch, dat alle
uit Engeland aangevoerde grondstoffen in den vorm
van margarine weer zouden worden uitgevoerd, werd
zonder meer uitgelegd als een bewijs van de moeilijk-
heden, die Engeland met betrekking tot zijn voorzie-
ning met margarine had, en aanvaard als een steun
voor de stelling, dat het -nooit buiten de hulp van onze
fabrieken zou kunnen.
Evenwel, het tijdstip, dat Engeland het ‘buiten die hulp kon stellen, was in begin 1918 aangebroken en
van stonde aan nam het vraagstuk der vetvoorziening
een dreigend karakter aan. En ineens -werkte alles
samen om de moeilijkheden te vergrooten. In de
Memorie van Antwoord betreffende het levensm-idde-lenontwerp 1.918 had minister Posthuma op 18 Januari
j.l. nog verklaard, dat er gegrond vermoeden be-
stond, .dat -gedurende den eersten tijd wekelijks nog
450.000 K.G. varkensvleesch beschikbaar zijn zou en
er de rest van -het jaar wekelijks over 250.000 K.G.
varkensvleesch beschikt zou kunnen worden. De be-
iering was nauwelijks.geui-t, of als met een tôo’vers-lag
waren alle varkens van de markt verdwenen. Daar-
mee was één vetbron uitgeput. Veevoeder was niet
aanwezig; het rund’vee zette geen vet aan en tegelij-
kertijd daalde d’e boterproductie tot een ongekend
klein kwantum. Moeilijkheden met de geallieerden
beletten eIken import en tzoo waren -we in een mini-
mum van tijd voor onze vetvoorziening uitsluitend
aangewezen op de resten van vroeger geïmporteerde
grondstoffen voor de nar-garine-fabricage èn op onze
eigen produntie van -boter. Tot overmaat van ramp
kwam een uitgemergelde veestapel van de stallen, die
tot behoorlijke productie niet in staat was, zoodat
bij voorbaat vast stond, dat de boteropbrengst in het
mel-kjaar 1918/19 wekelijks 200.000 ? 250.000 K.G. zou
blijven -bened
L
en de overeenkomstige periode van het
jaar
.
-daarvoor.
Niet alleen was invoering van een rantsoeneering
van alle vetten nu dringende eisch geworden, doch
tevens moesten alle pogingen in het werk gesteld om
langs kunstmati-gen weg’ een vetreserve te vormen. Er werd verboden -room te verkoopen; in fabrieken
mocht geen volvette kaas worden gemaakt; evenmin
werd toegestaan volle gecon.denseerde melk of vol
melkpoeder te vervaardigen. Desniettegenstaande kon
het aanvankelijk vastgestelde rantsoen van 250 gram margarine of iboter (d.i. 200 gram vet) per week niet
behouden blijven, doch moest verlaging plaats vinden
tot 175 gram, met de zekerheid, dat later een verdere
verlaging zou volgen. Ten einde da-t tijdstip zoo ver
mogelijk te verschuiven, werd in Augustus het ver-
bruik van volle melk als driakmelk geremd; ten slotte
kwam in October een invoering van een: meikrantsoe-
neering, -waailbij het verbruik van volle melk voor vol-
wassenen -zoo goed al-s tot nul werd teruggebracht.
Een ieder verwachtte nu nog’ verdere inkrimping
van het vetrantsoen, omdat de aanwezige grondstoffen
èn de nog te verwachten boterproductie distributie op
den -bestaanden voet tot hoogstens 1 Maart zouden
toelaten en het is ook genoegzaam bekend, dat de
eerste daad van de a-dviseurs van minister Van Ijssel-
steijn is -geweest een raad, den duur van een vetbon op 12 dagen terug te
–
brengen.
Het is een- zeldzaam for-tuintje geweest voor de
•huidigé regeeriug, die den gegeven raad niet opvolgde,
dat z66 spoedig na haar optreden -het einde van den
oorlog -in het zicht -kwam en op het alleronverwaahtst
tevens ook een einde aan de benauwend-ongunstige
vooruitzichten onzer vetvoorzieniug. Sedèrt zijn ge-
slaagde onderhandelingen gevoerd in zake -den aanvoer
van levensmiddelen; een elk weet, dat we in het
komende jaar -mogen hopen op een import van 80.000
ton vetteti.
Na de benauwenis ‘van heelemaal zonder vet te zit-ten – behalve dan -de op 30.000
t
35.000 ‘ton te schat-
ten boterproduetje over 1919 – is de toezegging van
eu import van, 80.000 ton vetten een uitkomst, mooier
dan iemand had durven hopen; de tegenstelling van
heelemaal niets en 80.000 ton is zelfs zoo groot, dat
het dubbel en dwars te begrijpen is, dat ieder, die niet
1096
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
I F December 1918
ter -ake kundig is,. een .spoedige beëindiging- van de
votdistributie verwacht. –
Tot die beëindiging zal liet echter liet geheele vol.
gende jaar nog wel niet komen; immers van die
80.000 ton gaan stellig 30.000 ton af voor industrieele
doeleinden (zeep, vernis, olieverf, drukinkt, kaarsen,
linoleum), zoodat voor menschelijk verbruik 50.000
ton overblijven. Een deel dier 50.000 ton wordt nog
geconsumeerd als s1tolie en bakolie, bovendien bestaat
liet voornemen om, in verband met de te verwachten
vleeschschaarschte, een ander deel der vetten te be-
trekken in den vorm van spek; voor de vetdistributio
zullen dus wel niet meer dan 40.000 ton resteeren,
waaruit dan 48.000 ton margarine kunnen verkregen
worden. Met inbegrip van de 30.000 k 35.000 ton bo
ter kan dan beschikt worden over in totaal 80.000
ton margarine of boter voor distributie.
Een ruwe telling van de door het Centraal Admini-
stratiekantoor gepubliceerde ijfers in zake de vetdis-
tributie gaf tot uitkomst, dat in de 13 perioden van
de eerste vetkaart in totaal 22
t
23.000M00 K.G. vet-
ten zijn gedistribueerd .(het leger is hierbij niet inbe-
grepen); bij een duur van- den vetbonop 7-dagen zijn
per jaar -dan noodig .88 . 92.000.000 K.G. of gemid-
deld 90.000.000 K.G., d.i. 10.000.000 K.G. meer dan
waarover beschikt kan worden. Er zullen .op dit mo-
ment nog een 15.000 ton grondstoffen zijn, waarin
begrepen 7000 ton boter; met behulp van die voor-
raden zou men dus den duur van den vetbon op 7 da-
gen kunnen stellen. Waar nu een rantsoen van 250
gram margarine of boter (gelijkstaande met 200 gram
vet) aanmerkelijk lager is dan liet normale vetgebruik,
is
bijgevolg
opheffing van
de vetrantsoeneeriug in
1019 onmogelijk. (In Engeland wordt een i’antsoen
van 4 ons per week gegeven)
Wèl zal de vetdistributie liet volgend jaar wijziging
moeten ondergaan. Thans worden, gelijk beknd, naast
margarine en boter, de z.g. melange’s vervaardigd,
waarin 35 pOt. en 65 pOt. boter zijn verwerkt.
Z66r
waarschijnlijk zullen die melange’s moeten verdwijnen
en-wel …. omdat ve niet genoeg boter hebben voor
het maken er van.
In ons distributietijdperk heeft zich nl. het zeer –
eigenaardige feit voorgedaan, dat het boterverbruik
grooter is dan v66r den oorlog, en zulks trots de
duui’te der boter. Zelfs is het botei’verbruik tijdefls
de periode van de 2e vetkaart nog aanmerkelijk groo-
ter dan tijdens de perioden der le vetkaart Toen toch
was het verbruik van de boter pci’ -periode 625.000 â
675.000 K.G.; thans is het – dank zij de aansporing
van het Administratiekantoor om liefst boterkaarten
aan te vragen – minstens 100.000 K.G. hooger.
In onderstaande tabel geven we het verbruik van de
onderscheidene.vetten aan over de drie laatste distri
;
butieperiodon, overeenkomstig de cijfers van het’
A(Iministratiekantoor:
ï’oegewezen iv K.G. voor het tijdvak van
21130
Nov.
11/21 Nov. 2110 Nov.
1918
1918
1918
Boter …………..753.375-
784.640
780.535
Ritueel-boter
12.800
12.525
12.350
Norxnaal-ma’rgarine
312.705
324.775
313.785
Ritueel-margarine
– 11.030
11.140
10.780
Mel-ange A ……….434.785
420.525
412.555
Melange B ……..’
255.855
241;200 – 243.790
TotaF ……1.780.530 1.794.805 1.773.795
In de melange’s zijn gedurende de drie bovenbe-
doelde perioden resp. 25 pOt. en 50 pOt. boter ver–
werkt, in totaal was nu in elk -dier perioden aan
boter
noodig: –
21130 Nov.
, 11/21 Nov.
2/10 Nov.
989.994 K.G.
1)
1.009.371 K.G. 1.005.569 K.O.
i) De daling in het boterverbruik ineinde November i
‘
gevolg van het verwisselen van boterk-aarten voor marga-
rine-
of
melaagekaarten, in verband met het opslaan ‘van
de boter van f3,40 per K.G. tot f4,40 per K.G.
Volgens deze cijfers zou bij een geldigheidsduur
van den vetbon op 7 dagen per jaar meer dan
50.000.000 K.G. boter noodig zijn, d.i. aanzienlijk
meer dan de productie in 1919 zal bedragen (zelfs al
neemt men in aanmerking, dat door verstrekking van
krachtvoeder de boterproductie zal stijgen).
Nu vindt de vervaardiging van melange’s alleen
plaats, omdat onder de tegenwoordige verhoudingen
een :sui’plus aan boter verkregen wordt – men moet
nl. in aanmerking nemen, dat de geldigheidsduur
van den vetbon dezen zomer 10 dagen -beliep -; de
melange’s worden beneden
kostprijs
geleverd: zoodra
er geen botersurplus meer is, verdwijnt van zelf de
aanleiding om melange’s te maken.
Indien het aantal boterverbruikers zoo blijft als hot
thans is, zal er het volgend jaar geen boter-surplus zijn
(aangenomen natuurlijk, dat de duur van don vetbon
7 dagen wordt); immers er wordt dan wekelijks
700.000 ii 800.000- K.G. boter als zoodanig gebruikt,
wat zelfs meei is dan do te verwachten productie
(30.000 a 35.000 ton).
Het is. wel een uiterst metkwaardig verschijnsel,
waarop stellig niemand in de zuivelwereld zal gei’e-
kend hebben, .dat ons land nog eenmaal te weinig
boter zou voortbréngen om in ons eigen verbruik te
voorzien. In allen gevalle zal daaraan dit voordeel
verbonden zijn, dat zoodoende de ergernis van den
waren zuivelman oier liet ,,verknoeien van kostelijke
boter in margarine” een einde neemt.
DE ECONOMISCHE – TOJjS’TAND VAN JAPAN.
In de maand Juni j.l. hield de heer K. Yamasaki,
consul-generaal van Japan te Londen, een rode voor
de ,,Royal Statistical Society” over do jongste econo-
,mishe ontwikkeling van Japan. J)eze rede vinden wij afgedrukt in -liet Julinummer van liet tijdsciu’if t van
liet zooeven genoemd genootschap. Na al wat er in
den laatsten tijd over Japan geschreven is, kan het
niet zonder l)elang zijn eens kennis te nemen -van wat
deze Japanner hieromtrent mededeelt, zij het ook,
dat de feitelijke bijzonderheden, waarvan hij verslag
doet, hier te lande in het algemeen reeds bekend zijn
geworden.
Niettegenstaande de jongste industrieele ontwikke-
ling blijft Japan no-g immer een landbouwstaat. We-
gens het bergachtig -karakter van het land is slechts
20 pOt. -der -totale oppervlakte bebouwd, terwijl toch
60 pOt. der bevolking behoort tot de landbouwende
klasse. Het belangrijkste product is rijst. Van 1912 tot
1916 bedroeg de gemiddelde oogst hiervan 56.011 .768
Koku.
1)
Jaarlijks worden vrij groote quahtums rijst
geëxporteerd; Z-oo komt liet, dat hij de stijgende bevol-
king, ook rijst moet ingevoerd worden. Dit geschiedt
hoofdzakelijk uit Birma en andere streken van Zuid-
Azië. Naast rijst produceert Japan ook gerst, tarwo,
haver, erwten, boonen en aardappelen.
Is de landbouw van groote boteekenis, ook de bosch-
en visscherijproducten zijn van groot belang. De
visscherj verstrekt middelen van bestaan aan ruim
2.500.000 menschen. De export van zalm, sardines,
kreeft is aanzienlijk. Japan is ook rijk aan bepaalde
delfstoffen, kolen en koper zijn de twee belangrijkste.
In 1916 produceerde het 20.902.000 ton kolen, waar-
van 2.993.003 ton geëxporteerd werden en 167.725.869
kin koper (pl.m. 90.000 ton). IJzererts -daarentegen
wordt in Japan weinig aangetroffen, zoodat dit
metaal uit China moet geïmporteerd worden.
2)
– Ofschoon – Japan geleidelijk van agraarstaat tot
industriestaat overgaat,
is
de buisindustrie nog van
groote beteekenis. Zulks is vooral het geval in de
zijde-industrie. Deze is hoofdzakelijk in handen van
de boerenvrouwen en -dochters. In 1916 werd ‘.00r
322.551.660 yen ruwe zijde geproduceerd, wiarvan
‘)
1 koku – 4.969’bushels.
2)
[Men vergelijke de bijdragen op pag.
27 v.
d.
1.
j. en
pag.
845
v. d. v. j. – Red.]
–
11 December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1097
voor 267.036.016 yen geëxporteerd word, vdral naar
Amerika (voo, 224.092.974 yen.)
Naast de zijde-industrie staat de katoen,ndustr,e,
welke aan groote fabrieken het ontstaan heeft gege-
ven. De ruwe katoen wordt uit Indië, Amerika en
China aangevoerd. In het laatste kwartaal van 191.7 wa-
ren gemiddeld dagelijks 2.872.000 spuien in werking.
Vele fabrieken hebben neveninrichtingen ter bevorde-
ring van de welvaart van het personeel, zooals scho-
len, slaapzalen, hospitalen en recreatiezalen.
Ook het spoorwegwezen heeft een zeer groote vlucht
genomen. Zes-en-veertig jaar geleden werd de eerste
spoorweg .gelegd tusschen Tokio en Yokohama. Thans
is het spoorwegnet circa 9000 mijlen lang. Op eenige
uitzonderingen na zijn de spoorwegen in het bezit van
de regeering en worden door deze beheerd. Op te mei-
ken valt, dat de wijdte der sporen van de normale af-
‘ijkt, zij bedraagt drie voet en zes inehes.
1)
De Japansche handelsvloot bedroeg in December
1013 1.628.000 ton en was in September 1916 tot
1.719.421. ton gestegen. Japan bezit scheepvaartlijnen
met Europa, Amerika en andere deelen der wereld.
in October 1917 werd door de Japanse.he regeering
verboden, anders dan bij speciale toestemming daar-
toe, Japansche schepen aan vreemdelingen te verkoo-
pen, noch te verhuren. Tijdens den oor]og werden
veel schepen aan do Entente vorchaiterd.
De Japansche scheepswerven bouwden in 1916
190.071 ton. De werven hebben echter de eerste maan-
den van dit jaar een aanzienlijk tekort aan grond-
stoffen gehad, wegens uitroerverhod voor ijzer en
staal in de. Vereenigdo Statcii. Een regeling is toen tot stand gekomen waarbij (le V. S. stalen platen en andere grondstoffen zouden leveren in nijl voor be-
schikbaar gestelde schepen.
