Ga direct naar de content

De Polder heeft het populisme over zichzelf afgeroepen

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: mei 18 2020

Wie in Nederland goed wil integreren, moet allereerst de diepere betekenis van twee woorden doorgronden: draagvlak en overleg. Ik ken hoogleraren die hoge verwachtingen hadden toen ze naar Nederland werden gehaald. Binnen enkele maanden waren ze kwaad op iedereen in de faculteit en wisten ze niet hoe snel ze weer moesten vertrekken. Ze snapten niet wat draagvlak en overleg betekenen.

Alfred Kleinknecht (2020) Emeritus-hoogleraar aan de Technische Universiteit Delft en gast-hoogleraar in Perugia en OsakaAnna Weise

In veertig jaar Nederland ben ik gewend geraakt aan oeverloos vergader­zeuren, dingen in de week leggen, iets wel verbieden maar (na goed overleg) toch gedogen, aankondigen dat iets mogelijk een bepaalde kant op zou ­kunnen gaan, maar dat men niet over één nacht ijs zou gaan … en dat er dan ineens toch iets gebeurt, zonder dat er ooit een helder besluit is genomen. Men zegt dat dankzij dat eeuwige schikken en plooien de katholieken en protestanten elkaar sinds 1648 niet meer de koppen inslaan. Dat is natuurlijk heel wat.

In de loop der tijd leerde ik dat de Nederlanders best een conformistisch volkje zijn. Je moet in de Polder niet radicaal nadenken en dat dan willen uitventen. Dit drong tot me door na mijn oratie op de VU in 1994, waarin ik het Nederlandse loonmatigingsbeleid bekritiseerde. De oratie werd door de Polder als schandalig ervaren. Zelfs de vakbeweging reageerde uiterst gereserveerd op mijn oratie. Het Haagse opdrachtonderzoek dat ik veel deed, viel ineens weg. Daarvoor in ruil kwamen interviews en spreekbeurten, waarbij ik de vaderlandse politiek en media goed leerde kennen. Ik leerde dat het niet zozeer telt of iets een goed of slecht idee is, maar vooral of er draagvlak voor is.

Deze mentaliteit verklaart mede waarom de vakbeweging veertig jaar lang, tegen de achtergrond van hoge werkloosheid, keer op keer voor loonmatiging koos – veelal in ruil voor het niet (zo snel) afbreken van de verzorgingsstaat. Diezelfde vakbeweging heeft ook de groei van een flexibele schil gedoogd – totdat men begreep dat dit de eigen machts­positie uitholde.

Intussen wordt het duidelijk wat loonmatiging en flexibilisering gekost hebben: de kwaliteit van werk en de daaraan gekoppelde bestaanszekerheid is uitgehold, terwijl de beloofde extra economische groei uitbleef. De banen groeiden, maar dit kwam vooral doordat Nederland gemiddeld over de afgelopen veertig jaar de laagste productiviteitsgroei van heel West-­Europa kende (Kleinknecht, 2020). Door de schamele productiviteitsgroei vanaf de jaren tachtig werden de politieke manoeuvreermarges in de Polder erg smal.

Het gevolg: Pim Fortuyn kon tekeer gaan over de verweesde samenleving. Vooral de mensen in arme wijken volgden hem: zij ervoeren de afnemende kwaliteit van werk en de ­smalle ­marges als gevolg van de lage productiviteitsgroei het sterkst. Inmiddels worstelen we in de Polder al twee decennia met populisme.

Het goede nieuws is dat er intussen draagvlak voor verandering bestaat. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid heeft nagedacht over de kwaliteit van werk, en de commissie-Borstlap kwam met voorstellen om ­flexibele werkvormen aan te pakken. Eindelijk lijkt de ­Polder zich te realiseren dat de weg van loonmatiging en flexibilisering doodlopend is. Eerder was beter geweest, maar beter laat dan nooit. En in een krappe arbeidsmarkt met een groeiende macht van de factor arbeid zullen er hoe dan ook loonsverhogingen komen.

Eindelijk is er draagvlak én momentum voor een arbeidsmarktbeleid dat welvaart (en welzijn!) kan verhogen. Zo zou de Polder nu wel eens het populisme de wind uit de zeilen kunnen nemen.

Literatuur

Kleinknecht, A. (2020) The (negative) impact of supply-side labour market reforms on productivity: an overview of the evidence. Cambridge Journal of Economics, 44(2), 445–464.

Auteur

Categorieën

1 reactie

  1. W.J. Okkerse
    4 jaar geleden

    Toch nog niet helemaal goed geïntegreerd :-)

    'Ik leerde dat het niet zozeer telt of iets een goed of slecht idee is, maar vooral of er draagvlak voor is'.

    Er bestaat niet zoiets als een objectief goed of slecht idee. Zonder draagvlak is het geen goed idee, maar kan het hooguit een goed idee worden....