De financieelo positie van Japan is zeer sterk. Het
(ijfer der Staatsinkomsten staat in het licht van den
industrieelen vooruitgang. Zij bedroegen in het jaar
1916/1.7 bijna 100.000.000 yen meer dan in het jaar
191.3/’14, terwijl de uitgaven slechts ruim 20.000.000
yen stegen. De werkloosheid is de laatste jaren zeer afgenomen en de bonen zijn stijgende. Opmerkelijk
is de rol, welke liet vrouwelijke element in de in-
dustrie speelt. De zijde-industrie, katoenspinnerijen
(tn wcverijen alsook de theecultuuj gebruiken in
hoofdzaak vrouwelijke arbeidskrachten. Eeni ge jaren
geleden is een wet ingevoerd ter bescherming van
vrouwen en kinderen in de fabrieken.
De exporthandel van Japan is in de laatste jaren
zeer toegenomen. Bij de beoordeeling van cijfers hier-omtrent moet men echter, zooals trouwens met export-
cijfers welke in geld zijn uitgedrukt altijd, voorbe-
houd in acht nemen wegens de enorm gestegen markt-
prijzen. T)e grootste afnemer van Japan is Amerika.
Dan volgen Ohina, Engeland, Britsch-Indië, Frank-
iijk, Aziatisch-Ruslanci. Fabrikaten en grondstoffen
betrekt Japan vooral uit Britsch-Indië, Amerika,
China, Engeland en Australië. Er wordt wel over
geklaagd, dat de Japansche kooplieden vaak goederen
leveren, w’elke niet met het monster overeenstemmen
en ziell zelden houden aan den gestelden leveringster-
mijn. Om dit verwijt zooveel mogelijk weg te nemen
hebben verschillende industrieele vereenigingen de
bevoegdheid gekregen zekere belangrijke exportgoe-
deren te onderzoeken en te standariseeren, ten einde
de kwaliteit van het goed hoog te houden.
Vat den handel betreft tussehen Engeland en Japan
zijn de volgende cijfers buitengewoon typeerend. In
1.913 voerde Japan naar Engeland uit voor 32.869.657
yen cii importeerde uit Engeland voor 122.736.970
yen. De handelsbalans was dus zeer ongunstig voor
Japan. In 1917 bedroegen deze
cijfers
resp. 202.646.125
yen en 63.304.384 yen, zoodat toen de handelsbalans
ongunstig was geworden voor Engeland. Dit vindt
natuurlijk zijn oorzaak in de oorlogsomstandigheden.
t)
[Men zie de aanteekening op pag.
64,
jaarg.
1917.
–
Red.)
De sprekei ou Japan gaarne zien genieten van
speciale voordeelen door Engeland geboden en eindig
–
de met te wijzen op de schitterende gelegenheid voor
coöperatie, welke voor beide landen in China bestaat..
C.
WOEILIJKHEDEN IN DE GOUDPRODUCTÏE.
Op do groote 1eteekenis, die een verandering in de
productiehoeveelheden op het gansche goudvraag-
stuk kan hebben, is in deze kolommen reeds meerma-
len gewezen. Dat zoodanige verandering te verwach-
ten was, kon . reeds een paar jaar geleden worden
voorspeld. Uitlatingen, gelijk die van den president
der South African Gold Trust Ltd. op 22 Februari
van dit jaar, neergelegd in het nummer van 27 Maart
j.l., blz. 269, lieten aan duidelijkheid niets te wcnsehen
over, terwijl de productieeijfers over 1917 – zie het
nummer van 5 Juni j.L, blz. 495 – do proef op de
som leverden. Van 1916 op 1917 viel de totale pro-
ductie toch van £ 94,5 millioen op nog geen £ 88 miL
heen, een cijfer, waarvoor men tot 1906 en vroeger
moet teruggaan.
De oorzaken dezer teruggang, hoofdzakelijk gelegen
in verminderde productie van Zuid-Afrika en de Ver-
eenigde Staten, behoeven thans niet weder te vor-
den toegelicht. Kort samengevat vindt men ze in de
overwegingen van een resolutie, aangenomen op ccii
congres van Amerikaansche goudproducenten op
12-14 Augustus j.l. te Reno, Nevada, gehouden, waar-
van de twee eerste als volgt luiden:
,,Whereas, gold . productioti in the United States has
dccli
ned from one huittired and one million dollars in
1915,
to eighty-four million dollars in
1917,
with
ii stili
greatci
decrease now taking place, the production of California
alone having deelined three inillion dollars in the first six
nioaths of the present year; and
,,Whereas, this decrease is principally due to the inereased
cost and shortage of labor and inaterial, the price of gold,
as our standard of value, being fixed by law at the
invaria-
bie figure of
$ 20.6718
per ounce, thus being the only impor-
tant product vhich has not obtained all inereased inarket
priec due to the present war conditions.”
Ook in Engeland en in Zuid-Amerika is de vraag
voortdurend aan de orde gebleven, in Juli heeft zich
in Londen een Committee of Gold Producers gevormd,
terwijl de Regeering, na herhaaldelijk zich over plan-
nen in dozen geest te hebben uitgelaten, ten slotte
midden October een speciale commissie heeft inge-
steld, bestaande uit Lord Inchcape als voorzitthr en Sir Thomas Elliott, Sir Charles Addis en Mr. W. H.
N. Goschen als leden. De commissie heeft tot taak een
onderzoek in te stellen naar den invloed van den oor-
log op de goudproductie in het Britsche Rijk, met
name de met arme ertsen werkende bedrijven, in hoe-
verre het van nationaal belang is de voortzetting van
deze laatste bedrijven mogelijk te maken en in het
algemeen hoe de productie van goud is te vergrooten.
Middelerwijl gaan de goudproducenten voort hun
belangen te verdedigen. Wat zij wenschen is een even-
redig hoogeren prijs in verband met hun gestegen pro-
ductiekosten – m.a.w. een grooter gewicht aan goud
in ruil voor het door hen geproduceerd gewicht. In
ieder geval maken zij er bezwaar tegen thans betaald
te worden in papier, dat gedepreciëerd is te achten
niet enkel tegenover het goud in landen met gunstige
wisselkoersen als Spanje, maar ook naar hunne mee-
ning tegénover het Londensche goud.
Dat inderdaad de positie der bedrijven, die met
armere ertsen hebben te .arbeiden, voortdurend moei-
lijker wordt, blijkt wel uit de volgende cijfers, ont-
leend aan het dezer dagen gepubliceerd rapport van de Consolidated Gold Fields of South Africa per 30
Juni j.l. De kosten en opbrengsten per ton eenerzijds
in de rijkere mijnen van den Far East Rand en ander-
zijds van de overige mijnen worden in het rapport als
volgt weergegeven:
1098
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 December 1918
Far Eart Rand mijiien.
Juli
1914
Juli 1917 Juni 1918
Aantal maatschappijen
9
12
11
Opbrengst per ton …..30 s. 2 d.
35 s. –
36
s. 8 d.
Productiekosten per ton
17 s.
3
d.
19
S.
4
d.
20 s. 5 d[‘
Winst per ton … 12 s.
lid.
15 s. 8 d.
16
s. S d.
Overige mijnen.
Juli 1914 Juli 1917 Juni1918
Aaiital maatschappijen
43
40
38
Opbrengst per ton …..25 s..
1 d.
24 s. 2 d.
25 s. 1 d.
Productiekosten per ton
16 s.
8 d,
19 s. –
21
S.
4
d.
Winst per ton.. .
8 s. 5 d.
5 s. 2 d.
3
s. 9 d.
1
De vooruitgang van het winsteijfer per ton in de
Far East Rand-mijnen is gevolg van een beperking’
van het
bedrijf
tot dé ertsen van hooger gehalte. Tot
een grooter rentabiliteit van het geheele bedrijf, mag
dus op grond van deze
cijfers
niet worden besloten. De’
béperking der productie refIecteert zich in het totaal
aantal inheemsche werkkrachten, hetwelk van 1916 op
1918 viel van 205.374 op 179.016.
Ten slotte nog eeû onpartijdige stem uit Amerika;
die, waar ook daar te lande de goudvoorraad gedu-
rende den oorlog dermate gestegen is, in ons land wél
verdient te worden gehoord. Bedoeld woi’lt een schrij-‘
ven van Prof. Irving Fisher in het Providence Jour-
nal van 10 September j.l., waaraan, in .ien oorspron-
kelijken tekst, het volgende wordt ontleend:
,,We all recail the free silver peril of
1896, when ,Mr.
Bryau, with ‘the best of intentions, iiearly persuaded the
country to’a policy of silver infiation. The nuinber of objec-
tions to gold inflation at this time is even greater than
those to silver inflation
in 1896. Bryan had .o deal with a
period of falling pri’ces when it could be truly said that the
Nation needed more money in circulation; but to-day we
are dealing with a period of rising prices when more money’
in circulation is not needed—for it would merely mean a
higher cost of living.
,,We already have the major part of the world’s gold in
the vaults of the United States-Treasury. 1f, after the war,
there should be a tendency for its too rapid withdrawal,
the problem eau be dealt with then, and in several ways.
But as yet such a catastrophe is not even in sight. And not ouly ‘do we have an undue quantity of gold at present, but
the gold whieh we possess is of little or no ‘Ise during the’ war. It is, one may say, interned for the period of the war,’
and of potential use ,for after-the-war trade with other,
nations and for redemption of credit and currency. At pres-
ent, it is not wanted for domestic circulation and’ eau be
littie used in foreign trade; while, for war reasons, it is
practically’ not used at all in redemption. It is simply an
immense unused hoard laid up for the future. Any increase
in that hoard involves au inerease in the circulatiug
medium. While the new gold would go into the United
States Treasury vaults, those who deposited it would
receivè gold certificates which add to the actual circulation;
and the circulating medium is already increasing faster
than business demands;
,,As to the chief nôn-monetary uses of gold, namely, for
jewelry purposes and for gilding, these certainly are non-
essentials in war time.
,,Clearly, then, with gold already superabundant, with
gold money no longer functioning as a means of redemption,
or as a medium of foreign or domestic trade, and with gold
bullion of only trifling use in the arts, the gold industry is
just’ now a ,,non-essential industry”, if ‘there ever was one.
The gold producers are entitled to our sympathy, and, if
they can make out a good case, are entitled to get specific
relief; but they certainly are not entitled to our according
them the position of producers of lood, copper, steel and
other requisites of war.”
• Nu de oorlog afgeloopen en de aankoop van oorlogs
tuig sterk verminderd, is,’ komt ook de Engelsche beta-
lingsbalans wellicht’spoedig in een beter stadium. Het
behoeft wel geen betoog, dat dit aan de bereidvaardig
–
heid om de goudproductie in het Britsche Rijk ten
koste van de schatkist te bevorderen, niet ten goede
zal komen.
AANTEEKENINGEN.
De handel van ‘Engeland ged’u-
r
e n e d e n o o r 1 o g.
– De Statist van 23 Nov.
j.l. bevat een interessante beschouwing, waarvan wij
het volgende overnemen:
Het einde van den oorlog is nu daar, zgt het -blad,
en er kan aanleiding bestaan er zich een oogenblik
mede bezig te houden, welke loop zich inden handel
vertoonde, tijdens
de gebeurtenisvofle jaren. iedereen
weet in ‘t algemeen, dat de importen aanzienlijk ste-
gen en de exporten een aanmerkelijken teruggang ver-
toonden. Het volgende staatje stelde de Statist samen
uit de Board of Trade-gegevens. Wat het jaar 1918
betreft, sluiten de cijfers, uitgedrukt in duizenden £,
ultimö September j.l.:
1913
1914
1915
1916
1917
1918
Invoer ……….
768.735 696.635 851.893 948.5061.064.165 969.2i3
Minus her-uitvoer
109.575 95.474 99.062 97.566 69.677 22.807
Netto invoer . .. .
659.160 601.161 752,531 850.940 994.488 946.406
Uitvoer………..25.245 430.721 384.868 506.280 527.080 372.151
Invoersaldo …. 133.915 170.440 367.963 344.660 467.405 572.255
Door de geweldige prijsinflatie vrijwel overal ter
wereld is het, gelijk reeds vaak opgemerkt werd,
ondoenlijk een juiste basis van vergelijk tusschen de
ooi-logs- en de vredescijfers tot stand ,te brengen.
Kwantiteitscijfers zouden minder misleidend zijn,
maai het verschil in maten van graan, kolen, textiele
stoffen en andere handelsartikelen maken het gebruik
van zulke cijfers onmogelijk. Met zekerheid valt toch
te zeggen, dat de prijsappreciatie gedurende den oorlog
veel grooter geweest is aan de vermeerdering van het
volume van den Britschen handel en – dus naar den
omvang geoordeeld deze handel veel terrein verloren
heeft. In normale tijden, zegt de Statist, had men zich
reeds gewend aan een import-saldo; de verklaring van het ontstaan ‘daarvan is onzen lezers bekend. De tabel
vertoont echter, dat het importsaldo ieder oorlogsjaar
een aanzienlijke vermeerdering vertoonde, met uitzon-
dering van 1916 en dat het surplus voor de drie ver-
streken kwartalen van het loopende jaar 22 pOt. te
boven gaat die voor de geheele periode van 1917,
welke destijds de grootste was die tot daartoe aange-
teekend werd.
De cijfers van den Board of Trade zijn niet
geheel volledig en zijn’ niet in het verloop der
jaren op uniforme wijze berekend. ‘Uitvoer ten be-
hoeve van leger en vloot komen in de .gegevens niet
voor en v66r Juli 1917 waren in de importen niet be-grepen, de goederen, die voor rekening van het Gou-
vernement ,binnen het Vereenigd Koninkrijk gebracht
werden met uitzondering der voedingsmiddelen. Ter-
wijl de cijfers ook nog beïnvloed zijn geworden dpor
de bepaling, dat de export-goederen, die afkomstig zijn
uit de gouvernementspakhuizen en dépCts, zoomede
de goederen, die door het Gouvernement gekocht zijn en door regeeringsvaartuigen verscheept werden, niet
in de statistiek te vermelden waren.
De Statist merkt op, dat de omvang der directe in-
koopen door het Gouvernement zeer ‘belangrijk zijn
geweest, bepaaldelijk in de eerste periode van den
oorlog, toen Engeland een cl’earing house was voor
alle soorten van munitie, maar, zegt het blad, aange-
nomen mag worden, dat de betrokken departementen deze transacties nauwkeurig hebben aangeteekend en
nu het verdrag van den wapenstilstand geteekend is,
acht zij er geen bezwaar tegen te bestaan, dat, deze
cijfers ten spoedigste gepubliceerd worden.
De Statist wijst er op, dat het totaalbedrag der waar-
de van de uitgevoerde goederen van Britsch fabri-
kaat in de eerste 9 maanden van het loopende jaar
£ 27.000.000 minder bedraagt dan in de correspondee-
rende periode van 1917 en £ 5.000.000 dan die
van 1916. .
Dit toont aan, zegt het blad, dat het handhaven van
onzen overzeeschen handel ‘onder den druk van den
oorlog aanmerkelijk moeilijker’ werd. De opmerkelijke
11 December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
10
5
1
teruggang der weder exportzakon is in hoofdzaak te
verklaren door de beperkingen ten aanzien van thee en
koffie en andere artikelen van vreemden oorsprong,
waarvan de importen in het Vereenigd Koninkrijk
bijna uitsluitend bepaald iijn gebleven tot de eigen
behoeften. De invoer van thee, die in 1914 bijna het
bedrag van 372.000.000 ib. bereikte, bleef tot slechts
241.250.000 Ib. beperkt in het laatste jaar, terwijl de
exporten in hetzelfde tijdsverloop van 68.500.000 Ib.
tot een weinig meer dan 14.250.000 lbs. terugliepen.
Overeenkomstig ging de invoer van ruwe koffie terug
van ruim 116.000.000 ib. tot 61.300.000 11.). en de uit-
voer van 670.000 lbs. tot 114.000 lbs.
Engelsche belangse,lling voor Bel-
g i
ë. – Blijkens het Board of Trade Journal van
21 November j.l. bercikt den Board of Trade een
groot aantal verzoeken om inlichtingen voor het weder
opnemen van handelsrelaties met België. Dit geeft der
redactie aanleiding er eens op te wijzen, dat eene
oogenblikke]ijke hervatting van zaken vooralsnog vol-strekt onmogelijk is. Het bezwaar, dat zich vooral doet
gelden, is de toestand van het transportwezen in het
zwaar getroffen land. Deze factor geldt in den ruim-
sten omvang. Om bijv. met de havens te beginnen, be-
vinden zich de emplacementen van Zeebrugge en
Ostende in een toestand, die voorloopig een hoog
opgevoerd handelstransport onmogelijk maakt.
in beide havens is het lossingsmateriaal en verdere
uitrusting, het spoorwegemplacement enz. ernstig be-
schadigd of vernield. Het gedeelte van het kanaal van
Gent naar Terneuzen op Belgisch teiritoor is ook
niet vrij van oorlogsschade gebleven. Enkele bruggen
werdei opgeblazen en op eenige plaatsen zijn schepen
in het kanaal gezonken. De belangrijke haven Ant-
werpen heeft in het algemeen geen schade ondervon-
den, die het havenverkeer ernstig belemmeren zal.
Nog merkt het orgaan omtrent de havens in Noord-
Frankrijk op, dat het verkeer aldaar voorloopig zich
nog geheel zal moeten bezighouden met de behoeften
van het Belgische, Fransche en Britsche leger en
slechts voor België bestemde goederen van de aller-
eerste noodzaak over die havens zullen kunnen ge-
leid worden. Naast de ontreddering der havens komt
de betreurenswaardige staat, waarin het spoorwegnet
is achtergebleven. De mededeeling van een en ander,
hoopt het Board of Trade Journal, zal Britsche firma’s
er van terughouden zich thans reeds met verzoeken om inlichtingen tot de Regeeringsdepartementen te
wenden, die nog niet .tot resultaat zullen kunnen
leiden en waarop nog slechts algemeene opmerkingen het antwoord zullen moeten zijn.
Niettemin heeft de kwestie van de reconstructie of
reconstitutie, zooals het orgaan liever gezegd zou zien,
de volle aandacht en men wi] daarbij niet uitsluitend dmken aan de levering van goederen, maar evenzeer
aan den wederopbouw van den handel in België, zijn
industrie en landbouw, met welke bedrijven alléén de
burgerbevolking weer in haar levensonderhoud zal
kunnen voorzien.
Reeds verscheidene maanden geleden werd een spe-
ciaal daartoe samengestelde organisatie aan het werk
gezet, om de vraagstukken te bestudeeren, die met het
herstel en de ontwikkeling der economische relaties
tusschen Engeland en België verband houden, welke
samenwerkte met een overeenkomstig Belgisch
lichaam. Een geïnterallieerde commissie voor de
industrieele en agrarische reconstitutie van België heeft reeds zittingen gehouden en hield zich bezig
met de practische zijde van het vraagstuk. Ten slotte
vermeldt het artikel, dat aan het ,,Department of
Oversea’s Trade” (development and intelligence), de
bij de jongste reorganisatie van den Board of Trade
ingestelde afdeeling voor de economische voorlichting,
een nieuwe sectie is toegevoegd met den titel van
Belgian Trade and Reconstruction Sextion (India
House, Kingsway, London W. 0.
2),
welke de
bedoeling in haar naam uitdrukt. Zoo spoedig _dit
mogelijk zal zijn – aldus het blad – zullen nadere
berichten verstrekt worden over de stappen, dip te
nemen zijn om den handel met België weder te doén
opleven.
Wijziging der Federal Reserve Act.
– De wijzigingen bij de z.g.n. Phelan Act van 26 Sep-
tember j.l. in de Federal Reserve Act gebracht, zijn
niet van groote beteekenis. Niettemin mogen zij vol-
ledigheidshalve met een enkel woord worden gememo-
reerd.
In de eerste plaats worden in de verkiezing van de
leden der directie van de Fed. Res. Bauks technische
wijzigingen gebracht, waarvan de voornaamste is, dat
de banken worden verdeeld in kiesgroepen naar
gelang hunner kapitalisatie.
Een tweede aanvulling maakt mogelijk aan. de Natio-
nal Banks vergunning te verleenen op te treden als
trustee, als beheerder van particuliere vermogens en
meer dergelijke functies uit te oefenen in den omvang,
waarop zulks bij de wetgeving van den betrokken
Staat aan de State Banks en Trust Oompanies is toe-
gestaan. Een afzonderlijke boekhouding vordt voor
deze transacties voorgeschreven, terwijl het aannemen
–
van deposito’s en het onderbrengen van wissels etc.
in het trustdepartement verboden wordt.
Ingevoerd worden voorts naast de bestaande F.R.-nctes
in coupures van 5, 10, 20, 50 en 100 dollar, coupures
van 500, 1000, 5000 en 10.000 dollar, terwijl verder
o.a. de zeer strikte bepalingen der wet, waarbij aan
particuliere banken verboden wordt hunne directeuren
en personeel in eenig opzicht anders te handelen dan
iederen gewonen cliënt, nog worden verscherpt.
Deze laatste bepaling brengt weder eens in herinne-
ring op hoe geheel ander standpunt de Federal
Reserve Act zich tegenover het particuliere bankwe-
zen stelt, vergeleken met de centrale bankwetgevingen
in Europa.
OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.
Tijdschrift voor Economische Geogra-
phie. – ‘s-Gravenhage, 15 November 1918.
Deze aflevering is weer gewijd aan een speciaal onder-werp. Prof. Dr. H. Bink behandelt de Skandinavische lan-
den naar hun economische ontwikkeling en hun betrekkin-
gen met Nederland in den
loop
der eeuwen. liet nummer
vangt aan met de geschiedenis der betrekkingen vr
1800,
daarna volgt de economische ontwikkeling der Skandinavi.
sche landen na
1814. Noorwegen, Zweden en Denemarken
worden afzonderlijk behandeld. Een hoofdstuk over den Skan-
dinavischen volksgeest en het Skandinavisme besluit de afle-
vering, die door haar verzamelend overzicht een nuttige
voorlichtster geacht mag worden.
Journal des Ecouomistes. – Parijs, 15 No-
vember 1.918.
Yves-Guyot,
Les effondrements;
A.
Raffalo.vich,
La
réforme de In Banque d’Angleterre;
M. Dewavrin,
Les grandes Oompagnies françaises d’assurances ter-
restres;
G. Dureau,
La question des sucres en 1918;
M. Bèllom,
Une erreur dans la taxation du blé;
Navaizard,
Le recensement du 30 juin;
Yves-Guyot,
La réquisition des chemins de fer.
Revue d’Economie Politique. – Parijs, Ja-
nuari—Februari 1918.
Ch. Gide,
Des projets d’entente financière après la
guerre;
G. Lachapelle,
Le renouvellement du privi-
lège de la Banque de France;
Ch. Eist,
Les deux
derniers emprunts allemands;
0.
Festy,
Sismondi et
la condition des ouvriers français de son temps.
Id. – Parijs, Maart—April 1918.
B. Raynaud,
Le regionalisnie économique;
0.
Festy,
Siimondi et la condition des ouvriers français de son
temps;
M. Porte,
Le relèvement des tarifs de chemins
de fer en Fiance;
Ch. Eist,
La Banque d’Angleterre
et I’Act de Peel en août 1914.
1100
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 December 1918
T d. – Parijs, Mei —Funi 1918.
Decanps,
La gûerre et les finances de la France;
H. Hauser,
La syndicalisation obligatoire en Alle-
magne;
B. Raynaud,
Le régionalisme économique.
The Journal of politica! Economy. —
Chicago, October 1918.
0.
S.
DUnCan,
Mercantile and agricultural econo-
mics;
F. M. Larmer, The cattie-Loan Oompany.
The Anjerican Journal of international
1 a w. – New York, Tuli 1918.
S. E. Bcddwin,
The membership of a world tribu-
nal for promoting permanent peace; G.
E. Sherman,
The neutrality of Switzerland;
Fr. B. Sayre,
Change
of sovereignty and private ownership of land;
A.
Kocourek,
Sorne reflections on the problem of a
society of nations;
Q. Wright,
Territorial propin-
quity;
Th. P. lon,
The hellenic crisis from the point
of view of constitutional and international law.
1 d. – Supplement. Official documents.
Schmoilers Jahrbuch. —Leipzig 1918.3e and
4e Heft.
L. Wit trnayer,
Herrschaftliche und genossenschaft-
liche Eiemente im deutschen und österreichischen
Ministeri al -system;
.Ti. Schreuer,
Das deutsche König
tum;
H. Trescher,
Montesquieus Einfluss auf di
philosophischeri Grundlagen der Staatslehre Hegels,
II;
J. Fischer,
Studien zur Getreidepolitik Tirols irn
16. Jahrhundert;
P. Witten,
Die Devisenpohitik der
Nationalbank von Belgien;
II. Hoiimann,
Die dni-
sche Landwirtschaft unter dem Einfluss des iCrieges;
Holzap fel,
Der Begriff des preussi schen Rentengutes
und seine Umwertung durch Gesetz, Gesetzanwendun
und Rechtsverkehr;
B. Rose,
Industrielle Entwick-
hing und polifische Teudenzen mm Königreich Polen;.
B. Essien,
Nutzen und Kosten als Grundlage dei
reinen Wirtschaftstheorie;
J. Pienge,
Drei Jabre’
Weltrevolution;
Fr. Meisel,
Stand und Wert der’
deutschen Finanzwissenschaft.
— .
Koloniale Rundschau. – Berlijn, September
«—October 1918.
Solfs Rede; E. D. Morel, Ein Ausweg;
W. v. d.
Steinen,
Das Kougo-Museum in Tervueren.
Technik und Wirtschaft. – Berlijn, No-
vember 1918.
Her bst,
Rohstoffvor]uste im deutschen Kohlen-
bergbau wad ihre Beschrnkung;
Waffenschmidt,
Was
solite die staats- und wirtschaftswissenschaftliche
Ausbildung dem Techniker bieten?
Ed. Emele,
Der
Aufbau der badischen Industrie;
Faik,
Der Wagen
umlauf und seine Beschieunigung;
E. Werner,
Die
finanzi.bllen Ergebnisse der deutschen Maschinenbau-
Aktiengeselischaften im Jahre 1016.
Svensk Export. – StockhoFm, September en
October 1918, bevat o. a.:
No. 18.
Prof.
Gustav Cassel,
Svenskt hankviisen
och utlündskt.
Kort artikel met enkele vergelijkende cijfers, maar zonder
veel nieuwe gezichtspunten.
No. 19.
Prof.
H. Neison,
Tysklands jiirnrnalms-
problem.
No. 20. Penningviirdcts reglering (advies van de
Zweedsehe Exportvereenigiog).
De vereeniging kan niet instemmen met het-denkbeeld
van kapitaalrantsoeneering,
z000ls
het werd geopperd, maar
wCl is
zij voor de instelling van een met de noodige be-
voegdheden bekleeden raad van deskundigen. om
de richting
aan te geven, waarin naar beperking van kapitaalbehoefte
moet worden gestreefd. –
Gösta Langen feit,
Agrarreformen och socker indu
;
strien i Ryss]and.
No. 21.
Prof. Gustav Ca.ssei,
Var exportindustris
utsikter;
Gösta
Langenfeit,
Agrarreformen enz. II..
No. 22.
(Jösta Langen feit,
Agrarreformen enz. III;
F. Dolezal,
Valutafr.gan- i konungariket Polen;
Her-
man Virde,
Hand elsstra tegi.
REGEERINGSMAATREGELEN OP
HANDELSGEBIED.
U i t v o e r v e r b o d. Bij Kon. besluit van 2 De-
cember is het bestaande uitvoerverbod op zeep in eiken
vorm, met ingang van 4 December zoodanig gewijzigd,
dat verboden is de uitvoer van
zeep en van zeepsurro-
gat en in eiken vorm.
U i t v o e r koffiesurrogaat en schoen-
w
e r k. De Minister van Landbouw, enz. maakt be-
kend, dat binnen korten tijd onder nader vast te stel-
len voorwaarden, bejerkte hoeveelheden koffiesuro-
gaat en leerloos schoenwerk ten uitvoer naar België,
Frankrijk en Scandinavië zullen worden toegelaten.
Aanvragen om uitvoervergunningen moeten gericht
worden tot de Ned. Uitvoer-Maatschappij.
Uitvoer van tuinbouwproducten.
Bij circulaire van 30 Nov. j.l. is het afgeven van uit-
voervergunningen voor tuinbouwproducten, bestemd
voor de centrale landen, voorloopig verboden.
Eenhoevige d i e r e n u i t Duitsch-
1 a n d. Behoudens uitzônderingen is met ingang van
3 December verboden de in- en doorvoer uit l)nitsch-
land van eenhoevige dieren.
Vleeschvoorziening. Eerstdaags kan de
distributie van schapen- en paardevleesch worden te-
gemoet gezien.
P a ii r d e n. Nieuwe maximumprijzen zijn vastgesteld
voor andere paarden, dan bedrijfspaarclen en paarden
met fokwaarde.
S t e en k o 1 e n. Na de aanvoer van steenkolen uit
Duitschland sedert 11 Novembei geheel heeft opge-
houden, is de brandstoffenvoorziening van Nederland
zeer zorgwekkend geworden. Tegenover het uitvallen
van 120.000 ton Duitsche kolen, waarop was gerekend,
staat weliswaar de toezegging voor levering van
60.000 ton Engelsehe kolen in het tijdvak van 18 No-vember tot 18 December, maar er moet ook gerekend
worden met de omstandigheid, dat de productie der
Limburgsche mijnen ‘teer aanzienlijk is teruggeloopen
door het vertrek van de geïnterneerde Belgische
mijnwerkers. In December zal de productie dan ook
niet op het oude peil opgevoerd kunnen worden. Het minimumrantsoen voor huisbrand blijft verze-
kerd. De minimum-gasvantsoenen blijven ook thans
nog verzekerd. Indien in den aanvoer van kolen uit
liet buitenland geen wending ten goede mocht komen,
zal liet slechts mogelijk zijn do industrie in zeer be-
perkte mate gaande te houden.
Bevordering d e r brandstoffen-
voorziening. Bij de Tweede Kamer is ingediend
een ontwerp van wet, houdendo maatregelen, opdat
in het belang van de brandstoffenvoorzienin onroe
rende goederen op korten termijn onleigend kunnen
worden. Met name wordt bij de regeling gedacht aan vervening en bruinkoolontginning.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Verschenen:
Bedrijfsleven en de strijd tegen
de Armoede in Nederland
door Dr. CH. A. VAN .MANEN.
Prijs ingenaaid
f
3,—.
Gebonden
f 4.75.
Voor leden (ier Vereeniging engeabon-
neerden op het Weekblad wordt dit werk
beschikbaar gesteld tegen den prijs van
f
2,50 ingenaaid en
f
4,— gebonden.
Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het
Instituut, Pieter de Hooghweg
122,
onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of
op
postchque. en
girorekening
No. 8408,
Rotterdam.
ii December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1101
STAT!STIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
7
December 1918
j
20
Juli
1914
(Disc.Wissels.
Ned.,BelBjflflEff
4′!, sedert 1 Juli ’15
3’/,sedert23 Mrt. ’14
an
4
1
i3
1
,,
’15
4
23
,,
’14
Vrsch.in R.C.
511t
,,
19 Aug.’14
5
,,
23
,,
’14
Bank van Engeland
5
,,
5 Apr.’17
3
29 Jan.
’14
Duitsche Rijksbank
5
,,
23 Dec.’14
4
5 Febr.’14
BankvanPrankrijk
5
,,
21Aug.’14
31/,
29Jan.’14
Oostenr. Hong.
Bk.
5
,,
12 Apr.’15
4
,,
12 Mrt.
’14
Nat. Bank v.Denem.
5
,,
9Juli’15
5
8Febr.’14
Zweedsehe Rijksbk.
7
,,
20Mrt.’18
4
1
!1
,,
6
,,
’14
Bankv. Noorwegen
6
,,
14Dec.’17
4
1
/1
11
’14
ZwitserscheNat.Bk.
5
1
!,
3 Oct. ’18
3’/,
,,
19
,,
’14
Bank
van
Spanje..
4
22 Mrt.’17
4
1
/1
–
Bank
van
Italië..
5
,,
10Jan.’18
5
9
Mei ’14
Feder. Res. Bk. N.Y.1
3-44
– –
–
Javasche Bank….
3
1
!1
,,
1Aug.’09
3
1
!9
,,
1
Aug.’09
OPEN MARKT.
Data
Amsterdam
Londen
Part.
I
Berlijn.
Part.
Parijs
Part.
N.
York
Cali.
Part.
P,olon.
disconto
gane
disconto disconto
disc.
money
7 Dec.
’18
31/i
4_t!2
31/1
4…1/
5 1/_7/
2-7 ,,
’18
31/
4
_l/
5
31/_41/
31/
4..
1
/
–
25-30 N. ’18
3_1/4
3_11
3+
–
1
‘ j
4-
1
Is
–
3_1/4
18-23 ,,
’18
3
1
/2-0/4
3’/1-6
317/,,
4…
I
/,
5146
3-8 Dec.’17
4.-.I/
411/,,
4_
.I
/
–
35
2-9 Dec.’16
4’/,’/
3’/24
517/,
2
4_1/
–
3I/_9
20-24Jul.’14
3
2’/-/
2
‘/..’/
2’/a-‘/
2’/
1’/-2’/1
WISSELKOERSEN.
WISSELMARKT.
De stemming op de wisselmarkt blijft tamelijk slecht. Over
het algemeen zijn de omzetten niet reëel genoeg. De ver-
kelijke behoefte aan buitenlandsche betalingsmiddelen is te
gering, zooclat voor een gedeelte de speculatie het aanbod
moet opnemen: Een betrekkelijk gering aanbod doet dan
ook cle koersen dikwijls zeer sterk terugloopen. En de laatste
paar weken hebben de ententewissels hoofdzakelijk te lijden
onder sterk aanbod van uit België, waar groote saldo’s vn
voor den oorlog nu vrijkomen, die men, gebruik makend
van den lagen stand van Socité Gt1nralebiljetten, zoo
spoedig mogelijk tracht om te zetten.
De Centrale wissels leden veer sterk onder de onzeker-
heid, (lie nog altijd blijft bestaan over de ontwikkeling van
den toestand in Duitschland. Marken daalden weder bijna
3 gulden en ook Weenen was weer zeer sterk aangeboden.
Slot 27,55 en 14,40.
In neutrale wissels varen de omzetten gering en de koersen
ondergingen weinig verandering.
KOERSEN IN NEDERLAND.
ata
Londen
Parijs
Berlijn
Wcencn
•
U
rg
New
York’)
2 Dec. 1918..
11.34
43.70
80.271 15.70
–
2.38
1
/4
3
1918..
11.30
1
7
43.65
29.75
15.-
–
2.37
1
I
4
1918..
11.231
43.35
29.35 14.90
–
2.36
5
,,
1918..
11.22
1
43.25
28.50
14.90
–
2.35’/4
6
,,
1918..
11.24
If
43.25
27.65 14.55
–
2.36
7
,,
1918..
11.26
43.32k
27.55 14.45
–
2.36’/
Laagste d. w.’)
11.21
43.05
27.30 14.25
–
2.35
Hoogste
,,
,, ‘)
11.36
43.80
30.50
16.-
–
2.39
80 Nov. 1918..
11.33
43.55
30.25
15.75
–
2.38 23
,,
1918..
11.31
43.75
31.70
16.-
–
2.37’/
Muntpariteit. .
12.10
48.-
59.26
50.41
1.28
2.48
8
/
)
Noteenag te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.
D
a
t a
holm’) ‘°P
hagen’)
Chrls-
tianla’)
Zwitser.
land’)
Spanje
1)
Bataola
1)
telegrafisch
2 Dec. 1918
68.15 63.50
66.-
48.40
48.-
9
91
‘
-1
00
3
,,
1918
68.10
63.45 66.10
48.45
48.25
9
9I
-1
00
4
,,
1918
68.10
63.40 65.95
48135
48.-
99i
-.
100
5
,,
1918
68.-
83.30 65.85
48.20
–
991-100
6
,,
1918
67.75
63.20 65.75
48.20
47.50
99-100
7
,,
1918
67.90 63.30
66.70
48.25
47.50
99-100
L’ste d. w.’)
67.60
63.05 65.10
48.05
46.75
99
H’ste ,,
,, 0
68.25 63.60
66.20
48.60
48.50
100
30Nov. 1918
68.05
63.70
66.-
49.12k
–
99I-100I
23
,,
1918
67.70
63.70 65.40
48.50
48.50
99i
–
100è
Muntpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
-; Noteering te Pm,terdam.
‘t
rart,cul,ere opgave.
KOERSEN TE NEW YORK.
Cable
Zicht Zicht Zicht
1)a
0
Londen
Parijs
Berlijn
Amsterd.
(tn
$
(in fra.
(in cents (in cents
per
£)
P.
$)
p. 4 Rm.)
per gid.)
7 Dec. …. 1918
4.76.45
5.45’/s
non,.
42
1
/4
Laagste d. week..
4.76.45
5.45′!,
non,.
41/,
Hoogste,,
,,
..
4.76.50
5.46
nom.
42
1
/4
30 Nov.. . . . 1918
4.78.45
5.45
5
!,
non,.
41
7
!8
23
……1918
4.76.45
5.45′!,
non,.
41/,
Muntpariteit….
4.86.67
5.18
1
!4
95
1
/
40
3
/.
KOERSEN VAN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN.
Plaatsen en
Landen
Notecringa-
eenheden
18
Nov.
1918
27
Nov.
1918
Tijdperk
28 Nolj.2 Dec.
Laagste
1
Hoogste
2 Dec.
1918
Alexandrië..
Piast. p. £
97
3
4
97
3
!,
97
1
!,
97′!,
97
8
!,
B.
Aires ….
d.p.gd.pes,
Sl’/e
51
9
hr
51
52
1
/
51
1
12
Calcutta ….
sh/d.p.rup.
1/6′!,2
116
1
42
1/6
1/811
1
,
1161/,,
Hongkong ..
id. p. $
3121/
4
3/31/4
313/
1
3/8
3
!4
3/3
3
/
Lissabon….
d.p.escudo
32 32
31
1
!,
33
32
1
!2
Madrid
….
Peset. p. £
23.95 23.90
23.90
24.00 23.97
Montevideo..
d.p.peso
59
59
1
1
5814
59!4
591/4
Montreal.. ..
$ per £
4.85
3
/
4.8414
4.81
8
/
4.84
1
!3
4.82
R.d.Janeiro’)
d.p.milr.
13
6
/,
2
)
13
18
!,,
13″132
13/,
13/8
Lire, p. £
30.31
30.31 30.25 30.371
30.31
Shanghai
..
sh/d.p.tael
510
1
1,
510
1
!2
5/1
5/1
1
!2
511
Rome
…….
Singapore . .
id. p. $
2148/,
1
2/4
7
/,,
2/4
1
!1
2/4′!,,
2/4
7
/,2
Valparaiso ‘)
d.p.pap.p.
11″/,2
i.1″/s2
11
71
8
11
39
!,,
11
29
/,2
Yokohama ..
sh/d.p.yen
2/3
7
/s2
213
7
132
213
2/3
3
!4
213″/32
‘) Noteeringen op 90 dagen.
1)
Noteering van 15 November.
GOUD EN ZILVER.
Sedert 29 Juli 1916 worden de dagelijksche ontvangsten
en onttrekkingen van goud door de Bank van Engeland
tijdelijk niet bekend gemaakt.
NOTEERING VAN ZILVER.
Noteering te Londen.
te
New York
7 Dec.
1918 ……..
48′!,,
101
1
18
30 Nov.
1918 ……..
48’/
IOt’f
23
,,
1918 ……..
48′!
LOl’!o
16
1918 ……..
48′!
101′!,
9
,,
1918 ……..
49′!, 101′!,
8 Dec.
1917……..
48
84′!,
9 Dec.
1916……..
86
75/4
20 Juli
1914 ……..
24″!,.
54/8
N.U.M.
Weekstaat der Nederlandsche Uitvoermaatschappij.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Bultenl.
Debet
5
pCt.
Credit
Data
Bankiers
Schat-
Diverse
Schuld-
Diverse
kisiblij.
reken.’)
brieven
reken.’)
5 Dec. 1918..
2.456 53.200 70.400 14.765
103.106
28 Nov. 1918..
2.117
53.200
70.400
14.742
101.489
21.
,,
1918..
2.079 53.200 70.400 14.750
99.173
14
1918..
2.545 53.200 70.400 14.672
97.954
7
1918..
2.381 53.200
70.400
14.661
97.887
1)
Beide rekeningen omvatten, behalve
garantiewissels in portefeuille
tot het bedrag der buitenl. echatkistbiljetten, in hoofdzaak
garantiewi,aels
in depht bij de Ned. Bank.
102
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 December 1918
t
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 7 December 1918:
Activa.
Binnen!. Wis-(
H.-bk.
f166.744.655,37
1
/2
sels, Prom.,
B.-bk.
2.187.111,92
enz. in disc.
k
Ag.sch. ,, 41.271.730,511!2
f
210.203.497,81
Papier o.h. Buiten!, in
–
disconto…………..
8
…………
S
Idem eigen portef..
f
.622.347,-
Af: Verkocht maar voor
•
debk.nognietafgel.
–
Beleeningen
lHbk
8.622.347,-
mci. vrsch.
f
90.137.791 70
1
/2
B.-bk.
6.177.899,20′!3
in
rek..crt.
t
op onderp.
Ag.sch.
46.029.706,07’/
.
–
f 142 .345. 396,98
1
/2
Op Effecten
……f141.829.696,98′!,
Op Goederen en Spec. ,,
515.700,-
142.345.396,981!,
Voorschotten a. h. Rijk …………….
..
14.880.686,24′!,
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud ……f 76.395.070,-
Muntmat., Goud ..
,,615.980.258,67
1
/1
f692.375.328,67
1
!,
Munt, Zilver, enz..
8.255.794,93
1
!2
Muntmat., Zilver
..
–
Effecten
700.631.123,61
Bel.v. h. Res.fonds..
f
4.990.969,32
id. van
‘1,
v. h. kapit. ,,
3.865.361,18
8.856.330,50
–
Geb.enMeub. der Bank …….. .. ……
,,
i.770.000,-
Diverse rekeningen
………………,,
92.059.164,94′!,
f1.179.368.547,09
1
!,
Passive,.
Kapitaal
………………………f
20.000.000,-
Reservefonds
………………….
5.079.402,56
Bankbiljetten in omloop …………
,, 1.072.359.710,-
Bankassignatiën in omloop ………..
1
.5
19
.
862
,
3
0:
Rekening-Courant saldo’s:
Van het Rijk.. ….. f
–
Van anderen ……
72.288.204,66
72.288.204,66
Diverse rekeningen ………………,,
8.121.367,57
f1.179.368.547,09′!,
Beschikbaar metaalsaldo ……
.
…….
f
470.914:960,86′!,
Op
de ba8is van ‘1, metaatdekking….
241.681.405,47
1
/,
Minder bedragaan bankbiljetten in omloop
dan waartoe de Bank gerechtigd is
.. ,,
2.354.574.800,-
• Verschillen met den vorigen weekstand:
Meer
Minder
Disconto’s …………….
Buitenlandsche wissels ……
632.583,-
Beleeningen
2.021.194,58
Goud ………………….
1.016.908,73
Zilver ………………….
25.837,96′!,
Bankbiljetten
9.804.025,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s
5.987.276,02
1
!2
Voornaamste posten in duizenden guldens.
il
Andere
Data
Goud
Ztle,
biljeten
opelschbare
schulden
7 Dec.
1918
….
692.375
8.256
1.072.360
73.808
30 Nov.
1918
….
693.392
8.230
1.082.164
75.660
23 1918
….
.695.415
8.200
1.081.877
96.217-.
16
,,
1918
….
700.399
8.157 1.109.995
87.919
9
1918
….
700.429
8.128
1.018.395
70.523
2
1918
..
.
.
701.453
8.168
1.025.572 61.473
26 Oct.
1918
..
.
.
706.477
8.154
985.317
96.558
19
,,
1918
….
706.635 8.085
990.089
80.717
–
12
,,
1918
..
;.
707.517
8.065
982.137
73.964
5
,,
1918
….
707.586
8.049
981.217
56.834
28 Sept.
1918
..
..
708.708
8.042
971.557
65.637
21
,,
1918
….
706.810
7997
956.250
77.383
–
14
1918
..
..
707.695
7.988
954.057
67.561
8 Dc.
1917
….
699.508
6.836
867.669
53.834
9 Dec.
1916
….
584.126
6.855
740.642 37.300
25 Juli
1914
….
162.114
8.228
310.437
‘6.198
Data
Disconto’,
Belee-
t
Beschik-
baar
Dek-
king,-
Hierva n
Totaal
1
Schatkist-
ningen
Mdta
petu,-
1
promessen
saldo
lage
rechtsireek.,
4
7 Dec. 1918
210.203 136.800
142.345
470.915
61
30 Nov. 1918 225.288 145.800
144.367
469.579
61
23
1918
231.138
146.800 141.874
467.512
60
16
,,
1918
208.639
135.800
180.376
468.446
59
9
,,
1918
157.375
128.500 120.416
490.242
65
2
1918
144.649 115.500 129.546
491.672
65
26Oct. 1918
142.996
116.500
119.685
497.709
66
19
,,
1918
133.696
106.000
119.279
499.995
67 12
1918
118.290 91.000
117106
503.772
68
5
,,
–
1918
110.654
89.000 112.556
507.415
69
28Sept.1918
117.418
98.000
112.782
508.671
69
21
,,
1918
113.457 94.000
101.081
507.411
69
14
,,
1918
99.258 80.000
102.049 510.661
70
8 Dec. 1917
60.520
47.000
94.314
521.142
77
9 Dec. 1916
51.150
30.000
70.303
434.497
76
25 Juli 1914
67.947
14.300
61.686
43.521′)
54
1)
Op de basis van
2/5
metaaldekking.
Uit de bekendmaking van den Minister
van
Finan
ci .ë n blijkt, dat uitstonden op:
30Nov. 1918
7Dec. 1918.
Aan schatkistpromessen
f
343.040.000,-
f
324.670.000,- waarvan rechtstreeks bj
de Ned. Bank geplaatst
145.800.000,-
,, 136.800.000
1
–
Aan schatkistbiljetten
123.720.000,-
,,
140.190.000,-
Aan ziiverbons
……….
,
71.561.162,50
,,
71.410.436,-
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
–
Naast de per mail ontvangen gegevens worden de telegrafisch
bekend geworden totaalcijfers der obligo’s en uitzettingen en het beschikbaar metaalsaldo van latere data opgenomen.
1 Andere
Dgta
Goud
Ziloe,
Bank-
opeischb.
biljetlen
1
schulden
30 Nov.
1918
*$S
289.100
23
1918
283.100
16
,,
1918 ……
*5*
*5*
281.800
14
Sept.
1918……
13.399
183.701
70.065
‘
7
,,
1918 …….
….
102.247
14.058
183.629
74.756
1
Dec.
10
.1.077
85.944
17.167 174.695
57.182
2
Dec.
1917-…….
1916 ……
72.009
23.264
159.566
50.787
25
Juli
1914
…….
22.057
31.907 110.172
12.634
D
Dis-
buiten
Belee-
Dioerse
ocsc,JIa-
baar
king,-
_ata
conto’s
N.-Ind.
ningen
r
e)
ngen
.n
metaal-
perccn-
•
betaalbaar
saldo
(age
30Nov.1918
166.700 61.800
•
23
,,
1918
160.800
•’
61.100
16
,,
1918
–
161.100 60.500
14Sept.1918
8.454
25.328
71.844
19.146 63.893
45
7
•,,
1918
8.090
24.694
73.808
20.225 64.862
45
1Dec.1917
7.204
32.979
70.1191
23.800
56.735
44
2 Dec.1916
6.571
37.684 64.324
10.812
53.292
–
45
25Juli 1914
7.259
6.395
47.934
2.228
–
4.842
2
)
44
t
)
Sluitpost der activa.
5) Op
de basis
van
/,
metaaldekkin.
SURINAAMSCHE
BANK:
Voornaamste
posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
Ctrculatie
Ander
e
opeischb.
Disconto’s
D
&e-
iv. re
ningen’)
schulden
5 Oct.
–
1918
..
729
1;606
2
)
1.219
1.268
234
28 Sept. 1918
..
896 1.565
8
)
1.292 1.247
334
21
,,
1918
..
699
1.500)
1.120
1.207
308
14
,,
1918
..
830 1.541
1)
1.065 1.133
169
7
,,
1918
..
816 1.621
0)
960
1.129
168
31
Aug.
1918
. .
792
.1.548
7)
1.033
1.149
162
6 Oct.
1917
..
566
1.239 926
994
827
7 Oct.
1916
..
668
–
1.163
685 874
711
25 Juli
1914
..,
645
1.100
560 735
396
–
t)
Stuitpoat der activa.
2)
Hiervan zilverbona
272
dz. gid.
2)
idem
256
dz. gid.
4)
idem
247
dz. gid.
6)
idem
254
dz. gid.
0)
idem
261
dz. gid.
7)
idem
250
dz. gid.
11 December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE
BERICHTEN
1103
BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht gegeven
van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden p. st.
Currencg,
Notej.
Data
Metaal
Ctrculaite
Bedrag
1
Goudd.
1
Gov. Sec.
4 Dec. 1918 76.011
67.048
***
***
***
27 Nov. 1918 75.846
65.990 296.341. 28.500 275.814
20 ,, .1918
75.171
65.223 295.161 28.500 274.658
13
1918 74.585
64.937 293.791 28.500 273.032
5 Dec. 1917 57.535
43.728 197.455 28.500 171.176
6 Dec. 1916 55.943
37.858
1
138.568 28.500 107.268
22 Juli 19141 40.164
29.317
Data
Cao.
Sec.
Other
Sec.
______________
Pul,lIc
Depos.
Other
Depoi.
Re-
ierse
Dek-
kIng,-
percen-
tage
t)
4 Dec. ’18
73.544
97.557 26.530 154.199
27.413
15,17
27 Nov. ’18
62.630 100.992
30.428
143.749
28.305 16,20
20
,,
’18
61.788
99.880 29.668
142.673
28.398 16,48
13
,,
’18
58.596
97.607
30.009
138.704
28.098
16,65
5 Dec. ’17
65.913
91.799 36.458
135.639
32.257
18,74
6 Dec. ’16
42.188
106.750
58.717
108.946
36.534
21,75
22 Juli
’14
11.005
33.633
13.735
42.185
29.297
52
8
/s
1)
Verhouding tueichen Reaerve en Depolit.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Darleheus-
kassenscheine, in duizenden Mark.
Data
Metaal
Daaraan
Goud
_______________
Kaa,en-
eche(ne
Circu-
latle
Dek-
ktngi
percen-
tage
)
30 Nov. 1918
2.328.438 2.308.358
4.004.966
18.609.873
34
23
,,
1918
2.328.871
2.308.558 3.756.056 17.905.425
34
15
1918
2.571.627 2.550.234 3.363.665
17.454.316
34
7
,,
1918
2.578.655 2.550.263 3.187.226 16.959.253
34
30 Nov. 1917
2.539.362
2.405.301 1.056.876 10.622.301
34
30 Nov. 1916
2.534.945
2.518.488
315.832 7.333.660
39
23 Juli
1914
1.691.398 1.356.857 65.479
1.890.895
93
t)
Dekking der circulatie door metaal en
Kaesenocbeine.
Data
Wtuèli
Rek. Cr1.
Darlehenakamenscheine
Totaal
In ka, hij
uitge-
de Relchs-
____________
geoen
bonk
30 Nov. 1918
22.133.458
10.682.995
14.112.300
4.001.800
23
,,
1918
20.946.600
10.212.256 13.747.100 3.752.900
15
,,
1918
21.142.468
10.303.817
13.295.900
3.360.000
7
,,
1918
19.443.590
9.325.904
12.911.700
3.277.400
30 Nov. 1917
12.234.223 6.045.318 7.024.600
1.043.800
30 Nov. 1916
8.075.687 3.661.917
2.902.000
305.100
23 Juli
1914
750.892 943.964
RUSSISCHE STAATSBANK.
Sedert 5 November 1917 is geen bankstaat verschenen.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste oosten in duizenden france.
Data
Goud
Waaraan
in hel
Buitenland Ziloer
Te goed
tn hel Buitenland
Buil.gew.
000r,ch.
af
d.
Staat
5 Dec.’18
5.467.629
2.037.108
319.941
16.300.000
28 Nov.’18
5.462.095
2.037.108
319.263
1.449.219 17.000.000
21
’18
5.452.260
2.037.108 318.950 1.492.699 18.300.000
14
’18
5.447.889
2.037.108
318.847 1.434.652 18.800.000
6 Dec.’17
5.336.295
2.037.108 246.255 736.720
13.000.000
7 Dec.’16
5.054.773
–
311.008
863.400 6.900.000
23 Juli’14
4.104.390
–
639.620
–
–
WIaseli
Uitge-
stelde
Belce-
i
ntng
Bankbil-
jetten
Rel.
Cr1.
ParIt-
culteren.
Re
Cr
k.
t.
Staat
998.426
1.036.8101.169.706
28.732.704
2.557.094
257.900 816.112 1.037.959
1.080.290 29.072.412
2.816.043
31.282
758.732
1.045.209
846.314
30.191.585
2.964.650 274.496 801.702 1.050.126 852.548
30.570.710
2.918.106
296.832
0
802.074 1.145.150
1.157.840
22.911.782
2.796.256 42.767 557.983
1.351.181
1.337.339 16.298.007
1.952.914
68.371
1.541.080
–
769.400
5.911.910
942.570
400.560
SoCITÉ GtNÉRALE DE BELGIQLJE.
1)
Voornaamste oosten in duizenden franes.
D
0 Ô
MetahI
mcl.
huiteni.
saldi
Beleen.
aan
buiten!.
oorde,.
Bdeen.
van prom.
d.
prootnc.
Binn.
wissels
en
heleen.
Ct,cu-
latie
.
R k
sa
ldi
17 Oct. ’18
1,216.753
100.082
480.000
97.728
1.507.912 377.440
10
,,
’18
1.219.743
100.021
480.000
100.040
1.508.011 382.595
3
’18
1.144.781
100.011
480.000
95.287 1.452.612 358.318
26Sept.’18
1.145.778 99.982
480.000
101.783 1.452.948 365.452
18Oct. ’17
476.043
90.903
480.000
100.351
1.172.474 91.204
19Oct. ‘161
352.8721
76.0331480.0001
39.8341
828.739
110.068
‘)
Sedert einde 1914 met de functie van circulatiebank belaat.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in duizenden dollars.
Data
Goud
Waaroan
voor
dekking
Waar-
In
hetbui-
Ziloe,
I
F.R
van
etc.
Notes
circu-
F. R. Notes
tenland
latle
4 Oct.
’18
2.025.434
1.226.685
5.829 51.937
2.431.004
27 Sept. ’18
2.020.813
1.207.445
5.829
51.363 2.349.326
20
,,
’18
2.023.558 1.190.072
5.829
52.481 2.295.031
13
’18
2.024.559
1.167.218 5.829 53.173
2.245.429
5Oct.
’17
1.438.477
569.576
52.500
48.238
740.916
Algern.
1
Percent.
Totaal
Waar-
Dek-
1
Goud-
Data
Wiuels
DeposIto,
van
.
kings.
t
dekking
Kapitaal
percen-
ctrcu-
____________
toga
1
laUe
4 Oct.
’18 2.017.023
2.310.308
78.903
49,7
50,5
27 Sept.
1
18 2.001.821
2.316.557 78.802
48,8
51,4
20
,,
’18
1.910.178
2.284.107 78.689
51,1
51,9
13
,,
’18
1.852.997
2.319.390
78.553
52,9
51,9
5 Oct.
’17
451.413
1.489.484
61.027
69,2
76,8
t)
Verhouding tuaschen:
den totalen
goudvoorraad,
zilver etc., en de
opeischbare schulden
F. R.
Notes en netto.
depoeitoo met inbegrip van hçt kapitaal.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED.
RES. STELSEL.
Voornaamste oosten in duizenden dollars.
Data
Aantal
Totaal
uitgezette
Reaeroe
hij de
Totaal
Waarvan
time
banken
gelden en
F. R. bonk,
‘
deposito,
deposils
beleggin gen
27 Sept.’18
741
13.253.942
1.209.884
11.411.268
1.458.875
20
,,
’18
741
13.270.891 1.221.481
11.587.470
1.494.830
13
’18
734
12.960.674 1.163.163
11.315.598 1.446.947
6
,,
’18
735
12.999.208 1.192.072
11.368.123
1.461.373
30 Aug.’18
734
12.784.531 1.232.163
11.228.827
1.450.020
1104
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 December 1918
EFFECTEN BEURZEN;
Amsterdam, 9 December 1918.
De buitengewone mate van onzekerheid,
waarin
de gau
sche wereld zich bevindt met betrekking tot de mogelijk-
heden van de naaste toekomst, hebben op de internationale beurzen een stemming van nervositeit en van apathie doen ontstaan, die steeds ernstiger vormen begint aaii te nemen.
Weliswaar maken de beurzen in de landen der Entente-
Mogendheden hierop een uitzondering, doch ook daar b,
wegen de omzetten zich slechts binnen uiterst beperkte
grenzen en nergens is er ook slechts eenigezins sprake van
optimistische opv.attingen. Dit valt zonder twijfel te ver-
klaren uit de onmogelijkheid om eenig perspectief in 40
actueele ontwikkeling te ontdekken en, moge men al in
enkele gevallen in staat zijn, dit wel te doen, steeds sta,t
men voor het geweldige vraagstuk der wereldhuishoudiiig
on
der wereidpolitiek, waardoor het mogelijk wordt, (lat de gebeurtenissen, die zich thans ten Oosten van onze grenzen
afspelen, haar in bed ook zullen uitstrekken tot buiten het gebied van het voormalige Duitsche Keizerrijk. Het kapi
;
taal, in beleggings-, zoowel als in speculatieve kringen, is
hierdoor
•
uiterst schichtig geworden en past bij voorkeur de
methode van liquidatie en afwachten toe.
Zooals te, begrijpen is, is deze houding het meest markant
voor de landen der Centrale Mogendheden. Te B e r 1 ijn
heeft de beurs gedurende de berichtsperiode een voortdu-
rend dalende lijn te aanschouwen gegeven, waarin alleed
eenige afwijking is gekomen, toen aan het einde dc be
schouwingen omtrent dc aanstaande nationale vergaderin
iets rustiger van toon wei-den. Ter beurze van Berlijn echter
beschouwt men de dezer dagen plaats gevonden hiebbendé botsing, hoewel op zich zelve ongetwijfeld uitrst betreureu:
waardig, als de crisis, welke toch onvermijdelijk was, teneiiÇ
de tot duidelijker machtsverhoudingen en tothet inzicht in de
noodzakelijkheid van de te volgen politiek in de allernaast
dagen te komen. Dit is te meer noodzakelijk, nu het gan-
sche economisch leven dreigt te stokken, als gevolg van de
arbeidersrnoeilijkheden in de verschillende bedrijven en van
de vrees voor socialisatie, waardoor uitbreidingen, verbete:, ringen, enz., niet,’of slechts ten deele, worden ondernomen.
liet sterkst komt dit wel tot uiting in het mijnbedrijf.
De productie van steenkolen is tot een minimum gedaald,
terwijl de prijzen van het geproduceerde tot ongekende
hoogte opgevoerd moeten worden, teneinde althans eeniger-
mate tegemoet to kunnen komen aan de looneischen van de
arbeiders en aan het ontzaglijk moeilijke en dure trans-
port. W’ant ook dit laatste speelt een rol van beteekenis in Duitschland, nu een groot aantal wagens en locoinotieveu
ingevolge het vapenstilstandsverdrag is opgeëisoht door 4e
geassocieerden en de overblijvende trausportmiddelen alle
hevig geleden hebben van de overbelasting in de achter ons liggende vier oorlogsjaren.
Deze beide steunfactorea van een goed-fuuctioneerend
economisch leven, brandstof en transport, zijn derhalve bij
onze Oosterburen zeer sterk op den achtergrond gedrongen,
hetgeen in alle takken van de nijverheid doorwerkt. En dit,
gevoegd hij de steds durende vrees voor de toekomst, heeft’
cle beurs in cle boven reeds gereleveerde stemming gebracht.
Weliswaar zijn er enkele fondsen, die steiker door de om-
standighedemi worden aangetast, dan andere, doch hiervoor
zijn dan ook gewoonlijk speciale redenen aan te wijzen. Zoo
heeft het feit, dat de chemische industrie hoofdzakelijk
in het Westen van Duitschland, derhalve in het be
zette gebied, zetelt, de vrees doen ontstaan, dat het regel-
,
matig functiocteeren der fabrieken zou worden belemmerd
en tevens, dat de machten der Entente in het bezit zouden
komen van zeer waardevolle geheimen op het gebied der
,
kleurstoffen-fabricage, waardoor in het bizonder deze aan’
deden onder sterk aanbod te lijden hebben gehad. Doch, af-
gezien van deze uitzondering,’ was de geheele tendens aan’
de Berlijusche beurs toch uiterst lusteloos te noemen. Zelfs.
geven de enkele gepubliceerde koersen geen juist beeld van
dc hef tige reactie, daar zeer vaak voor vele aandeeleu geel!-
noteering tot stand kou komen, wijl, zelfs tegen zeer sterk.
verlagde prijzen, geen kooper kon worden gevonden. ‘
De omgeanimeerde stemming werd nog in cle hand ge-
werkt door blancoverkoopci, waartegen juist thans in dé’
Duitsche vakpers wordt gewaarschuwd met het betoog, daJ
men, zulks doende, de onrust vermeerdert en een antiL
sociale daad verricht. –
Zooals reeds gezegd, was aan het einde der beriehts-s
periode de stemming iets’ verbeterd; van hervatting van
groote zaken echter en van een wederopleving van een gea:J
iiimeerd beursverkeer kan echter vooralsuog niet wordenl
gesproken. . .
. Ook te W e e n e n is de tendens zeer mat gebleven. De
eerste Duitsch-Oosteurijksche leening zal thans worden aan-
geboden en men hoopt, . dat de Minister van Financiën met
deze wijze van dekking , der behqften van de Schatkist
succes zal hebben. Echter is men. op dit punt uiterst scep-
tisch gestemd, gezien het totaal gebrek aan succes, dat de
emissie van het Weensche stadsbestuur heeft aangetoond.
Het beleggend kapitaal is ook in de voormalige Dubbel-
Monarchie uiterst schichtig geworden. Wel,hicht kan bij de
Duitsch-Oostenrijksche leening eenigszins als stimulans wer-
ken de bepaling, dat de coupures der oude oorlogsleeningeii
voor een vierde gedeelte der totale inschrijving in betaling
gegeven kunnen worden; de grootste bezorgdheid toch
wordt nog steeds door cle onzekere toekomst der oorlogs-
leeningemi gewekt en op deze wijze heeft men althans de
mogelijkheid een deel te verwisselen in een obligatie; waar-
van tenminste sommigen zich optimistischer voorstellingen
scheppen. Ten opzichte van de financiering der oude schul-
den vinden op dit oogeubhik besprekingen tusschen de ver-
schillende staten plaats, waarbij van eenige ‘overeenkomst
echter nog niet kan woi-den gewaagd. Inmiddels verluidt,
dat de Regeering te Praag haar besluit heeft herroepen,
waarbij bepaald was, dat Tschecho-Slowakische houders van
coupons van oorlogsobligaties zich ter verzilvering van hun
bezit bij de belastingkautoren kunnen aanmelden. Hier-
tegenover kan weer
woi
–
den gesteld, dat het gouvernement
te Triëst deze aanmelding tot 25 November had opengesteld,
welke tdrmijn wellicht nog voor verlenging vatbaar is.
Inmiddels tracht het publiek tegenover al deze onzeker-
heid zich zelve te’ sauveeren, door tot een definitieven ver-
koop der oorlogsobligaties over te gaan, hetgen echter
slehts in enkele gevallen met succes wordt bekroond en
clan nog tegen zeer lage prijzen. . Tot vooi- korten tijd
maakte men dan ok sterk gebruik van de faculteit, de
stukken bij de Staatsbank te beleenen tot den koers van
75 pCt., hetgeen vaak neerkwa.rn op een abandonneeren van
het bezit tot dien prijs, wijl het herhaaldelijk is voorge-
komen, dat men ouder gefingeem-de benaming beleeningen
afsloot. De Bank had op deze wijze geen enkel verhaal meer
op ded pandgever en zag zich dus in het bezit gesteld van
de belecnde stukken tot den koers van, 75 .pCt. Thans zijn
hiertegen maatregelen genomen door afdoende legitimatie
te vorderen.
Ook op andere wijze is de onrust oudet- de bèvolking tot
uiting gekomen. Bij de Postspaarbank, de drie grootste
Weensche spaarbanken en de twaalf grootste Weensche
credietbanken zijn de inleggelcien en deposito’s gedum-ende
Octobem- afgenomen met 1155 millioen Kronen, waarna een
totaal bedrag van Kr. 4244,6 millioen rcsteerde. De opvra-gingen hebben derhalve in 6Cii enkele maand ongeveer 20
pCt. bedragen.
In de landen der Entente is de stemming natuurlijk wel
geheel andem-s geweest, dochvan een bepaald opgewekte
tendens kan ook hier uiet woideii gesproken. Zooals reeds
in deic aanvang van dit overzicht werd gerelevcerd, bestaat
ook in deze landen de vrees voor de naaste’ ontwikkeling
der gebeurtenissen, waarbij zich nog sommige factoren van
internen aard hebbeiï gevoegd. Zoo was te L o mid e n dc
fndtor dci verkiezingen van gewicht, terwijl te P a r ij s
meer aandacht werd geschonken aan de speciale Frausche
cischen iij de komende vredesconferentie. –
Daarentegen werd de markt te W a 11 s t
1
e e t iii beslag
genomen door het aanpassingsproecs, dat de verschillende
takken van industrie thans hebben door te maken. De amimici-
lecringen van liegeeringsopdrachten hebben nog geen einde
genomen en menige industrie ziet zich voor plotselinge
moeilijkheden geplaatst. De stemming te N e w Y o r k. is
clan ook niet onverdeeld gunstig geweest, met name niet
VOOL
de nijverheidssoorten. Spoorwegaandeelen konden zich
in gi’ooter belangstelling verheugen,
Marinewaarden bleven vrijwel onveranderd op eenigszius lagem- niveau, nu nog niet vast staat, welk, gebruik de Trust
van de uit den verkoop vnu een gedeelte ham-er vloot te
ontvangen gelden zal maken.
T e o n z e n t is de stemming voom-
staatsfondsen,
wat cle
bimmnenlandsche soorten betreft zeer kalm gebleven. Het
algemeen niveau was iets lager, in verband met den cenigs-
zins verhoogden prolongatiekoems en met het vooruitzicht
op dc thans wel spoedig door te voeren nieuwe Staatslee-ning. Van de buitenlndsche soorten waren Braziliaansche
fondsen, gezocht, alsmede Argentijnsche papieren, mede als
gevolg van de vraag, die op dit oogenblik in Duitschland naar dergelijke waarden is ontstaan. Russen varen in den
aanvang der berichtsperiode sterk gevraagd, in verband met
de mededeeling van de ,,voorloopige Regeering” te Ornak,
1 I December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1105
dat zij zoo spoedig mogelijk zou overgaan tot hervatting der
rentebetaling op de oude Russischc Staatsçhuld. Lang-
zamerhand echter daalde de belangstelling volkomen, toeii
men realiseerde, dat de verwezenlijking van dit plan voor-
loopig wel niet
zal
kunnen plaats vinden.
De locale markten zijn voor het grootste gedeeJte zonder
opvallende voorvallen gebleven. Ook aan onze beurs is de
stemming van afwachten nog overheerscheud. De moeilijk-
heden, die scheepvaart en industrie wellicht nog door te
maken zullen hebben als gevolg van de stagnatie der Duit-
sche kolenaanvoeren, worden niet te licht opgevat, terwijl
de algemeene politieke toestand eveneens niet al te optimis-
tisch wordt beoordeeld. Vooral de aanvankelijke mededee-
lingen omtrent vrijviug met de Chineesche en Siameesche
overheden, alsmede die omtrent annexionistische bedoelin-
gen in sommige Belgische ki-ingen en betreffende een lichte
ontstemming in de landen der Entente in verband met het
doortrekken der Duitsche troepen door Limburg, heb-
ben op sommige dagen de markt sterk verontrust, zoodat
verschillende fondsen gevoelige reacties te aanschouwen heb-
ben gegeven. Inmiddels echter is deze stemming weder vrij-
wel verdwenen, zoodat het slot der berichtsperiode een
flink herstel te aanschouwen heeft kunnen geven.
3 Dec.
6 Dec. 9 Dec.
Rijzing
dalin
4I/
0/
Ned. W. Sch.
1916
89V4
89
88/16
–
/io
4
01
,,
,,
,,
1916
82l/
4
82/
82
31/
OI
o
,,
,,
,,
. . . .
69/t,,
70 70
-4-••
1
/to
S
0
1
..
..
..
….
64
1
/8
63%
62
11
/to
–
1/j
21/i
0/
Cert. N. W. S.
……
54
11
/
00
540/io 547/s
-1-
1
/16
5
°/o
Oost-Indië 1915 ….
94
1
/8
94’/o
941/4
+
/8
4
°Io
Hongarije Goud
.. ..
36
37 35
–
1
4
0/
Oostenr.Kronenrente
2818/
s
27
6
/18 26’I1
–
2fao
5
°Io
Rusland 1906 ……
42I
41
1
/to
411/to
–
118116 4112
0/
Iwangorod Dombr..
37 37 37
4
0/
Rusland Cons. 1880..
35’/,o
3381s
33’/,o
–
2
7
/
4
01
Rusl. bij Hope &Co..
37 35 34
8
/16
–
2
1
Iio
4
0/
Servië 1895 ……..
51′!,
51
50
–
l’/s
41/
0/
China Goud 1898
..
65’/o
65’/
65’/8
4
f6/
Japan
1899 ……..
51 51
51
4
0/
Argentinië Buiteul..
64
7
/s
64/0
59
–
5/8
5
0/
Brazilië
1895
……
70′!,
70/
70
1
/
–
1/4
5
0/
,,
1913
……
64
64
64
Vooral
schecpvaartwaerdc-a
konden juist heden crachtig
monteeren. Het is echter voor een goed opmerker ter beurze
opvallend te zien, welke geringe orders hel publiek feitelijk
geeft. lIet grootste gedeelte vai de omzetten wordt teweeg-gebracht door den beroepshanclel, waardoor het dan ook te
verklaren
is,
dat zoo weinig teekening in de markt wordt
gevonden. Vaak is het slot op den eeiien dag zeer geanimeerd,
met zelfs een voortzetting van deze tendens na den of Ii-
cieelen beurstijd, terwijl toch, zonder eenige aannemelijke
reden, de stemming
01)
den volgenden dag juist_tegenoverge-
steld is. Vat scheepvaartwaarden betreft, konden cle couraate
soorten zich Vrij goed handhaven; de minder vêrhandelde
echter, als aandeeleii Java-China-Japan, hebben in het
midden der week een gevoelig verlies aangetoond.
3 Dec. 6 Dec. 9 Dec.
Rijzing of
Holland-Amerika-Lijn
….
392
1
h
3710/4
385
–
7’/2
gem.eig.
378
360 3731/,
_4I/
Holland-Gulf-Stoomv.-Mij
..
275
-275 275
Hol!. Alg. Atl. Stoomv.-Mij.
172 172 165
–
7
Hollandsche Stoomboot-Mij..
209
192
2011!3
–
7′!,
Java- China-Japan-Lij n
….
289
270
1/
282
–
7
Kon. Hollandsche Lloyd
..
172°L4
162
1686/8
–
4/
Kon. Ned. Stooinb.-Mij…..
236
219
227’/,
–
8’/2
Kon. Paketvaart-Mij …….
243′!,
229 235
1
/
–
8’/4
Maatschappij Zeevaart
.. ..
316
307 303
–
13
Nederi. Scheepvaart-Unie
..
249 236’/2
242V1
–
Nievelt Goudriaan
……..
462’/,
440
451V
– 11
Rotterdamsche Lloyd ……
282
‘/
270
1
/
276/4
–
6’/4
Stoomv.-Mij. ,,Hillegersberg”
346
346
346
,,Nederland”
..
280 264’/2
272
–
8
,,Noordzee”
..
201
1
/2
190
1
/*
195
–
–
‘oça
eae
3
5
8
Van
hi?6nenland8chc iiuiustrieele (tandeelen
reageerden
zeer scherp aandeelen Oliefabrieken Insuliucle, in verband
mei cle aangekondigde entissie van
f
5.000000 nieuwe aan-
deden tot den koers van 175 pCt. Ook de claims konden
zich op het aanvankelijk peil niet handhaven.
Iii verband met den algemeen gedrukten toestand waren
ook pctroleumwaarclen
voorbijgaand aangeboden. Spoedig
echter deed zich hier een herstel voo,-, waardoor aandeelen
Koninklijke en, in navolging hiervan, ook aandeelen Gecon-
solideerde, een gedeelte van het verlies konden iahalen.
Voor
Usbakswaarden
bestond geen belangstelling. Van
rubbcrsoorten
ging practisch alleen iets om in aandeelen
Rubber-Cultuur-Mij . ,,Amsterdam”, die dc algemeene lijn
volgden en de berichtsperiode in vaste stemming verlieten.
-Cultuui
–
waardcn
bleven op vrijwel dezelfde hoogte, bij zeer
beperkte omzetten.
3 Dec. 6 Dec. 9 Dec.
Rijzing of
d&ling
Amsterdamsché
Bank
184h
183 183
–
1/4
Ned.Handel-Mijcert.v.aand
173
1
/
169114
168
–
5
1
/0
Rotterd. Bankvereeniging
140
1330/4
138
–
2
Amst. Super fos f aatfabriek.161
1
/2
161
‘io
161’/3
Van Berkel’s patent ……135
131
131
–
4
Insulinde Oliefabriek……219’/4
205
2010/0
– 18
1
/8
Jurgens’ Ver. Fabr. pr. aand
102
101
3
!4
1010/10
–
7
/16
Ned. Scheepsbouw-Mij. ….
171V4
172
1
!2
171
1
/
Philips’ Gloeilampenfabriek 380
380
380
R. S.
Stokvis
&
Zonen
466
1
1,
439
–
454
– 12
1
12
Vereenigde Blikfabrieken
135
135
134112
– 1/
2
Compania Mercantil Argent 216
1
/4
210
213
–
33/
4
Cultuur-Mij. d. Vorstenland
141’/4
1352/
4
1390/8
– 2’/o
Handelsver. Amsterdam
373
1
h
261
1
,
369
1
/2
–
4
HolI. Transatl. Handelsver. 140
122
124
–
16
LindeTeves&Stokvis ……207
200
203
–
4
Van Nierop &Co’sHandel-Mij 171
162
165
–
6
Tels
& Co’s
Handel-Mij
..
156
15414
149’/,
•
6V,
Gecons. Holi. Petroleum-Mij 228
‘/
217’/4
222
‘/
–
6
Kon. Petroleum-Mij …….
418’/,
407 413
–
5′!,
Orion Petroleum.Mij …….
95′!,
95I/
–
–
Steaua Romana Petr.-Mij
166
8
/
157
1
!3
158
–
8’/
Ainsterdam-Rubber-Mij …..
174
‘/,
166/
171′!,
.
3
Nederl.-Rubber-Mij.
……
102
6
/0
99
‘Is
101’/4
– 1’/8
Oost-Java-Rubber-Mij.
….
215
208/4
206’/t
–
8′!:
Deli-Maatschappij
……..483
469
468
–
15
Medan-Tabak-Maatschappij
208
197
205’/
–
2
8
/4
Senembah-Maatschappij
447
425
431
–
16
De
Amerikaansche markt
werd verwaarloosd, mede ten-
gevolge van het feit, dat de sloikoersen van New
York
op
enkele dagen niet des morgens bekend waren, zoodat de
provincie niet vÔÖr den aanvang van den beurstijd in ken- .nis kon worden gesteld van de tendens te Walistreet. Toch vonden nog vrij groote omzetten plaats in Marinewaarden,
vooral in de eerste dagen der vorige week.
3
Dec.
6
Dec. 9 Dec.
Ameriean Car&Foundry
– –
73
1
/0
73’/4
7’h
+ ‘!o
Anaconda Copper
……..l44″/oo
140
1
/16
138′!2
– 67/16
Un. States Steel
Cor!)
…..
87
06
/to
87/,o
88e/to
+ $/
Atchison Topeka ……….93’/a
92
92
– 10/
0
Southern Pacif ie……….941/5
93l/
94
0
/s
–
‘Is
Union Pacific………….133
133
1
/,
133
Int. Merc.Marineafgest…..30’/o:
28’4
290/18
–
prefs
118
3
/8
114
–
115
1
/2
–
De
çjcldmarkt
is
iiog steeds niet al
te ruim geworden,
met een voortdurende neiging tot stijging;
de prolongatie-
koers stelde
zich op ongeveer
4 it
4’%
pCt
GOEDERENHANDEL
GRANEN.
9 December 1918.
i)e uitzaai in Noord-Amerika van wintertarwe is aan-
noerkelijk grooter dan verleden jaar en bij gemiddelde weers-
omstandigheden zullen de Vereenigde Staten gemakkelijk
een record-tarweoogst voortbrengen. In verschillende krin-
gen in de Staten maakt men zich ongerust over de groote
hoeveelheden taiwe, waarover men aan het eind van dezeii
zomer waarschijnlijk beschikken zal, of het wel mogelijk
zal zijn afzet voor zulke enorme kwantiteiten te vinden.
Teves vraagt men zich af of de toename van de tarweteelt
niet ten koste is gekomen van de teelt van voedergranen,
wat dan ten slotte een schaarschte aan vetten tengevolge
zou hebben. De laatste berichten melden reeds, dat de Re-
geering den vet-deren nitzaai van tarwe niet aanmoedigde,
doch, zooals terecht woj-cit opgemerkt, dc wintertarve is
reeds iii den grond, dus daarvoor kan dit moeilijk gelden,
terwijl wat de zomertarwe betreft, het moeilijk aan te
nemen is, dat de boeren minder zullen i,itzaaieu, dato zij
zich hebben voorgenomen, zoolang hun voor de tarwe een
hooge prijs wordt gegarandeerd en zulke garantie voor de
andere granen ontbreekt. Tot nog toe zijn de weersomstan-
digheden voor de wintertarwe in Noord-Amerika gunstig
geweest en ook in Europa heeft men daaromtrent niet te klagen, doch tengevolge van het natte najaal- hebben de
veldwerkzaamheden in West-Europa ca. een maand ver-
1106
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11 December, 1916
Noteeringen.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
•
Chicago
Buenos Aurej
Soorten.
9 Dec.
2 Dec.
9 Dec.
Tarwe
Mar,
Haver
Taacg
Mars
Dato
Lljnzaad
S
1918 1918 1917
–
Dec. Dec.
Dec.
I
Dec.
Dec.
Fel,,
Tarwe (inlandsche) ……
25,-
S)
25,-9
–
7 Dec.’18 226
132
728/
4
12,15
5,80
19,25
Rogge (70 Kg. natuur gew.)
28,50
1
)
..
28,50
1
)
–
30 Nov.’18 226
127
1
/d
72
7
/
.12,-
5,60 19,40
–
380,-
1)
7 Dec. ’17 220
124
72
3
/ 12,25
3
)
8,10
15,35
Gerst (60 Kg. natuur gew.)
20,-‘)
20,-
1)
–
7 Dec.’16 168
1
/
921/4 538/8
12,85
3
)
8,60
24,20
Mais (La Plata)
………-
23,-‘)
. 23,-‘)
–
7 Dec.’15 116
8
I
68’/4
431/4
9;30
1
)
4,75
11,20
Haver
(inlandsche) …….
Lijnkoeken
(Noord-Arné-
20Juli’14
82
‘)
56
1
1
‘)
38
1
!,
9,
9,40
2
)
5,38
1
)
13,702)
rika van La Plata-zaad)
35,_
1)
85,- ‘)
26,-
1)
‘)
per Dec.
‘)
per Sept.
8)
per Jan.
Lijnzaad (inlandsch)
40,-‘)
40,-
S)
–
.
‘)
Regeeringsprijs.
AANVOEREN in tons van 1000 K.G. voor verbruik in Nederland.
Rotterdam
Amsterdam
1
•
Totaal
Artikelen.
1-7 Dec.
,
1
Sedert
. –
1
Overeenk.
1-7 Dec.
1
Sedert
1
Overeenk.
1
1918
J
1917
1918
1Jan. 1918
tijdvak 1917
1918
I Jan. 1918
tijdvak 1917
Tarwe ……………..
16.204
253.376
–
2.920 38.227
19.124
291.603
–
–
8.465
–
–
–
.
–
8.465
Boekweit
…………
..-
.-
–
2.314
–
–
–
–
2.314
Rogge
………………
Mais
…………….
.- .
..
–
114.637
–
. 4.590
80.134
4.590
194.771
–
–
30.600
–
–
11.886
–
42.486
. –
–
.12.399
-.
–
27.269
–
39.668
Gerst
……………….
Lijnzaad …………..
..
–
8.322
–
–
7.560
–
15.882
Haver
……………..
–
–
–
34.078
–
–
27.985
–
62.063
Lijnkoek…………….
Tarwemeel ……..
…..
–
756
19.988
–
6.068
3.051
6.824
23.039.
Andere meelsoorten.;..
–
19.716
–
–
–
4.286
–
24.002
–
AANVOEREN in tons
van
1000 K.G.voor België.
3.926
382.529
428.198
–
–
–
382.529 428.198
Mais
………….
2.480 92.671 28.629
–
–
–
92.671
28.629
Tarwe ……………..
5.174 13.738
–
.
–
–
5.174
13.738
68.918
‘6.962
–
8.807
–
77.725
6.962
Rogge ……………..-
Tarwemeel ………….-
Gerst ……………..
2.469 28.139
. 667
–
–
–
28.139
667
Andere meelsoorten….
-.
43.254
– –
9.510
–
52.764
–
traging ondervonden. Men mag aannemen, dat in het voor-
of ook de hoeveelheid ruimte, die ter beschikking is, eenigs-
jaar in sommige streken van Frankrijk en België de uit-
zins
voldoende zal zijn om aan de vraag te voldoen
zaai van zomergranen nog belangrijk zal zijn.
N e d e r 1 a n d.
De toestand voor ons land is in de afge-
In Argentinië is de oogst van tarwe en lijnzaad begon-
loopen week niet veranderd. De belading der graanschepen
nen. Voornamelijk uit de provincie Entre Rios wordt veel
in Noord-Amerika is blijkbaar niet vlot in zijn werk ge-
regen gemeld, – hetgeen natuurlijk in deze periode zeer na-
gaan, daar nog geen berichten van vertrek der graanladin-
deelig is. De berichten uit de andere streken zijn evenwël
gen ons bereikt hebben.
Verschillende stoomschepen zijn
zeer gunstig. Deze regen komt weer ten goede van den
evenwel van New York naar andere havens vertrokken om
maisoogst, waarover de berichten in het algemeen gunstig
daar graan te laden.
luiden.
De aanvoeren van tarwe zijn in Noord-Amerika nog van
RUBBER.
–
Vrij grooten omvang, doch niettegenstaande dat is de zicht-
De stemming in de afgeloopen week was over het algemeen
bare voorraad sterk verminderd, gedeeltelijk het gevolg van
kalm, in
verband waarmede ook de prijzen terugliepen.
toenemenden export. Toch kan dit laatste de vermindering
Het slot is
vel iets vaster, de noteeringen zijn als volgt:
van den zichtbaren voorraad niet geheel verklaren en moet
Prima Crëpe loco ……..
2/3
8/4
einde vorige week 215
deze andere oorzaken hebben. In ieder geval zal de vermin-
,,
,,
Jan./Maart..
2/3’/a
…………….2/4
1
/4
dering van den zichtbaren voorraad niet beteekeuen, dat de
,
April/Juni
2/3’/g
2/4’/
hoeveelheid
waaimede de zichtbare voorraad verminderd
Juli/Dec
2/3/4
is, ook werkelijk verbruikt is.
Hard cure fine Para ……
2/91!,
…………….2/10′!,
De aanvoeren van mais, in de Westelijke plaatsen der.
EI
dat (tit waarschijnlijk moet, worden toegeschreven aan een
vervoerverbod. Het verbruik van mais in Noord-Amerika
is ontegenzeglijk zeer groot, dank zij den ininimumprijs
voor varkens, die het mesten zeer heeft bevorderd. De aan-
voer van varkens is in de laatste maanden van dien aard
geweest, dat de minimumprijzen niet te handhaven waren
en de markt vaak daaronder zakte. Uit vakkringen wordt
op een, afschaffing van den minimumprjs aangedrongen,
(Toch men schijnt toch voor de maand November nog zijn
toevlucht daartoe genomen te hebben.
De prijzen van mais zijn zoowel in Noord- als Zuid-
Amerika tamelijk vast geweest, in Noord-Amerika voorna
melijk in verband met de kleine aanvoeren, in Argentinië
op de verwachting van spoedig grootere verschepingen. –
In de positie van gerst én haver is niet veel verandering gekomen, behalve dat het brouwen van bier nu. definitief
verboden is in de Vereenigde, Staten. Californië maakt zich
engerust over zijn zeer grooten oogst vaii brouwgerst, doch
men .neemt aan, dat deze verbruikt zal worden voor: voeder:
doeleinden; De vraag daarvoor is. tot heden venwel niet
groot geweest.
De vrachteijfers zijn door de Engelsche Regeering op dras.
tische wijze verlaagd; in sommige gevallen zijn ze verlaagd
tot minder dan.een vierde. Van grooter belang is evenwel
SUIKER.
De achterstand bij het rooien der bieten in Duitsch-
land blijft aanhouden. In verband met de moeilijkheden, die de fabrikanten thans ondervinden, waardoor de kost-
prijs van de suiker aanmerkelijk verhoogd wordt, dringen
de fabrièken aan op verhooging van den ruwsuikerprijs.
In Frankrijk zijn de klachten over ongunstige oogst-
resultaten algemeen.
De voorraden in de drie voornaamste Britsche havens
bedroegen op 30 November:
1918
1917
1916
Londeh …………..174.965
65.424
44.548 tons
Liverpool …………68.174
63.007
129
Clyde…………….60.656
26.447
11.055
Totaal
303.795
154.878
55.732 tons
Op Java vonden verdere afdoeningen plaats van witte
suiker op basis van
f
13.- eerste kosten, daarna verhoogde
de Producenten-Vereeniging de limite op
f
13′!2. Van Mus-
covados uit den volgenden oogst werden ongeveer 50.000
tons verkocht tot
f
12
1
/4 eerste kosten. Uit den ditjarigen oogst zijn thans nog onverkocht bij de Producenten-Ver-
eeniging 1/1 niillioen picols Superieur en 3
1
/1 milioen picols
No. 16 en h. De einde October nog niet afgescheepte voor-
raad suiker wordt op 24 millioen picols getaxeerd, zoodat
11 December 1918
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1107
vermoedelijk zeer groote kwantiteiten in handen van specu-
lanten zijn geraakt.
In N a t al wordt de oogst van dit jaar op 140 A 150.000 tons getaxeerd tegen eene opbrengst van ongeveer 115000
tons in elk der beide voorafgaande jaren.
Cuba -statistiek:
1918
1917
1916
Oogst…………….3.446.083 3.023.720 3.007.913 tons
Export d. w. van 26 Oct.
tot 2 Nov……….14.391
3.450
35.389
Totaal v. 1Jan.-30Sept 2.821.977 2.802.568 2.615.524
Exp. U. K. 1 Jan.-2 Nov
867.042
802.724 524.142 Frankr.
36.498
89.870 143.205
Totaal voorraad 4 Nov
273.191
28.042 111.504
KATOEN.
Marktbericht van de Heeren Sir Jacob Behrens & Sons,
Manchester, d.d. 14 November 1918.
Door de gunstige berichten betreffende het sluiten van
den Wapenstilstand is de Liverpool-katoenmarkt sedert
Zaterdag j.l. gesloten geweest en hebben prijzen heden na
de opening het voorbeeld van Amerika gevolgd, zoodat de
noteeringen dan ook vrij belangrijk lager zijn. Het vierde
Ginners-rapport, dat deze week gepubliceerd is, geeft een
geginde hoeveelheid van 7.793.000 Balen aan, tegen 7.185.000
Balen verleden jaar en 8.624.000 Balen in 1916. Deze cijfers
werden vrij bullish beschouwd, doch hadden geen invloed op de markt. De laatste berichten van Alexandrië melden,
dat in de Delta de eerste en tweede pluk een betere op-
brengst gaven dan verleden jaar, maar dat de derde pluk
wel zal tegenvallen. In Boven-Egypte en Fayoum zijn de
eerste en tweede pluk minder dan verleden jaar. De totaal-
oogst wordt getaxeerd op 5.000.000 cantars of ongeveer
hetzelfde van verleden jaar. –
De garenmarkt is de geheele week gesloten geweest, zoodat
daarvan niets nieuws valt te vermelden.
De doek-markt is bijzonder kalm en sedert het sluiten
van den Wapenstilstaud zijn er geen nieuwe zaken gedaan.
Zoowel fabrikanten als handelaren wachten liever de markt
eens af en men verwacht geen opleving in zaken voordat
werkelijk de vrede geteekend is.
Loco
7Nov.
14 Nov.
7Nov.
14Nov.
Liverpool-noteeringen
LT.opindië
116
1/6
F.G.F.Sakellaridis 29.40 – T.T.opHongkong 313
3
/4
312
G.F. No. 1 Oomra 17.90 16.90 T.T.opShanghai
5/1
1
/2
5/0
Noteeringen voor Loco-Katoen.
(Middling Uplands).
9 Decl8
2DecI8
25Noo.18
10.Dec..171
9
DecI6
New York voor
Middling
– –
29,15e
28,100)
29,75 c
30,35e
18,75e
New Orleans
voor Middling
28,50e
28,75e
29,75 c 28,50 e
19,63 c
Liverp. v. Good
Midd. Texas..
22,08 d
22,17 d
22,48 d
22,52 d’)
12,05 d’)
‘) 30 Nov. ’18
2)
Good Middling Amer. ‘) 8 Dec. ’16
Middling Amer.
Ontvangsten in, en uitvoeren van Amerikaansche havens.
(In duizendtallen balen.)
–
1
Aug.18
Overeenkom,iige perioden
tot
6Dec.l8
1917
1916
Ontvangsten Gûlf-Havens..
1703
2754′
11
Atlant.Havens
2302
1341
1580
Uitvoer naar Gr. Brittannië
1
1073
1266
‘t Vasteland.
1441
618
1052
Japan etc…
65
228
Voorraden in duizendtallen
6
Dec.
18
6Dec.
17
6Dec.
16
1395
1271
1570
Binnenland …………..
1233 1102
1313
Amerik. havens ………..
7
144
143
New York
……………..
7
.
303
446
New Orleans ……………
Liverpool
……………
28 2
1)
414
701
2)
7 December ’18
WOL
1)e zaken op (le Zuid-Arnerikaansche markten zijn zeer
kalm geworden en de prijzen 10
0
/0
teruggeloopen. De voor-
raden bedragen: 12.000 bn. te Montevideo
40.000 bu. te Buenos-Aires.
METALEN.
I.oco-Noteeringen te Londen:
Data
Ijzer
Cleo. Koper
Stanard
Tin
Lood
Zink
9Dec.
1918..
nom.
122.-!-
275.-!-
40.10/-
52.-1-
2
,,
1918.
nom.
122.-1-
275.-/-
40.110-
52.-1-
7 Dec.
1917..
lom.
110.51-
293.12/6
30.-!-
52.-1-
8 Dec.
1916..
nom.
152.-1-
185.1716
30.10/-
58.-1-
20Juli
1914..
5114
61.-1-
145.151-
19.-/-
21.101-
VERKEERS WEZEN.
SCHEEPVAART.
7 December 1918. Over de afgeloopen week kwamen geen
scheepvaart berichten binnen.
GRAAN.
Data
Petro.
grad
Londen!
R’dom
Odessa
Rotte,-
Jam
Atl. Kust
Ver. Stalen
San Lorenzo
Rotte,-
B,i,tol
Rotte,.
Enge.
dam
Kanaal
dam
land
2/7
Dec.
1918
–
–
–
501-
–
225/- 25/30 Nov.
1918
–
–
–
50/-
–
225/-
3/8
Dec.
1917
–
– –
45!-
1451-
4/9
Dec.
1916
–
–
f
18,—
24/-
f90,-
13716
Juli
1914
lid.
713
1/111/
4
11111/
4
12/-
121-
KOLEN.
Cardif
Oostk. Engeland
Data
Lai
1
Bor.
Genua
Plato Rotter. IGothen.
deaux
Rivier dam
burg
217
Pec. 1918 54/-
– –
–
f
15
–
25/30 1ov. 1918
54/-
–
–
70/-
,,
15
Kr.52+
318
Dec. 1917
691- 101/3
200/-
130/-
,,32.50
190
419
Dec. 1916
34/-
5916
80/-
561-
,, 8,—
32
Juli 1914
fr. 7,—
71-
7/3
14/6
3/2
41-
DIVERSEN.
Bombay
Bira
Vladivo-
Chili
Data
West West
stock
I
West
Europa
Europa
West
Europa
(d.
to.)
(rijst)
Europa (salpeter)
217
Decemb. 1918.
…
–
–
–
–
25/30 Novemb. 1918….
275/-
5001-
–
1901-
3/8
Decemb. 1917….
260/- 550/-
–
190/-
419
Decemb. 1916….
2301-
2401-
–
135/_t)
Juli
1914….
14/6
1613
251-
22/3
t) Per Zeilschip.
Graan Petrograd per quarter van
496
!bs. zwaar. Odesso per Unit, Ver.
Staten per guarter von
480
16,. zwaar.
Overige
noteeringen per
ton van
1015
K.G.
RIJNVAART.
Week van 2 tot 9 December 1918.
In de afgeloopen week werd voortgegaan met het huren
van schepen in daghuur voor het vervoer van krijgsgevan-
genen van Emmerik en Wesel naar Rotterdam,Dordrecht, Antwerpen en Sas van Gent. Verder hadden te Rotterdam
geen bevrachtingen plaats.
In de Ruhrhavens werd weinig scheepsruirntc voor het
vervoer van kolen naar den Bovenrijn aangenomen, dit als
gevolg yan de nog steeds voortdurende stakingen in de
kolenmijuen, waardoor de productie zeer gering is. De
scheepsvracht bedroeg Mk. 4,— per ton naar Mannheizn;
terwijl het sleeploon
22124
pf. per Centner bleef.
In het begin van de week was het water wassende, thans
is het echter weder vallende, waardoor slechts zeer vlot
gaande sleepbooten naar den Bovenrijn kunnen varen.
O
Voorts ondervond de vaart zeer veel moeilijkheden door-
dat in de verschillende plaatsen, welkd door de Fransehen
en Belgen bezet zijn, de scheepvaart is stilgelegd in af wach-
ing van nader te treffen overeenkomsten. Dit geldt niet
alleen voor Duitsche schepen, doch ook Nederlandsche schepen
worden vastgehouden. Het is te wenschen, dat spoedig een
oplossing wordt gevonden, waardoor de scheepvaart weder
onbelemmerd zal kunnen worden uitgeoefend.
• DE TWENTSCHE BANK
Amsterdam – Rotterdam – ‘s-Gravenhage – Utrecht
Maandstaat op 30 November 1918
DEBET
Aandeelhouders nog te storten ……………………….
f
1.784.700,-
Deelneming in de firma’s:
B. W. BLIJDENSTEIN & Co., te Londen;
B. W. BLIJDENSTEIN Jr., te Enschede;
LEDEBOER & Co., te Almelo,
f
7.892.187,50, waarvan in
geld gestort……………………….. ………… ,,
6.342.187,50
Deelnemin gin bevriende Bankinstellingen f5.020.579,98,waarvan
in geld gestort …..
………..
………………….. ,,
3.550.079,98
f
11.676.967,48
• Fondsen van Aandeelhouders
te Amsterdam, Rotterdam, ‘s-Gravenhage en Utrecht . . .
,, 31.648.000,-
Fondsen door ons gedeponeerd.voor rekening van bevriende
instellingén ………………………………….
….
..5.020.500-
Kassa,Wi.ssels en Coupons
……………. . ….. ……..
,,
42.462.275,1534
Nederlandsehe Staatsleeningen en Ned.-Indische leening . . .
,,
363.676,98
Nederlandsche Schatkistbiljetten en Schatkistpromessen; . . .
,, .49.154.564,84
Saldo’s bij Bankiers:
beschikbaar voor eigen gebruik ……………………
f
2.121.311,3934
voor rekening van derden ………. ….. …………….. ,, 23.548.542,5$
gereserveerd voor geopende credieten ………………,, 2.236.764,44
27.906.618,4134
Prolongatiën gegeven ………………………………
9.911.885,
Eigen Fondsen en Syndicaten ………….. . ………….
,,
3.036.096,2534
Credietvereeniging
………………………………..f.28.869.179,71
Af: loopende Promessen …………………………….,,
2.000.000,-
Voorschotten tegen Onderpand of Borgtocht en Saldo’s Rek. Ort.
f
40.116.785,5034
Af: loopende Promessen ………………………………,,
1.460.000,-
38:656.785,5034
134.641,40
2.672.415,9634
1.992.000,-
Ttaal ……t 251.505.666.7034
CREDIT
Kapitaal … ……………………………
. …………. f 21.952.000,-
Reservefondsen ……………………….. . …………..,,
8.199.877,
Waarborgfonds Oredietvereeniging …………………….,, 3225. 372,50
Reserve Oredietvereeniging …………………………,,
2.775.226,79
Zieken- en Pensioenfondsen …………………………
Aandeelhouders voor gedeponeerde fondsen
als waarborg voor 90 pOt. storting op aardeelen B
f
1.784.700,-
in Leendepôt …………………………………… ..34.883.800,-
Deposito’s
……………………………………….
Prolongatie-Deposito’s ……………………………….
Saldo te ontvangen en te leveren fondsen … …
. ………….
Saldo’s Rekeningen-Courant …………………………
f
85.949.689,60
voor gelden in het Buitenland. . ,, 23548.542,58
Credietvereeniging …………,, 8.404.094,1734
Daggeld en Beleeningen …………………………….
Kassiers te Amsterdam
…………………………….
Te betalen Wissels
………………………………..
Diverse Rekeningen ………………………………..
f
36.152.476,20
,,
234.792,2034
36.668.500,-
43.240.348,78
1.585.400,-
700.683,6834
117.902.326,3534
3.400.000,-
8.560,4234
8.452.899,57
3.159.679,3934
26.809.170,71
Voorschotten op Consignatiën ……………………….
Gebouwen en Safe Deposit
.
……………… …………..
Daggeldleeningen …………………………………..
Totaal ……
f
251.505.666,7034
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
De N.V.Nederlandsche H
ROTTERDAM
‘s-GRAVENHAGE
GRONINGEN
Telefoon 3600
Telefoon H 280,
300
Telefoon 1555
AMSTERDAM
LEEUWARDEN
Telefoon N 5580
levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,
in huur en koop.
Herstelt en ônderhoudt on d er g a r a n t ie ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.
PROSPECTUS GRATIS.
NEDERLANDSCHE GRONDBRIEFBANK
HEERENGRACHT 495, AMSTERDAM
5
pCt. Obligatiën (Grondbrieven)
Gecertificeerd door de Centrale Trust.Compagnie
Verkrijgbaar in stukken van
1
2500,—,
f
1000,—,
f
500,— en
f100,-
op elk goed effectenkantoor
GEBROEDERS CHABOT
ROTTERDAM
KONINKLIJKE
HOLLANDSCHE
LLOYD
AMSTERDAM
Geregelde Passagiers- en
Vrachtdienst met nieuwe,
moderne post-stoomschepen
TUSSCHEN
KASSIERS en MAKELAARS in ASSURANTIËN
Deposito’s. – Rekening-Courant. – Franco Chèque-Rekening.
Aan- en Verkoop van Wissels op het Buitenland. – Aan- en Ver-
koop van Fondsen. – Bewaarneming en Administratie van Effecten.
Oorloge-. Transport-. Casco-, Brand-. Diefstal- e. a. verzekeringen
van eiken aard.
AMSTERDAM
EN
ZUID-AMERIKA
VIA
CORUA, VIGO, LISSABON, LAS PALMAS.
A. SAJ ET
ACCOUNTANT:: LEERAAR BOEKHOUDEN M.O.
Lid van de ,,Ned. Broederschap van Accountants”
Kazernestraat 10, Amsterdam, Tel. N 7603
Administratie
::
Contrôle
::
Belastingzaken
ONTVANG- EN BETAALKAS
NIEUWE DOELENSTRAAT 20-22
AMSTERDAM
KAPITAAL EN RBSERVEN
f
5.500.000,—
DEposITo’s VOOR 1 JAAR FIXE â
4 PCT.
GELDEN OP DEZEN TERMIJN GESTORT ZIJN NA AFLOOP VAN HET
JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.
NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STILZWIJGEND VOOR
GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.
DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.
!JJ[jnternattouat
voor
J3ank
3ahe4)hen waarl,oi
is Groninsen.
0′
j
panbr1v
TOT DH
I
KOF.R5 VAM
07/0
PRACTISCH EFFECTENBOEK
Prijs f
1,25
NIJGE &VAN DITMAR’SUITG. -MIJ, R’DAM
EÇONOMISCH.STATISTISCHE BERICHTEN
Reeders en Cargadoors
GEBR.VAN
I
Bevrachtingsagenten Expediteurs
KOOP
en
VERKOOP VAN SCHEPEN
ROTTERDAM – AMSTERDAM ZAANDAM
Telegram-Adres: ,,VANUDEN”
UNIE BANK.
voor
Nederland en Koloniën
AMSTERDAM
Agentachappen in lndi:
BATAVIA, SOERABAYA,
BAN DOENG,
MEDAN
EN
WELTEVREDEN
Agentachap in Nederland:
TILBURG
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
OLIEFABRIEKEN INSULINDE
GEVESTIGD TE AMSTERDAM
KAPITAAL
f15OOO.00O,-
verdeeld in 15000 Aandeelen
groot f1000,— waarvan 10000 Aandeelen geplaatst en volgestort.
Uitgifte van 5000 Aandeelen
van f1000,— elk, aan toonder, tot den koers van 175 pCt.,
niet dèelend in de winst over boekjaar 1918.
(UITSLUITEND VOOR AANDEELHOUDERS.)
De ondergetekende bericht, dat zij tot
DONDËRDAG 12DECEMBER 1918,
des namiddags 4 uur,
inschrijvingen zal aannemen op bovengenoemde
5000
Aandeelen in de
Naamlooze Vennootschap OLIEFABRIEKEN INSULINDE, bij hare
kantoren te AMSTERDAM en te ‘S-GRAVEN HAGE, waar Prospectussen en
Inschrij vingsbiljetten verkrijgbaar zijn.
NEDERLANDSCH INDISCHE HANDELSBANK,
AMSTERDAM, 6 December J918.
NEDE
1
1DWI
JIDSCHE
V00H Uff-HRIKI
LONDON
AMSTERDAM
PRETORIA
389 KEIZERSGRACHT TELEF. NOORD 85
…….
……
…..
.,…
..
CORRESPONDENTEN EN AGENTEN IN ALLE BANKPLAATSEN
IN ZUID., OoS. EN WEST-AFRIKA
OVERMAKEN VAN GELD PER KABEL EN PER BRIEF
FINANCIEERING VAN EXPORT EN ALLE ANDERE BANKZAKEN
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
W
.,T
H. MULLER & Co.
REEDERS EN KOOPLIEDEN
HOOFDKANTOOR:
‘s-GRAVENHAGE
HOLLAND-AMERIKA LIJN.
GEREGELDE AFVAARTEN TUSSCHEN
ROTTERDAM en NEW YORK, BOSTON, PHILADELPHIA,
BALTIMORE, NEWPORT .NEWS, NORFOLK, SAVANNAH,
NEW ORLEANS, CUBA, MEXICO en NEW YORK—JAVA.
Voor inlichtingen wende men zich tot de
HOLLAND-AMERIKA LIJN, WILHELMINAKADE, ROTTERDAM
Scheepvaart, en Steenkolen-Maatschappij – Rotterdam
Filialen: AMSTERDAM – IJMUIDEN – LEEUWARDEN – HARLINGEN
ENGELSCHE STEENKOLEN
GEREGELDE LIJNEN VICEVERSA:
ROTTERDAM – LONDON; ROTTERDAM – HULL/GOOLE; ROTTERDAM – NEWCASTLE;
ROTTERDAM – LEITH
VAN RIJN & C
UTRECHT – POSTBUS 40
EENIGE FABRIKANTEN
VAN DE UTRECHTSCHE
FIJNE TAFELMOSTERD
P. Cbs & Leeffibruggdil
LEIDEN
Opgericht
1
Mei
1766
Tel. Intercomm. 370
Telegr.-Adrei: CLOS
Sajetten en Wollen
Garens voor Hand-
en Machinebreien
R. S. STOKVIS & ZONEN Ltd – ROTTERDAM
WESTZEEDIJK 594
• __ _____
Groote voorraden van artikelen op industriëel gebied
De Erven de Wed. J. van Nelle
ROTTERDAM
–
Tabaks- en Sigarenfabrieken
Koffiébranderij – Theehandel
Ii bECEMBER 1918
3E/AARGANG No. 154
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
£.NO 1616
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
BLAAUWHOEDENVEEM
–
VRIESSEVEEM
AMSTERDAM
ROTTERDAM
ANTWERPEN
EXPEDITEÛRS
– –
–
MAATSCHAPPELIJK
RESERVE-
KAPITAAL:
FONDSEN:
f 10.000.000,—
f 1.639.297,151
EXPEDITIE
RUBBER-
IN-
EN
UITKLARING
ETABLISSEMENT
ASSURANTIE
KINA – ETABLISSEMENT
PAKHUIS
EN SuJ.o.GEBouw
,,ST.
JOB”.
ROTTERDAM
BEËEDIGDE WEGERS EN METERS
BEWARING
VAN
KOOPMANSGOEDEREN
TEGEN
UITGIFTE
VAN
,,CEDULLEN
AAN
TOONDER!’
WELKE LEVERBAAR EN BELEENBAAR ZIJN
MODERNE KOEL- EN VRIESINRICHTINGEN
TE AMSTERDAM EN ROTTERDAM VOOR HET OP LAGE
TEMPERATUREN BEWAREN VAN AAN SPOEDIG BEDERF ONDERHEVIGE LEVENSMIDDELEN EN BANDELSWAREN.
CORRESPONDENTEN:
TE LONDENI BRITISH BLAAUWHOEDENVEEM, LTD., 1 MINCING LANE, E.C.
BIJKANTOOR TE LIVERPOÖL.
IN NED. INDIË: ,,HET INDISCHE VEEM” EN ,,DE SCHEEPSAGENTUUR”, BATAVIA, ENZ.
.MOTOR LOCOMOTIEVEN
TRANS PORTWAGENS
VOOR ALLE DOELEINDEN
AANLEG VAN
FABRIEKSSPOOR
It —SPOORWEGMATERIEEL—
JJ
DIRKZWAGER’s SCHEEPSAGENTUUR
MAASSLUIS EN HOEK VAN HOLLAND
Belasten zich met het rapporteeren van schepen en het
behandelen van scheepszaken op den Nieuwen Waterweg
NIEUWE BERGING-MAATSCHAPPIJ
MAASSLUIS
Contracteeren voor het
bel:gen
van gezonken schepen en
ladingen, op de rivieren en buitengaats; belasten zich met
het instellen van duikeronderzoek, enz. enz.
DE SPAARNE-BANK
HAARLEM
Gestort Kapitaal en Reserves f1.184.000,-
REKENIN9-COURANT, CREDIETEN, INCASSEERINOEN, ASSURANTIËN,
WISSELS, EFFECTEN, COUPONS, PROLONOATIËN, DEPOSITO’S, ENZ.
MAR
–X- & Co
,
s BANK
ROTTERDAM. Zuidbiaak 56
‘8-GRAVENHAGE, Kneuterdijk 13
KAPITAAL f 10.000.000,— VOLGESTORT
Directie: P. J. VAN OMMEREN, Jhr. D. F. REUCHLIN, S.
S. BOSMAN JR.
Raad van CommissariSsen: Mr. J. A. LOEFF.J. RUPPERDA WIERDSMA. A. C. MEES
en
Mr.
A. J. MARX
NIJGR & VAN
DITMAR’S KOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ, ROTTERDAW